Mijn vriend Sukarno
(1995)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
Jakarta (4)de uren, dagen, maanden en jaren volgend op Suharto's greep naar de macht in 1965 behoren tot de donkerste dagen uit de Indonesische geschiedenis. Geen der koloniale oorlogen, ook niet het gevecht in Atjeh, geleid door generaal Van Heutsz, noch de slachtingen aangericht door Japanners of de Nederlandse kapitein ‘Turco’ Westerling kunnen ook maar worden vergeleken met het bloedbad dat door Suharto en de zijnen is ontketend om ‘linksdenkend’ Indonesië uit te roeien. In het moderne Azië werd het afslachten van mensen slechts overtroffen door Mao Tse-tung in China en Pol Pot in Cambodja. De kans genocide op het eigen volk te plegen werd hem door Washington op een gouden presenteerblad aangeboden, waar trouwens ook de wapens voor en de financiering van de coup vandaan kwamen. Hitler beschikte over een uitmuntende vechtjas, maarschalk Erwin Rommel; George Bush, de eerste Amerikaanse president uit CIA-gelederen gerekruteerd, zond generaal Norman Schwarzkopf naar Irak. Ook Suharto beschikte, eigenlijk door toeval, over een uitzonderlijk begaafde koppensneller, die generaal Sarwo Edhie heette. Op 1 oktober 1965 meldde Edhie zich bij Suharto, die schreef dat hij op zijn hoofdkwartier aan het ijsberen was, in het bijzijn van generaal Nasution, die zijn gewonde voet op een tafel liet rusten. Generaal Edhie stelde voor nog diezelfde nacht de vhegbasis Halim aan te vallen. ‘Jij laat er geen gras over groeien,’ was het commentaar van generaal Nasution. Suharto: ‘Ik draaide mij om, stak mijn wijsvinger naar Edhie uit en zei: “Meteen aan de slag”.’Ga naar voetnoot1. Dan beschrijft Suharto hoe generaal Edhie midden in de nacht met 600 man op naar Halim trok. Dat was het begin van de sa- | |
[pagina 192]
| |
menwerking tussen de coup-generaal en diens yoornaamste PKI-beul. Want het vernietigen van links bleef Suharto's primaire doel. Suharto vertelde hoe hij zich de politieke oplossing van de coup voorstelde. Hij sprak er die dagen met Bung Karno over op het Istana Merdeka. ‘Als meneer de president nu officieel bekend maakt dat de PKI ontbonden en verboden is, geloof ik, dat de studenten hun acties (tegen u) zullen beëindigen.’Ga naar voetnoot2. Deze passage duidt op regelrechte chantage. Het leger organiseerde en financierde zogenaamde studentenprotesten met kreten als ‘Hang Sukarno!’, maar tegen de president stelde hij het voor alsof die beledigende demonstraties spontaan uit het volk voortkwamen en vanzelf gestopt zouden worden mits het staatshoofd maar aan de onverkorte eis zou voldoen de PKI buiten gevecht te stellen. Hij wist, de smiecht, dat Bung Karno in geen duizend jaar aan zijn voorstellen gevolg zou kunnen geven. Sukarno was als staatshoofd verantwoordelijk voor alle burgers in het land, ook de PKI en links-georiënteerden. Nasution en Suharto waren feitelijk, met hun bewezen CIA-connecties, huurmoordenaars voor de Amerikanen. Daar kwam de impasse in 1965 op neer. Sukarno riep zijn generaal toe: ‘Nu begin je weer over een politieke oplossing. Daarnet zei je nog dat je mijn leiderschap respecteerde.’ ‘Onwankelbaar Pak,’ antwoordde de generaal aan de opperbevelhebber. ‘Voer dan mijn bevelen uit,’ aldus citeerde Suharto zijn president zelf in zijn eigen herinneringen. (pagina 120) ‘Ik gafgeen antwoord. Ook Bung Karno zweeg,’ aldus de coup-generaal. De president zweeg omdat hij maar al te goed wist met wie hij had te maken. Suharto zweeg omdat zijn bevelhebber hem schaakmat had gezet. De meeste legers in de wereld beschikken over discipline en een militaire hiërarchie, waarbij het de gewoonte is, dat van soldaat tot en met generaal bevelen die van boven komen stipt worden uitgevoerd. Met het aan de macht komen van deze Suharto ontstond, althans in Indonesië, de ongebruikelijke situatie dat de aan Sukarno ondergeschikte generaal Oostindisch doof bleek voor alle opdrachten, die hem door zijn opperbevelhebber werden gegeven tot het moment in 1967, dat | |
