Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 189]
| |
Amsterdam - 19 mei 1962Vandaag openden Daan van Rosmalen en J.H. Barkey Wolf Elseviers met mijn Verrips-verhaal. Ik had dit weekblad eveneens inzage gegeven in het boekje, Een revolutie op drift van Frans Goedhart, dat mij indertijd tijdens een bezoek aan freule Wttewaal van Stoetwegen door haar was geschonken. De opdracht van de schrijver aan de freule stond erin.Ga naar eindnoot1. De heer Goedhart wist over Verrips het volgende te melden: ‘Op 20 december 1950 werd in Surabaja een bankoverval gepleegd, die sterk de aandacht trok. Voor het gebouw van de Javase Bank verscheen een jeep, waarin twee Indonesiërs en twee blanken zaten. Eén van de blanken had de leiding. Hij sprong met twee van zijn kornuiten van de jeep en gewapend met stenguns stormden het drietal het gebouw binnen. Het bankpersoneel werd onschadelijk gemaakt door twee van de bandieten, waarna de man die de leiding had, zich in z'n eentje naar de grote kluis begaf. De daar aanwezige bankbeambten werden gedwongen tot afgifte van een groot bedrag aan bankbiljetten. De rover stopte de biljetten in een meegebrachte aktentas, waarna hij zich ijlings uit de voeten maakte. De twee anderen dekten de aftocht. Gedrieën bereikten zij de jeep, die keurig voor de ingang met een draaiende motor was blijven wachten. Ongehinderd wisten de vier bankrovers te verdwijnen. De buit bleek vier miljoen roepia's te bedragen.’Ga naar eindnoot2. Goedhart vervolgde: ‘De twee blanken, die bij de zaak betrokken waren, waren Nederlanders. De hoofdman van het komplot was een zekere Werner Verrips, een ondernemende Amsterdamse jongen, die een volledige bekentenis aflegde en daarbij alle schuld op zich nam.’ Terwijl Goedhart pagina's lang over deze zaak filosofeerde verzuimde hij de lezer kond te doen om welke reden Verrips c.s. het nodig oordeelde 4 miljoen roepia's te gappen. Zoals gezegdGa naar eindnoot3. informeerde Verrips zelf mij, dat hij deze miljoenen nodig had om een staatsgreep tegen Sukarno te financieren. Majoor Sutikno,Ga naar eindnoot4. die ik in El Shandura met de Indonesische troepen langs het Suezkanaal had ontmoet, dook in 1964 als militair attaché in de rang van luitenant-kolonel op in Washington D.C. Wij ontmoetten elkaar geregeld, zowel in Washington als toen hij geaccrediteerd werd als militair adviseur bij de permanente vertegenwoordiging van Indonesië bij de uno. Hij nam toen een appartement in mijn buurt, in Forest Hills. Hij was van de putsch van Web, zoals Verrips door zijn Indonesische vrienden werd genoemd, op de hoogte. Het verhaal van Verrips zelf, en diens bewonderaar Goedhart, was dus andermaal bevestigd. ‘Ik heb hem ook | |
[pagina 190]
| |
wel gekend. Hij was een aardige kerel,’ aldus Sutikno, ‘maar hij kletste te veel. Ik herinner mij, dat toen wij van de inlichtingendienst vernamen dat hij er prat op ging de aanval op de Javase Bank te hebben uitgevoerd, de commissaris van politie in het plaatsje waar hij zat op Midden-Java hem opbelde en vroeg even op kantoor langs te komen. Web nam de fiets. Wij rekenden hem meteen in. Verrips heeft toen een aantal jaren in Indonesische gevangenissen gezeten, waar hij andere hooggeplaatste Indonesiërs ontmoette, die op hun beurt gearresteerd waren bijvoorbeeld vanwege de mislukte ontvoering van premier Sjahrir.’Ga naar eindnoot5. Verrips stond dus op pagina éen van Elseviers. Elders in het blad werd een uittreksel uit het boek van Goedhart weergegeven. Eppo Doeve had ik aangeraden een tekening te ontwerpen, waarbij Paul Rijkens een weegschaal in de hand hield. Daarbij wilde ik in het te licht bevonden schaaltje zitten. Cartoons Eppo Doeve. Zie ook voetnoot 4 op pag. 153.
|
|