Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 14 mei 1962 (3)Voor mij, als journalist, waren de eerste maanden van 1962 wat betreft de Papoea-affaire niet meer interessant. Ik bemoeide mij er nauwelijks meer mee. Van tijd tot tijd ontmoette ik Zain of Sukardjo. Nederlandse diplomaten in de uno keken al vijf jaar lang met blikken van absolute minachting naar mij of wezen mij letterlijk na, dus die sprak ik ook nooit. Ik had al drie reizen naar Havana gemaakt sedert Fidel Castro's machtsovername in 1959, terwijl ik zowel in 1960 als begin 1961 trips maakte naar de voormalige Congo om het dekolonisatieproces | |
[pagina 188]
| |
in de voormalige Belgische kolonie gade te slaan. Fidel, Che Guevara en andere revolutionaire leiders had ik op Cuba ontmoet. Als gast van de Roemeense ambassadeur bij de uno had ik een avond met Nikita Khrushchev en diens echtgenote doorgebracht, toen de Sowjet-premier de debatten in de Verenigde Naties was komen bijwonen.Ga naar eindnoot1. Patrice Lumumba sprak ik in Leopoldstad en ik vloog met vice-premier Antoine Gizenga in Khrushchev's persoonlijke toestel van New York, via Parijs en Accra, waar wij de gast waren van Kwame Nkrumah, naar de Congo. Dit om vluchtig te illustreren dat niet alléen Nieuw-Guinea op mijn agenda stond. Met Bung Karno had ik verscheidene ontmoetingen, zowel in Europa als in de Verenigde Staten.Ga naar eindnoot2. Toch zou ik in mei opnieuw bij de Nederlands-Indonesische problematiek betrokken raken. De assistent van ambassadeur Zain, Bob Tapiheru, telefoneerde mij in New York, dat ‘professor’ Verrips reeds enige tijd in de Amerikaanse hoofdstad was gesignaleerd en bijzonder actief was rond de Bunker-onderhandelingen. Vermoed werd, dat hij dit in groep-Rijkens-verband deed. Verrips was op bezoek geweest bij Van Roijen, zoals de ambassadeur bevestigde. Ook Robert F. Kennedy, Walt W. Rostov, George McGhee en andere vrienden van Rijkens en de Bilderberg-conferenties werden door Verrips bezocht. Er was zelfs een foto verschenen in een Washingtonse krant, waarbij een auto het buitengoed Hickory Hill van Robert Kennedy in Virginia verliet. Het onderschrift luidde: ‘Wie was Kennedy's mysterieuze bezoeker?’ Volgens Tapiheru was het Verrips geweest. Kolonel Magenda van de Indonesische inlichtingendienst had Verrips overal op de voet gevolgd. Verrips logeerde, net als Bung Karno, in het Mayflower Hotel. Ik reisde naar Washington, trok de gegevens na, en warempel, Verrips was 12 uur per dag actief in de Nieuw-Guinea-zaak. Ik nam een vliegtuig rechtstreeks naar Amsterdam en benaderde voor de laatste maal mijn collega en hoofdredacteur Mathieu Smedts van Vrij Nederland. Men herinnere zich diens reactie op mijn eerste Verrips-rapport, namelijk: ‘Oltmans is nu gek geworden.’Ga naar eindnoot3. Smedts had contact opgenomen met beide pvda-bonzen, die uiteraard een reis naar New York in overleg met Verrips straal hadden ontkend. Ook H.J.A. Hofland had met Goedhart getelefoneerd: ‘Ik laat mij niet provoceren door flessentrekkers of homoseksuelen,’ had deze socialist geantwoord.Ga naar eindnoot4. Omdat Vrij Nederland nu verder, zoals de vijand had bedoeld en gehoopt voor mijn informatie gesloten bleef, wendde ik mij opnieuw tot Elseviers. ‘De oorlogspartijen zullen wel blij zijn met zo'n rel,’ riep Smedts mij na. ‘Lunshof zal je zeker om je hals vliegen.’ |
|