De staat van bedrog
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd13 mei 1996Om 08.30 uur ontmoetten Ellen Pasman, Piet Hagen en ik elkaar bij Höcker, Rueb & Doeleman. Piet begon met aan te kondigen dat hij maar tot 11.00 uur de tijd had, want de tekst moest naar de drukker. Om 13.15 uur ben ik ten einde raad vertrokken, want ik kon het halsstarrige gezeik van de man niet langer verdragen. Eigenlijk was het zielig. Hij dacht zelf een meesterwerkje te hebben geschreven, terwijl Ellen en ik direct begrepen dat, indien het in deze vorm in De Journalist zou komen, we alleen maar verder van huis zouden zijn. Hagen is het prototype van een closed mind. Al onze suggesties om de tekst niet alleen te verbeteren, maar feitelijk meer verantwoord te maken, nam hij als kritiek op en als een belediging voor zijn vakmanschap. Ellen en ik hebben hem keer op keer bijna moeten smeken om de soms klinklare onzin die hij had geschreven, te corrigeren en amenderen. In een memo aan Hans Verploeg schreef ik later: ‘Ik vond het een ongewone ervaring om bij de hoofdredacteur van het blad van mijn vakorganisatie letterlijk voor iedere verkeerde informatie of het gebruik van een verkeerd woord ongeveer op mijn knieën te moeten gaan om de schrijver van al deze onzin tot rede te brengen. We hadden dit afgelopen woensdag, toen tot het publiceren van mijn zaak met Ron en jou werd besloten, ons wel even anders voorgesteld. Ik ben zeer teleurgesteld dat er door de nvj op deze wijze met een prachtig initiatief is omgesprongen.’Ga naar voetnoot84 | |
[pagina 74]
| |
Piet Hagen is totaal overstuur op het nvj-kantoor teruggekeerd en heeft Verploeg gemeld hoe honds Ellen en ik hem hadden behandeld. Verploeg meldde reeds telefonisch aan mr. Pasman dat het de vraag was of de nvj onder deze omstandigheden mijn gevecht zou blijven steunen. Ellen belde Ron Abram, maar die was ook al ingeseind door Verploeg en Hagen over hoe onmenselijk Ellen en ik de arme Piet hadden bejegend. Zoals de algemeen secretaris van de nvj tegen me tekeerging toen ik hem over de gang van zaken opbelde, was uiteraard niet acceptabel, maar als types als Verploeg en Hagen zich in hun ‘autoriteit’ voelen aangetast is het hek van de dam. Vijf dagen eerder zou hij nog omwille van mijn zaak de oorlog aan Van Mierlo verklaren en nu had Piet Hagen hem ingelicht over wat er ten kantore van Ellen Pasman zou zijn gebeurd en dan vervalt Verploeg zonder blikken of blozen in het ander uiterste. En hij is de man die me moet helpen dit gevecht tegen de Staat te winnen. Ellen deelt mijn mening. Ik had Peter Nicolaï en haar gevraagd vooral de gemaakte afspraken met Abram en Verploeg de volgende dag schriftelijk vast te leggen. Jammer dat dit niet is gebeurd. Hoe kunnen we nu aantonen dat de nvj zich weer niet heeft gehouden aan met de advocaten en mij gemaakte afspraken? Daarnaast heb ik de indruk dat Peter en Ellen soms de algemeen secretaris van de nvj met zijden handschoenen blijven aanpakken, mede vanwege de cheques die hij naar Höcker, Rueb & Doeleman stuurt. |
|