Bijlage 18
4 november 1995
Willem Oltmans
Amsterdam
Betreft: de stier in de porseleinkast
Met verbijstering lees ik de brief die je op 3 november hebt verstuurd aan je eigen advocaat, aan die van de tegenpartij, aan mij, aan mr Asscher en aan de rechter in de bodemprocedure. Heb je nou helemaal de kolder in de kop gekregen? Met deze kamikaze-actie
- | haal je je eigen advocaat onderuit door rechtstreeks met die van de tegenpartij te corresponderen; |
- | tast je de bereidheid aan van de eventueel toekomstige bemiddelaar om zich nog met jouw zaak in te laten: hij heeft namelijk niets met de zaak te maken totdat beide partijen zich tot hem wenden met een acte van compromis - en daarover onderhandelt jouw advocaat nou net met de tegenpartij; |
- | betrek je de rechter in de hoofdprocedure in een kwestie waar hij niets mee te maken heeft, namelijk dat partijen ook nog proberen tot een schikking te komen. |
Dit alles is in hoge mate ondermijnend voor jouw zaak, maar ook voor de bereidheid van hen die jou totnogtoe hebben geholpen - waaronder ik zelf - om dat nog verder te doen. Eindelijk is, na bijna een jaar, een concreet gesprek tussen de advocaten aan de gang (briefwisseling Vermeer/den Hertog van eind oktober) die op korte termijn moet leiden tot een gezamenlijk verzoek aan een voor beiden aanvaardbare bemiddelaar, en jij fietst er weer als een kamikaze doorheen.
Ik laat je de keuze.: je trekt de brief van 3 november in een vervolgbrief aan alle geadresseerden terstond en geheel in; je geeft Vermeer jouw voorwaarden voor het afspreken van een acte van compromis met de landsadvocaat, zoals hij je dat heeft gevraagd; je laat het vervolg daarvan over aan je advocaat, en richt je zeker niet meer rechtstreeks tot tegenpartij, bemiddelaar of rechter.
Of:
je gaat op deze manier door. Dan trek ik mijn handen voortaan van deze zaak geheel af - ik spreek dan ook namens Wolffensperger. Je brengt iedereen - mij incluis - in grote problemen met je onberaden acties. Ik vertik het verder daarbij betrokken te geraken.
Je brengt aan je eigen zaak bovendien grote schade toe. Het bodemproces is gaande en jouw advocaat moet door jou geholpen, niet onderuit gehaald worden. Er is daarnaast eindelijk een serieus bemiddelingsplan waarover de advocaten praten (uitkomst onzeker). De bemiddeling is nog helemaal niet begonnen, je hoeft straks de uitkomst daarvan bovendien niet te aanvaarden. En nu begin je al weer wild om je heen te slaan en zet je de poging tot bemiddeling op achterstand.
Ik verwacht dus per omgaande een brief van je waarin je de brief van 3 november terugdraait, en waarin je verklaart een normaal intern overleg met je advocaat te willen voeren. Krijg ik die niet, dan ben ik niet meer bereid mij verder in te zetten voor een rechtvaardige oplossing van jouw zaak, waarvoor ik nu al enige jaren pro Deo et tibi ijver. Ik sluit dan mijn zeer omvangrijke dossier-W.O.
Het is aan jou.
In afschrift aan mr HWE Vermeer, Amstelveen
|
|