Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdLisse - 28 september 1957Terwijl ik de ronde deed bij Nederlandse politici had oud-premier professor Schermerhorn in Djakarta een bezoek aan Sukarno gebracht, wat Telegraaf-kroniekschrijver Pasquino inspireerde tot het schrijven van het cursief Mörder unter uns. Hoe kon Schermerhorn, zo stond in dit dag- | |
[pagina 64]
| |
blad, in godsnaam met Sukarno gaan praten, ‘die een vijand van ons is.’ Lunshof in Elseviers en mr. G.B.J. Hiltermann in de Haagse Post deelden Pasquino's mening en spraken schande van Schermerhom's gedrag in Indonesië. In Hillegom ontmoette ik de katholieke burgemeester De Graaf. ‘Indonesië moeten wij alleen nog in groter verband zien tussen Oost en West, als een buitenlandse mogendheid dus en niet meer als een bijzondere Nederlandse aangelegenheid. Wij hebben dringend behoefte aan nieuwe gezichten in deze zaak en wij moeten af van figuren die voormalige Uniezaken, Overzeese gebiedsdelen of het kolonialisme belichamen. Die bijzondere aspecten voor ons aan Indonesië moet men niet te veel reliëf meer geven en in verband met Nederland brengen. Wij menen nog te veel, dat wij er recht op hebben ons met Indonesië te bemoeien of een oordeel uit te spreken over wat er in dat land gebeurt. Wij moeten streven naar een verhouding, zoals met ieder ander soeverein land. Oude banden van trouw ophalen, zoals Gerbrandy op de Molukken blijft tamboereren, is een drama. Daar moet helemaal niet meer over gesproken worden in de Kamer. Wij moeten het zelfbeschikkingsrecht voor de Molukken niet absoluteren. De vraag is: “Kunnen de Zuid-Molukken alleen bestaan!” En het antwoord is: “Nee, natuurlijk.” Mohammed Hatta heeft tijdens de Ronde-Tafelconferentie tegen mij gezegd: “Nu blijft de kwestie Irian-Barat nog staan.” Ik geloof zeker, dat de Indonesische delegatie in de veronderstelling verkeerde, dat Nederland niet in Irian-Barat was geïnteresseerd, want ik heb hen dit zelf ook doen geloven. Wat ik u thans vertel is absoluut zeer vertrouwelijk. SassenGa naar eindnoot1. wilde een soort chantage organiseren met de Verenigde Staten, op basis van: als Nederland de vrije hand in Indonesië zou krijgen, zouden wij Nieuw-Guinea abandonneren. RommeGa naar eindnoot2. wilde zelfs het kabinet laten vallen, maar het was natuurlijk kinderachtig om de Van Roijen-Roem-overeenkomstGa naar eindnoot3. niet ruiterlijk te aanvaarden.’ De heer De Graaf vervolgde: ‘Mijn theorie is altijd geweest, in 1946 al: wil Indonesië de vrijheid? Natuurlijk! Maar laat men in Indonesië niet vergeten, dat Nederland net achter het prikkeldraad vandaan kwam.Ga naar eindnoot4. Gerbrandy was immers uit Londen teruggekomen met deze leuze: “Voor God en Vaderland en geen ander land ter wereld”? Professor Schermerhorn zag het nog niet zo kwaad, maar hij was geen staatsman, hij genoot geen politieke faam. Bovendien was hij een zwamneus, die vastzat aan een noodkabinet, gevormd door koningin Wilhelmina, die van inzicht was dat de pvda de leiding had bij de Nederlandse politiek. Al spoedig bleek dit inzicht onjuist te zijn geweest en Beel werd premier, met Willem Drees als tweede man. Van Maarseveen werd van zijn ziekbed gesleurd om zich met Overzeese Gebiedsdelen bezig te houden. Dit zeer tegen zijn zin. Hij reageerde dan ook met: “Goed, maar als ik het dan ook doe, dan ga ik aan het conflict een eind maken.” Beel heeft toch immers met zijn vervroegde soevereiniteitsoverdracht slechts het buitenland willen overtroeven. Van Maarseveen zocht in Nieuw-Guinea eigenlijk - met een oor voor wat er in het Nederlandse volk leefde - een escape (vluchthaven) voor de Indische Nederlanders. Een soort tweede vaderland in | |
[pagina 65]
| |
een gebied dat niet zozeer een strategische positie innam. Bovendien zou Nederland als Unie-partner met Indonesië in Hollandia niet al te ver van Djakarta af zitten.’ De heer De Graaf vervolgde: ‘Tenslotte viel met Indonesië niet meer te praten. Ieder gesprek zou moeten neerkomen op het inwilligen van een Indonesische eis. Wij stelden nog voor Nieuw-Guinea onder soevereiniteit van de Indonesisch-Nederlandse Unie te plaatsen. Dat was nogal een gevaarlijke conceptie, maar Indonesië voelde toch al niets meer voor die Unie. De Unie-gedachte was in Indonesië niet populair. De deelstaten waren inmiddels door Sukarno opgerold - waar ik hem trouwens groot gelijk in gaf - en de Unie werd als een te sterke staatsrechtelijke binding gezien in Djakarta. Het was ook een zogenaamde “zware Unie”.’ De Graaf memoreerde een ander incident waaruit de houding van zijn fractievoorzitter, professor Romme, uit die dagen blijkt: ‘De Indonesische federalen deden nog een beroep op ons, de kwestie van een federatie voor Indonesië in de Verenigde Naties te brengen. Romme wenste in de slotzitting van de Ronde-tafelconferentie naar aanleiding van het zelfbeschikkingsrecht voor de buitengebieden een verklaring af te leggen. Ik drong er bij Romme op aan - wij waren speciaal voor dit gesprek vroeg naar het Kamergebouw gekomen om elkaar te spreken - dat hij door zijn voorgenomen verklaring af te leggen de bevolking van Ambon of Sumatra zeker niet zou helpen. “Dat kan ik verifiëren,” zei Romme, “want de delegatie van Sumatra zit boven.” Na éen uur kwam hij terug en zei: “Je hebt gelijk,” en hij verscheurde zijn speech.’ ‘De Indonesische diplomaat Zairin ZainGa naar eindnoot5. heeft vóor de Conferentie van Genève op die stoel waar u nu zit gezeten. Hij wilde mij in het geheim spreken. Zelfs het Indonesische Hoge Commissariaat in Den Haag was niet van zijn bezoek op de hoogte. Hij wilde begrip winnen voor een nieuw gesprek. Tenslotte ben ik zelfs met Zain en prins Anak Agung Gde AgungGa naar eindnoot6. in Den Haag gaan lunchen. Ik heb Luns echter toch telegrafisch geadviseerd: “Ga niet praten, de tijd is er niet rijp voor.” Hij heeft het toch gedaan met alle gevolgen vandien. Twee weken ná Zain kwam een journalist van het Indonesische persbureau Antara praten. Deze wist niet dat Zain al was geweest. Ik zei hem: “Wanneer Indonesië werkelijk goodwill in Nederland wil kweken, laat dan gevangene Schmidt vrijGa naar eindnoot7.”... |
|