[pagina 193]
| |
Suharto het moment gekomen achtte zijn hoogste commandant regelrecht in vrijwel totale isolatie te plaatsen en ‘zijn geliefde vader’ dood te laten treiteren. Terwijl Suharto met Bung Karno redekavelde over het wel of niet voortbestaan van de PKI, ontvingen intussen generaal Sarwo Edhie en consorten plein pouvoir om op Sukarno-aanhangers en communisten te gaan jagen. Ook over die opdracht liet Edhie geen gras groeien. De secretaris-generaal van de PKI, D.N. Aidit, die vanuit Halim met een luchtmacht-Dakota naar Midden-Java was gevlogen werd verraden en standrechtelijk gefusilleerd. Naar verluidt had Aidit nog geëist, dat men hem eerst naar Bung Karno zou brengen.Ga naar voetnoot3. Hij zou een verklaring van 50 pagina's hebben ondertekend, waarin hij volgens Brackman onder meer bekende: ‘De hoogste verantwoordelijkheid voor wat op 30 september gebeurde ligt bij mij, Aidit.’Ga naar voetnoot4. Het moet onwaarschijnlijk worden geacht, dat Aidit een dergelijk document vrijwillig heeft ondertekend. Trouwens, als dit inderdaad het geval was geweest zou Suharto de eerste zijn geweest het document wereldkundig te maken, omdat daarmee zijn heksenjacht op PKI'ers begrijpelijker zou zijn geworden. Nu weet men, dat Aidit op 1 oktober onmiddellijk naar Halim ging om de president duidelijk te maken, dat de Partai Kommunis Indonesia buiten de actie van kolonel Untung stond. Het militaire regime liquideerde in snel tempo een hele reeks top-PKI-leiders als Njoto, Lukman, Sakirman en vele anderen. De kolonel van de Tjakrabirawa-paleisgarde, Untung, die de leiding bij het arresteren van de hoge officieren in de nacht van 30 september 1965 had gehad, werd ergens tussen Surakarta en Semarang uit een bus opgevist en natuurlijk later eveneens geëxecuteerd. Zijn laatste woorden waren niet ‘leve de PKI’ maar HidupGa naar voetnoot5. Bung Karno, waarmee hij andermaal aangaf dat het om een actie was gegaan die de president diende te beschermen tegen het verraad van omgekochte Indonesische pro-CIA-generaals. | |
[pagina 194]
| |
In Cambodja werden de rollen omgedraaid. Na de nederlaag van de Amerikanen in Zuidoost-Azië was er in Pnom Penh geen plaats meer voor de lokale Suharto, maarschalk Lon Nol. Hij versleet zijn laatste jaren dus op Hawaï. Ook de bij Suharto vergeleken mini-corruptor Ferdinand Marcos van de Philippijnen zou na de coup in Manilla naar Hawaï uitwijken en daar sterven. President Sukarno zei op 6 juni 1970, zijn 69e verjaardag en slechts enkele weken voor zijn overlijden, tegen zijn dochter Rahmawati Sukarnoputri, dat in zijn ogen Suharto de Lon Nol van Indonesië was. Het zou het laatste schot in de roos van de eerste president van Indonesië zijn dat tot dusverre van hem bekend is geworden. Op 11 maart 1966 tekende president Sukarno na rijp beraad de zogenaamde Super Semar, een presidentiële brief waarbij de uitvoerende macht onder een aantal in detail gespecificeerde voorwaarden door de president aan Suharto