| |
| |
| |
Jose Dominguez Ortega
Algemeen adviseur van minister Machado, professor in de rechtsgeleerdheid, Katholieke universiteit Andres Bello, Caracas, Venezuela
Na met zoveel deskundigen te hebben gesproken, heb ik zoals u begrijpt veel vragen op het hart. Een van de meest geuite kritieken was het experiment met de Venezolaans indiaanse kinderen die Beethoven spelen. Professor Alan Dundes, antropoloog in Berkeley, Californië, was net als R.D. Laing werkelijk woedend toen ik er met hem over sprak.
Cultuur is een algemeen geldig begrip. Alle drukte en verzet tegen ons project met de Venezolaans indiaanse kinderen waren deels chauvinistische uitvindingen van niet-autochtone groepen. Er zijn van die mensen die in hun levensonderhoud schijnen te voorzien met het in stand houden van de indianen in hun oorspronkelijke staat of de zwarten in stamverband in hartje Afrika, en dat kan misschien ook wel van zeker belang zijn, vooral vanuit antropologisch en cultureel standpunt gezien. Het kan zelfs heel belangrijk zijn. Maar aan de andere kant is nu de tijd aangebroken om een algemeen geldende opvatting van cultuur te ontwikkelen.
We kunnen ons niet blijven laten leiden door opvattingen en meningen als iets is goed of iets is slecht, iets is oosters of iets is westers, iets is verkeerd of iets is juist, iets is openbaar of iets is privé, iets is van de regering of iets behoort aan de staat. Ik vind dat we beter het feit onder ogen kunnen zien dat er éen wereld, éen mensheid, éen werkelijkheid is en dat we geen wezenlijke scheiding tussen de natuurwetenschap en de geesteswetenschappen moeten maken.
Een natuurwetenschapper is ongetwijfeld een eveneens op de geesteswetenschap gericht persoon, en wij moeten tussen deze beide in ieder geval geen onderscheid meer maken. Wij raken onderweg een heleboel inzichten in het belang van de mensheid kwijt, omdat wij meer van de oosterse cultuur kunnen leren, evenals de oosterlingen misschien meer van de Romeinse en Griekse cultuur af zouden moeten weten. Wij hebben op deze aarde, dat wil ik nog
| |
| |
eens herhalen, slechts éen mensheid, éen stel hersens, éen intelligentie.
Er zou waarlijk een idee van de cultuur, van de geschiedenis en van de te ontwikkelen toekomst van de mens voor de hele wereld moeten zijn. Daarom vinden wij niet dat wij door indianen Beethoven te leren spelen iets doen dat tegen hun belangen indruist, dat verkeerd is. Ons project heeft ze zelfs instrumenten leren bespelen die ze daarvóor niet kenden.
Ja, maar zij hebben hun eigen indiaanse instrumenten, waar ze zich misschien niet eens bewust van zijn.
Misschien, maar wat wij voornamelijk wilden aantonen, was dat iedereen vrijwel alles kan leren als hij behoorlijk wordt opgeleid. Normale mensen hebben het genetische vermogen zich te ontwikkelen en hoe beter en hoe eerder ze zich ontwikkelen, des te beter het ongetwijfeld voor ze is. Op het ogenblik hebben deze Venezolaans indiaanse kinderen hun eigen volledige orkest. President Herrera Campins heeft aangeboden een centrum voor dit jeugdorkest van de indiaanse Pernou-gemeenschap te laten bouwen. Het staat allemaal in dienst van de cultuur. De cultuur heeft totaal geen grenzen.
In verband hiermee moet ik nog eens herhalen dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn, zoals door de wetenschap is bewezen en in de wet als een algemeen geldende regel is neergelegd. De intelligentie is een vermogen dat alle mensen gemeen hebben en dat ieder mens kan ontwikkelen en aanwenden. Dit is neergelegd in de Verklaring over ras en rassendiscriminatie, goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Unesco op de tweede bijeenkomst, gehouden in Parijs op 27 november 1978.
