Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 3 juni 1961Ik had een gesprek met Joris van den Berg van het weekblad Vrij Nederland, dat vandaag werd gepubliceerd. ‘President Sukarno wil door praten tot een oplossing van de kwestie Nieuw-Guinea komen,’ vertelde ik in V.N. ‘Maar de goede wil zal niet alleen van de kant van het Nederlandse bedrijfsleven moeten komen. De regering dient over te gaan tot de voorbereiding van een formeel gesprek. Van Indonesische zijde heb ik vernomen, dat president Sukarno graag zou zien dat prins Bernhard persoonlijk naar Djakarta komt om met hem van gedachten te wisselen over de kwestie Nieuw-Guinea, die nu elk ogenblik in een militair conflict kan overgaan.’ Voorzichtigjes lichtte ik een tip van de sluier. Ik vertelde, dat afgezanten van Paul Rijkens, mede-organisator van prins Bernhard's Bilderberg-conferenties, door president Sukarno in Washington op 25 april 1961 in audiëntie waren ontvangen. ‘Deze bespreking vond plaats in het Mayflower Hotel van 09.45 tot 10.10 uur,’ meldde ik in V.N. Ook schreef Joris van den Berg, die opmerkte met klimmende verbazing naar mijn relaas te hebben geluisterd, dat Z.K.H. prins Bernhard op 24 april 1961 vanuit Mexico op het Witte Huis was aangekomen en wel om 16.00 uur. Bung Karno zou er om 15.00 uur | |
[pagina 146]
| |
zijn vertrokken. In 1973 zou men de vraag kunnen stellen: heeft Bernhard Sukarno ooit ontmoet? Wanneer men terugdenkt aan wat de arme Van Mook boven het hoofd hing toen hij Sukarno een hand was gaan geven, zou wellicht voor Bernhard te hopen zijn dat althans voorlopig deze vraag nog onbeantwoord zal blijven. Ook in het V.N.-interview lichtte ik een weliswaar klein maar toch interessant tegeltje door te illustreren hoe de heer Van Riel, als het formidabele en alom ontzag afdwingende zwaarste kanon in liberale kring, een subtiele dubbele rol speelde in de kwestie Nieuw-Guinea. In het debat in de Eerste Kamer ondersteunde hij de regering bij haar onverzettelijke Nieuw-Guinea-beleid. Te zelfder tijd ontving hij echter in zijn woning in Den Haag de speciale lobbyist van generaal Nasution - die tenslotte in die dagen nog officieel achter Sukarno stond - waarbij een geheel andere Van Riel zichtbaar werd.Ga naar eindnoot1. Ujeng Suwargana, zo verklaarde ik tegenover Vrij Nederland, gaf mij te kennen zich gegeneerd te hebben gevoeld over Van Riel's overdreven hartelijkheid en meepraterij. Bij zijn vertrek begeleidde gastheer Van Riel de heer Ujeng niet tot de deur maar tot de hoek van de straat. |
|