Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDjakarta - 12 oktober 1966 (1)Om negen uur vanmorgen arriveerde ik met het nos-team op het Istana Merdeka om een gesprek met de president te filmen. Zijn oude vriend, oom DasaadGa naar eindnoot1. en de minister van Voorlichting, DiahGa naar eindnoot2. waren hierbij aanwezig. Om dit interview onder de trieste omstandigheden van een verlept presidentschap toch enige fleur en importantie te geven, had ik een speciale vraag in petto. Via kolonel Sutikno had ik generaal Suharto laten weten dat ik voornemens was Bung Karno in de loop van het nos-interview zodanig een vraag te stellen, dat hij met de te verwachten spontane reactie zeker op een geliefkoosde wens in zou gaan en het prinselijk paar, Beatrix en Claus, voor een officieel bezoek naar Indonesië zou uitnodigen. Ik kreeg een all-clear via Sutikno van de zijde van de junta. Ik prepareerde mijn nieuws makende vraag nauwkeurig. De president was in uniform en in topvorm die ochtend. Hij vroeg het nos-team, dat in de weer was met het plaatsen van camera's en lampen, eerst te gaan zitten. ‘Hebben jullie al wat gedronken en vruchten gehad? Kom maar eerst wat praten,’ aldus onze gastheer. Schalen met verfrissingen en manga's werden aangedragen. Tegen oom Das(aad): ‘Weet je nog, toen ik uit de gevangenis kwamGa naar eindnoot3. en 400 Nederlands-Indische guldens van je moest lenen?’ Tegen minister Diah zei hij: ‘En jij droeg Javaanse kleren op je huwelijk.’Ga naar eindnoot4. ‘Ja, Pak, ik moest mijn schoonouders toch tevreden stellen?’ Na de wat lichtere conversatie stelde Bung Karno minister Diah onverwachts een penibele vraag. Hij wilde namelijk weten hoe het mogelijk was, dat zijn krant, Merdeka, in grote opmaak op pagina éen had kunnen afdrukken, dat hij, Sukarno, de schuld van alle ellende in Indonesië was en verantwoordelijk voor de massamoorden op communisten, omdat de president geweigerd had de pki te veroordelen.Ga naar eindnoot5. Het blad citeerde hierbij opmerkingen welke de minister van Buitenlandse Zaken, Adam Malik, tegenover Indonesische studenten in Tokio die dagen had gemaakt. Het antwoord van Diah op de vraag en de beschuldiging van Sukarno was karakteristiek Indonesisch: ‘Ja, susah Pak!’ ‘Hoe kun je zoiets doen,’ ging Bung Karno onverstoord en boos ver- | |
[pagina 320]
| |
der. ‘Wat bezielt jullie toch?’ Later, toen de camera's draaiden sprak Bung Karno over zijn vroegere Hollandse vrienden, professor Schoemaker, Sam Koperberg en Van Konijnenburg. ‘Maar eerst jij. Wat ben jij, Willem Oltmans?’ zei de president. ‘WartawanGa naar eindnoot6., Bapak.’ ‘Juist, dus ik heb al een zwak voor jou...’ Naar mijn mening was Sukarno die ochtend vrijer en opener in zijn reacties op mijn vragen dan ooit tevoren. De nos zou slechts tweeënhalve minuut uit het 45 minuten durende gesprek knippen en gebruiken. De rest van de film werd weggegooid! Ik maakte geen aantekeningen over die ochtend, noch over wat de president inhoudelijk zei, omdat ik uiteraard meende later over de film te kunnen beschikken. Het nos-‘establishment’ was namelijk massaal tégen geweest dat Enkelaar een ‘outsider’ als mij naar Indonesië had gezonden. Maar Enkelaar deed dit, omdat ik misschien een Hilversumse ‘outsider’ was, maar een Indonesische ‘insider’, zodat ik bijvoorbeeld het eerste televisie-interview kon filmen - dank zij mijn vriendschap met Bapak - dat generaal Suharto ooit had gegeven. Hierover later meer. |
|