Artikel 1, paragraaf 4, stelt vast dat: ‘Alle mensen en volkeren zijn begiftigd met dezelfde vermogens, die hen in staat stellen volledige intellectuele, technische, sociale, economische, culturele en politieke ontwikkeling te verwerven’. En in paragraaf 5: ‘Verschillen in de prestaties van verschillende volkeren kunnen volledig worden verklaard uit geografische, historische, politieke, economische, sociale en culturele factoren. Genoemde verschillen kunnen nooit een excuus voor de totstandkoming van een hiërarchische klassenindeling van landen en volken vormen.’
En in artikel 2: ‘Iedere theorie die beweert dat er aangeboren superieure en inferieure eigenschappen zijn die verschil maken tussen raciale of etnische groepen, en die sommigen het recht geven
| |
| |
de zogenaamde inferieure anderen te overheersen of uit te roeien of waardeoordelen over te brengen gebaseerd op rassenverschillen, mist een wetenschappelijke basis en is in strijd met de ethische en zedelijke principes van menselijkheid.’
Deze verklaring is categorisch, beslissend en definitief, en versterkt en bekrachtigt de universele grondbeginselen opgenomen in de Verklaring van de rechten van de mens. Het zou belachelijk zijn te geloven dat leden van de internationale gemeenschap deze verklaring louter als formaliteit hadden ondertekend. Dat ontwikkelde noordelijke landen van Angelsaksische of andere oorsprong, dat de volken van Europa en de Japanners, dat wil zeggen dat al die naties die de moderne wetenschap en technologie in handen hebben en die door voorbeeldige politieke systemen worden geregeerd, niet werkelijk geloofden dat ‘rassenverschillen iedere wetenschappelijke basis missen’ en dat ‘alle volkeren der aarde begiftigd zijn met dezelfde vermogens’.
Het zou een slechte zaak zijn als blokken landen en leidende naties van allerlei politieke kleur in de afgelopen dertig jaar verklaringen hadden ondertekend - overigens niet altijd of allemaal - alleen maar om hun geweten te sussen en de wereld te misleiden. Nee, wat in deze verklaringen staat, weerspiegelt wetenschappelijke waarheid, sociale werkelijkheid en historische ervaring en is de grondslag van het nieuwe Internationale Recht, dat ernaar streeft de zedelijke en ethische principes van menselijkheid in de internationale gemeenschap in te prenten. Wij moeten geloven dat de naties deze principes te goeder trouw handhaven en deze verklaringen niet als waardeloos beschouwen.
Een andere kritiek die ik vaak heb gehoord, en die in het bijzonder door Burton White naar voren werd gebracht, was dat er niet genoeg aandacht was besteed door uw team aan de kinderen van nul tot zes jaar.
Dan zijn onze critici misschien niet helemaal op de hoogte van de ontwikkelingen hier. Burton White was een van de allereerste mensen waarmee we gepraat hebben. Wij hebben zijn boek The first three years bestudeerd en bewonderen zijn werk. Wij beschouwen dit boek als een meesterwerk. Hij is naar Caracas gekomen en wij hebben zijn advies ingewonnen. Zijn benadering is onze benadering, omdat inderdaad de allerbelangrijkste periode voor het kind die van nul tot zes jaar is. Nog belangrijker is het tijdperk van nul tot drie. Dat is precies wat we doen en wij beste- | |
| |
den speciale aandacht aan deze levensjaren.
Wij beginnen zelfs ruim van tevoren. Wij brengen moeders tijdens de zwangerschap bij wat ze wel en niet moeten doen. Waarom ze naar muziek moeten luisteren. Waarom ze oefeningen moeten doen. Wat ze moeten eten. Wat ze niet moeten eten. Wij stellen zelfs programma's samen voor moeders na éen dag zwangerschap en het ter wereld brengen van de baby negen maanden later. Wij zijn het volkomen eens met Burton White, Barry Brazelton en anderen die in vroege stimulatie geloven.
Anderen vragen zich af hoe de samenwerking is tussen het bureau van dr. Machado en het Venezolaanse ministerie van Onderwijs.
Wij werken volledig samen met het ministerie van Onderwijs. Wij hebben beide de wens het onderwijssysteem te vernieuwen, te hervormen en revolutionair te veranderen. Wij menen dat wij de misdadige realiteit van ons onderwijssysteem, zoals het was en dat dodelijk was voor de creativiteit en de algemene nieuwsgierigheid van kinderen, onder ogen moeten zien. Het systeem wordt er nu op gericht om de studenten kritisch, creatief en dialectisch te maken.
