De staat van bedrog
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd20 juni 1996Ellen Pasman zond aan Verploeg een kopie van mijn brief aan Docters van Leeuwen. ‘Een eerste stap’, aldus de algemeen secretaris van de nvj. Hij was zo verlangend om ‘de belediging’ aan het adres van Docters in De Journalist te zetten dat het artikel reeds verscheen voordat ik zelf was teruggekeerd uit New York om te reageren of hem in te lichten over de toedracht. Naar mijn mening werd daar door Abram en Verploeg zelfs niet naar geïnformeerd. Ellen schreef hem vandaag dan ook andermaal: ‘Ik vind het jammer dat de advocaat van de Staat op deze manier gelegenheid krijgt om de nvj en Oltmans tegen elkaar uit te spelen.’ | |
[pagina 85]
| |
Willem Oltmans: Docters van Leeuwen geen Gestapo-chef Ik heb een klacht ingediend bij de Raad van de Journalistiek tegen hoofdredacteur Piet Hagen, die een artikel heeft geplaatst zonder mij als lid van de nvj te horen naar de toedracht van het Nieuwe Revu-interview en zonder melding te maken van mijn kant van het incident. Piet Stoffelen is nog steeds woedend over wat Docters van Leeuwen onder ede heeft verklaard en zal Pasman schriftelijk melden waarom hij overtuigd is dat de super-procureur-generaal meineed heeft gepleegd. De klacht wegens meineed tegen Docters kan dan onmiddellijk uitgaan. Letterlijk heeft Stoffelen over hem tegen Ellen gezegd: ‘Hij heeft glashard gelogen.’ Vandaag verscheen naast de gebruikelijke heren Den Hertog en Van Velzen ook de heer De Wijkerslooth in de rechtszaal. En tot ieders verbazing, voor het eerst in de vijf jaar dat ik procedeer, arriveerde ook Hans Verploeg in eigen persoon. Ik zei direct tegen Ellen: ‘Die voert iets in zijn schild.’ ‘Koel blijven’, antwoordde zij. Wat vervolgens gebeurde tart iedere beschrijving. En let wel, het gaat hier om een ‘steradvocaat’ van het | |
[pagina 86]
| |
prestigieuze kantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, het kantoor van de landsadvocaat. Terwijl Ellen Pasman van leer trok en op een bepaald moment refereerde aan haar betrekking met advocaat Den Hertog, interrumpeerde jonkheer De Wijkerslooth met de opmerking: ‘U hebt geen verhouding met de heer Den Hertog.’ Dit bracht haar totaal van haar stuk, wat erg jammer was, temeer daar het werd gevolgd door een soort staaractie van De Wijkerslooth op het gezicht van mevrouw Pasman die hierdoor hypernerveus werd. Toen zijn gestaar niet ophield en een nieuwe woordenwisseling plaatsvond tussen de advocaat van prinses Margriet en Ellen Pasman tikte ik tegen mijn voorhoofd en riep duidelijk verstaanbaar in de rechtszaal: ‘Wat proleterig!’ tegen deze Haagse kakfiguur. Verploeg volgde de incidenten de gehele dag vanaf de publieke tribune, deed of hij ons niet kende, sprak met iedereen behalve met Ellen of mij, en verdween vroegtijdig zoals hij was gekomen: als een kwade schim. Ook dit muisje zou een staartje krijgen. Eveneens vandaag hield mr. Vermeer zijn pleidooiGa naar voetnoot98 waarom wij prinses Margriet meenden te moeten horen: om onherroepelijk vast te stellen dat de rode kaart van Luns zich uitstrekte tot leden van het Koninklijk Huis. Het duo De Wijkerslooth en Den Hertog hield een tegenpleidooi en diende hunnerzijds eveneens een dozijn pagina's in. Oud-minister C.A. van der Klaauw getuigde vandaag niet alleen sympathiek, maar ook een integer over wat mij over de jaren als journalist is overkomen. Hij gaf toe dat ambtenaren van Buitenlandse Zaken mij ‘apart’ hadden behandeld. Het was om die reden dat hij in 1981 opnieuw een oekaze had doen uitgaan (zij het onder dreiging met een kort geding van mr. Voetelink van Nauta van Haersolte) dat ik niet gesaboteerd mocht worden. Boter aan de galg gesmeerd, want zoals ook premier Lubbers in 1994 in het Torentje duidelijk stelde: ‘De Haagse rode kaart raakt u nooit meer kwijt.’ |
|