| |
| |
| |
Dr. Luis Alberto Machado
Minister voor de ontwikkeling van de Menselijke Intelligentie, Venezuela.
U heeft in het middelpunt gestaan van een heftige controverse.
De ontwikkeling van intelligentie vormt een controversieel onderwerp; misschien zelfs wel het meest controversiële dat vandaag de dag onder de publieke aandacht gebracht kan worden. Juist daarom vergt het een uiterst nauwe betrokkenheid. Het is een controversieel onderwerp, nu en in de toekomst, omdat de ontwikkeling van intelligentie betrekking heeft op ieder menselijk probleem en handelen, zowel uit individueel als collectief oogpunt.
Intelligentie is een begaafdheid die in de genetische code van ieder normaal mens besloten ligt. Maar niemand wordt met een gevormde intelligentie geboren.
Maar de persoonlijkheid van de mens bestaat niet alleen uit een slecht functionerende intelligentie.
Zeker. Je kunt niet éen vermogen van de menselijke geest vergroten zonder tegelijkertijd alle andere verstandelijke vermogens te vergroten. Verstandelijke vermogens staan met elkaar in communicatie en hangen samen.
Mensen worden geboren met latent aanwezige vermogens, met een biologisch mechanisme dat ieder mens in staat stelt intelligent te worden. Dit betekent dat menselijke intelligentie een gave is die zich het hele leven door ontwikkelt volgens bepaalde omstandigheden binnen een milieu.
Sommige mensen leren muziek op het gevoel. Alles wat ontwikkeld kan worden, kan op spontane manier ontwikkeld worden, zonder een specifiek systeem. Maar dat kan ook op een systematische wijze gebeuren. Tenslotte is de vooruitgang van de mensheid niets dan een systematisering van kennis. Dat is wat wetenschap in wezen is. Dus als intelligentie asystematisch ontwikkeld kan worden, is het ook mogelijk om het systematisch te doen. En als we eenmaal de beschikking hebben over de methoden en formules waarmee intelligentie ontwikkeld kan worden, zal het mogelijk zijn om deze te onderwijzen, en dus om ze te leren.
Minstens vijftigduizend jaar lang is de genetische code van de
| |
| |
menselijke soort onveranderd gebleven. Het verschil bij geboorte tussen een holenmens en een mens uit het atoomtijdperk is geen biologisch verschil. Het is een cultureel verschil. De komende vijftigduizend jaar zal de genetische code dezelfde blijven. Hoever zal een normaal mens echter tegen die tijd kunnen gaan met het ontwikkelen van zijn potentiële vermogens?
Nu spreekt u over de democratisering van de wetenschap.
In het begin van onze geschiedenis was cultuur het werk van minderheden voor minderheden. Slechts weinigen schiepen cultuur en het kwam slechts weinigen ten goede. En zo is het tot nog toe gebleven. Op dit moment begint cultuur, hoofdzakelijk dankzij de media, binnen het bereik van meerderheden te komen, maar het blijft nog het werk van minderheden.
In de nabije toekomst, de toekomst waarvoor wijzelf het initiatief zullen nemen, kan cultuur het werk van meerderheden voor meerderheden worden. De mensen zullen niet langer in de rol van passieve toeschouwer gedrongen worden. Het zijn er niet slechts een paar, zoals tot nu toe het geval geweest is, die tot grote prestaties op het terrein van kunsten en wetenschappen in staat zijn.
Wat zijn de doelstellingen van uw nieuwe ministerie?
• | Het bereiken van de democratisering van de wetenschap, als fundamenteel vereiste voor de institutionalisering van een participatiedemocratie, waarin ieder individu verantwoordelijk zal zijn voor zijn eigen persoonlijke en sociale welzijn. |
• | Het ontwikkelen van programma's voor het totstandbrengen van een kwalitatieve verandering in opleiding en onderwijs op individuele basis. Programma's die borg zullen staan voor doelgerichte opleiding en onderwijs voor iedereen, evenals voor een volledige participatie van iedereen in de culturele, sociale en economische ontwikkeling van het land. |
• | Het verwerven van een vollediger kennis over het les-leerproces en over de implicaties ervan voor de ontwikkeling van de cognitieve en intellectuele vaardigheden. |
• | Het experimenteren met nieuwe alternatieven betreffende onderwijs en opvoeding, die bij zullen dragen tot de geïntegreerde ontwikkeling van het individu. |
De bovengenoemde doelstellingen zullen tot stand gebracht worden door middel van de volgende strategische richtlijnen:
• | Een zeer nauwe band is gelegd met het ministerie van Onder- |
| |
| |
| wijs, zodat dit uiteindelijk verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering van alle programma's. |
• | Verscheidene officiële lichamen, op nationaal en regionaal niveau, werken samen met dit ministerie voor de gezamenlijke ontwikkeling van de programma's. |
• | De ontwikkeling van onderzoek op onderwijsgebied is op gang gebracht, zodat vernieuwende resultaten verkregen kunnen worden die het denkvermogen en de denkvaardigheid van de hele Venezolaanse bevolking zullen vergroten. |
• | Bepaalde initiatieven van Venezolaanse geleerden en onderwijs- en opvoedkundigen die zich bezighouden met de ontwikkeling van de intelligentie worden bevorderd en begeleid. |
• | De directe participatie van allen die, door gebruikmaking van hun verbeeldingskracht en hun creatief vermogen, erin geslaagd zijn projecten te ontwerpen of ideeën uit te werken die kunnen bijdragen tot 's lands ontwikkeling, wordt aangemoedigd. |
• | Nauwe banden tussen dit ministerie en internationale organisaties zoals de unesco of de ilo zijn aangehaald ter vergemakkelijking van de internationale verbreiding van de resultaten die de verscheidene programma's, die momenteel aan de gang zijn, opleveren. |
Voor het opnemen van die programma's die al uitgevoerd worden in de activiteiten van de verschillende officiële organisaties die betrokken zijn bij dit specifieke gebied, en voor het zekerstellen van hun continuïteit en duurzaamheid naast de waardevolle adviserende activiteiten van hooggekwalificeerde deskundigen, is gebruik gemaakt van tot voornoemde organisaties behorend personeel, evenals van bestaande bestuursstructuren.