Wij baseren de ontwikkeling van de intelligentie op vier principes.
1. | Wetenschappelijke aanbeveling. Alle door het ministerie voorgedragen programma's zullen een wetenschappelijke grondslag krijgen. |
2. | Non-politisatie. De uitgevoerde programma's zullen op geen enkele wijze de doelstellingen van een politieke partij of ideologie dienen. |
3. | Popularisering. De programma's zullen de hele bevolking tot voordeel strekken. |
4. | Wereldomvattendheid. Het ligt in het voornemen de nationale grenzen te overschrijden, ten einde een maximaal gebruik te kunnen maken van de middelen die op wereldwijde schaal beschikbaar zijn. |
Daarom zijn alle activiteiten van het ministerie van dr. Machado erop gericht de democratisering van de wetenschap te bewerkstelligen, als eerste vereiste om tot de instelling van een democratie te komen waar iedereen aan deelneemt.
Maar is het werkelijk uniek wat Venezuela op dit terrein doet?
Er zijn natuurlijk soortgelijke programma's in allerlei delen van
| |
| |
de wereld, maar die hebben niet onze brede aanpak. Meestal zijn zulke programma's gericht op kleine gedeelten van de bevolking, waar slechts weinigen van profiteren. Hier krijgt uiteindelijk iedere moeder in Venezuela aanwijzingen voor het ter wereld brengen en het ontwikkelen van de aanleg van haar baby. Wij instrueren en onderrichten artsen en vrijwilligers in kraamklinieken en ziekenhuizen waar kinderen geboren worden. Bovendien hebben we speciale videocassettes gemaakt.
Ja, ik heb een paar van die films gezien, waaronder ook die welke u maakt voor vertoning van een halve minuut en drie minuten op de televisie. Ik heb Guillermo Bastardo ontmoet, die deze voortreffelijke reclamefilmpjes maakt.
Ziet u, in sommige landen ontvangen bijvoorbeeld twintigduizend moeders soortgelijk onderricht en instructie. Maar wij vragen ons af: Is het programma goed of is het programma slecht? Als het slecht is, waarom het dan eigenlijk aan twintigduizend moeders voorzetten? Als het goed is, waarom bieden we het dan niet aan alle moeders aan in plaats van slechts twintigduizend? Dat is waar we nu in Venezuela mee bezig zijn.
In de kraamklinieken werken we niet alleen met moeders die morgen een kind krijgen, maar ook met hen die gisteren hun kind gekregen hebben.
We zijn ook een vrijwilligersleger aan het opbouwen. Wij gaan naar de plaatselijke gemeenschappen, de ‘bario's’. In ieder huis in Venezuela waar kinderen zijn, gaan we deze kennis brengen. Onze beweegredenen en ons onderricht zullen over alle scholen worden verspreid, en op die manier verspreiden de kinderen en studenten deze kennis weer thuis onder hun familie.
En het veranderen van volwassenen?
Iemand die ons bijzonder geïnspireerd heeft, was de president-directeur van Sony in Japan, de heer Masaru Ibuka. Hij heeft Sony opgericht en heeft een fonds voor begaafde kinderen ingesteld, nadat hij professor Suzuki had ontmoet, die overigens de leiding van ons muzikaal programma voor indiaanse kinderen had.
Masaru Ibuka heeft een boek geschreven, Kindergarten is too late, waarin hij spreekt over de gebiedende noodzaak om de intelligentie van de kinderen in een heel vroeg stadium van hun leven te ontwikkelen. Dr. Machado, onze minister, heeft tegen hem gezegd dat wij in Venezuela vinden dat het ‘nooit te laat’ is.
| |
| |
Wij hebben daarom een afdeling voor volwassenen in ons programma, die behandeld wordt door de psycholoog Corina Parisca de Machado. Wij geven les in denkcursussen, gebaseerd op de technieken van Edward de Bono, aangepast voor volwassenen. Bovendien willen we enkele Harvard-programma's aangepast aan volwassenen toepassen. En zoals u weet hebben we soortgelijke programma's voor het leger en voor ambtenaren. Wij gaan uiteindelijk de gehele arbeidende bevolking van Venezuela opleiden, via de verschillende vakbonden en regeringsinstellingen.
