Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdDjakarta - 17 angustus 1957Bung Karno sprak altijd voor de vuist weg. Alleen op 17 augustus, de herdenking van de Onafhankelijkheidsverklaring van 1945, hield hij een lange, van te voren meestal in alle rust op Bali opgestelde rede, in belangrijkheid te vergelijken met onze Troonrede. Ik vroeg de president eens of hij een dicteerapparaat gebruikte. ‘Nee, beslist niet. Ik schrijf mijn rede met de hand uit. Ik houd niet van apparaten. Ook niet van schrijfmachines. En als ik mij opwind, zet ik soms een kras dat er een scheur in het papier komt.’ Ik stelde voor een dicteerapparaat uit de Verenigde Staten voor hem mee te nemen. Hij wilde er niet van horen. Roeslan Abdulgani en zijn assistenten zorgden die dagen dan voor het afwerken en gereedmaken van de speech. Seth S. King berichtte in de New York Times van 19 januari 1964, dat president Sukarno zijn 17 augustus redes ‘een dialoog met het volk, en dialoog tussen hem en het volk, tussen de man Sukarno en het volk Sukarno noemde.’ ‘Ik ben niets zonder u,’ herinnerde ambassadeur Jones zich, zou Bung Karno eens hebben uitgeroepen. ‘Zonder u, het volk, ben ik niets anders dan een man uit uw straat. Als ik spreek, zeg ik de dingen, die u in uw harten voelt. Ik spreek voor en namens u, het volk. Ik zeg wat u wilt dat ik zeg.’ | |||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||
Van Konijnenburg had hemel en aarde bewogen om gematigd over Nieuw-Guinea te zijn, omdat nieuwe Indonesische represailles als reactie op Haagse koppigheid slechts de Lunsianen in de kaart zouden spelen bij hun onverzoenlijkheid jegens Indonesië. Inderdaad werd Irian-Barat in de rede van 17 augustus 1957 slechts zijdelings ter sprake gebracht. Sukarno legde het volle accent op sociale en economische vraagstukken van het land. Ik heb het 40 pagina's tellende document nog eens overgelezen. Centraal stond een Nieuw-Leven-Beweging, de noodzaak van een mentale revolutie om de volgende doelen na te streven:
Dáar ging Sukarno's rede van 17 augustus 1957 over. Nieuw-Guinea werd aangeroerd, maar inderdaad niet als hoofdschotel of als punt van primair belang bij het uitstippelen van een regeringsprogramma voor het komende jaar. Nederland reageerde ook op dit bewuste gebaar niet. Men deed in Den Haag of men blind was voor de broeierige, onrustige stemming in de Republiek ten aanzien van wat werd gevoeld als een recalcitrante en nog altijd arrogante houding van de Nederlandse regering bij het afwikkelen van de soevereiniteitsoverdracht van Indië. Nederland had geen Indonesische oppositie om op te spelen, want de kwestie Irian-Barat verenigde juist alle Indonesiërs rond Bung Karno. Ook Hatta. Ook de zogenaamde buitengewesten, Sumatra, Sulawesi,Ga naar eindnoot2. Ambon. Men scheen er geen rekening mee te houden dat zelfs het spreekwoordelijke, voor ons westerlingen dikwijls onbegrijpelijk rekbare Indonesische geduld - soms vergeleken met elastiek - vroeg of laat zou barsten. Het touwtrekken en geharrewar over Nieuw-Guinea had toen, sedert de soevereiniteitsoverdracht van 1949, acht jaren geduurd. De Nederlandse onverzettelijkheid had ons slechts schade berokkend. Een hernieuwde Indonesisch-Nederlandse confrontatie was in de maak. Vijandigheid tegen verkapt kolonialisme en imperialisme nam opnieuw toe, terwijl het in ons belang zou zijn geweest de Indonesiërs te helpen bij het vergeten van het emotionele verleden. Nederland dreef opnieuw naar een positie van totale vijand met het op vier na grootste land ter wereld toe. Dat is zonder meer éen van Luns' grote verdiensten in de buitenlandse politiek van ons land geweest, want hij, Luns, was meer dan ieder ander, de grote architect van de Nieuw-Guinea-debâcle. |
|