Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdMadison - 28 juni 1962In een lezing voor studenten van de Universiteit van Wisconsin verweefde ik vandaag enige passages aan het mogelijk bestaan van een raad van generaals in Indonesië, die zouden beramen om president Sukarno af te zetten.Ga naar eindnoot1. De Associated Press zette enkele gedeelten van mijn voor de vuist weg gehouden rede op het net, ook naar het Verre Oosten, en spoedig verschenen de eerste berichten - met felle ontkenningen van officiële woordvoerders van het leger - in de Indonesische pers.Ga naar eindnoot2. Opvallend was, dat enkele weken later president Sukarno generaal Nasution als commandant van de strijdkrachten naar een meer ceremoniële post van chef-staf van de gewapende strijdkrachten zou wegpromoveren, terwijl de Javaan generaal Yani werd belast met de dagelijkse leiding van de grondstrijdkrachten.Ga naar eindnoot3. Ook de Australische professor Legge spreekt over de benoeming van Nasution tot chef-staf van de gewapende strijdkrachten. Maar Legge ver- | |
[pagina 207]
| |
bindt daaraan de opmerking, dat Bung Karno dit deed, omdat hij Yani meer naar zijn hand kon zetten.Ga naar eindnoot4. Mijns inziens ligt de nuance in het feit, dat Sukarno nooit enig telepathisch contact met Nasution kon voelen, terwijl Yani voor hem ‘een vertrouwde Javaan’ was. Dat wil zeggen, een Javaan kon het met Bung Karno net zo oneens zijn als een Sumatraan, maar het niveau waarop er van mening werd verschild lag totaal anders. Overigens vind ik een studie als die van Legge weinig ‘nieuws’ bieden. Deze professor stelde een ‘politieke biografie’ van 400 pagina's over Bung Karno samen. Driehonderd pagina's vertegenwoordigden een herkauwen van wat door anderen, zoals professor Kahin van Cornell University al in de vijftiger jaren was uitgeplozen. Legge belandde dan ook op pagina 311 in 1959. Dat wil zeggen, Bung Karno's belangrijkste periode, van 1959 tot 1965, wordt afgedaan met minder dan 100 pagina's wat een uiterst ‘lopsided’ en vertrokken beeld biedt over diens politieke carrière. De journalist Dennis Warner schreef aangaande deze stille machtsverschuiving in 1962 ten gunste van Bung Karno: ‘Generaal Yani vertelde mij in september 1962, dat hij met generaal Nasution bij Sukarno was geroepen. De president had hen er toen van beschuldigd, dat zij een staatsgreep voorbereidden. ‘Wij beramen geen coup en hebben dit ook nooit gedaan. Als wij dit van plan zouden zijn, zou u nu niet hier zitten,’ zou Nasution volgens Yani aan Bung Karno hebben geantwoord.Ga naar eindnoot5. Warner schrijft deze woorden aan Nasution toe, doch het is uitgesloten, dat deze gentleman-generaal ooit op een dergelijke toon tegen Sukarno heeft gesproken. Ook Roeslan Abdulgani is die dagen naar aanleiding van mijn lezing in Amerika, waarbij ik behalve Nasution en Yani ook hém, volgens de informaties van Ujeng Suwargana had genoemd, bij Bung Karno geroepen. De president ondervroeg hem over dit persbericht. Roeslan zal over het incident, dat overigens op 27 juli 1962 op de voorpagina van de Indonesian Observer vermeld werd, in zijn komende memoires ingaan. In retrospectie vraag ik mij af of ik niet Sukardjo's advies had moeten opvolgen door mij niet met deze affaire in te laten. Publikatie ervan zal ongetwijfeld de verwarring en het onderlinge wantrouwen in Djakarta nodeloos hebben doen toenemen. Ik schreef over deze aangelegenheid, zij het minder gedetailleerd in mijn in 1968 verschenen boek De Verraders,Ga naar eindnoot6. wat voor de Amerikaanse specialist prof. Justus M. van der Kroef aanleiding was in een artikel voor Pacific AffairsGa naar eindnoot7. te stellen dat ik de eerste was geweest die reeds in 1962 had gewezen op het bestaan van een Indonesische raad van generaals, welke komplotteerde tegen Sukarno. |
|