Gesjeesd: dus naar Brussel
Op 15 december 1992 vertrok Hans van den Broek op stel en sprong naar Brussel. Waarom? ‘Als donderslag bij heldere hemel’, aldus Rob Meines in nrc Handelsblad, die er als politiek redacteur in Den Haag ook geen touw aan vast kon knopen. Dat komt omdat de Haagse horde journalisten, wat de Amerikanen junk journalism (rommeljournalistiek) noemen bedrijven.
De heibel over het vertrek van ambassadeur Eduard Roëll uit Pretoria ligt nog vers in het geheugen. Er werd van binnenuit het ministerie van Buitenlandse Zaken, door een controverse tussen Van Mierlo en diens secretaris-generaal Van den Berg, naar nrc Handelsblad gelekt. Onder Hans van den Broek en secretaris-generaal Bot ging dit anders. Waarom lazerde de minister in 1992 op stel en sprong naar Brussel op? Was de verdwijning van deze minister - wat nog iets anders is dan overplaatsing van een ambassadeur - eveneens de uitkomst van directe bemoeienissen van Beatrix? Dat bleef wèl geheim.
• hans misbruikt koningin...
De Koningin had een spoeddecreet moeten tekenen om de door Den Haag gesponsorde terrorist Klaas de Jonge, die zijn Nederlanderschap had verloren door in vreemde overheidsdienst te treden, weer tot haar onderdaan te bombarderen. Hiermee kon een proces in Pretoria voorkomen worden, waarbij zou zijn aangetoond dat De Jonge vier Nederlandse paspoorten had om door Moskou geleverde kleefmijnen en ander wapentuig Zuid-Afrika binnen te brengen, teneinde blanke boeren op te blazen. Een koninklijke handtekening voor een wapensmokkelaar? Waarom werden vervolgens miljoenen gespendeerd om Klaas de Jonge moederziel alleen in een afgedankt ambassadegebouw in Pretoria voor de Zuidafrikaanse Justitie afgeschermd te houden? De Majesteit was door Van den Broek misbruikt om een internationaal incident rond een Nederlandse regering betrokken bij terreuracties in Zuid-Afrika, tijdig te voorkomen. De Koninklijke Marechaussee zond twee dienders als bewaking van De Jonge naar Pretoria, die spoedig constateerden dat wat op de Nederlandse ambassade gebeurde onder ambassadeur Hugo Carsten en diens tweede man Hendrik Baron Bentinck van Schoonheten, niet door de beugel kon. De Koninklijke Marechaussee stelde hierover een voor Buitenlandse Zaken in hoge mate bezwarend rapport op.
Op 19 september l.l. heeft mijn advocate Ellen Pasman de oud-bewindsman over deze affaire vragen gesteld. Van den Broek herinnerde zich geen gesprek van een uur te hebben gehad met een van de bewakers van Klaas de Jonge, de marechaussee Harry de Jong. Ook herinnerde Van den Broek zich elf jaar later niet meer dat er een rapport van de Koninklijke Marechaussee over de gang van zaken was geweest. ‘Het is mogelijk dat ik het onder ogen heb gehad’, wilde hij slechts kwijt. Jos Slats, toen bij de Volkskrant, heeft het rapport formeel bij Buitenlandse Zaken opgevraagd, maar stuitte net als ik op mr. P.G.L. van Velzen, de beroepsvervalser en verdonkeremaner van het ministerie, die weigerde dit document ter inzage te geven. Geen wonder dat de Nationale Ombudsman, mr. M. Oosting, in dit verband, bij zoveel overheids-geheugenverlies en bedrog met een geheel onwaar ‘rapport’ over de affaire is gekomen. Dat document - vooral de landsadvocaat heeft er een handje van er in de procedure mee te zwaaien, waarmee hij zich alleen nog maar belachelijker maakt - raakt kant noch wal.
In 1992 hoepelde Van den Broek om niet verder uitgezochte redenen - noch door het parlement, noch door de vermaledijde media - op naar Brussel, zoals wel meer ‘overbodig geworden’ heren in de hoofdstad van Europa worden gedumpt (Luns, Van Eekelen, Andriessen, Mansholt, bijna Lubbers, etcetera.) Is Brussel onverhoopt vol, dan verhuizen deze types naar de Raad van State en worden daar bijgezet tot de laatste ademzucht.
• uitzetting...
De afgelopen tien jaar zijn er twee Nederlanders uitgewezen uit Zuid-Afrika: Klaas de Jonge, die voor Moskou en het anc werkte, en ik. Beiden tijdens het regime-Lubbers-Van den Broek. Voor De Jonge had de Staat miljoenen over om hem uit handen van de Zuidafrikaanse Justitie te houden. Over mijn uitzetting in 1992 stelden de Kamerleden Jurgens, Stoffelen (beiden PvdA) en Wolffensperger (d66) vragen aan Van den Broek. Op 28 september 1992 antwoordde premier Lubbers, namens de minister, niet te weten om welke redenen ik uit Zuid-Afrika was gezet. Is hij er na verloop van tijd achter gekomen? In 1994 nam Lubbers mij mee terug naar Pretoria, samen met Kok en Kooijmans. Wat had hij ontdekt omtrent die uitzetting? In 1996 reisde ik in de persgroep met koningin Beatrix terug naar Pretoria. Lubbers en Beatrix namen niet Klaas de Jonge mee, maar mij. Om dit verder uit te diepen zal Lubbers naar de rechtszaal teruggevraagd worden, en desnoods ook Van den Broek, om achter de feiten en de waarheid te komen.
Tot dusverre zigzagde Lubbers, onder ede, tussen mij helpen en pogingen zijn oude kameraden in de politiek en op de ministeries niet te veel af te vallen. Van den Broek gedroeg zich - onder ede - als een ordinaire bedrieger. Het ministerie zou mij onder zijn leiding nooit een strobreed in de weg hebben gelegd. Daarom was er volgens Van den Broek geen enkele reden voor een proces van mij tegen Buitenlandse Zaken. Van den Broek noemde mijn gevecht een ‘non-affaire’. ‘Als de naam van Oltmans op het ministerie ter sprake kwam,’ aldus zijn leugenachtige verklaring, ‘was de reactie daarop meestal van ach en wee en schouderophalen.’ Hij zal gaan betreuren zo grof in de rechtszaal gelogen te hebben.