Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 14 mei 1962 (1)Ook al werd langzamerhand met scherp geschoten op Nieuw-Guinea en vielen aan beide zijden doden, de Nieuw-Guinea-affaire was voor mij een aflopende zaak. Onderhandelingen waren ondanks veel tegenpruttelen van Luns ten lange leste in Middleburg, Virginia, in de omgeving van Washington D.C. op gang gekomen. Robert Kennedy was in Djakarta en Den Haag geweest. Voor premier De Quay, aldus Schmelzer, betekende het bezoek van rfk een definitieve ommekeer. De jonge Kennedy stelde de Nederlandse premier de simpele vraag of Nederland bereid was zonder Amerikaanse militaire steun het tegen Indonesië op te nemen op Nieuw-Guinea. De generale staf had de regering bij herhaling doen weten dat er geen sprake van was, dat onze strijdkrachten op Irian veel meer zouden kunnen doen dan een eerste klap van Sukarno's jungle fighters opvangen. De Quay tegen Schmelzer (in februari 1962!): ‘Dat hij (Kennedy) juist die vraag stelde heeft mij aan het denken gezet.’Ga naar eindnoot1. Hoe is het in vredesnaam mogelijk! De Quay ontdekte volgens zijn naaste adviseur, Norbert Schmelzer, pas toen de werkelijkheid omtrent de Amerikaanse toezeggingen en concrete afspraken inzake het leveren van militaire hulp van de Verenigde Staten op Nieuw-Guinea! Terwijl de Luns-fabels al op schieten waren uitgedraaid! | |
[pagina 185]
| |
Robert Kennedy schreef in een boek later, dat hij in Den Haag een allerplezierigst gesprek (zonder Luns) met koningin Juliana had gevoerd. Wel waren er enkele Nederlandse functionarissen op zijn pad gekomen, die al even onverzoenlijk waren als sommige Indonesiërs. Kennedy noemde Luns in het geheel niet. ‘De echtgenote van een hooggeplaatste Nederlander vertelde mij nog,’ aldus Robert Kennedy, ‘dat zij enige tijd in Indonesië had doorgebracht. Naar haar mening beschouwde het Indonesische volk de koningin van Nederland nog altijd als de werkelijke regeerder van Indonesië.’Ga naar eindnoot2. Men kan slechts hopen, dat deze achtergebleven dame niet mevrouw Luns, geboren Elisabeth C. baronesse Van Heemstra is geweest. Luns zelf noemde Robert F. Kennedy uitgebreid in zijn memoires en schreef onzinnige dingen over de broer van de Amerikaanse president. Professor De Quay zag in Kennedy ‘een beetje een kwajongen’, herinnerde Schmelzer zich. Onze nationale politieke teckel zelf scheen het met Luns volmaakt eens te zijn, dat Robert Kennedy's optreden, ‘misplaatst en dilettantistisch’ was geweest. Over politieke knoeiers en dilettanten gesproken! Robert Kennedy kwam Nederland uit de puree halen en alles wat de op het droge getrokken drenkelingen deden was de redder het kwalijk nemen, dat hij de geredden van de verdrinkingsdood had gered! Luns reisde Robert Kennedy in paniek geraakt na tot Parijs. Ook de heer Van Roijen schijnt nooit te hebben begrepen waarom Luns in godsnaam zo nodig de Kennedy's achterna moest rennen. In zijn boek schreef Luns hierover: ‘Hij ging mij vóor naar de slaapkamer van mevrouw Kennedy. Het was pikdonker, maar ik zag toch wel meteen dat zij op bed lag. De Amerikaanse minister knipte een lichtje aan en zei glimlachend: ‘Darling, here is, as I promised, Mr. Luns.’ En zij: ‘O, that delightful Dutchman!’Ga naar eindnoot3. Later zou de minister in een gesprek met Han Hansen nog insinueren dat Ethel Kennedy anders over de Indonesische kwestie zou hebben gedacht dan haar man Robert.Ga naar eindnoot4. Wat Luns niet uit de doeken deed is welke hooglopende ruzie hij met Robert Kennedy had gekregen. Dat is dan ook het verblindende nut van politieke memoires van Haagse meneren als Luns, Schmelzer, Drees en god mag weten wie. Het is misschien nog niet zo dom, dat heren als Zijlstra, Van Roijen en De Quay - Beel komt later nog - hun mond liever houden, omdat zij niet bereid zijn om te ‘openbaren’ hoe alle stupiditeiten in werkelijkheid zijn verlopen. |
|