De staat van bedrog
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd29 mei 1997Peter Nicolaï ontwierp, mij kennende, een excuusbrief voor Hans Verploeg op het scherpst van de snede. Ik begrijp dat de professor naarstig heeft gezocht naar een formulering waarmee zowel Verploeg als ik vrede zouden hebben. Maar de brief van Verploeg van 4 augustus 1994Ga naar voetnoot130 spreekt voor zich: hij heeft zich rechtstreeks tot de landsadvocaat gewend zonder dat ik of mijn advocaten daarvan op de hoogte waren. In 1996 is Verploeg achter onze rug om doorgegaan met dit gekonkel met Den Haag, ondanks de waarschuwing van Jurgens zoiets nooit meer te doen. Omdat ze alle betrokken partijen liegen om eikaars hachje te redden zullen we nooit exact weten waarom Verploeg vorig jaar plotsklaps in de rechtszaal opdook, om na een paar uurtjes tot de conclusie te komen dat Ellen Pasman uit mijn verdediging moest verdwijnen. Wat vaststaat is dat regeringsadvocaten De Wijkerslooth en Den Hertog een hardnekkige en zeer lastige tegenwind van haar ondervonden. De gebruikelijke Haagse methode is dan om achter je bankrekening aan te gaan. In mijn geval was het dus logisch hun contacten met de nvj te benutten, die tenslotte mijn advocaten financierde. Mr. Vermeer is zich sedert 1 januari 1996 onveranderlijk met mijn belangen blijven bezighouden, om geen enkele andere reden dan dat hij niet kon verdragen hoe men al die jaren achter mijn broek heeft aangezeten. Voor Nicolaï en Pasman geldt hetzelfde. Mevrouw Pasman heeft toevoeging voor mij aangevraagd, oftewel juridisch bijstandsgeld. Ik wil best een stap terug doen, maar aan bewust gelieg doe ik niet mee. Ik kan in geen duizend jaar mijn handtekening zetten onder een zin als ‘Ik begrijp nu, dat wat ik heb gezegd onbehoorlijk tegenover jou is geweest’, zoals Nicolaï voorstelde. Of hoe zou ik kunnen ondertekenen: ‘Ten onrechte heb ik jou in mijn woede van gekonkel beticht.’ Nicolaï begreep dit ook wel. Bij het ter perse gaan van dit manuscript is | |
[pagina 121]
| |
contact met het bestuur van de nvj nog steeds niet bestaand. Misschien wel omdat ‘Den Haag’ - net als tegen Van Mierlo - tegen de nvj heeft gezegd: ‘brand je niet aan Oltmans’. Den Haag bereikt er haar doel mee, want de spoeling aan steun voor mij wordt dunner. Ook omdat veel journalisten eerst naar de nvj kijken om te zien of de rode stormbal voor dit of gene onderwerp werd gehesen. Van solidariteit tussen journalisten is nauwelijks sprake. |
|