Deze operationele strategie, van participatieve aard, zal aanhoudend versterkt worden ten einde waarborgen te verschaffen voor het bijdragen van het ministerie aan de voor ons land zo noodzakelijke kwalitatieve verandering binnen ons onderwijssysteem.
Kunt u enige lopende programma's noemen?
Voor het tot stand brengen van de bovengenoemde doelstellingen, in het door het vie Nationale Plan afgebakende tijdsbestek, zullen veertien programma's ontwikkeld worden (enkele daarvan zijn reeds aan de gang gebracht), waarin permanente staatslichamen, en daarvan zeer in het bijzonder het ministerie van Onderwijs, participeren.
| |
| |
Alle Venezolaanse gezinnen zullen profiteren van het programma ‘Gezin’, dat vaardigheden, kennis en methodes zal overdragen en aan de dag brengen die de geïntegreerde ontwikkeling van het kind ten goede komen.
Met behulp van de programma's ‘Visueel onderwijs’, ‘Schaken’, ‘Leren denken’, ‘Instrumentele verrijking’, ‘Geïntegreerde creativiteit’, ‘Intelligentie’ en ‘Creativiteit voor het hoger onderwijs’ zullen speciale cursussen voor de ontwikkeling van de intelligentie gegeven worden aan alle leerlingen aan het hoger en gedifferentieerd basisonderwijssysteem voor een periode van vijf jaar: naar schatting 4 235 117 leerlingen voor het schooljaar 1980/1981 en 5 093 315 leerlingen voor het schooljaar 1984/1985.
Met de programma's ‘Creativiteit voor het staatsbestuur’, ‘Nationaal instituut voor coöperatief onderwijs’ (ince) en ‘Strijdkrachten’ zullen meer dan een miljoen mensen rechtstreeks bereikt worden. Bij dit cijfer zijn nog niet al diegenen inbegrepen die zullen profiteren van deze programma's via de communicatiemedia.
Met deze en andere programma's, zoals die onder de namen ‘Showroom voor creativiteit en inventiviteit’, ‘unesco’ en ‘International Labour Organisation’ zal een wezenlijke bijdrage geleverd worden aangaande de totstandkoming van de democratisering van de wetenschap, hetgeen de fundamentele voorwaarde is voor de institutionalisering van een participatiedemocratie, zowel in Venezuela als in alle overige landen in de wereld.
Ik was zeer onder de indruk van de ontmoeting met dr. Margarita de Sanchez, de algemeen coördinatrice van uw programma's. Ook de psychologe dr. Beatriz de Manrique gaf mij een uitgebreid inzicht in het programma ‘Gezin’.
Zoals u weet heeft het programma ‘Gezin’ tot doel het niveau van persoonlijke en maatschappelijke zelfverwerkelijking van de Venezolanen te verhogen, opdat zij kunnen functioneren met de hoogst mogelijke intelligentie, vakbekwaamheid, begaafdheid, gevoeligheid en creativiteit. De algemene doelstelling ervan is om alle Venezolaanse kinderen, via hun respectieve gezinnen, de gelegenheid te geven hun potentiële mogelijkheden optimaal te ontwikkelen, vanaf de prenatale fase tot aan het zesde levensjaar. De opzet hier is de moeders en alle overige volwassenen in de naaste omgeving van het kind les te geven, opdat zij de motivatie en kennis kunnen verwerven die nodig is voor het tot stand brengen van zijn geïntegreerde ontwikkeling. De specifieke doelstellingen zijn de volgende:
| |
| |
• | Het informeren en onderwijzen van Venezolaanse gezinnen betreffende een reeks van beproefde vaardigheden en methodes die betrekking hebben op hoe het kind verzorgd hoort te worden en hoe zijn ontwikkeling te stimuleren. |
• | Vast te stellen wat het meest doelmatige stimulatiemodel voor de Venezolaanse kinderen is, hun sociale en culturele context in aanmerking genomen. |
• | Groepen en organisaties die een sociale verantwoordelijkheid dragen en de gemeenschap in haar geheel bewust te maken van het belang van de noodzaak van het tot stand brengen van de geïntegreerde ontwikkeling van kinderen. |
• | Het samenstellen en analyseren van de specifieke sub-beleids-lijnen en deelprogramma's die te maken hebben met gezin en minderjarigen, als een bijdrage tot de uitwerking van een globale beleidslijn aangaande de geïntegreerde ontwikkeling van Venezolaanse kinderen. |
Het genegenheidsaspect, dat gezien wordt als het positieve bezielende element voor cognitieve ontwikkeling, wordt in aanmerking genomen als een factor van het grootste gewicht.
Dit programma behelst drie subprogramma's:
a. Het Subprogramma voor verspreiding en motivering, dat tracht (1) Venezolaanse gezinnen door gebruikmaking van alle communicatiemedia bewust te maken van het belang van dit programma ‘Gezin’; (2) kennis aan het licht te brengen omtrent vroegtijdige stimulatie en andere aspecten, zoals wettelijke aspecten en op gezondheids- en milieusituaties betrekking hebbende aspecten, met inbegrip van elementen inzake gezinsoriëntatie en seksuele voorlichting voor de specifieke levensfase van de mens lopend van nul tot zes jaar; en (3) de resultaten openbaar te maken die verkregen zijn uit overige subprogramma's.
