Bijlage 32
26 maart 1996
EP/yh
Inzake: Oltmans / Staat
rolno: 91.8214
Zeer geachte president,
De secretaresse van de persrechter van uw rechtbank, mevrouw Schmieman, heeft mij hedenmiddag telefonisch het beleid in uw rechtbank met betrekking tot het geven van toestemming aan fotografen en cameraploegen medegedeeld.
Zij heeft mij voorts hedenmiddag medegedeeld, dat het standpunt van mr B.C. Punt in deze zaak is, dat fotografen en cameraploegen geen toestemming meer wordt verleend om vlak voor of tijdens schorsing van de zitting te filmen.
Het komt mij voor, dat tegen het verlenen van deze toestemming tot toegang in de rechtzaal in redelijkheid geen bezwaar kan bestaan, nu alle betrokken partijen bereid zijn over de duur en het moment van de opnamen overleg te voeren.
Voorts is het toelaten van de pers, en dus ook van fotografen en cameraploegen, in overeenstemming met het openbaar karakter van deze zitting.
Het belang van openbaarheid, juist ook via televisie, in deze zaak stijgt voorts uit boven het belang van cliënt bij het verkrijgen van publiciteit.
Ik verzoek u mij mede te delen om welke reden fotografen en cameraploegen, geen toegang wordt verleend tot de rechtszaal om in overleg met rechter en partijen vlak voor de zitting en/of tijdens schorsingen van de zitting opnamen te maken.
Hoogachtend,
E. Pasman
|
|