Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
New York - 28 november 1961 (1)Emile van Konijnenburg's voorspelling, dat wij een periode van totale oorlogvoering ingingen, zou spoedig bewaarheid worden. De late avond van 27 november werd ik opnieuw door Bob Tapiheru opgebeld met het verzoek de volgende ochtend dr. Zain in diens appartement in het Olcott Hotel te komen bezoeken. De ambassadeur wilde mij spreken over een professor Werner Verrips. Zain had mij reeds enige malen over deze man gesproken, die had verklaard, dat twee Nederlandse politici, de heren Suurhoff en Goedhart van de Partij van de Arbeid een geheim gesprek in New York met hoge Indonesische diplomaten over de kwestie Nieuw-Guinea wilden hebben. Zain rook lont. Hij had telegrafisch zijn voormalige militaire attaché in Bonn, kolonel Pandjaitan om informaties omtrent Verrips verzocht. Die waren nogal ongunstig geweest.Ga naar eindnoot1. 28 november 1961 was ik om 9.00 uur bij ambassadeur Zain. De telefoon rinkelde. Professor Verrips was in hoogst eigen persoon aan de lijn. Op instructies van Zain stond Bob Tapiheru de man te woord. Tapiheru vroeg of de heren Suurhoff en Goedhart inmiddels in New York waren aangekomen. Hierop weigerde Verrips te antwoorden, alvorens Tapiheru hem had meegedeeld of Oltmans van de zaak op de hoogte was. Zain instrueerde Tapiheru om te zeggen, dat hij er niet over dacht te praten wanneer hij eerst over de activiteiten van Oltmans ter verantwoording werd geroepen. Het gesprek werd verbroken. Het volgende uur belde Verrips nog tweemaal op. Hij wilde eerst ambassadeur Zain, alléen, spreken en daarna professor Yamin. Toch zong hij iedere keer een toontje lager want hij was kennelijk bijzonder happig op een ontmoeting met hoge Indonesische functionarissen. Bij een eerdere gelegenheid had hij Zain ontmoet en uitvoerig uiteengezet, hoe hij alles had geregeld om deze politici in het volstrektste geheim naar New York te laten reizen. Hij had zelfs een appartement voor dit doel afgehuurd, zodat zij niet in een hotel behoefden te worden geregistreerd. Hij bleef echter absolute garanties voor een niet-uitlekken van het aangevraagde gesprek voor Suurhoff en Goedhart eisen. Ik telefoneerde vanuit het Olcott-hotel de heer Van der Jagt, functionaris van de klm in New York. Hij zei mij, reeds contact gezocht te hebben omdat er via de klm een telex was binnengekomen van Emile van Konijnenburg of ik professor Werner Verrips bij professor Mohammed Yamin en ambassadeur Zairin Zain wilde introduceren. Van der Jagt adviseerde om aan dit verzoek te voldoen. Ik aarzelde, omdat mij de hele zaak als verdacht voorkwam. Daarop bleek Verrips c.s. juist op dat moment het kantoor van de heer Van der Jagt binnen te wandelen. Hij kwam aan de lijn. Hij stelde voor, als goede vrienden van Konijn en Rijkens, samen te lunchen in het Roosevelt-hotel waar hij logeerde. Hij zei bovendien persoonlijke brieven van de groep-Rijkens voor Yamin bij zich te hebben. Ambassadeur Zain zei: ‘Als je het lef hebt om te gaan, doe het maar. Alléen: laat je niet uit je tent lokken.’ | |
[pagina 171]
| |
Van der Jagt wandelde mee naar het Roosevelt-hotel en stelde mij aan de 35-jarige professor Verrips voor. |
|