werd overgedragen. In diens autobiografie vermeldde de generaal, dat de opdracht van de president luidde, dat hij alle maatregelen mocht nemen om de rust en veiligheid alsmede de stabiliteit van de regering en het verloop van de revolutie te waarborgen. Ook diende Suharto in te staan voor het persoonlijk welzijn en het gezag van het wettige staatshoofd, Bung Karno. Suharto zegde toe ‘alle aanbevelingen van de Grote Leider van de Revolutie ten uitvoer te zullen brengen’.Ga naar voetnoot6. De generaals Basuki Rahmat, M. Yusuf en Amir Machmud hadden deze Super Semar in geduldige gesprekken met Bung Karno zorgvuldig voorbereid. Suharto vroeg hen Bung Karno zijn groeten over te brengen en wanneer de president zijn handtekening zou zetten en hem het vertrouwen gaf een einde aan de onzekere toestand in het land te maken, dan kon hij er op rekenen, dat zijn bevel naar de letter zou worden uitgevoerd. En wat deed meneer Suharto in plaats daarvan? Terwijl de inkt van de presidentiële handtekenirig nauwelijks droog was kondigde hij - nota bene in naam van de wettige president - op 12 maart 1966 presidentieel besluit No. 1/3/1966 aan, waarbij hij lijnrecht tegen de instructies en de wil van Bung Karno in de Partai Kommunis Indonesia buiten de wet stelde en op de plaats rust ontbond. | |
[pagina 195]
| |
In zijn autobiografie noteerde Suharto: ‘De wens van het volk dat de PKI zou worden ontbonden was vervuld.’Ga naar voetnoot7. In werkelijkheid had hij de wens van Washington en de CIA naar de letter vervuld en was zijn hoogverraad jegens Bung Karno en de natie voor de geschiedenis van Indonesië totaal. Ernst Utrecht wees op een aanvullend aspect van hoe de president in de val was gelokt om zijn handtekening te zetten. Bij de onderhandelingen over de tekst van de Super Semar had men hem gewaarschuwd, dat er een levensgevaarlijke situatie in de strijdkrachten was ontstaan, waarbij rechtse militairen en linkse militairen opnieuw op het punt stonden, ditmaal in de vorm van een volledige burgeroorlog, elkaar in de haren te vhegen.Ga naar voetnoot8. Sedert het begin van de coup in 1965 hadden tal van Sukarno-getrouwe generaals en admiraals Bung Karno hun steun betuigd en hem menigmaal gevraagd: ‘Geeft u ons het bevel en we vernietigen de verraders.’ Schout-bij-nacht Muljadi hield Suharto recht in zijn gezicht voor ogen: ‘Als Bung Karno zou besluiten uit eigen wil af te treden, is dat ok. Maar wanneer hij voor een militair tribunaal ter verantwoording zou worden geroepen, zoals geruchten de ronde doen, dan zal de marine toeslaan en de oorlog verklaren.’ Ook de commandant van de politie, generaal Sutjipto Judodihardjo vroeg Suharto op de man af: ‘Waarom hebt u dat pornografische boek laten samenstellen?’ waarmee hij doelde op een rapport van het Suharto-regime over beweerde politieke, economische en morele overtredingen van de wet door president Sukarno.Ga naar voetnoot9. Bapak zei in die dagen tegen mevrouw Dewi Sukarno: ‘Ik ben nu even ver als in 1945, toen dit land werd opgericht. Ik zal van voren af aan moeten beginnen.’ Emile van Konijnenburg keerde uit Jakarta terug en vertelde me: ‘Nu wordt er in Indonesië met revolvers op tafel geknokt. Vroeger speelde men het spel subtieler, in de aanwezigheid van mooie vrouwen, een goede maaltijd en een feestje.’ Hij vervolgde: ‘De president heeft nog altijd geen beeld van wat er precies is gebeurd de nacht van 30 september en welke | |
[pagina 196]
| |