Het is misschien nuttig om de namen te noemen van de organisaties die bij het intelligentieprogramma betrokken zijn.
Behalve de programma's die door het ministerie voor de Ontwikkeling van de Intelligentie op stapel zijn gezet, werken we samen met de volgende ministeries en instellingen: Ministerio de Educacion, Ministerio de Sandidad, Oficina Central de Personal ince, Petroleos de Venezuela, Corporacion de Guyana, Gobernacion del Distrito Federal Corpozulia en Fundacion del Nino.
Naast minister Machado en ik bestaat ons team uit dra. Beatriz de Manrique, algemeen coördinator van het gezinsprogramma en psychologe. Dan hebben we de universiteitsprofessor dr. Margarita de Sanchez, algemeen coördinator van alle projecten, en zij houdt zich in het bijzonder bezig met de De Bono-, Harvard- en Feuerstein-projecten.
Ik heb haar uitvoerig gesproken en het was interessant haar aanpak van deze problemen te vernemen, met haar doctoraalstudie in de alfa- zowel als de beta-wetenschappen.
Onze meeste medewerkers hebben filosofie en exacte wetenschappen gestudeerd, zoals dr. Jose Antonio Abreu en dr. Eduardo Castaneda, terwijl dr. Natalio Dominguez ook projecten coördineert.
Professor Delgado legt er de nadruk op dat de ontwikkeling van de intelligentie nog maar een deel van het verhaal is.
Wij zijn het met dr. Delgado eens, als hij zegt: ‘Wij zijn niet vrij geboren, maar ondergeschikt aan genen, omgeving en neuronale mechanismen. Wij moeten vrijheid leren, en automatismen en instinctieve reacties vervangen door intelligente keuzen gebaseerd op rationeel gedrag.’
Wij zijn naar Madrid gegaan om zijn werk in de psychogenese
| |
| |
te bestuderen. Ons team heeft acht weken in zijn laboratorium met hem samengewerkt. Wij zijn ons er volkomen van bewust dat de mens uit meer bestaat dan alleen intelligentie, waardoor hij wezenlijk van alle andere schepsels verschilt. Natuurlijk is er emotie, gevoel, enzovoort, maar wij menen toch dat de intelligentie een centraal element is. Intelligentie waarvoor? Er moet in dat alles een betekenis zitten. Een persoon heeft intelligentie nodig om zichzelf te begrijpen, dat hij een gehele, volledige eenheid is, met een hogere bestemming, en die van meer belang is dan gewoon maar een robot. Hij moet zijn eigen intelligentie leren projecteren, zodat hij zichzelf kan opbouwen, zijn wil, zijn gevoelens en emoties leert leiden, zodat hij zichzelf beter kan begrijpen; leert aan zijn behoeften te voldoen, zichzelf te organiseren, om zijn behoeften en doelstellingen in het leven richting te geven en zijn persoonlijkheid op te bouwen. Daarom zijn we het tot op grote hoogte met professor Delgado eens. Zijn terrein, de psychogenese, is buitengewoon boeiend.
Naast de programma's die hier reeds door dr. Machado genoemd zijn, begrijp ik dat er nieuwe projecten op komst zijn.
Juist. Wij staan bijvoorbeeld op het punt een nieuw programma op stapel te zetten over ‘gekristalliseerde en beweeglijke intelligentie’ met Robert J. Sternberg van de Yale universiteit. Wij hebben ook een ander programma op het oog onder de titel ‘Probleemoplossing voor volwassenen’, eveneens op universitair niveau, met Jack Lockhead van de universiteit van Massachusetts.
Waar zal het programma met professor Sternberg zich precies mee bezighouden?
Het heeft betrekking op abstract redeneren en problemen oplossen. Het behandelt verbale bekwaamheden, terwijl we ons richten op het ontwikkelen van cognitieve en metacognitieve vaardigheden, met een vervolg van drie jaar. Dit is van belang, omdat we gaan werken in een experiment dat ook controle- en experimentele groepen omvat in samenwerking met ons ministerie, met het ministerie van Onderwijs en met de Yale universiteit. Dit programma krijgt evenals alle andere programma's wetenschappelijke steun en toont aan dat we op een solide, wetenschappelijk niveau werken en van plan zijn dat steeds meer te gaan doen.