b. Het Subprogramma voor geïntegreerde stimulatie en educatie, dat op de eerste plaats een geïntegreerd stimulatieprogramma behelst voor de ontwikkeling van het kind. Dit omvat audiovisueel en gedrukt materiaal dat gebruikt zal worden bij de 150 000 moeders die jaarlijks een kind ter wereld brengen in onze landelijke kraamklinieken, ziekenhuizen, gezondheidscentra en medische streekcentra. Tot op dit moment omvat het audiovisuele materiaal drie programma's, elk met een tijdsduur van om en nabij de dertig minuten, die de benodigde informatie bevatten voor het verwezenlijken van de optimale ontwikkeling van de potentiële mogelijkheden van een pasgeboren baby van nul tot drie maanden. De pro- | |
| |
gramma's die aansluiten op de tweede driemaandelijkse levensfase, dat wil zeggen met betrekking tot drie à zes maanden oude baby's, zijn op dit ogenblik aan de gang. Daarnaast zijn zeven microprogramma's met een gemiddelde tijdsduur van elk vier minuten gemaakt. Deze microprogramma's lichten een heel scala van oefeningen en situaties toe die moeders in staat zullen stellen het horen, het zien, de smaak-, tast- en reukzin, het motorische gedrag en de taal van hun kinderen te stimuleren. Het gedrukte materiaal bestaat uit handboeken voor de moeders, waarin uiteengezet wordt wat het te verwachten en normale gedrag van hun kinderen hoort te zijn. Dit vindt op maandelijkse basis plaats gedurende het eerste levensjaar en op halfjaarlijkse basis gedurende de daaropvolgende vijf jaar. Het zal de mogelijkheid bieden om de ontwikkeling van het kind nauwgezet te volgen en te beoordelen.
Dit subprogramma omvat eveneens een trainingscursus voor diegenen die belast zijn met het onderrichten van de moeders. Voor dit doel zal een steekproef van 240 moeders genomen worden. Om het profijt van het programma te kunnen beoordelen, zullen hun kinderen onderworpen worden aan een drie-jarige klassieke (controle- en onderzoeksgroep) longitudinale studie.
c. Het Subprogramma educatie voor een participerende gemeenschap is een informeel educatief programma dat toegepast dient te worden in gemeenschappen. Het is gericht op participatie van leden van een gemeenschap, opdat zij zowel gemeenschaps- als persoonlijke verantwoordelijkheden op zich kunnen nemen met betrekking tot hun eigen welzijn en dat van hun kinderen, en opdat zij een beter gebruik kunnen maken van de middelen die de gemeenschap hen biedt.
Volgend op de uitwerking, uitvoering en beoordeling van deze projecten zal een aantal beleidslijnen worden uitgestippeld die de geïntegreerde ontwikkeling van minderjarigen begunstigt.
Dit programma heeft een zeer groot sociaal bereik, waarvan de gevolgen op korte, middellange en lange termijn nauwlettend in het oog gehouden zullen worden. Daar het deel uitmaakt van een nationale strategie van continue en adequate stimulatie zal het belangrijke veranderingen teweegbrengen die op hun beurt de leefomstandigheden van de mens zullen verbeteren middels een wezenlijk leerproces dat voortkomt uit het basiselement van de maatschappij, het gezin. Het is ook zaak om, als globale en systematische beleidslijn van staatswege, onder het volk gedragingen in de richting van zelfbestuur tot ontplooiing te brengen en te bevorde- | |
| |
ren die de mogelijkheid geven tot een doelgerichter participatie in alle sectoren van het maatschappelijk leven.
Het programma ‘Leren Denken’ zal binnen het onderwijssysteem een specifieke methodologie aanreiken ter ontwikkeling van de intellectuele vermogens van leerlingen. Deze methodologie staat in verband met het analyseren van en het zoeken naar verschillende alternatieven binnen werkzaamheden voor het probleemoplossen, en ook met het tot ontwikkeling brengen van creativiteit. Dr. Edward de Bono, door wie deze methodologie oorspronkelijk ontworpen is, treedt op als adviseur voor dit project, dat een onderzoeksstadium inhoudt, waarvan de eerste fase begin 1980 ingezet is, toen op verscheidene scholen, in de 4e klas van de lagere school, een proefplan begon om het lesmateriaal en de projectmethodologie te toetsen en te evalueren binnen de Venezolaanse context; om de uitwerking van dit programma op de kinderen te analyseren; en om de wijzigingen die noodzakelijk zijn voor de uitbreiding ervan zorgvuldig uit te werken. Dertig onderwijzers, die vervolgens denklessen gaven aan 900 kinderen, werden voor dit proefplan opgeleid.
Op basis van de verkregen resultaten en ten bate van onderzoeksdoeleinden werd voornoemd proefplan uitgebreid en 1300 onderwijzers werden opgeleid in het gebruik van deze methodologie. Genoemde onderwijzers zijn op dit ogenblik bezig met het toepassen ervan bij 40 000 leerlingen.
Er zal een steekproef van tien procent van de gehele groep genomen worden ten einde follow-ups en controles uit te voeren, die het mogelijk zullen maken het welslagen en de resultaten van het project vast te stellen, ook in vergelijking tot het proefplan.
Gelijktijdig werd tegen het einde van 1980 een opleidingscursus voor instructeurs gegeven. Het doel hiervan was om het systeem te veralgemeniseren en het toe te passen op alle openbare scholen. Aldus werden 150 instructeurs opgeleid die, gedurende de eerste paar maanden van 1981, 40 000 extra onderwijzers opleiden, en deze zullen op hun beurt in de eerste vier maanden van het lopende jaar specifieke lessen geven ter ontwikkeling van het vermogen tot creatief, kritisch en dialectisch denken aan 1 200 000 kinderen in het lager onderwijs. Tegen het einde van 1981 zal de methode uitgebreid zijn tot alle onderwijzers voor de eerste zes jaar van het lager onderwijs (100 000 onderwijzers).
Tevens zijn de nodige maatregelen getroffen opdat in 1981 alle docenten en professoren aan universiteiten, instituten en scholen
| |
| |
voor hoger beroepsonderwijs, verbonden aan het ministerie van Onderwijs, eveneens opgeleid zullen worden in het aanwenden van deze methodologie. Momenteel worden te dien einde 85 instructeurs opgeleid. Zij zullen belast worden met de voortgang van het opleiden van alle overige lesgevenden.
