Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 29 november 1961Van Konijnenburg ontmoette ik als gewoonlijk in het American Hotel. Ook de collega's Mathieu Smedts, Henk Hofland en Willem Klinkenberg wipten even binnen. Konijn scheen niet erg geschokt door mijn mededelingen. Hij had van Paul Rijkens telegrafisch vanuit San Francisco het verzoek gekregen ‘professor’ Verrips bij Yamin en Zain te introduceren, en omdat ik mij op dat moment in New York bevond had hij mij verzocht dit karwei op te knappen. Voor de eerste maal in onze voortreffelijke samenwerking van vijf jaren in groep-Rijkens-verband kreeg ik sterk het gevoel dat Konijn niet eerlijk was. In zoverre zou de Verrips-missie bijzonder goed slagen, indien zij er inderdaad op gericht was de knuppel in het Rijkens-hoenderhok te gooien. Bovendien zou Verrips wel eens berekend kunnen hebben, dat ik als gewoonlijk met mijn in New York verkregen informaties naar Vrij Nederland zou gaan. V.N. was juist mijn laatste outlet in Nederland om artikelen te publiceren. Wellicht handelde Verrips in opdracht van Paul Rijkens in een vooropgezet plan mijn relatie met | |
[pagina 173]
| |
Smedts teniet te doen, zodat ik ook die mogelijkheid om nieuwe onthullingen te doen zou verliezen. Mathieu Smedts reageerde op mijn noemen van de namen Suurhoff en Goedhart in verband met mijn wild-west-verhaal over een geheim agent in New-York, met ‘Oltmans, je bent nu gek geworden.’ Hij ging dus weg. Hofland keek even somber als Yamin en Zain hadden gedaan. Hij kende mij goed genoeg om te weten dat mijn relaas niet door mij verzonnen was. Hij reageerde met: ‘Wim, het zou mij nu niet verwonderen als er doden gingen vallen.’ En Willem Klinkenberg zette het hele verhaal twee dagen later in De Waarheid.Ga naar eindnoot1. Wat mij andermaal ervan overtuigde, dat ik in mijn journalistieke contacten een nuttige balans had weten te brengen. Verhelderend is om in dit verband te vermelden, dat de heer Suurhoff er blijkbaar behoefte aan had van de daken te schreeuwen, dat hij absoluut niet van plan was geweest met de Indonesiërs in het geheim over de Papoea's te gaan spreken. Hij stelde namelijk tijdens een zogenaamde Fakkeldragersdag van de pvda in Utrecht, gewijd aan Veilig Verkeer-problemen, dat hij het plan-Luns voor internationalisatie van Nieuw-Guinea toejuichte. |
|