uit Zuid-Afrika zouden nog dozen komen, naar wij begrepen ‘per vriendelijke gelegenheid’. In antwoord op ons bericht dat zijn dagboek veilig was aangekomen, schreef Willem dat hij zich geamputeerd voelde. Een deel van zijn leven, van zijn verleden, was weg. Wij konden dat begrijpen en verzekerden hem dat wij goed voor zijn lichaamsdeel zouden zorgen.
Het lichaamsdeel beslaat inmiddels zo'n zestig meter boekenplank in een aparte kluis bij de afdeling Bijzondere Collecties. Het Dagboek Willem Oltmans bestaat namelijk uit klappers en ringbandjes met handgeschreven aantekeningen, foto's, krantenknipsels, ansichtkaarten, ontvangen brieven, doorslagen van verzonden brieven, circulaires, tickets, en wat een mens verder zoal aan papieren zaken onder handen kan krijgen. Een verzameling van 188 cassettebandjes met opnamen van toespraken, interviews en persconferenties, hoort daar nog bij. De vroegste aantekeningen zijn geschreven in 1934 en met een ijzeren discipline houdt Willem Oltmans tot op de dag van vandaag zijn dagboek bij. Begint het aanvankelijk nogal rustig met één tot vier bandjes per jaar, vanaf 1952 neemt de jaarlijkse productie met sprongen toe: topjaar is 1962 waarin maar liefst 71 delen worden gevuld. Deed de man in dat jaar nog wat anders, vraag je je bijna af?
Wat drijft iemand ertoe om op een dergelijke - bijna maniakalemanier zijn leven vast te leggen te documenteren? Is dat met een variant op Descartes: ‘Scribo, ergo sum?’. ‘Ik schrijf, dus ik besta?’ Oltmans gaf zelf een antwoord op de eerste bladzijde van zijn boekje Het dagboek als camera obscura uit 1988: ‘Een dagboek stelt ons in staat om naar waarheid te onthouden. De schrijver kan ervaringen steeds toetsen aan de werkelijkheid van toen. Fantasie en realiteit zijn zonneklaar van elkaar te scheiden. Mensen ontlenen namelijk een leven lang onware herinneringen aan een krakkemikkig functionerend geheugen. Intussen leven zij met de illusie absoluut zeker te weten hoe het werkelijk is geweest en denken en handelen op basis van valse premissen.’
Oltmans heeft recht van spreken. Zijn dagboek dat nu reeds een periode van bijna zeventig jaren beslaat, vormt namelijk de onweerlegbare bron voor het levensverhaal dat Oltmans schrijft in zijn Memoires. Het dagboek bevat de feiten, de bewijsstukken. Al-