Den vaderland getrouwe. Uit het dagboek van een journalist
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Rome - 1 januari 1956In 1955 vestigde ik mij in de Italiaanse hoofdstad. Als redacteur-buitenland van het Algemeen Handelsblad en redacteur van United Press had ik enige journalistieke ervaring opgedaan en omdat De Telegraaf een medewerker zocht meldde ik mij aan de Nieuwezijds.Ga naar eindnoot1. Ik werd Romeins correspondent van dit ochtendblad. In mei maakte het Palazzo Chigi, het Italiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekend, dat president Sukarno op staatsbezoek zou komen. Dit was nieuws. Zeker voor een Nederlandse journalist. Van Sukarno zelf wist ik eigenlijk weinig of niets. Mijn programmering uit de jaren dertig en veertig, zowel thuis als op school, had bij mij de overtuiging gevestigd, dat bij het conflict om de voormalige koloniën vanzelfsprekend de keurige heren in Den Haag - mijn ouders stemden immers op Hendrik Colijn - het gelijk aan hun kant hadden. Op Nijenrode, het Opleidingsinstituut voor het Buitenland (1946-1948) is het zich die dagen in Indonesië afspelende drama grotendeels aan mij voorbij gegaan. Pas toen ik op Pierson College aan de Yale-universiteit (1948-1950) in Amerika studeerde, begreep ik dat zich een ernstige situatie in Indonesië ontwikkelde. Allereerst omdat mijn vriend Gerard Schimmelpenninck bij de tweede politionele actie als luitenant der huzaren sneuvelde, en omdat mijn Nijenrode-vriend, Henk Hofland, met de Kota Inten naar de Oost vertrok. Ook ondervroegen mijn Amerikaanse studiegenoten mij voortdurend over de toestand in Indië, zodat ik 15 november 1949 als praeses van de Yale International Club drie diplomaten uitnodigde, F.C.A. Van Pallandt, toen ambassadeur in Argentinië, Leopold Quarles van Ufford, toen lid van de Nederlandse delegatie bij de uno en thans ambassadeur in Rio de Janeiro, en Robert Fack, eveneens ambtenaar van de buitenlandse dienst bij de uno en thans permanent vertegenwoordiger van Nederland in New York. Zij zetten de Yale-studenten uiteen hoe Nederland eind 1949 naar een daadwerkelijke soevereiniteitsoverdracht toe werkte. Toch zou ik werkelijk enig inzicht in de problematiek van het dekolonisatieproces krijgen na mijn eigen reizen naar Indonesië. Pas toen besefte ik dat die ene Max Havelaar meer waarheid over Indië bevatte, dan alle geschiedenislessen van het Baarns Lyceum, Nijenrode en Yale samen. |
|