Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDjakarta - 7 oktober 1965De gezaghebbende New York Times berichtte vanuit Singapore vandaag, dat Sukarno de situatie in Djakarta weer in de hand had, dat de rust in het land begon terug te keren en een burgeroorlog tussen het leger en de communisten bezworen leek. Maar drie dagen later meldde Max Frankel vanuit Washington in hetzelfde blad dat de regering van president Lyndon B. Johnson - de man die bezig was 500 000 Amerikaanse militairen in Vietnam neer te zetten - van mening was dat de gebeurtenissen van de afgelopen tien dagen in Indonesië een prachtige kans boden aan anti-communistische Indonesiërs in het algemeen en aan de doelstellingen van de Amerikaanse politiek in Zuidoost-Azië in het bijzonder. In Washington was men blijkbaar via de cia beter ingelicht, dan de Times-verslaggevers ter plaatse in Zuidoost-Azië, want Max Frankel wist toen al te melden, dat Sukarno niet anders meer was dan de gevangene van het leger en andere anti-communistische krachten in Indonesië. Het blad voegde aan deze meningen toe, dat voor een verdere uitbreiding van een pro-Chinese politiek door Sukarno niet langer behoefde te worden gevreesd. In het licht van de Amerikaans-Chinese toenadering van 1972-1973 zou men kunnen stellen, dat terwijl Sukarno in 1965 van de regering Johnson, de cia en de pro-Amerikaanse Indonesische (corrupte) generaals moest verdwijnen vanwege diens veel te aardige gedragslijn jegens Peking, Sukarno, als gewoonlijk in zijn politieke loopbaan, de juiste analyse had getrokken, maar hij was alleen voor Washington tien jaren te vroeg geweest. Uitermate verwonderlijk is dat president Lyndon B. Johnson zoveel jaar later eenvoudigweg in een commentaar op de 1 oktober-coup van Indonesische generaals in diens memoires bleef zeggen: ‘Op 1 oktober 1965, besloten de Indonesische communisten dat de tijd voor een machtsovername rijp was en zij deden een zet. Niet-communistische officieren werden in een hinderlaag gelokt en gedood. Eerst leek het erop dat de | |
[pagina 282]
| |
coup was geslaagd. Toen keerde het getij. Nationalistische officieren, die het bloedbad mis waren gelopen, hergroepeerden militaire strijdkrachten, vooral het leger, om verzet te bieden.’ Johnson, die bekende feiten hopeloos overhoop haalt, laat er snel op volgen: ‘De Verenigde Staten speelden geen rol bij de tegencoup.’Ga naar eindnoot1. Ook schreef Johnson natuurlijk, dat Sukarno de communistische actie had goedgekeurd en misschien zelfs aangemoedigd. Er is niets angstwekkenders dan de hoogste gezagsdrager in het machtigste land ter wereld, die voorgeeft niet op de hoogte te zijn van activiteiten van eigen spionagediensten of betaalde beroepsonrustzaaiers in andere delen van de wereld en dan bovendien niet grondig gedocumenteerde gegevens in een biografie opneemt. |
|