Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam - 24 juni 1956Terwijl ik toekeek in een klas van een Westduitse school, hoe Sukarno op het bord met een geel krijtje de grens van Indonesië corrigeerde door Nieuw-Guinea bij zijn land te trekken, brak in het vaderland levendig gekrakeel uit over een open brief van de Hervormde Kerken aan het volk. ‘In onze tijd,’ aldus deze boodschap, ‘is het dringend nodig, dat de zogenaamde westerse wereld tracht het diepe wantrouwen, dat in Azië en | |
[pagina 23]
| |
Afrika tegen zijn bedoelingen bestaat weg te nemen. Dit kan niet door woorden maar slechts door daden geschieden. In zulk een tijd is het uitermate bedenkelijk, dat de kwestie Nieuw-Guinea aan dit wantrouwen telkens weer nieuw voedsel geeft.’ De protestantse kerken baseerden zich op een realistische analyse van de mogelijkheden voor Nederland in Nieuw-Guinea, vooral op langere termijn. Woedend reageerde professor GerretsonGa naar eindnoot1. in De Telegraaf, dat hij een boekje had gekend, waarvan de titel luidde: Meer dan honderd kerkelijke dwaasheden door enige spelende herders. Wanneer men het oproer nagaat waarin de goegemeente in reactie op de brief van de kerken raakte, met telegrammen van Papoea's aan Soestdijk, lijkt dit alles een kwart eeuw later volkomen pueriel. De sukkels, die zichzelf als superpatriotten beschouwden, wilden niet begrijpen dat hun holle frasen de laatste stenen onder de Indonesisch-Nederlandse belangen hielpen wegtrekken. En terwijl ook de kerkeraden in den lande onderling in felle scheldpartijen betrokken raakten, arriveerden op Nieuw-Guinea drie uitgeputte Papoea's in het dorp Lumi. Koppensnellers waren in actie geweest. Achtentwintig rietstengels en een zak afgesneden vingers gaven het aantal slachtoffers aan. Hoe kon men de kibbelende kerkeraden in de lage landen in 1956 in godsnaam bij brengen, dat het er weinig meer toe deed of een Nederlandse of een Indonesische dominee de koppensnellers in Lumi ging uiteenzetten dat de rest van de wereld in het atoomtijdperk was beland? Wat was er eigenlijk veranderd sinds de dagen van de koffieveilingen van de Nederlandse Handels Maatschappij? Multatuli liet dominee Wawelaar reeds uitroepen: ‘Geliefden, God is een God van liefde! Hij wil niet dat de zondaar verloren ga, maar dat hij zalig worde met de genade in Christus en het Geloof! Daarom is Nederland uitverkoren om van de rampzaligen te redden wat er te redden is! Daartoe heeft Hij in Zijn onnaspeurlijke wijsheid aan een land, klein van omvang, maar groot en sterk door de kennisse Gods, macht gegeven over de bewoners dier gewesten opdat zij door het heilig nooit volprezen Evangelium worden gered van de straffe der helle! De schepen van Nederland bevaren de grote wateren, en brengen beschaving, godsdienst en Christendom aan den verdoolden Javaan...!’Ga naar eindnoot2. |
|