16 juli 1996
Hofland reageerde: ‘Ik zal Van Mierlo bellen.’
Pas vanmorgen ontving ik de tekst die Nieuwe Revu afdrukte over wat ik over Docters van Leeuwen zou hebben verklaard.
Willem Oltmans, journalist:
‘Hij vreet te veel, maar dat is zijn probleem. Ik word al veertig jaar lang door de Nederlandse staat in mijn werk belemmerd. Nu eis ik schadevergoeding van de staat. Ik heb Docters van Leeuwen vorige week als getuige laten oproepen. Hij heeft gelogen of het gedrukt staat. Kamerlid Piet Stoffelen heeft in 1994 aan Docters van Leeuwen om mijn dossiers gevraagd. Docters van Leeuwen zei toen dat die dossiers niet bestonden. Piel Stoffelen heeft onder ede verklaard dat de BVD-chef tegen hem heeft gelogen: die dossiers zijn er wel. Het is niet niets als een oud Kamerlid zegt dat een procureur-generaal een grote leugenaar is. In de rechtbank zei hij dat mijn dossier dertig centimeter is. Mijn advocaat heeft vier centimeter dossiers. Waar is dan de rest? Docters van Leeuwen is een Gestapo-chef. Hij is een gek. Kijk, dat hij míj besodemietert, is nog daaraan toe. Maar als hij tegen een Kamerlid liegt, dan is het hek van de dam. Zo iemand hoort geen procureur-generaal te zijn.’
Ik heb Docters van Leeuwen dan ook vandaag geschreven dat ik pas nu de tekst te zien had gekregen en dat ik ‘hij is een gek’ zeker geschrapt zou hebben. ‘U bent allerminst mesjogge. Ik hoorde eens een rede van u in de Beurs van Berlage en volgde vele gesprekken op televisie. U kunt uitermate scherp zijn en ik sympathiseer met uw gevoel voor humor. Dat vond ik van Luns indertijd ook. Ik vind u echter een gevaarlijk man, iemand die te lang bij de overheidsdiensten heeft gezeten, die uit hoofde van hun werk moeten liegen en bedriegen. Daarom was uw overstap naar het Openbaar Ministerie onverstandig.’