Het programma ‘Instrumentele verrijking’ is gebaseerd op een methodologie die ontwikkeld is door dr. Reuven Feuerstein als een strategie ter verhoging van cognitieve ontwikkelingsniveaus, en dus van de leercapaciteiten en prestatieniveaus op school van kinderen die uit minder bevoorrechte culturele en sociale groepen komen. Het programma bestaat uit vijfhonderd oefeningen, verdeeld in ‘instrumenten’. Elk instrument beoogt zowel een bepaalde cognitieve vaardigheid te ontwikkelen, als het verkrijgen van andere voorwaarden om het leerproces te bevorderen. De algemene doelstelling is om een individu met een laag prestatieniveau om te vormen tot een individu dat met betrekking tot stimulusbronnen modificeerbaarder is wanneer het 't hoofd moet bieden aan academische en persoonlijke ondervindingen.
De ontwikkeling van dit programma ‘Instrumentele Verrijking’ is onderverdeeld in drie fasen; de eerste bestaat uit de experimentele toepassing door een groep van veertig onderwijzers, die opgeleid zijn in Israël, van de eerste instrumenten op leerlingen van de vijfde en zesde klas lagere school, ten einde de didactische aspecten van het programma te toetsen en te verifiëren, alsmede de effecten ervan op onze kinderbevolking te analyseren. De tweede fase omvat het opzetten van een trainingscursus voor instructeurs. Door middel van deze cursus werden 84 onderwijzers van diverse openbare scholen in Ciudad Guayana en Caracas opgeleid. Zij brengen momenteel de derde fase van het programma in de praktijk: een proeftest met 3000 kinderen om de methodologie te beoordelen, psychologische tests te standaardiseren, de toename van de academische verrichtingen te meten, en in het algemeen de voordelen van het systeem te analyseren met betrekking tot zowel de leraren als de leerlingen. Het resultaat van dit onderzoek zal het mogelijk maken attitudeveranderingen bij de onderwijzers vast te stellen en de reinforcement- en follow-up mechanismes tot stand te brengen die benodigd zijn voor de verwezenlijking van onze doelen.
De tweede trainingscursus zal in juli 1981 plaatshebben. De opzet ervan is het aanvullen van de instructeursopleiding, opdat tegen de maand september, bij het begin van het volgende school- | |
| |
jaar, een begin gemaakt kan worden met de geleidelijke verbreiding van het programma. Het ministerie van Onderwijs, het federale districtsbestuur en de Corporación Venezolana de Guayana zullen een gezamenlijk aandeel hebben in de uitvoering en financiering.
De doelstelling van het programma ‘Intelligentie’ is gebruik te maken van efficiënte procedures die de ontwikkeling mogelijk zullen maken van die specifieke denkvermogens die kunnen worden verhoogd, zoals perceptief logisch denken, geheugen, tekstbegrip en vocabulaire, strategieën voor het probleemoplossen, inventiviteit en meta-cognitieve begaafdheden. Voor dit doel werd een proefcursus opgezet. Deze zal op diverse openbare scholen in Barquesimeto, in de staat Lara gegeven worden tijdens het schooljaar 1981/1982; het doel ervan is het toetsen en verifiëren van de instrumentele eenheden die de definitieve cursus zullen aanvullen, die zich geleidelijk zal uitbreiden over de rest van de scholen in ons land. Dit programma wordt met medewerking van de Harvard universiteit uitgevoerd, waar een groep geleerden en pedagogen nauw samenwerken met het Coördinatiebureau voor speciale projecten van de afdelingen Begroting en Planning van het Centraal bureau van het ministerie van Onderwijs en wordt financieel gesteund door Petróleos de Venezuela.
Het doel van het programma ‘Visueel onderwijs’ is het opzetten, toepassen en beoordelen van een cursus in visueel onderwijs dat, naast het verscherpen van geheugen en waarneming, het overbrengen van ideeën door middel van visuele waarneming wil vergemakkelijken.
De kinetisch kunstenaar Yacoov Agam treedt op als adviseur bij dit programma dat gefinancierd wordt door de Corporación del Zulia en dat alle Venezolaanse scholieren-in-spé zal omvatten. Wanneer het ontwerpstadium eenmaal afgerond is, kan het programma beoordeeld worden door middel van een eenjarige toetsing die op kleuterscholen in de staat Zulia zal worden uitgevoerd. Afhankelijk van de verkregen resultaten en via de invoering ervan binnen het onderwijssysteem zal de toepassing van het programma uitgebreid worden over het hele land.
Het doel van het programma ‘Schaken’ is het ontwikkelen van de bij het succesvol schaakspelen betrokken zijnde specifieke mentale gesteldheid bij schoolkinderen van zeven tot negen jaar; het opsporen van de geestestoestand die deze denkwijze bij deze kinderen beheerst; en het bestuderen van de wijze waarop deze
| |
| |
functionele schema's benut zouden kunnen worden bij het probleemoplossen met betrekking tot andere terreinen. Schaken vormt een abstracte denkwijze, waarin zeer ingewikkelde problemen worden gesteld en opgelost en waarvan de oplossing bedacht moet zijn voordat die in de praktische zin aanschouwelijk gemaakt kan worden. Het is wetenschappelijk aangetoond dat het spelen van schaak het intellectuele niveau verhoogt, speciaal dat van kinderen.
Dit project wordt in twee fasen uitgevoerd. De eerste bestaat uit een tweejarig onderzoeksproject met afzonderlijke groepen tweedeklassers (7 tot 9 jaar oud) afkomstig van verschillende scholen.
Na de verschillen in iq van de kinderen in de proef- en controlegroep over 1980 geanalyseerd te hebben, kon geconcludeerd worden dat het statistisch significante verschil dat gevonden werd inderdaad toe te schrijven was aan het methodologische schaakonderwijs. Eveneens kon bewezen worden dat schaken een systeem vertegenwoordigt dat voldoende aansporing geeft tot het versnellen van de intellectuele ontwikkeling van kinderen van beide sekse uit alle sociale en economische lagen van de bevolking.
