Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Amsterdam - 19 juni 1956Tijdens die eerste twee reizen van samen veertien dagen met het Indonesische presidentiële gezelschap, waarbij ik Sukarno, evenals een aantal van zijn naaste medewerkers zoals Leimena, Abdulgani, Kartawinata, Pringgodigdo, Surwirjo, Nazir en Warouw, vele malen had gesproken, kwam ik tot de slotsom, dat de echte Sukarno en diens doelstellingen absoluut niets te maken hadden met de Beëlzebub, die men ons Nederlanders al die jaren had afgeschilderd. Hij was en moest voor de Nederlanders de President DramakutraGa naar eindnoot1. blijven, zoals de satire van H. van Galen Last opgedragen aan Marie Stevels, hem afschilderde. Het beeld, dat men van onze opponent in Indonesië via de media en informatie van allerlei zijden had voorgeschoteld had niets van de werkelijkheid. De waanidee dat Bung Karno een belanda-hater zou zijn vervulde een functie. Alle frustratie en haatgevoelens over het verlies van Indië had men op deze ene man afgewenteld. De Telegraaf achtte de tijd niet rijp om Sukarno te belichten, zoals hij was. Het schrikbeeld diende gehandhaafd te blijven. Vooral geen onthullingen of zelfs maar een benaderen van zoals het was. Geleidelijk aan had ik een wat gewijzigd beeld van onze zogenaamde vijand in Azië gekregen. Ik begon hem aardig te vinden om zijn eenvoud, directheid in benadering van zijn omgeving, en vooral in zijn absoluut gelijke optreden jegens iedereen. De Amerikaanse journalist Wylton Wynn, van het persbureau Associated Press in Cairo heeft eens over Gamal Abdel Nasser opgemerkt: ‘Ik heb dikwijls gezegd, dat het gevaarlijk is om onder vier ogen met Nasser te spreken. Want wanneer je dit doet, loop je het ernstige gevaar om door zijn charme een bewonderaar van hem te worden.’Ga naar eindnoot2. Ik herinner mij een diner in het Excelsior Palace hotel in Venetië. Ik deelde een tafel met twee jonge Indonesische diplomaten, Ferdy Salim en Boek Kusumasmoro. Het was direct al opgevallen hoe het uit veertig personen bestaande presidentiële gezelschap, waarin de journalisten als volwaardig werden meegeteld, met elkaar omging. Als éen grote familie. Bung Karno was echt als een vader voor iedereen en werd ook met Bapak aangesproken.Ga naar eindnoot3. Een unieke ervaring, die helaas in schril contrast stond tot het meemaken van een staatsbezoek in gezelschap van leden van onze koninklijke familie. In het ‘Excelsior’ was de president als gewoonlijk het eerste klaar met eten en hij wandelde tussen de tafeltjes. Hij kwam ook bij ons praten. ‘Ik heb iemand gevonden die mijn redevoeringen voor volgende week in West-Duitsland kan nakijken,’ zei Bung Karno. ‘Wie,’ vroeg ik. ‘Onze Duitse stewardess,’ antwoordde Sukarno met een grijns. De jonge dame was meegekomen in het gecharterde toestel van de Pan American Airways. Ik had haar herhaaldelijk in gezelschap van de president gezien, bijvoorbeeld tijdens een gezamenlijke gondelvaart. Ik had ‘stiekem’ foto's gemaakt. Dat zou een klus voor De Telegraaf zijn geweest. Ik zie de kop al op de voorpagina: sukarno vrijt met duitse!Ga naar eindnoot4. Wat hij overigens helemaal niet deed. Hij stelde haar gezelschap bij een niet officieel gedeelte van het programma tussen veertig Indonesische mannen blijkbaar op | |
[pagina 22]
| |
hoge prijs. Ook Sukarno's 12-jarige zoon, Guntur, maakte de reis mee. Soms zou de vader vlak voor men autoriteiten ontmoette zijn das recht trekken, en soms vertaalde hij een uiteenzetting van een ingenieur in een fabriek voor de jongen in het Indonesisch. Soms ook liepen zij hand in hand naast bijvoorbeeld de president van Italië, of de president-directeur van de Mercedes-Benz fabrieken. Toen mijn voorvader Jan Frederik Oltmans aan de hand van ‘handschriften betrekkelijk op gebeurtenissen, welke de tachtig jarige strijd met Spanje hebben vereeuwigd,’ of documenten betreffende de Hoekse- en Kabeljauwse twisten of de Utrechtse oorlog in 1838 ‘De Schaapherder’ schreef, stelde hij vier delen samen tot een totaal van 1240 pagina's.Ga naar eindnoot5. Helaas kan ik hier slechts in beperkte mate illustreren wat ik beleefde die jaren, dat ik mij met het Indonesische vraagstuk bezighield, omdat ik thans reeds ver boven het mij door mijn uitgever aanvankelijk verleende aantal pagina's ben uitgegaan. Dus ook hier moet ik mij beperken tot het vermelden van slechts enkele reisschetsen. Bij terugkeer in Nederland constateerde ik ogenblikkelijk, ook in de kring van mijn eigen sterk op Indië gerichte familie, dat het onmogelijk was om uit te spreken, dat Bung Karno een aardige man was, met wie een nuttig gesprek over het voortzetten van de Indonesisch-Nederlandse betrekkingen te voeren viel. |
|