De staat van bedrog
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd14 februari 1997Het kostte zeer veel moeite om telefonisch contact tot stand te brengen tussen Peter Nicolaï en de voorzitter van de nvj, Ron Abram. Met Verploeg is voorlopig nog geen land te bezeilen wanneer de naam Oltmans valt. Hem heb ik te vaak een spiegel voorgehouden. Verploeg wil alleen zich weer voor de zaak inzetten als ik excuses aan hem maak voor al het lelijks dat ik in het jongste verleden over hem heb gezegd. Dit lelijks bestond voornamelijk uit man en paard noemen en eerlijk zijn. Voor Verploeg schijnt dit zoiets ongewoons en onacceptabels te zijn dat ik eerst in het stof moet bijten. Pas dan is hij bereid de verplichtingen van mijn vakorganisatie jegens mij te vervullen. Dit was in het kort de boodschap van Abram aan Nicolaï. Met Ellen Pasman willen Abram en Verploeg eveneens liever geen contact hebben, omdat deze dame hen te veel aan mij doet denken. Ook zij geeft hen de wind van voren en weet exact wat ze op hun kerfstok hebben. In dit opzicht is Peter Nicolaï ‘diplomatieker’. Hij zal in een veel eerder stadium het Brest-Litovsk-dictum van Lenin hanteren dan Ellen of ik. Al zit ik er nu weer dicht tegenaan wat Verploeg betreft.Ga naar voetnoot124 Peter zal hem benaderen om een formule uit te werken waarbij we de eis van excuses zullen inwilligen zonder een openlijke knieval te maken of oneerlijk zoete broodjes te bakken. Ga er maar aan staan. Overigens ben | |
[pagina 115]
| |
ik eerder bereid Hans Verploeg (die me bij tijd en wijle zeer krachtdadig heeft geholpen) dienaangaande tegemoet te komen, dan types als Docters van Leeuwen of Max van der Stoel, die zich in naam van het koninkrijk als ordinaire waarheidsvervalsers hebben ontpopt. Ellen Pasman heeft een zeer tactische en toch duidelijke brief aan oudpremier Lubbers geschreven om te zien of hij alsnog bereid zou zijn onze strijd een zetje in de goede richting te geven. Oranje Nassaulaan 53 | |
[pagina 116]
| |
werk zijn gegaan, en ook nog de geheimhoudingsplicht hebben geschonden tegenover derden. Voor de aanleg van dossiers over en van Oltmans' handel en wandel door de BVD bestond geen wettelijke grondslag, nu hij geen object van onderzoek in de zin van de wet was en is, volgens mr Docters van Leeuwen, welk standpunt juist is. |
|