Gedurende 1981 zullen de denkkarakteristieken bestudeerd worden, die door deze kinderen aan de dag gelegd zijn bij het oplossen van schaakvraagstukken, alsmede het gebruik van deze denkkarakteristieken voor het uitbouwen van functionele structuren die op andere terreinen toegepast kunnen worden. Eveneens zal vanaf dit jaar het schaakonderwijs geleidelijk naar alle openbare scholen uitgebreid worden.
Het doel van het programma ‘Geïntegreerde creativiteit’ is het opzetten van een cursus om jonge leerlingen symfonische muziekstukken te leren spelen en om hun creativiteit in muziekschrijven, beeldende vormgeving en dichtkunst te ontwikkelen. Dit programma wordt op dit moment bij wijze van toetsing uitgevoerd bij vierdeklassers van de Nationale School Agustín Aveledo in de wijk Catia van Caracas. Dit eenjarige experiment wordt verricht met medewerking van het Nationaal Jeugdorkest en de hoofddoelstelling ervan is te bewijzen dat ieder normaal mens in staat is tot het aanleren of verwerven van ongeacht welke creatieve vaardigheid binnen een korter tijdsbestek dan tot op heden voor normaal gehouden werd, indien hij maar op de juiste wijze onderwezen wordt. Daarna zal dit programma dan ook geëvalueerd worden ten einde het te verbreiden over de rest van de scholen in het land.
| |
| |
Er wordt aangenomen dat het ontwikkelen van éen bepaalde begaafdheid dat van alle overige aanwakkert en dat meer positieve resultaten bereikt worden wanneer verscheidene begaafdheden tegelijk ontwikkeld worden. Het doel van dit programma is te bewijzen dat het niet noodzakelijk is over andere dan de normale capaciteiten te beschikken om resultaten af te werpen die gewoonlijk uitsluitend buitengewoon begaafde eenlingen toebedacht worden. En dat de leermethode die per afzonderlijk geval gebruikt wordt het fundamentele aspect is, en dat het daarom voor iedereen mogelijk is, door het uitvoeren van op adequate wijze uitgedachte en gecoördineerde plannen, de enorme potentiële mogelijkheden die ieder mens eigen zijn, in concrete handelingen om te zetten.
In het programma ‘Nationaal instituut voor coöperatief onderwijs’ (ince) zullen speciale lessen in het ontwikkelen van intelligentie gegeven worden aan alle door het ince opgeleide arbeiders, een belangrijk deel van 's lands werkende bevolking.
Gedurende 1980 werd een serie lessen gegeven in een drieëndertig colleges omvattende opleiding aan 484 studenten, volgens de methode van het programma ‘Leren denken’. Dit gaf de mogelijkheid tot het toetsen, verifiëren en bijstellen van de gebruikte specifieke methodologie. Vanwege de verkregen positieve resultaten is deze methode uitgebreid, en om die reden zijn diverse instructeurscursussen aan de gang. De verwachting is dat het daarom mogelijk zal zijn deze methode te onderwijzen aan alle studenten die opgeleid zijn aan het ince. Als een eerste stap in de richting van deze doelstelling zullen alle docenten aan het instituut opgeleid worden voor het gebruik van deze methodologie ten einde hun vakbekwaamheid in het lesgeven te vergroten.
Binnen het programma ‘Creativiteit voor het hoger onderwijs’, waarvan de doelstelling is te pleiten voor het opnemen binnen het hoger onderwijs van specifieke lessen gericht op het verwerven van cognitieve vaardigheden die de mogelijkheid geven tot creatief denken, is een cursus opgezet getiteld ‘Stimulus voor de operationele gebieden van het verstand’, welke momenteel wordt uitgetest. Tevens zijn Venezolaanse deskundigen aangemoedigd om colleges op buitenlandse universiteiten te volgen over cognitieve of inventieve processen; colleges die mogelijk denkvaardigheden kunnen ontwikkelen en zeer speciaal die vaardigheden die handelingen op het vlak van het probleemoplossen vergemakkelijken. Dit ten einde vervolgens dergelijke colleges op onze eigen universiteiten en instellingen voor hoger onderwijs door te voeren.
| |
| |
Het programma ‘Creativiteit voor het staatsbestuur’ wordt in samenwerking met het Centraal bureau personeelszaken uitgevoerd en heeft als doelstelling in alle openbare bestuursactiviteiten specifieke methodes door te voeren die de intellectuele vaardigheid van werknemers met betrekking tot probleemanalyse en het zoeken naar nieuwe en andere alternatieven zullen vergroten. Methodes die individuele participatie, communicatiekanalen, slagvaardigheid en in het algemeen gesproken creativiteit en arbeidsmotivatie van de werknemer zullen vergroten. Dit zijn elementen die tezamen een positieve invloed op de slagvaardigheid binnen regeringskantoren beogen te hebben.
In 1980 werd een proefcollege, waarin gebruik werd gemaakt van de methodologie van het programma ‘Leren denken’, gegeven om het te toetsen, te verifiëren en bij te stellen met betrekking tot dit gebied. In eerste aanleg zal het verbreid worden over 30 600 staatsambtenaren verbonden aan de verschillende staatslichamen. Het zal opgenomen worden in het Nationaal opleidingssysteem van het Centraal bureau personeelszaken door middel van een programma van opeenvolgende colleges, die, hopelijk, door alle staatsambtenaren bijgewoond zullen worden.
Met het programma ‘Strijdkrachten’ wordt een geweldige stap gezet in de richting van het aangeven van de nodige mechanismen ter institutionalisering binnen de Venezolaanse strijdkrachten, alsmede het doorvoeren van een programma voor de ontwikkeling van de intelligentie wat nooit eerder gebeurd is. Dezelfde methodologie en hetzelfde systeem die te vinden zijn in het programma ‘Leren denken’ zullen hier gebruikt worden. Het programma ‘Strijdkrachten’ richt zich tot alle onderdelen van deze organisatie en bestrijkt de hele hiërarchische ladder, van soldaten tot officieren. De doelstelling ervan is dat alle onderdelen van de strijdkrachten les krijgen in het leren ontwikkelen van hun potentiële creatieve vermogens. Voor dat doel werden 50 instructeurs opgeleid door middel van een aantal colleges die door professor Edward de Bono gegeven werden. Zij zullen de kern- en basisgroep vormen voor de geleidelijke verbreiding van het systeem.