Wij vinden het verbazingwekkend, dat president François Mitterrand van Frankrijk, in een naar mijn mening juiste beslissing,
| |
| |
nu een hele reeks verrassend onconventionele ministers heeft benoemd. Hij heeft onder andere een minister voor Solidariteit benoemd, een minister voor Vrije Tijd en Recreatie, een minister voor Decentralisatie van de Staat, een minister voor Vrouwen, een minister voor Jongeren en zelfs een minister voor Ouden van Dagen. In feite doet hij in zekere zin, wat president Herrera Campins twee jaar geleden heeft gedaan. Maar onze mensen hier zijn niet zo heel erg verrast, want Frankrijk bezit naar men aanneemt het monopolie van de geest. Onze president heeft een zeer belangrijk initiatief, een historisch besluit genomen, maar veel mensen in Venezuela stonden verstomd over zijn besluit. In onze onderontwikkelde toestand zijn we geneigd alles uit het buitenland over te nemen. Wat van buitenaf komt is altijd prachtig, maar wat we zelf ondernemen kan nooit goed zijn. Maar we krijgen wel dagelijks uit binnen- en buitenland en uit de gehele wereld hoe langer hoe meer steun en aanmoediging.
Bent u van plan de resultaten van uw programma's nader te analyseren?
We zullen geleidelijk aan een duidelijker beeld krijgen. Vergeet niet dat onze programma's ook zijn goedgekeurd door een conferentie van ministers van Onderwijs van alle Latijns-Amerikaanse landen in Madrid, opgenomen in een officiële verklaring, waarin het grondrecht van de mens om intelligent te zijn voor alle volken wordt erkend. Dan hebben we ook een soortgelijke verklaring van een conferentie in Dakar, waarin de ontwikkeling van de intelligentie eveneens een grondrecht van de mens wordt genoemd. En nu hebben we ook de Club van Rome met het compromis van Caracas van 1981, waarin verklaard wordt dat het experiment van de ontwikkeling van de intelligentie van de mens een zeer praktisch signaal is, dat een voorbeeld voor de gehele wereld stelt. De Club van Rome benadrukte ook het idee dat het buitengewoon belangrijk is de mens zelf te ontwikkelen, alvorens te industrialiseren of zoveel tijd aan steriele debatten te besteden.
Venezuela heeft een reputatie voor beroemde initiatieven. U hebt tenslotte de opec tot stand gebracht.
Ja, maar de meeste mensen stellen de opec gelijk met olieproduktie. Dat is een vergissing. Zoals ik bij de opening van de laatste opec-vergadering in Caracas heb geschreven: ‘Ondanks alles is opec nog steeds een van de belangrijkste organisaties ter
| |
| |
wereld, en om dat te blijven moeten de lidstaten zich er wel van bewust zijn dat hun grootste voordeel niet de hoeveelheid olie is waarover zij misschien beschikken, maar het feit dat zij exporteurs van energie zijn. De betekenis van opec blijft slechts van kracht voor zover het zijn positie op het “energieterrein” handhaaft. Anders, en als de organisatie zich niet van dit speciale terrein van activiteit bewust is, is er geen enkele twijfel dat zijn levensduur slechts tot enkele tientallen jaren beperkt zal zijn. Dit was het geval met de spoorwegondernemers, die er te laat achter kwamen dat de eigenlijke handel niet in spoorwegen, maar in vervoer en communicatie lag. Het is dus duidelijk dat men net als de dinosaurus zich aan de omstandigheden moet aanpassen of anders zich voorbereiden op de dood.
opec moet de hoofdrol in het toneelstuk energie spelen en dit is naar mijn mening niet het geval. Verschillende soorten energie, zoals kern-, zonne-, geothermische-, wind- en zee-energie, zijn ondanks alle voor en tegens van de uitvoerbaarheid en de problemen die de produktiekosten met zich meebrengen (die voortdurend verminderen door de stijgende olieprijzen), alternatieve energiebronnen voor de toekomst, en als die tijd komt, moet opec gereedstaan om zijn overheersende rol in deze belangrijke sector te handhaven.
