Persona non grata
(1996)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
2 Miss B.B.Eerlijk door het leven gaan heb ik steeds als een eenvoudige en natuurlijke zaak ervaren. Ik ben weliswaar altijd voor rotte vis uitgemaakt, maar in eenenveertig jaar journalistiek bedrijven ben ik nimmer vanwege een onbehoorlijkheid voor de Raad van de Journalistiek gedaagd, evenmin ben ik van het plegen van plagiaat beschuldigd. Ik ben nimmer waar ook ter wereld veroordeeldGa naar voetnoot5 dus de Staat heeft zich al die jaren jegens mij met pure karaktermoord bezig gehouden. Eerlijk zijn, of een gevoel voor rechtschapenheid hebben, krijg je nauwelijks als cadeautje van de natuur in je genen mee. Dit heeft uitsluitend te maken met waar je vandaan komt. Je wordt niet als warhoofd, Oranjeklant of journalistieke sjoemelaar geboren. Je bent bij uitstek een produkt van huisvlijt, une spécialité de la maison. Een gezonde dosis integriteit wordt in ieder geval niet op Nijenrode, Yale UniversityGa naar voetnoot6 of op de School voor de Journalistiek bijgebracht. Eenmaal in collegebanken is dat station al heel lang geleden gepasseerd. Ouder en verzorgers staan model voor het kind. Althans zo is het mij vergaan. Onze breinen werden in de jaren dertig niet gebombardeerd met sensatie, misdaad, porno, moord en doodslag via een televisiescherm. Ik ben gode zij dank op de ouderwetse manier voornamelijk door mijn ouders geprogrammeerd. Een recht-door-zee houding kreeg ik vanuit De Horst meeGa naar voetnoot7. Zonder fundamentele eerlijkheid is er geen zelfrespect. Zonder zelfrespect ben je verloren en ontstaat onoverzichtelijke chaos. Naast mijn ouders is er nog een onuitwisbare invloed in mijn jeugd geweest. Het was oorlog. Ik haalde een drie voor Duits. Op advies van de rector van het Baarns Lyceum, Dr. J.A. Vor der Hake, kreeg ik daarom bijles van mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt, dochter van een psychiater uit Groningen, ongehuwd, oorspronkelijk lerares Duits en een geboren pedagoge. Zij spijkerde me bij tot een zeven. Spoedig maakte ik al mijn huiswerk bij haar. Ik kwam onder haar vleugels in mijn lyceumjaren. Zij werd een hartsvriendin. Beatrix zou | |
[pagina 16]
| |
later in Mexico eens tegen me zeggen, ‘Het is mijn tweede moeder’. Ik herkende dat gevoel. Want tien jaar later, eveneens op advies van Dr. Vor der Hake, deed koningin Juliana een beroep op mejuffrouw Boekhoudt om Beatrix te begeleiden. Haar belangrijkste taak was om een opstandige kroonprinses te verzoenen met haar toekomstige lot eens zelf koningin te moeten zijn. Deze precaire missie zou, zoals inmiddels is gebleken, wonderwel slagen. Zij is hierover altijd bescheiden, discreet en terughoudend geweest. Zij was een uitzonderlijk en onvergetelijk mens, die mij in belangrijke mate heeft gevormd en geïnspireerd. Centraal in haar leidinggeven stond eerlijk zijn en integer denken, voelen en handelen. Vooral gedurende de jarenlange campagnes van Buitenlandse Zaken, de inlichtingendiensten en De Telegraaf, dikwijls met afschuwelijke publiciteit en kabaal, betuigde zij steeds haar steun. Toen men mij ook nog als kgb-spion probeerde neer te zetten ergerde zij zich groen en geel aan het valse kwaadaardige gedoe. Later leidde zij de bijzondere klassen van het Baarns Lyceum waar alle prinsessen les kregen. Maar Beatrix zou onbetwist haar grote lieveling blijven. Al op hoge leeftijd gekomen sprak zij altijd weer met betraande ogen over haar favoriete oud-leerlinge, die inmiddels volwassen vrouw, moeder en koningin was geworden. Soms verlangde Miss B.B., zoals de koningin haar toen noemde, het prinselijk gezin terug te zien. Lage Vuursche lag niet ver van Baarn. Maar zij beschouwde het in strijd met het protocol van het hof haar wens kenbaar te maken. Ik woonde al twintig jaar in New York en dacht langzamerhand anders over zulke zaken. Ik tipte Beatrix en met succes. Meer dan eens heb ik voor onze vriendin onvergetelijke bezoekjes aan Drakensteijn kunnen organiseren. Een prinsje kreeg dan een brandweerauto. Een ander moest zijn fluitles afmaken voor hij de grijzende dame uit Baarn een handje mocht komen geven. Een wandeling alleen met prins Claus in de tuin leverde al jaren vóór diens psychische problemen de bespiegeling op, dat ‘als hij niet iets werkelijk zinnigs te doen krijgt, gaat het onherroepelijk mis met hem’. Mejuffrouw Boekhoudt had hoge waardering voor prins Claus. ‘Ik acht hem hoger dan prins Hendrik en prins Bernhard samen’, zei ze eensGa naar voetnoot8. Als er een crisis in de familie was, zoals in 1976 met de Lockheedaffaire, dan stapte de kroonprinses in haar auto, liet voor één keer de bege- | |
[pagina 17]
| |
leidende rechercheur thuis, en reed zij naar Amaliagaarde in Baarn om haar hart op die ene vertrouwde en veilige plaats uit te storten. Tot haar dood in 1982 was Miss B.B. voor Beatrix haar voornaamste vertrouwelinge. In de zomer van 1982 keerde ik van een reportage op Cuba terug en ontdekte tot mijn ontstentenis dat de negenentachtig jarige dame ernstig ziek en zéér verzwakt was. Ik nam contact op met Gijs van der Wiel, toen directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst. De koninklijke familie was op vakantie in Afrika. Ik vroeg hem de koningin snel te informeren, wat ook direct is gebeurd. Hij vroeg wel over wie ik sprak. Later, tijdens een lunch in Krasnapolsky, heb ik hem over Miss B.B. verteld. Zó privé was de innige band tussen de begeleidster en de prinses altijd gebleven, dat ook de directeur van de rvd er nauwelijks van op de hoogte was. Enkele dagen later belde mejuffrouw Boekhoudt me met fluisterende stem op. De koerier had haar uit Afrika een zilveren schaal met door Beatrix geplukte bloemen gebracht, en ‘er was een schattig briefje bij’, zei ze. De volgende dag is zij overleden. De koningin heeft toen gezegd, ‘nu is mijn jeugd afgesloten’. Er lagen eenentachtig brieven van haar lievelingsleerling naast haar bed. Zij wilde dat ze vernietigd werden. Dat vond ik jammer. Mijns inziens hadden ze aan de koningin teruggegeven behoren te worden. Mejuffrouw Büringh Boekhoudt heeft nooit geweten hoe dit afscheid met bloemen van de koningin tot stand was gekomen. Dat was ook goed. Toch ben ik dankbaar dat laatste gelukkige moment voor haar te hebben kunnen regelen. Zij behoort tot de liefste herinneringen uit mijn leven. |