Dit project zal het voor de onderdelen van onze strijdkrachten, die een wezenlijk bestanddeel vertegenwoordigen van de eenheid aaneengesmeed door de aan ons land eigen zijnde realiteit, mogelijk maken de hoogst mogelijke mentale vermogensgraad te verwerven opdat zij nog meer ten gunste van 's lands geïntegreerde ontwikkeling kunnen handelen.
| |
| |
Het programma ‘Showroom voor creativiteit en inventiviteit’ zal alle personen omvatten die door gebruik van hun verbeeldingsen creatieve vermogen nieuwe technieken ontdekken, iets uitgevonden, projecten opgezet of ideeën uitgewerkt hebben, die wellicht kunnen bijdragen tot 's lands ontwikkeling. De Showroom zal jaarlijks plaatsvinden en onder andere het volgende omvatten: technologische bevindingen en ontdekkingen; nieuwe methodes of systemen die mogelijk van nut blijken voor ongeacht welk terrein van menselijk handelen; een podium voor vrije expressie alwaar opvattingen en ideeën met betrekking tot creativiteit en inventiviteit besproken kunnen worden; een ruimte die specifiek bestemd is voor culturele expressie en een plaats die ten dienste staat aan uitingen van educatieve waarde, waar bezoekers verscheidene creatieve, artistieke, wetenschappelijke of technische manifestaties kunnen bijwonen.
Opdat de internationale samenleving zonder onderscheid zijn waardering kan uitspreken over de resultaten die de reeds lopende programma's afgeworpen hebben, onderhoudt dit ministerie nauwe banden met de unesco om alle betrokken informatie gemakkelijk uit te dragen. Het programma ‘unesco’ poogt informatie te verzamelen over alle bestaande onderzoeken en programma's die verband houden met de ontwikkeling van de menselijke intelligentie. Tevens heeft dit plan tot doel een cursus op te zetten met als onderwerp hoe te leren denken op een creatieve, kritische en dialectische wijze.
Nadat de aansluitende toetsingen zijn voltooid zullen via de unesco de nodige maatregelen voor de geleidelijke en doelgerichte verspreiding van de verkregen resultaten genomen worden.
Met het programma ‘International Labour Organisation’ zijn de nodige stappen gezet om dit lichaam via diens Labour Studies Institute een onderwijsprogramma voor volwassenen uit te laten werken, waarmee beoogd wordt de denkvaardigheid van arbeiders over de gehele wereld te ontwikkelen.
Overeenkomstig de verkregen resultaten uit de in Venezuela te verrichten toetsing en na de daaraan corresponderende bijstellingen in aanmerking genomen te hebben, zullen via de ilo de nodige maatregelen genomen worden ter verbreiding van het systeem naar alle lidstaten.
De uitvoering van dit programma vereist het verrichten van een diepgaande studie aangaande de sociale en economische implicaties die eventueel kunnen voortkomen uit een gecoördineerde ac- | |
| |
tie, welke tracht te komen tot een aanzienlijke versterking van het creatieve vermogen van de arbeiders; en tevens vereist het de instelling van adequate mechanismen voor het bewerkstelligen van de erkenning door staat en internationale gemeenschap van het recht van ieder mens om zijn intelligentie te ontwikkelen.
Al deze programma's zijn opgenomen in een actie voor een ‘éducation permanente’, die zowel binnen als buiten de scholen plaatsvindt; een actie die zich over de volle levensduur van de mens uitstrekt, van de prenatale fase tot de oude dag; een actie die door middel van een leerproces en door de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden in belangrijke mate bij zal dragen tot de verbetering van het goede in het leven van de mens.
Dit is een proces waarbij feitelijk de democratisering van de wetenschap plaatsvindt. Een proces dat alle Venezolanen, zonder onderscheid en vanaf het allereerste levensjaar, in staat zal stellen profijt te trekken uit de voordelen van wetenschappelijke kennis met betrekking tot de ontwikkeling van de menselijke gaven, opdat bereikt kan worden dat ieder mens werkelijk gelijke kansen heeft op alle gebieden van het maatschappelijk leven.
Om voor de hand liggende redenen leek dit het geschikte moment om de lezer eerst een algeheel inzicht te verschaffen in de programma's zoals die opgesteld zijn door uw ministerie. Mijn collega en vriend, de journalist Romesh Thapar, merkte na uw toespraak voor de bijeenkomst van de Club van Rome in 1981 te Caracas op, dat het hem het meeste trof dat Venezuela zich concentreerde op de armen.
Welnu, in wezen richten onze programma's zich op de totale Venezolaanse bevolking. Dit is een democratisch proces. We hebben niet de bedoeling om onze programma's op bepaalde minderheden te richten. Wij zijn er niet in geïnteresseerd de mentale gaven van slechts weinigen te ontwikkelen. Wij zijn geïnteresseerd in de hele bevolking. Onze programma's omsluiten het hele leven van de Venezolanen, vanaf dat ze geboren worden tot zelfs aan hun laatste levensdag.
U gebruikt soms het woord revolutie.
Dat is wat het is. Wat we hier doen is revolutionair. We hebben een begin gemaakt met een ingrijpende hervorming van het onderwijssysteem. Over de hele wereld wordt onder onderwijs verstaan het overbrengen van informatie, feiten, gegevens. Wij vinden dat
| |
| |
onderwijs niet gebaseerd zou moeten zijn op het wat, maar op het hoe en waarom. We moeten de komende generaties leren hoe te leren, hoe te denken. Wij voeren in feite een totaal nieuw vak in via het onderwijssysteem, van kleuterschool tot hogeschool. We krijgen nu een lesuur, dagelijks van maandag tot vrijdag, waarin alle kennis waarover de wetenschap heden ten dage beschikt, waarmee we de in ons aanwezige mogelijkheden kunnen leren ontwikkelen, doorgegeven zal worden. We willen leerlingen leren op een creatieve, kritische en dialectische manier te denken.
