goede herinneringen aan de avonden, ook al lag er iets triests over, iets bitters en verbetens wat hij nooit had gehad. Hij verontschuldigde zich dat hij geen bloemen mee had kunnen nemen; hij zat echt aan de grond. Maar hij ging altijd door, optimistisch, een en al strijdlust. Bewonderenswaardig.
In die tijd nam ik Willem een paar keer mee naar pianorecitals in het Concertgebouw, liefde voor pianomuziek hebben we altijd gedeeld. We waren er een keer vlak nadat hij het proces had gewonnen, en talloze mensen feliciteerden hem, Willem was opgetogen, kletste met iedereen, een opgetogen enfant terrible, het was goed om te zien.
Laatst, toen ik bij hem kwam eten, had ik een cd met pianomuziek van Skriabin meegenomen. We luisterden aandachtig na het eten. Drie dagen later kwam er kaartje om me er nog eens voor te bedanken, hij vond Skriabin een ‘ontdekking of sorts, ik luister er al dagen naar’ - heel kenmerkend.
Binnenkort gaan we weer eten bij Willem, de drie jonge heren bij Oom, ik zie er naar uit.