Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Amsterdam - 24 mei 1958In een uitzonderlijk lang artikel ‘Strijdbaarheid versus weerloosheid’ deed prof. dr. C. GerretsonGa naar eindnoot1. een felle aanval op die groeperingen in het goede vaderland, die van mening waren dat via onderhandelingen een afstoten van Nieuw-Guinea bereikt diende te worden, versus de jemaintiendristen, die er de voorkeur aan gaven met Indonesië en Sukarno op de degen te gaan. Schreef Gerretson: ‘In dit artikel hebben wij ons niet bezig te houden met de keuring van geloofsovertuigingen, maar wel met de consequentie daarvan in de praktische politiek; en die komt neer op een schuld erkennende onderhandeling met Indonesië, die mede zou brengen, afstand en overlevering van Nederlands Nieuw-Guinea aan Indonesië. En daarmee komen onze rouwmoedige en roodhartige senatoren in een wonderlijk gezelschap. Want deze overlevering is een programmapunt niet slechts van hen, hun synodale en professorale acolieten - bij elkaar reeds een gans groot heir (zeg in electorale termen zeker tien zetels) - maar ook van geheel andere lieden. Zo ontvingen wij dezer dagen een scheldbrief van de welbekende Willem L. Oltmans, waaruit wij een citaat in het algemeen belang achten. “Na het faillissement der vaderlandse zaak in Indonesië... breekt voor ons de dag aan, waarop wij ongestoord en vrijelijk naar vriendschappelijke en civiele betrekkingen met onze Indonesische vrienden - inbegrepen Bung Karno - toe zullen kunnen werken.” Maar: “West-Irian zijn wij kwijt... Zoals u weet beschik ik over voortreffelijke betrekkingen met Djakarta... Laat ik dan thans een voorspelling doen:” (vetgedrukt): “Binnen niet al te lange tijd, na herstel van het gezag in bepaalde onrustige gebieden van Indonesië, zal een militaire aanval op West-Irian volgen, wanneer tenslotte zal blijken, dat nóch onze trouwe Australische vrienden,... noch de Amerikanen, noch enig ander lid van de uno ons te hulp zal komen”.’ Professor Gerretson vervolgde: ‘Het blijkt dat minister Staf (van Defensie) en Oltmans het roerend eens zijn omtrent het, na onderdrukking, door Amerikaanse hulp, van elk verzet tegen de communistische | |
[pagina 102]
| |
infiltratie, dreigende gevaar van een Indonesische aanval op het Nederlandse territoir in Melanesië: een gevaar dat Amerika kent, maar zich in gevaarlijk optimisme ontveinst.’ En: ‘In de praktische politiek ten aanzien van Nederlands Nieuw-Guinea staan dus de heren De Loor,Ga naar eindnoot2. professor Röling,Ga naar eindnoot3. de communisten en lieden als Oltmans in éen gelid en vormen zij met zekere ambtelijke en industriële elementen éen partij.’ (Etcetera.) Eigenlijk ben ik Gerretson en De Telegraaf dankbaar dat zij het reeds in 1958 ‘in het algemeen belang’ achtten dat werd gepubliceerd, dat naar mijn mening Nieuw-Guinea een verloren zaak was, dat Indonesië het gebiedsdeel desnoods met geweld zou aanvallen en bezetten waarbij onze onvolprezen bondgenoten, Australië en de Verenigde Staten, met de noorderzon vertrokken zouden zijn. Want terwijl Drees en Luns met aanhang juist op die onontbeerlijke steun van de bondgenoten speelden bij hun totaal in de soep gedraaide Nieuw-Guinea-politiek, zou de historie De Loor, Röling, de door De Telegraaf er altijd zo graag bijgesleepte communisten, en mij in het gelijk stellen. |
|