Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdBogor - 10 oktober 1965Deze zondag zond Bung Karno Madame Dewi de volgende brief, ‘Dear darling Dewi, My darling, Om te beginnen: ik kan niet naar Djakarta komen vandaag, omdat ik iets zeer belangrijks te bespreken heb met de Siliwangi-staf in Bogor vanmiddag, en deze bespreking kan niet in Djakarta worden gehouden. De ontmoeting met de Siliwangi-staf moet in Bogor in het geheim plaatsvinden. Wanneer dit in Djakarta zou gebeuren, zouden de mensen (vooral sommige militairen) het onmiddellijk “ruiken”. De Siliwangi-staf is er zeer bevreesd voor dat sommige militaire kringen in Djakarta deze ontmoeting zouden “ruiken”. Tegen jou, als mijn geliefde vrouw, die ik kan vertrouwen, kan ik in het geheim (zeer in het geheim) zeggen, dat de Siliwangi-staf er zeer tegen is om (generaal) AdjieGa naar eindnoot1. (panglima-commandant, Siliwangi) als hoofd van kostrad in Djakarta te plaatsen en hem door generaal Umar (de huidige panglima Djakarta) te laten vervangen. De Siliwangi-staf wil dat Adjie commandant blijft, omdat Siliwangi mijn sterkste bolwerk is. Ik moet dit vraagstuk vandaag tot een oplossing brengen. Om die reden, darling, kan ik vandaag nog niet naar Djakarta komen. Werkelijk, Siliwangi is mijn krachtigste bolwerk. Ik moet hen zo dicht mogelijk bij mijn hart houden. Ik heb over alles wat je me hebt geadviseerd nagedacht en gepiekerd, my darling. Ik bedoel: over het probleem Nasution, over de auri, alri, etcetera. Ik ben nu dankbaar voor al je adviezen. Wat Nasution betreft, ik ben nu tot de conclusie gekomen, dat ik hem kan vertrouwen. Hij is alleen onvolwassen in de politiek.’Ga naar eindnoot2. Bung Karno eindigde zijn brief met toe te zeggen, de volgende dag naar Djakarta te zullen komen. Dewi had die kritieke dagen ook voortdurend in verbinding gestaan met generaal Nasution en diens echtgenote. Men wisselde vele bood- | |
[pagina 283]
| |
schappen uit en Dewi probeerde met man en macht haar man te overtuigen, dat er van die zijde niets te vrezen was. Toen de president maandag, 11 oktober 1965 naar de hoofdstad kwam reed hij allereerst naar het huis van Dewi voor een korte ontmoeting. Eveneens die dagen correspondeerde Ibu Dewi bijna dagelijks met het echtpaar Nasution. De brieven werden op de schrijfmachine in het Behasa Indonesia geschreven door Madame Nasution en door een vertrouwelinge van Dewi via een kapperszaak heen en weer gesmokkeld. Hierin benadrukte mevrouw Nasution, dat haar man nooit naar de macht had gestreefd, nooit had meegewerkt aan de moordaanslagen op de president, zoals de geruchten het wilden, dat Nasution Bapak meer dan eens voor de intriges van Subandrio had gewaarschuwd en Madame Nasution schreef bijvoorbeeld: ‘Wij zijn dankbaar voor uw hulp en begrip, welke zo kostbaar is, opdat u uw echtgenoot deze informatie zult overbrengen.’ Op 29 november 1965 slaagde Dewi er in, voor het diner op het Merdeka-paleis, generaal en mevrouw Nasution, generaal en mevrouw Suharto, de Japanse ambassadeur en diens echtgenote, Johannes Leimena en mevrouw Leimena, en Ismail Thajeb en diens echtgenote bijeen te brengen. Zij herinnert zich die maaltijd als een samenzijn van een vader met zijn zoons, waar geen onvertogen woord werd gewisseld. Er heerste zelfs een sfeer van wederzijdse gevoelens van genegenheid. Bung Karno maakte van de gelegenheid gebruik Nasution en diens echtgenote te condoleren met het verlies van hun kind. Madame Nasution merkte op dat haar vermoorde dochtertje Erma juist het dichtste tot haar had gestaan. Ná die avond had Dewi onmiskenbaar het gevoel een mate van verzoening tussen Bapak, Nasution en Suharto tot stand te hebben gebracht. Maar dit was Indonesië, niet Japan, en laat staan Europa. Aan Indonesiërs merkt men totaal niets van wat zij werkelijk denken, vooral indien zij van mening zijn hun gevoelens tegenover elkaar, of tegenover buitenstaanders, niet te moeten tonen. Bung Karno was zelf zeer goed in deze oosterse manier van gedrag, ook al flapte hij er veel vlugger dan andere Indonesiërs uit wat hij dacht en voelde. Ik herinner mij zijn kritiek op de oud-adjudant Sugandhi. Bij twee gelegenheden was ik in staat zeer nauwlettend gade te slaan hoe beide mannen elkaar begroetten. Men had durven verwedden dat zij nog altijd evenveel van elkaar hielden als in de dagen dat Gandhi