sche problemen op dezelfde manier als andere technologische uitvindingen dat doen. Het bevordert agressie bij kinderen, leidt vele af van het zich oefenen in leesvaardigheden of in het alert denken.
José M.R. Delgado gelooft dat de televisie de neurochemie van het brein verandert, terwijl niemand zich bewust is van de veranderingen die dit veroorzaakt in het referentiekader.
Dat wil ik wel geloven, hoewel, hoe kunnen we dit bewijzen?
Dat is al gebeurd. Televisie maakt inbreuk op het privé-leven van het gezin met onzichtbare en onmerkbare resultaten en gevolgen.
Zo staan we er ook voor. De televisie voegt zich bij het gezin. Beter nog, de televisie wordt lid van het gezin. Het neemt deel aan het opgroeiingsproces van kinderen en zorgt voor input, net zoals ouders dat doen. Kinderen besteden meer tijd aan het kijken naar televisie dan aan het luisteren naar hun ouders!
We zijn in zoveel richtingen afgedwaald dat we het Venezolaanse programma om intelligentie te trainen nog niet hebben aangeroerd. Op het ogenblik maakt de regering in Caracas onder leiding van dr. Machado actief gebruik van televisie om resultaten te verkrijgen bij bijvoorbeeld het educatief begeleiden van aanstaande moeders.
Het idee klinkt aantrekkelijk, maar men zou uiteraard een beter begrip moeten hebben van wat de bedoeling is. Waarin zou bijvoorbeeld een dergelijk departement voor de Ontwikkeling van Intelligentie zich onderscheiden van een departement voor Onderwijs? Uiteindelijk praten we over vormen van onderwijs aan huis door het van ouderwege stimuleren van de kinderen, en naar ik vermoed ook over vormen van opvoeding tijdens de vroege kindertijd.
President Herrera en dr. Machado meenden, denk ik, dat ten einde iets te bereiken het beoogde uitgevoerd diende te worden buiten de gevestigde bureaucratie om; vandaar dat er een afzonderlijk departement ingesteld werd dat zich met deze kwestie bezighoudt.
O juist, nou goed, ik geloof dat ouders profijt kunnen trekken uit uitgebreide hulp bij het leren hoe ze met hun kinderen kunnen spelen, het spel of de nieuwsgierigheid van het kind kunnen stimuleren, en ook hoe ze in ruimere mate met kinderen kunnen converseren om zowel hun vocabulaire als hun verbeeldingskracht te stimuleren.