Max verkoopt ingestudeerde leugens
Minister van Staat en oud-bewindsman op Buitenlandse Zaken Van der Stoel deed zijn Gladioclub- reputatie van gladjanus eer aan in de Haagse rechtszaal. Ook over hem ben ik over de jaren de nodige boevenstreken aan de weet gekomen. Een ervan voltrok zich in 1974 in Moskou, toen hij opdracht gaf mij als medewerker van een NOS-televisieteam niet de ambassade binnen te laten. Ik trok me van het ministeriële verbod natuurlijk geen mieter aan en wandelde, tot consternatie van zijn medewerkers, de ambassade in.
Ter voorbereiding van de Haagse zitting had Max zich door voormalige medewerkers het geheugen laten opfrissen. Ongeveer hetzelfde als om kardinaal Simonis te laten bevestigen dat Jezus waarlijk uit de maagd Maria is voortgekomen. Van der Stoel debiteerde dus bij mr. B.C. Punt de door ambtenaren gesouffleerde onwaarheden, opdat hij door de advocaten van Van Mierlo veilig door deze woeste baren heen geloodsd zou kunnen worden. Ik vond het aperte gelieg van de oud-minister niet om te pruimen en riep hem op een gegeven moment toe, dat hij ingestudeerde leugens zat te verkopen. De man raakte buiten zichzelf van woede. Zo'n razernij was niet eerder in de residentie vertoond. Sommige ministeriële tirades werden ook op televisie vertoond. Hij eiste dat ik mijn woorden terugnam of hij zou procederen. ‘Ach, mijnheer Van der Stoel,’ zei ik, ‘wie de schoen past trekt hem aan.’
Intussen eisten voorzitter Ron Abram van de nvj - mijn journalistenvereniging, waar ik sinds 1960 lid van ben - en Hans Verploeg, algemeen secretaris, dat ik Van der Stoel mijn verontschuldigingen zou aanbieden. ‘Weet je wel,’ aldus abram, ‘dat Max