voetzoeker het eerst is afgegaan. Suharto gaat door met Bapaks vrienden te arresteren zoals nu weer generaal Djamin Ginting, generaal Mursid en luitenant-kolonel Sudarmo, die zou hebben getracht Sukarno-getrouwe studenten de straat op te krijgen. De president heeft gezegd dat de profeet Mohammed ook veel beledigingen kreeg te incasseren en pas later tot tegenactie was overgegaan.’ Pak Kelintji achtte de kans op een succesvolle tegenactie tegen de Suharto-kliek met de dag kleiner worden. Op 17 augustus 1966 zou president Sukarno zijn laatste grote rede uitspreken ter gelegenheid van de herdenking van het uitroepen van de onafhankelijkheid. Voor hen die hem trouw waren gebleven moet het een trieste gebeurtenis zijn geweest. ‘Eindelijk, eindelijk, eindelijk - zeggen sommigen - er is een staatsgreep tegen Sukarno geweest. President Sukarno is beroofd van zijn macht. Zijn handen zijn gebonden door een driemanschap bestaande uit generaal Suharto, Sultan Hamengku Buwono IX en Adam Mahk,’ riep hij uit. Maar in werkelijkheid was het inderdaad de 21e en laatste keer, dat hij de jaarlijkse troonrede zou uitspreken. Hij refereerde aan de Super Semar van 11 maart 1966 welke door Suharto eenzijdig als een overdracht van de macht was geïnterpreteerd. ‘Het was geen overdracht van gezag,’ aldus de president. ‘Het was een veiligheidsorder. Het was een richtlijn om het functioneren van de regering te garanderen: dat waren mijn woorden toen ik het nieuwe Dwikora-kabinet installeerde. Bovendien was het een richtlijn voor het verzekeren van de persoonlijke veiligheid van de president. Een richtlijn om een aantal zaken veilig te stellen en generaal Suharto heeft deze richtlijnen goed uitgevoerd.Ga naar voetnoot10. Maar het ging niet om een overdracht van gezag!’ ‘Iedereen heeft het bij het verkeerde eind,’ vervolgde Bung Karno, ‘ook vandaag op de onafhankelijkheidsdag hebben zij het aan het verkeerde eind. Sukarno is nog steeds president. Sukarno is nog steeds de grote leider van de revolutie. Sukarno is nog steeds de minister-president. Sukarno staat hier nog | |
[pagina 197]
| |
steeds op het platform.’ Hij zette alles op alles om de indruk te geven, dat de situatie bij het oude was gebleven, maar vrijwel alle aanwezigen beseften dat de werkelijkheid radicaal anders was geworden. Bung Karno was op 17 augustus 1966 nog slechts in naam president. Het was een kwestie van tijd, dat de wettige en administratieve overdracht van de macht eveneens een feit zou zijn. Bapak sprak voor de laatste maal het volk toe aan de hand van eigen opvattingen over de toekomst van het land. Suharto zat er bij en dacht ‘klets maar raak’. ‘Hoe barbaars is het imperialisme in Vietnam,’ riep Sukarno. ‘Met welk recht doet het imperialisme deze dingen in Vietnam? Met welk recht doodt, verbrandt, bombardeert en verspreidt het imperialisme napalm, met welk recht wordt al het moois in die streken vernietigd?’ Een dijk van Indonesische generaals, die allang tot de conclusie waren gekomen, dat Washington gelijk had en het communisme in Vietnam met man en macht diende te worden tegengehouden, zaten op de trappen van het paleis naar de woorden van hun opperbevelhebber te luisteren en dachten eveneens ‘klets maar raak’. De generaals, die het met Bung Karno eens waren zwegen, en anderen waren gearresteerd of vermoord. Keer op keer hadden zij de president gevraagd hen het bevel te geven om de pro-Amerikaanse kliek rond Suharto te vernietigen. Steeds weer meende Bung Karno dat hij met musjawarah en mufakat de revolutie weer in acceptabele banen zou kunnen leiden, maar hij had met een nieuwe generatie branie-officieren te maken, die zich door de ‘ouwe heer’ niet langer de wet lieten voorschrijven. ‘Wat is het nut van onze onafhankelijkheidsproclamatie, wat is het nut van fraaie woorden in de preambule van onze grondwet, als wij zwijgen over de wreedheid in Vietnam en niet onomwonden en zonder voorbehoud zouden protesteren tegen de Amerikaanse oorlog in Vietnam en deze zouden veroordelen?’ aldus Bung Karno. ‘Ik smeek Amerika! Verlaat Vietnam! Alsjeblieft Amerika, ga alsjeblieft weg uit Vietnam. U zult niet in staat zijn de kwestie Vietnam op te lossen op de manier die nu wordt gevolgd. U zult uiteindelijk worden verslagen!’ aldus de profetische woorden van president Sukarno in 1966. Een groep van zijn eigen generaals was bezig samen met Washington en de CIA hem als staatshoofd van Indonesië | |
[pagina 198]
| |
weg te masseren in het strategisch militaire belang van de Vietnamoorlog, welke inderdaad acht jaar later, en na miljoenen slachtoffers meer, in een totale debâcle voor Washington en de CIA zou eindigen. ‘Ik ben uw grote leider. Volg mij en gehoorzaam mijn richtlijnen. Ik ben niet ambitieus. Ik streef niet naar persoonlijk gewin. Ik word niet gedreven door eigenbelang. Ik wil u alleen maar de weg wijzen, altijd met u zijn, nooit zonder u. Samen met u sta ik rechtop! Zonder u ben ik niemand.’ Velen zullen moeite hebben gehad ondanks alles wat er in één jaar tijd in het land was gebeurd hun tranen te onderdrukken. Zij moeten hebben beseft, dat hun president in twaalf maanden het grootste gedeelte van de weg naar ‘niemand’ reeds had afgelegd. Hij had gelijk en zou ook door de historie in het gelijk worden gesteld, dat de Amerikanen zouden worden verslagen. Ook het massale bloedbad tegen links, het afhakken van hoofden van communisten en het smijten van hun resten in de rivieren van Indonesië door Sarwo Edhie en door Suharto's para's en commando's, zou vijfentwintig jaar later tegen het licht van de ontwikkelingen in de wereld, en in Azië, andermaal blijken het werk van misdadigers te zijn geweest. Bung Karno bepleitte samenwerking op voet van gelijkheid met links en de PKI, dat was de betekenis van zijn NASAKOM-concept. Suharto en de zijnen besloten links en de PKI uit te roeien. Het Britse blad The Economist beraamde het aantal doden in Indonesië als gevolg van Suharto's beleid op één miljoen. Pol Pot in Cambodja, die het overigens op ‘rechts’ had gemunt, zou zelfs Suharto hebben overtroffen en twee miljoen burgers hebben afgeslacht. Washington roept thans, dertig jaar later, dat Pol Pot wegens het schenden van mensenrechten en genocide, zoals de Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic en generaal Radko Mladic, voor het Internationale Hof van Justitie in Den Haag moeten worden gebracht. En Suharto dan? Hèm brengt de koninklijke familie in 1995, alsof hij nooit de grootste massamoordenaar uit de Indonesische geschiedenis is geweest, een staatsbezoek.Ga naar voetnoot11. | |
[pagina 199]
| |
Sukarno's weg was die van doorgaan met de PKI samen te werken, niet massaal hun hoofden te gaan afhakken, omdat zij andere idealen nastreefden. Vreedzame coëxistentie zou op den duur moeten uitwijzen, welke route Indonesië en de regio van Zuidoost-Azië zouden gaan volgen ter verbetering van het lot van alle mensen. Suharto zou in 1967 de winnaar in de machtsstrijd tussen beide mannen zijn. Maar de geschiedenis zou Sukarno in het gelijk stellen. |
|