Afgezien van wat ik al genoemd heb verspreiden we deze cursussen ook nog onder academisch gevormde beroepsgroepen, zoals advocaten en ingenieurs. We zijn met een heel nieuw programma gestart in samenwerking met General Motors, Venezuela.
Dit is dus ook nieuw.
Dit programma beoogt intelligentie rechtstreeks aan de arbeiders te onderwijzen. We beginnen met een proefprogramma en als we positieve resultaten behalen zullen we het bij andere bedrijven invoeren. De resultaten zullen van belang zijn voor en invloed hebben in grote delen van de wereld.
Voor de ‘barrios’ betekent uw programma een revolutie.
Inderdaad, zoals u zegt gaan we naar de wijkgemeenschappen toe. We gebruiken de media en televisie. We zullen ook op de grootst mogelijke schaal het volwassen volksdeel bereiken. Als we de armen in de wijken, fabrieken en provincies kritisch leren denken, geloven we dat we de grootste revolutie op het gebied van kennisoverdracht maken die men zich zou kunnen indenken. We zijn van plan dit allemaal in een nationaal programma om te zetten. En dit is dan precies wat ik de democratisering van de wetenschap noem.
U bezocht China?
Inderdaad. De Chinezen hebben een speciale groep gevormd voor het bestuderen van de menselijke intelligentie. Drie leden van de groep zijn hier vijf weken geweest. Het waren twee psychologen en een pedagoog. De psychologen waren verbonden aan de universiteit van Peking. De pedagoog aan het Pekinees pedagogisch instituut. We hebben ze alle kennis verstrekt die we bezaten. Ze hebben in al onze programma's en discussiebijeenkomsten meegewerkt en hebben alles bezichtigd. We kunnen verwachten
| |
| |
dat ze het in China zullen toepassen. Ze kwamen hier tenslotte op een officiële missie en dat is een zaak van belang voor de wereld.
De Bulgaren hebben hetzelfde gedaan. Ze hebben een afvaardiging gestuurd met aan het hoofd de onderminister van Onderwijs. Enige van onze mensen en dr. Marguerita Sanchez gaan nu naar Sofia om aan Bulgaarse onderwijzers les te geven.
In Uraguay is een Latijns-Amerikaans Centrum voor menselijke intelligentie opgezet. Dat was een particulier initiatief. Daar zijn verscheidene zeer bekwame mensen die meewerken aan de programma's. Een andere groep is in Argentinië gevormd. Er zullen meer centra volgen. Hun oprichting wordt door onze bezigheden geïnspireerd. Dit werd allemaal spontaan opgezet. We hebben niet getracht ze te beïnvloeden. In Montevideo, Barcelona en aan de Bar Ilan universiteit te Jeruzalem werden leerstoelen ingesteld onder mijn naam.
Hoe omschrijft u intelligentie?
Het is die specifieke gave die mensen in staat stelt denkbeelden te uiten.
Dat is éen manier om het onder woorden te brengen.
Er zijn vele definities. Laten we bedenken wat Binet, de schepper van de iq-tests, heeft gezegd. Hij beschouwde intelligentie als ‘datgene wat met mijn tests gemeten wordt’. En dit was niet enkel een uitvlucht of een ontwijkend antwoord. Ik vind dit een zeer diepgaand antwoord, want wat meten iq-tests in feite? iq-tests zijn domweg onderzoekingen die gedaan worden om iemands vermogen vast te leggen tot het associëren van in het geheugen opgeslagen gedachten. Dat is wat iq-tests eigenlijk zijn. Als datgene wat we meten wanneer we het over iq-tests hebben de gave tot associëren is, dan is intelligentie precies dat vermogen tot associëren.
Hoe staat het dan met intelligentie als het vermogen om te leren?
Een succesvol leerproces wordt juist bereikt door nieuwe associaties, die zichzelf op hun beurt bijstellen en binnen een geïntegreerd proces van almaar ingewikkelder wordende verbanden gepast worden. Het vermogen gedachten met elkaar te associëren is niets anders dan de gave die ontwikkeld kan worden door een systematisch leerproces. Dit is de strekking van mijn opdracht: Het geven aan het grootst mogelijke aantal individuen van zoveel mogelijk kansen, opdat zij díe bijzondere gave kunnen ontwikke- | |
| |
len die eigen aan hun menszijn is.
We willen niet iets nieuws verzinnen. Alles wat we aan het ondernemen zijn, en absoluut alles wat we in de toekomst gaan doen, wordt en zal worden ontwikkeld op streng wetenschappelijke grondslag. Niets wordt op een empirische wijze gedaan. Tegenwoordig is onze wetenschappelijke kennis grondig genoeg om ons te kunnen veroorloven te beweren dat de mens de genetische vermogens die hij bezit kan ontwikkelen. Ze zijn tot nog toe eenvoudigweg niet voldoende ontwikkeld. De potentiële mogelijkheden die inherent zijn aan het menselijk brein overtreffen datgene wat briljante mensen ooit in de loop van hun leven gedaan hebben. Elk mens wordt geboren met een geweldige computer in zijn schedel, die gelijk is aan miljarden van de meest volmaakte computers van onze tijd. We zouden een handleiding moeten opstellen waardoor we een beter gebruik van deze computer kunnen maken. Het onderscheid tussen een zogenaamd genie en een gewoon individu zit 'm niet in de genetische verschillen tussen hen. Het heeft te maken met de manier waarop ze leven, waarbij we ons moeten bedenken dat het leven voor ons begint op het tijdstip dat we verwekt worden.
De mensen beseffen niet dat, net als het hart en de longen, de hersenen op elkaar lijken. Intelligentie is het gebruik dat van die hersens gebruik gemaakt wordt.
U zegt ‘lijken op’ en niet ‘gelijk aan’.
