Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdBonn - 3 januari 1961In New York had ik reeds contact gelegd tussen de Indonesische permanent vertegenwoordiger bij de uno, Sukardjo Wirjopranoto en Van Blankenstein. Er ontwikkelde zich langzaam aan een nieuw initiatief. Van Konijnenburg was eigenlijk de zaak beu, maar ik overreedde hem in zoverre dat hij een Mercedes van de klm beschikbaar stelde om mij op en neer naar Bonn te laten rijden voor een verkenningsgesprek met Zain.Ga naar eindnoot1. De ambassadeur was, toen ik in de late ochtend arriveerde, teleurgesteld dat Konijn niet was meegekomen. Ik legde uit, dat de groep-Rijkens zeer huiverig scheen opnieuw in het geweer te komen en dat men blijkbaar mijn rapport wilde afwachten. Ik stelde voor, dat ik van Konijnenburg op het klm-kantoor in Den Haag zou opbellen om een ontmoeting te arrangeren tussen Zain en Konijn voor de volgende dag in Düsseldorf. ‘Je begrijpt dat al mijn lijnen hier worden afgetapt en hetzelfde geldt voor Nederland. Als het je niets kan schelen, ga je gang dan maar,’ aldus Zain. Ik belde Emy de Vries-Foltynski, Konijn's secretaresse, en maakte een afspraak. Op de vraag of enige collega-journalisten hem mochten bezoeken, antwoordde de ambassadeur: ‘Goed, maar dan éen of twee tegelijk. Vergeet niet dat de toestand tussen Nederland en Indonesië nu werkelijk kritiek is. Ik ben tenslotte nog de enige ambassadeur die op deze voet met belanda's spreekt.’ |
|