op het paleis als Bung Karno's trouwste en meest toegewijde adjudant fungeerde. Dewi meende haar plicht te hebben gedaan, en keerde terug naar haar werkzaamheden van vóor oktober 1965, namelijk het oprichten van een speciaal hospitaal voor nood-ambulances. Een dergelijke faciliteit kende Djakarta niet. Zij vertrok naar het buitenland om in Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Engeland en Italië een aantal van dergelijke instellingen te bezoeken en om bij fabrieken die installaties konden leveren, leveranties te plaatsen. Ook probeerde zij in het buitenland een gedeelte van haar hospitaal gefinancierd te krijgen. Spoedig werd zij er zowel in Indonesië als in de westerse pers van beschuldigd mooie sier in Europa te maken, terwijl Sukarno voor zijn presidentschap vocht en Indonesië zich in de moeilijkste periode van haar geschiedenis bevond. Zelf geeft zij toe, tij- | |
[pagina 284]
| |
dens die reis intens genoten te hebben van haar vrijheid, de Europese gastvrijheid en het leven in Europese steden. Ná jarenlang te midden van intriges en onvoorstelbare moeilijkheden in Indonesië te hebben geleefd, herademde zij tijdens deze Europese reis. Toen zij echter in maart 1966 het bericht las, dat Nasution door Sukarno was afgezet, spoedde zij zich ogenblikkelijk naar Djakarta, omdat zij begreep dat het ernstig mis was met de verhouding tussen Bung Karno en het leger. Sukarno zelf scheen zelfs verbaasd, dat zij terugkwam. Dewi verdenkt Subandrio en de door hem geleide inlichtingendienst (Indonesische cia) ervan Bung Karno opzettelijk onware informaties over haar ware bedoelingen en verblijf in Europa te hebben verschaft, zo zelfs, dat de president was beginnen te twijfelen of zij terug wilde komen. De maanden volgend op de staatsgreep behoren tot de donkerste dagen uit de Indonesische geschiedenis, zowel als uit Suharto's loopbaan. Suharto opende, met inschakeling van massamoordenaars als generaal Sarwo Edhie (die onder meer een bloedbad aanrichtte onder de Papoea's op Nieuw-Guinea, die niet van plan waren zich door Java te laten exploiteren) een heksenjacht op linkse elementen. Honderdduizenden burgers werden in koelen bloede vermoord. Dikwijls letterlijk aan stukken gehakt. Hoofden en ontzielde lichamen dreven bij duizenden de Indonesische rivieren af. President Sukarno deed tijdens iedere kabinetsvergadering in die dagen een klemmend beroep op alle partijen het bloedbad onmiddellijk te staken. Maar de Suharto-officieren gingen door tot het bittere einde. ‘Weegt de moord van zes generaals op tegen de dood van honderdduizenden onschuldige burgers?’ riep Sukarno tegen zijn machteloze ministers. Het Britse blad Economist sprak tenslotte van 1 miljoen doden in Indonesië. Het blad voegde eraan toe dat behalve communisten tienduizenden volmaakt onschuldigen werden vermoord en neergemaaid in de massale wraakneming op de generaals. Onder wiens verantwoordelijkheid heeft deze massaslachting plaatsgehad? Bovendien hebben latere documenten en wetenschappelijke studies, ook uit Amerika, zoals van de Cornell Universiteit, herhaald dat de pki zich in wezen afzijdig hield van de 30 September Beweging. Er is nooit een communistische staatsgreep in Indonesië geweest! Men heeft die naam aan de omwenteling verleend om de moordende reactie van het leger in westerse landen rechtvaardiging te verlenen. De pki onderhield contacten met de Untung-groep, via bijvoorbeeld Kamaruzaman, alias Sjam. Maar het Politbureau van de communistische partij heeft nóoit opdracht gegeven of toestemming verleend de 30 September Beweging massaal te steunen. De pki was niet voor niets op dat moment, in 1965, de meest ordelijke en strikt gedisciplineerde politieke partij in Indonesië. Zij was als enige politieke organisatie bovendien niet corrupt. Men had een geheel ander resultaat kunnen verwachten, wanneer inderdaad de communisten, met hun miljoenen georganiseerde aanhangers, zuiveringsacties onder het Indonesische leger hadden ingezet. Dat het leger onder Suharto de macht in handen kon krijgen, is juist een gevolg van het feit dat de pki die beslissende dagen niet van de grond is gekomen. | |
[pagina 285]
| |
Bovendien, de drie voornaamste leiders van de 30 September Beweging, de kolonels Untung, Latief en generaal Supardjo, konden in de verste verte niet met de pki vereenzelvigd worden. |
|