Ik geloof dat Venezuela, in overeenstemming met de door minister Calderón Berti voorgestelde initiatieven een grondige analyse moet uitvoeren van de twee belangrijkste problemen of mogelijkheden waar opec en de wereld in de naaste toekomst voor komen te staan: menselijke intelligentie en energie. Deze twee factoren zijn nauw met elkaar verbonden en kunnen daarom nooit afzonderlijk behandeld worden. De interdisciplinaire en wetenschappelijke studie van menselijke energie en een diepgaand, spoedig uit te voeren onderzoek naar nieuwe energiebronnen zijn zaken die noodzakelijk moeten worden overwogen. Om deze studie en dit onderzoek uit te voeren moet men van de meest vooraanstaande autoriteiten op beide terreinen gebruik maken.
Laten wij nu eens degenen zijn die “hersenen” importeren en er voor onze landen een aantal terughalen die wij ten onrechte geëxporteerd hebben. Deze taak zal ons, als hij voltooid is, in staat stellen een nieuw beeld van opec te presenteren, door middel waarvan wij de wereld kunnen wijzen op de plannen voor de toekomstige ontwikkeling van de organisatie en zijn zorg voor het lot van de mensheid.’
| |
| |
Wat zullen de olieproducerende landen over twintig jaar verkopen? Welke nieuwe energiebronnen zullen er dan beschikbaar zijn? Om hun positie te handhaven zullen ze zich op nieuwe vindingen in technologie en op de kennis ervan moeten toeleggen. Ze hebben de middelen om dat te doen. Ze zijn in een positie om miljarden dollars te investeren in het in dienst nemen van talenten van buitenaf. Op deze wijze zou het voor het eerst zijn dat ontwikkelingslanden de hersens aan de ontwikkelde landen onttrekken. Het zou het hersenverkeer omdraaien. Wij moeten specialisten uit andere landen naar de opec-landen halen, net zoals we in het ministerie voor de Ontwikkeling van de Intelligentie doen. Alleen als we dat doen, hebben we over twintig jaar misschien alternatieve energiebronnen te bieden. Anders zal het voor de opec helemaal bekeken zijn.
Ik heb onze minister van mijnbouw, Calderón Berti, al voorgesteld om een centrum voor de studie van alternatieve energiebronnen op te richten om de hersens, de geest en de intelligentie te bestuderen.
Wat waren de reacties?
Zeer positief. Er is zelfs reeds een project van de grond gekomen, inter-mundos, dat een universiteit voor studenten uit de derde wereld zal zijn, zoals voorgesteld door president Herrera Campins en gesteund door opec. Het zal een centrum voor afgestudeerden uit landen van de hele derde wereld zijn. Onze minister van Mijnbouw, Calderón Berti en ik, hebben in Madrid een ontmoeting met Jose M.R. Delgado gehad, die door de Spaanse minister van Onderwijs werd vergezeld.
Sir Peter Medawar schreef onlangs in het Bulletin of the Atomic Scientists (april 1981), dat hij geloofde in ‘wetenschappelijk meliorisme’. Hij voegde er aan toe: ‘Een meliorist is alleen maar iemand die gelooft dat de wereld door verstandig ondernomen daden door de mens een beter oord wordt.’ Dr. Machado en u vallen blijkbaar ook onder die categorie optimisten.
De hoop om een betere toekomst voor de mensheid te bereiken kan zelfs werkelijkheid worden, als we het idee toepassen en verspreiden dat de wereld in staat is tot verbetering en ontwikkeling door middel van politieke wil op nationaal en internationaal niveau.
Het is geen kwestie van geconditioneerd zijn, zoals door het
| |
| |
Nieuwe Rechts is verklaard. Voor het Nieuwe Rechts is het feit dat de intelligentie genetisch bepaald wordt door het gewicht van erfelijkheid de enig logische manier om te verklaren hoe weinig de opvoeding kan veranderen in de menselijke werkelijkheid, de afhankelijkheid van de massa's, de rassensuperioriteit en het panorama van een wereld, die bestaat uit overheersende blokken, op hun beurt beheerst door kleine elites die geboren zijn om over de rest van de mensheid te heersen. Op dezelfde wijze beweren ze dat de rol, gespeeld door de seksen, door verschillende naties, door mensen en door de cultuur, een biologische grondslag heeft en dat ‘het oorspronkelijke idee van een maatschappij, van een speciale cultuur, nauw verband houdt met de biologische factoren’. Zo vormen de biologie, sociologie en etnologie de hoeksteen waarop het Nieuwe Rechts zijn politieke opvatting en zijn sociale geloof bouwt.
