Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDen Haag - 23 december 1960Ik lunchte met Konijn en dr. M. van Blankenstein in Hotel Wittebrug. Er werden een aantal interessante opmerkingen gemaakt. Van Blankenstein was van mening, dat staatssecretaris Bot (die zich speciaal met Nieuw-Guinea bezighield) ‘aan onze kant’ stond. Hij had hem uitvoerig gesproken. Waarop Konijn antwoordde: ‘Hoe kan hij dan deze baan accepteren?’ Van Blankenstein had die dagen met Schmelzer gegeten, ‘want die adviseert De Quay over buitenlandse zaken, want daar weet de premier immers niets van! Schmelzer haat Luns en vice versa. De Quay vertrouwt Luns niet, maar er zijn altijd nog mensen op Buitenlandse Zaken, die tegen Luns opzien, want hij overdondert iedereen.’ Konijn bracht naar voren, dat er een poging zou moeten worden gedaan: ‘Ook al heeft men maar 5 percent kans van slagen, wij zullen toch moeten proberen, om een vrolijke passage betreffende Nieuw-Guinea in de regeringsverklaring te krijgen.’ ‘Wanneer onze vriend De Quay geen formateur wordt,’ meende Van Blankenstein, ‘dan moeten wij hem gaan gebruiken om in katholieke kring voor elkaar te krijgen dat Luns wordt gewipt. Wat je bij Luns nooit weet is of hij bewust liegt of de zaak gewoon niet begrijpt.’ Van Blankenstein vervolgde: ‘De Quay begrijpt nu pas hoe incompleet Luns de gang van zaken bij de Conferentie van Genève heeft voorgesteld.’Ga naar eindnoot1. Van Blankenstein vertelde verder in zijn huis in Wassenaar een ontmoeting te hebben belegd tussen Paul Rijkens en de heren Stempels, Heldring en Roethof van de Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘en bij die gelegenheid is de nrc voorgoed omgezwaaid.’ Hij voegde eraan toe: ‘Heldring schijnt overigens een persoonlijke haat jegens Luns te | |
[pagina 119]
| |
hebben.’ Van Blankenstein zegde toe die avond mr. Jaap Burger op te zullen bellen en over de stand van zaken te informeren. ‘Van de Goes van Naters woont voor mij nog dichterbij, maar die man heeft geen verstand. Bij hem zou je eerst Vive de Gaulle moeten brullen.’ ‘Of,’ antwoordde Konijn, ‘vous pouvez gonfler ma poche’.Ga naar eindnoot2. Henk Hofland reageerde, toen ik hem hierover vertelde, met te zeggen: ‘Van Blankenstein is een oude bever waar iedereen om moet lachen!’ Misschien. Maar niet Hofland lunchte met Schmelzer of inviteerde de hoofdredactie van de nrc bij hem thuis in aanwezigheid van Paul Rijkens, maar Van Blankenstein, een verschil van niveau in operatie, wat eveneens zo overduidelijk naar voren komt bij de uiteindelijke informatie die in Tegels lichten ontbreekt. |
|