30 juni 1995
Erik Jurgens belt: ‘Ik word doorgaans maar één keer per jaar echt boos. Dat gebeurde vandaag in een gesprek met de wob-ambtenaar van Buitenlandse Zaken, Van Velzen.’ Wat er precies is gebeurd mag Joost weten, maar het kwam erop neer dat Van Velzen minister Van Mierlo kennelijk onjuiste informatie bleek te hebben verschaft. Erik begrijpt nu uitstekend dat Van Velzen een onbetrouwbaar draaibord is, maar hij zit wel op een sleutelpositie op Buitenlandse Zaken. Hij heeft mijn zaak er eigenlijk in handen. Het gesprek tussen Vermeer en Van Velzen schijnt te zijn gederailleerd en Jurgens adviseert met klem andere juridische adviezen te zoeken. Als steeds - zoals in 1983 in de zaak-Claus betreffende mijn reis naar India samen met de prins, toen de nvj op het kritieke moment de financiële steun aan mij introk in een stadium dat mijn advocaat mr. Voetelink adviseerde door te gaan - heeft de nvj zich ook ditmaal uit mijn gevecht teruggetrokken. Ik sta er met mr. Vermeer alleen voor. Ik zit op een minimumuitkering maar hij blijft me door dik en dun verdedigen. Ik kan, maar wil hem ook niet laten vallen, zoals wordt geadviseerd.
Op mijn verzoek accrediteert hoofdredacteur Evert Santegoeds mij intussen voor het State of the World Forum in San Francisco, zoals hij dit ook voor de reis van Beatrix naar Indonesië heeft gedaan. Hij en Pieter Broertjes zijn de enige twee hoofdredacteuren die me steunen waar ze kunnen.