plaats Brindisi in Italië als ontmoetingsoord.
Oud gaf enigszins toe. Wij bespraken hoe het snelst een onderzoek aan Indonesische kant tot stand zou kunnen komen teneinde na te gaan wie van Indonesische zijde zou kunnen deelnemen. Namen als Yamin, Sjaffruddin vielen en ook die van Hatta. ‘Hij is inderdaad thans een privé-persoon, dus dat zou kunnen,’ aldus professor Oud. Ik gaf als voorbeeld, dat in de zomer van 1956 een aantal Nederlandse en Indonesische journalisten een zeer goede en constructieve ontmoeting hadden gehad in Zürich onder auspiciën van het Internationale Persinstituut. De heer Van de Mandele was van mening, dat alleen dán deze poging een kans van slagen zou hebben wanneer men volkomen in het geheim handelde.
Het resultaat van ons gesprek telefoneerde ik aan de heer Bronsing: ‘Ik ben je zeer erkentelijk voor wat je al hebt bereikt. Er zit een kiem tot slagen in. Wanneer wij maar snel genoeg zouden handelen zou dit zelfs kunnen leiden tot een terugtrekken van de Nieuw-Guinea-kwestie van de agenda in de Verenigde Naties. Ik vind dat de regering ondershands van je plan kennis zou moeten nemen. Het blijft van het allergrootste belang dit initiatief geheim te houden en vooral niet naar de pers te laten uitlekken.’
Ik noemde een voorlopig schema voor een te houden conferentie op hoog niveau en stelde Teheran voor als ontmoetingsplaats. Dr. K. Scholtens, lid van de groep-Rijkens, en op dat moment aan het hoofd van de genationaliseerde Iraanse Olie Maatschappij zou als gastheer kunnen optreden. Ik correspondeerde hier reeds met de heer Scholtens over. Als voorzitter aan Nederlandse zijde zou dr. Paul Rijkens kunnen fungeren, met Th. M.J. de Graaf (kvp) als vice-voorzitter. Intussen hadden de heren Welter, Gerbrandy, Oud, Burger, Van de Wetering, Boot (Shell-groep), K.F. Zeeman (Nederlandse Handel Maatschappij), J. van Oldenborgh (Ondernemersraad voor Indonesië), Delprat (Kamer v. Koophandel van Amsterdam), Van de Mandele (Kamer van Koophandel van Rotterdam), Hein Vos en mevrouw Fortanier-de Wit (vvd) in gesprekken met mij in beginsel sympathie met het plan van een dergelijke conferentie uitgesproken. De heer Bronsing: ‘Ik zal contact opnemen met Delprat en Van de Mandele. Jij bent absoluut de katalysator van deze plannen. Proficiat!’