Natuurlijk. Het is tenslotte ook onmogelijk om twee rozen te vinden die precies gelijk zijn. Het is daarom nog veel onmogelijker dat twee stel hersenen aan elkaar gelijk zijn. Van nature komen hun functies overeen. Het is mogelijk medische wetenschap te bedrijven juist omdat alle lichaamsorganen gelijksoortige functies vervullen bij verschillende normale personen. Dat wil zeggen dat binnen die soortgelijke mogelijkheid het leven lang verschillen ontstaan vanwege de verschillende persoonlijke levensomstandigheden. Hoe intelligenter de mensen worden, des te groter hun onderlinge verschillen. Er bestaan meer overeenkomsten tussen twee domme mensen dan tussen twee intelligente mensen. Als de intelligentie van mensen toeneemt, groeit ook het verschil tussen hen. Omdat intelligentie nieuwe gebieden openlegt, grotere aantallen hypothesen mogelijk maakt en aldus de keuzemogelijkheden voor handelen vergroot. De natuur heeft noch superieure noch inferieure mensen geschapen, maar inderdaad mensen die op elkaar
| |
| |
lijken. Uiteraard heb ik het dan over normale mensen.
Op welke manier zou volgens u een ontwikkelde intelligentie van nut kunnen zijn voor de sociale structuur van de samenleving?
Zouden we de conclusie trekken dat een hoger intelligentieniveau leidt tot een hogere graad van sociale onrechtvaardigheid, dan zouden we er ook uit moeten opmaken dat met wiskunde, natuurkunde, scheikunde, geschiedenis, aardrijkskunde of de menswetenschappen hetzelfde bereikt zou worden. Zou deze reden ons afhouden van het lesgeven in intelligentie, waarom dan nog überhaupt in iets lesgeven?
Wanneer de intellectuele ontwikkeling van de mens hem vanuit individueel en collectief standpunt ongelukkiger maakt, zouden we moeten toegeven dat in het algemeen genomen lesgeven een vergissing is. Naar mijn mening voert de waarheid ons tot vrijheid. De maatschappij zal altijd baat vinden bij ware kennis. Maar zouden we de mens beschouwen als een wezen dat van nature en fundamenteel neigt tot het kwade, dan zouden de pogingen om hem intelligenter te maken negatief en totaal onproduktief blijken. Maar zouden we de mens zien als een wezen dat in staat is te kiezen uit goed en kwaad, en dat vrijheid, levenswijze, opvoeding, onderwijs en milieu zijn handelen en leven beïnvloeden, dan zouden we moeten concluderen dat we door de mens intelligenter te maken een bijdrage leveren aan het geluk van de wereld van vandaag en morgen. Dit alles hangt af van de opvattingen die we erop nahouden of koesteren met betrekking tot de mens, maatschappij en geschiedenis. Mijn opvatting is er zeker een van hoop en optimisme.
Het trekt wel de aandacht dat een vooraanstaand opec-land en een op de voorgrond tredende staat in Zuid-Amerika de eerste ter wereld was met het nemen van dit unieke initiatief.
Welnu, president Herrera Campins en ik hebben de vaste overtuiging dat de ontwikkeling van een land samengaat met de wetenschappelijke en technologische ontwikkeling ervan. Wanneer we een blik werpen op de wereldkaart is het duidelijk dat de meest ontwikkelde landen een hoger wetenschappelijk en technologisch peil bereikt hebben. Wetenschap en technologie zijn wezenlijke voorwaarden voor een duurzaam ontwikkelingsproces, en samen met andere uitdrukkingsvormen van de menselijke geest vormen ze een noodzakelijk bestanddeel van de cultuur. Zonder weten- | |
| |
schap en technologie blijft een land altijd cultureel onderontwikkeld, ongeacht hoe briljant diens kunstenaars, schrijvers of musici ook zouden zijn, en ongeacht 's lands historische erfgoed.
De op Harvard of in Moskou gedoceerde wiskunde is gelijk aan die in Caracas of Bogotá. Ook de potentiële capaciteiten van alle studenten zijn volstrekt dezelfde. Waarom komen de meeste Nobelprijswinnaars dan van Amerikaanse en westerse universiteiten en niet van de onze? Naar mijn mening is éen reden ervan dat westerse studenten op heel wat manieren geleerd wordt te denken. Elke ontdekking of uitvinding komt voort uit mentale inspanningen die verricht zijn door creatieve mensen. De belangrijkste factor is te vinden in de verrichtingen van actieve geesten. Hoe rijk we ook zijn...
Bijvoorbeeld aan olie?
Ja, zolang we gebrek hebben aan creatieve geesten zullen we nooit een eigen wetenschappelijke vooruitgang boeken. We moeten de denkvaardigheden ontwikkelen van de Venezolaanse studenten en van alle studenten ter wereld. Als we in dit opzicht niet op wereldschaal aan het werk gaan, zullen we nooit een werkelijk geïntegreerde ontwikkeling tot stand brengen en steeds afhankelijker worden, zelfs zodanig dat we misschien daardoor onze nationale vrijheid en identiteit in de waagschaal stellen. Als de ontwikkelingslanden niet krachtig gebruik maken van het recht op intelligentie, dan hebben ze straks geen andere keuze dan te berusten in het feit tot in lengte van dagen en voor onbepaalde tijd gekoloniseerd te worden.
Beschikt uw ministerie over voldoende middelen?
Ik ben een minister van staat zonder portefeuille. Ik heb niet de beschikking over een budget en heb daar geen behoefte aan. Ik beschik niet over een bestuursstructuur waar ik op terug kan vallen en heb daar geen behoefte aan. Ik wil ook geen lichaam in het leven roepen dat parallel loopt aan reeds bestaande lichamen. Ik ben me er zeer wel bewust van dat het voornamelijk mijn taak is te trachten anderen tot daden te brengen, of werkzaamheden aan te moedigen die uitgevoerd zullen worden via permanente maatschappelijke lichamen, zowel publieke als particuliere. We werken met veel vrijwilligers.
|
|