Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDen Haag - 30 november 1957De avond tevoren vroeg de kleine Sukmawati SukarnoGa naar eindnoot1. aan haar vader, of zij en haar broertje Guru deze dag mee mochten naar een bazaar op de school in Tjikini waar de andere kinderen van president Sukarno onderwijs olgden. ‘Als het mooi weer is morgen mogen jullie mee. Als het regent blijven jullie thuis.’ Het regende die dag en Sukma en Guru bleven thuis. Toen Bung Karno die ochtend de school verliet om naar het Istana terug te rijden werden enkele granaten gegooid. Adjudant majoor SudartoGa naar eindnoot2. wierp president Sukarno op de grond en schermde hem met zijn lichaam af, waardoor het staatshoofd ongedeerd bleef en Sudarto zelf werd gewond. Intussen troffen granaatscherven 150 personen. Zes kinderen, een zwangere vrouw, en twee militaire lijfwachten werden gedood. Men wilde Bung Karno snel in veiligheid brengen en ging naar het eerste | |||||||
[pagina 90]
| |||||||
beste huis. Plotseling realiseerde iemand zich, dat hier mogelijk Hollanders woonden, dus werd rechtsomkeert gemaakt en begaf men zich naar een andere woning. Zoals gebruikelijk tussen staatslieden bij dergelijke gebeurtenissen wenst men elkaar geluk wanneer een bom haar doel heeft gemist. Over het telegram van Luns namens de Nederlandse regering, ontstond een incident. Het paleis in Djakarta liet meedelen dat in tegenstelling tot persberichten Bung Karno geen telegram van Luns had ontvangen. Den Haag beweerde, dat op 3 december 1957 een desbetreffend stuk namens Luns op het Indonesische ministerie van Buitenlandse Zaken in Djakarta werd bezorgd. Op 1 december 1957 kondigde de regering in Djakarta een aantal maatregelen tegen Nederlanders en Nederlandse bezittingen in Indonesië aan:
De actie liep volledig uit de hand. 6 december 1957 verklaarde de minister van Justitie, Maengkom, dat nog enkele tienduizenden in Indonesië verblijvende Nederlanders op de kortst mogelijke termijn dienden te vertrekken. 9 december 1957 werden nog 500 tot dusverre niet overgenomen Nederlandse bedrijven en ondernemingen genaast. Ook op de Bandungse kininefabriek kwam een militair te zitten, kolonel Sriamin. Op 26 november 1957 hadden 42 landen vóor een resolutie gestemd waarbij Nederland en Indonesië werden uitgenodigd, conform het Handvest van de Verenigde Naties, spoedig onderhandelingen te beginnen over de status van Nieuw-Guinea. 28 landen (onder heftige druk van Luns) stemden tegen bij 11 onthoudingen. De aanhangers van het Drees-Luns-bewind hadden een ‘grote overwinning’ gemeld voor de Nederlandse politiek inzake Nieuw-Guinea. Nog geen week later werden de laatste Nederlandse belangen in Indonesië verwoest! De laatste dramatische exodus uit het voormalige Indië was begonnen. Koningin Juliana kwam verkleumde, rillende ouden van dagen van Indo-Europese afkomst op de kade verwelkomen om medeleven te betuigen met de verdrevenen! Maar wie hadden het verdrijven van deze onschuldigen feitelijk bewerkstelligd? Wie droegen de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de laatste nationale ramp in Indonesië? De geschiedenis zal de schuldigen onverbiddelijk aanwijzen. Noch de Indonesiërs, noch Sukarno hebben dit drama ooit gewild.Ga naar eindnoot3. De aaneenschakeling van blunders, van acties en tegen-acties, het mislukken van de Geneefse Conferentie, met alles wat daarop was gevolgd, zou tot resultaat hebben, dat extremistische en linkse elementen bij de anti-Nederlandse acties van 1957 de gelegenheid zouden krijgen als avant-garde de straat op te trekken en rood-witte vlaggen te hijsen op | |||||||
[pagina 91]
| |||||||
voorheen door Nederlanders bewoonde huizen en gebouwen. Zoals Mohammed Hatta mij zei: ‘Luns geeft ons geen been om op te staan. Wat kan Sukarno nu nog inbrengen bij hen die volledig van alle Nederlandse invloeden in ons land af willen? Nederland volgt een domme politiek.’ Of generaal Nasution, die zei: ‘Nederland speelt slechts het communisme in Zuidoost-Azië in de kaart.’ En last but not least: ons nationale toestand-in-de-wereld-orakel, G.B.J. Hiltermann, zei mij in december 1957 naar aanleiding van de ontwikkelingen in de relatie Nederland-Indonesië: ‘Nu krijgt Sukarno Nieuw-Guinea nooit!’ |
|