Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdBeverly Hills - 22 april 1961Als afgesproken ontmoette ik president Sukarno aan de vooravond van diens officiële bezoek aan president Kennedy in Californië. Bung Karno arriveerde voor het Beverly Hills Hotel. Kolonel SaburGa naar eindnoot1. raadde mij aan vooraan te gaan staan om gezien te worden. Dat deed ik niet. Daar hield ik niet van. Sukarno, begeleid door Howard P. Jones, de Amerikaanse ambassadeur in Djakarta, zag mij toch en wenkte. Hij legde zijn arm op mijn arm en stelde mij aan Jones voor: ‘Dit, meneer de ambassadeur, is een Nederlander en een vriend van mij.’ Het had enige voeten in de aarde alvorens ik president Sukarno onder vier ogen kon spreken. Kolonel Kretarto, de privé-secretaris van de president, maakte voor die middag om 15.00 uur een afspraak. Toen ik tegen de gegeven tijd met de lift naar boven was gegaan en via een lange gang de appartementen van de president naderde, hoorde ik achter mij onverwachts roepen: ‘Oltmans, wat doe jij hier! Donder op!’ Er stond een Indonesiër in hemdsmouwen bij een geopende kamerdeur en ik wist niet wie hij was. Hij leek mij voldoende opgewonden om totaal niets terug te zeggen, mij om te draaien en weer naar de liftdeuren te lopen. Ik drukte op de knop om naar beneden te gaan. Het licht ging aan. De liftdeuren gingen open en wie stond in een | |
[pagina 139]
| |
boordevolle lift voor mij? Bung Karno, in vol ornaat, omringd door Sabur en talrijke andere mij goedgezinde Indonesiërs. ‘Sorry, dat ik te laat ben,’ aldus Bung Karno. ‘Ga mee, Wim.’ Gevolgd door de rest van het gezelschap wandelden de president en ik opnieuw dezelfde gang af in de richting van de presidentiële appartementen. De bewuste Indonesiër was nergens te vinden. Later zocht ik uit wie het was geweest, en dat bleek te zijn de heer Maramis, de voormalige diplomatieke vertegenwoordiger in Den Haag, die ik in oktober 1957 niet had willen vertellen wie er bij het geheime Wittebrug-conclave aanwezig waren geweest. Dit is slechts éen van de vele incidenten, waar ik in de jaren dat ik president Sukarno heb gekend, bij betrokken ben geweest. Mahatma Gandhi schijnt eens gezegd te hebben: ‘Als een eerlijk man zich omringd weet door boeven, dan zal hij hun óf de rug toe moeten keren, óf net zo worden als zij.’Ga naar eindnoot2. Bung Karno deed geen van beide. Hij heeft zijn ganse leven stug doorgezet en geprobeerd de klippen, die tal van personen uit zijn onmiddellijke omgeving voor hem opwierpen, te omzeilen zonder zichzelf tot het niveau van velen uit zijn omgeving te verlagen. Bij het afnemen van zijn krachten na zijn 65ste levensjaar zou hij tenslotte als een verouderde oorlogsbodem in een volle zeeslag ondergaan. Het was onvermijdelijk. En hierom niet minder een triest einde voor een groot man. Madame Dewi is het hier oneens. Volgens haar zou Sukarno nog jaren de leiding van de staat hebben kunnen vervolgen indien de incidenten van 30 september en 1 oktober 1965 niet zouden hebben plaats gehad. ‘Hij was in uitstekende conditie en alle praatjes over het zogenaamde afnemen van zijn krachten waren vijandige propaganda,’ aldus Dewi. Uit mijn gesprek met de president kon ik opmaken, dat hij zelf desnoods wel een afvaardiging van de groep-Rijkens in Washington wilde ontmoeten, al wees hij op een overladen programma van twee dagen. Vooral Subandrio scheen tégen te zijn, omdat Indonesië nu langzamerhand wel wist hoe de heren rond Rijkens over een afstand van Irian-Barat dachten. Het ging tenslotte om De Quay en Luns bij een uiteindelijke beslissing. Noch Zain, noch Sukardjo Wirjopranoto, die beiden met hun president in Beverly Hills logeerden konden mij een ontmoeting tussen een Rijkens-afvaardiging en Bung Karno in Washington garanderen. Ettelijke malen telefoneerde ik met Emile van Konijnenburg in Den Haag. ‘Wij kunnen niet riskeren dat wij niet ontvangen worden, want als dat uitlekt staan wij in ons hemd,’ aldus Konijn. Ik adviseerde keihard dat hij wél naar Amerika zou komen. Dr. K. Scholtens (Shell) zou meekomen. Intussen had ik eveneens een opening gemaakt, dat Henk Hofland door Bung Karno in Washington voor een interview ontvangen zou worden. Maar Hofland liet weten dat hoofdredacteur Steketee hiervoor geen gelden beschikbaar wilde stellen.Ga naar eindnoot3. |
|