Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDen Haag - 5 oktober 1957 (2)In de late ochtend bezocht ik de generaal b.d. Calmeijer. ‘Onmogelijke man,’ schreef ik in mijn notities van die ontmoeting. ‘Hij luisterde aandachtig, maar was niet te beroeren. Dédain voor de opinies van het bedrijfsleven en wat hij “hun zakelijke belangen” noemde.’ ‘Ambon zou misschien op den duur als Republiek der Molukken desnoods in een soort federatief verband bij Indonesië kunnen worden gevoegd,’ aldus de generaal, ruim twaalf jaar ná de Indonesische onafhanke- | |
[pagina 78]
| |
lijkheidsverklaring, ‘maar Nieuw-Guinea hebben wij nu eenmaal als een armlastig kind in het koninkrijk opgenomen, dat zet je dan niet na drie maanden op straat wanneer het beter uit zou komen.’ Na een aantal anekdotes uit zijn Indonesische jaren verhaald te hebben en het eens te zijn geweest met de stelling, dat men beter 100 miljoen aan Ambon dan aan de Papoea's kon besteden, lanceerde de heer Calmeijer nog de waarschuwing, dat wanneer ik in de Groene Amsterdammer een artikel zou gaan publiceren,Ga naar eindnoot1. ‘dan wordt u zeker verder voor cryptocommunist versleten.’ In zijn werkkamer stonden gesigneerde portretten van koningin Juliana en prins Bernhard en in de gang bij het afscheid viel mijn oog op een portret van prinses Sophie van Oranje. Zó kon het dus ook om koningin en vaderland van dienst te zijn! |
|