Er is geen enkele twijfel dat deze nieuwe theorie een aantrekkelijke en interessante intellectuele benadering met zich meebrengt, maar het scheppen van een nieuwe doctrine gebaseerd op halve waarheden en sofismen, en op het partijdige gebruik van enkele wetenschappelijke waarheden, is ontegenzeglijk een onuitvoerbare taak. Het zou ontoelaatbaar zijn deze theorieën, die erop gericht zijn verouderde denkbeelden te verdoezelen, te accepteren, en wij vertrouwen dan ook dat ze slechts de nieuwsgierigheid zullen prikkelen van ijverige lezers die zich graag van de politieke en sociale onderwerpen op de hoogte willen houden.
In 1979 overschrijdt de kwestie van de mensheid de grenzen, vastgesteld door links en rechts, en de grenzen van de Noord-Zuiddialogen. Tegenwoordig kan de kwestie van de mensheid in geen geval meer tot een ideologisch ‘standpunt’ beperkt worden. Hier en nu kan deze kwestie alle soorten etiketten opruimen, zinloze onderwerpen terzijde schuiven en een reeks voorgekookte clichés achter zich laten.
Dankzij moderne wetenschappelijke vorderingen is de mens van nu in staat zich niet alleen rekenschap van zijn eigen ik te geven, maar het ook te veranderen.
De menselijke intelligentie zal ongetwijfeld gedeeltelijk door enkele biologische factoren worden bepaald, maar alle mensen zijn voor alles begiftigd met een enorme mogelijkheid om hun eigen geestelijke aanleg te ontwikkelen en te verbeteren, daar de intelligentie inderdaad iets is waar men aan kan werken. De hoop om een betere toekomst voor de mensheid te verkrijgen kan werkelijk- | |
| |
heid worden, als we het idee uitvoeren en verspreiden dat de wereld door middel van politieke wil op nationaal en internationaal niveau ontwikkeld en verbeterd kan worden.
Het is een kwestie van voor het eerst de leidende rol spelen door wat wij zelf tot stand hebben gebracht. Het is een kwestie van over onze eigen identiteit beschikken en onze eigen individualiteit bevestigen.
De mensen zijn verschillend. Ze zijn niet gelijk, ook al hebben ze gelijksoortige mogelijkheden en fantastische gemeenschappelijke doelstellingen om naar te streven. Volgens Spengler kan het eind van een bepaalde beschaving in wezen te wijten zijn aan het verlies van haar ‘ziel’, haar geestelijke opstelling. Als dit zo is, kunnen we categorisch verklaren dat als wij er in slagen de menselijke intelligentie naar het peil te voeren waar het vanaf het begin der tijden al de bedoeling was te zijn, de mensheid inderdaad op de drempel van een nieuwe beschaving staat.
Onverschillig hoe en desnoods strijdend tegen de overmacht, moeten wij een complete leer scheppen, die dr. Machado ‘intelligentialisme’ heeft genoemd, die boven de grenzen uitgaat die door links of rechts, door nieuwe of oude ideologieën, door nieuwe etiketten of oude realiteiten zijn vastgesteld. Wij houden ons niet bezig met een semantisch of filosofisch probleem. In werkelijkheid is het een probleem dat de geopolitieke en sociobiologische aspecten overschrijdt, evenals een ander type wetenschappelijke discipline, die de mens niet als die integrale werkelijkheid beschouwt, geschapen door God naar zijn beeld en gelijkenis, als de maker van zijn eigen leven en geschiedenis, als de schepper van dromen en toekomsten, als de dichter van morgen en de schepper van het eeuwige Utopia van de mens van heden - een vrije, gelukkige en rechtvaardige wereld.
|
|