Memoires 1996-B
(2020)–Willem Oltmans–
[pagina 117]
| |
Pretoria29 oktober 1996Christo Landman verscheen al om 12:00 uur in het Grand Plaza Holiday Inn en samen met Peter Nicolaï hebben we er een uur overleg op het terras op zitten. Christo liet doorschemeren dat hij twijfelde of hij er wel goed aan gedaan had deze operatie te zijn begonnen. Vooral omdat er toch 20.000 gulden nodig was voor een zekere anc-er Shabalala, wiens broer op het ministerie van Buitenlandse Zaken werkte. Toch vertelde hij ons intussen zeer veel en schetste daarbij van alles op vellen papier. Soms herinnerde hij zich geen pertinente namen, die Peter wilde weten, en soms kletste hij stuurloos in cirkels rond. Wat later belde hij me op de kamer dat het voor hem toch een te groot risico was om bepaalde stukken af te geven. Hij twijfelde nu ook of Shabalala nog wel bereid was documenten bij zijn broer te jatten. Hij vroeg of het dan nog wel zin zou hebben dat hij naar Den Haag zou komen om te getuigen. Ik doorzag het spel van de prijs willen opdrijven en zei: ‘Nee, in dat geval zeker niet.’ Ik vroeg me ondertussen wel af waarom hij dit deed. Om de spanning erin te houden? Waarom had hij dan het beëdigde document van ambassadeur Louw gegeven, waarin staat dat Nederland dreigde de nis-man op de ambassade eruit te gooien als ze mij niet uit Zuid-Afrika zouden weren?Ga naar voetnoot128 Christo vertelde ook hoe eertijds een generaal en twee bvd'ers de ambassade in Den Haag bezochten om mij volledig zwart te maken. Dit is nogal een uitspraak van Landman die toen de plaatsvervangend ambassadeur van Zuid-Afrika was. Soms zei Christo Landman dat we hem nooit meer zouden zien als er ook maar een woord van wat we bespraken naar buiten kwam. Anderzijds benadrukte hij dat alle kranten gisteren nog berichtten dat de examens voor middelbare scholen overal van te voren te koop waren geweest, wat aantoonde hoe totaal corrupt het land was geworden. En daar konden we dus een graantje van meepikken. Maar we dienden wel te beseffen dat het in bezit hebben van geheime documenten, in strijd met | |
[pagina 118]
| |
de wet was. Bij het afscheid nemen zei ik er best 20.000 gulden voor over te hebben, als hij werkelijk cruciale documenten kon leveren, opdat wij eindelijk konden aantonen wat Den Haag ook in Pretoria tegen mij had ondernomen. Hij zei me even naar de overkant te gaan om koffie te halen. Toen ik terugkwam op mijn kamer, gaf hij me een briefje. ![]() Ik aarzelde nog over ‘services rendered’ maar dacht: nu doorpompen, ging het kopiëren en ondertekende het. Tijdens het diner hebben Peter, Ellen en ik intensief nagepraat. Het effect van zigzaggende getuigen, is dat ook de advocaten gaan zigzaggen. Ik denk dan maar aan een ding: het roer rechthouden. Peter ziet steeds meer de betrokkenheid van inlichtingendiensten, die hun eigen stokpaardjes berijden, geheel buiten regeringen en ministeries om. Dat is de thesis van David Wise en Thomas Ross uit 1961, van ‘operations within goverments that no-one controls’, waar Amerika in is gespecialiseerd. Dat was volgens Nicolaï ook de reden dat Lubbers en anderen, die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor deze idioten, ze niet al teveel voor het hoofd willen stoten. Nadat Nicolaï had gezegd dat het tijd werd via een kort geding een voorschot op mijn schadevergoeding te vragen, kreeg hij een inval. ‘Ik ben er zeker van dat Verploeg jou gaat aanklagen voor laster via het kantoor van Doeleman.’ ‘Doet hij dat dan met Kemper?’ vroeg Ellen. Maar ik zei hun dat Verploeg met zoveel woorden al had geschreven dat hij mijn zonden vergeven heeft. ‘Dat doet hij nooit,’ zei Ellen, ‘maar procederen, zal hij ook niet doen.’ ‘I couldn't care less, hij gaat zijn gang maar.’ | |
[pagina 119]
| |
JohannesburgDe treinreis werd een vervelende ervaring. Bij Germiston verlieten veiligheidsbeambten en conducteurs de trein. Als enige blanke in een trein vol zwarten voelde ik me ongemakkelijk, dus ik stapte uit bij Commissioner Street waar ik met veel moeite een taxi vond. Uiteindelijk kwam ik om 16:40 uur in Hillbrow aan. Peter was alleen thuis en ik gaf hem meteen alles wat ik voor hem had meegebracht. Het was allemaal zeer plezierig. Toen Edwin thuiskwam, maakte hij eten voor ons en we hebben in een aangename sfeer tot 23:00 uur zitten praten. | |
31 oktober 1996Translux bus naar PretoriaOm 08:10 uur was ik bij Rotunda waar ik een buskaartje kocht. Peter had niet kunnen slapen en was nog op toen ik om 07:00 uur gereed was voor vertrek naar Pretoria. Het is stralend weer in Johannesburg. Sue, de conciërge, verzekerde me dat Peter sinds het overlijden van zijn moeder vrijwel niet meer dronk. | |
PretoriaIk was op tijd terug in het hotel in Pretoria om met Peter en Ellen te ontbijten. Verploeg heeft tegen Ellen gezegd dat Den Haag razend op de nvj was, dat ze me zo lang steunden. ‘Wat zou jij doen,’ vroeg Hans haar. ‘Ik zou me niet door Den Haag laten chanteren,’ had zij geantwoord. We praatten lang en spuiden ideeën. Zo kwamen we tot de conclusie dat de Zuid-Afrikaanse overheid me in 1992 niet langer nodig had. Ik was nuttig voor ze geweest van 1986 tot 1990, daarna was mijn bruikbaarheid voorbij, dus waarom zouden ze met Den Haag bekvechten? Vandaag was het verder een zwembaddag voor Peter en Ellen. | |
1 november 1996In de vroege ochtend reden we naar Pretoria University en hadden er met Landman ontbijt in een klein faculteitsrestaurant. Het was nieuw voor hem dat Hans van den Broek mij had geschreven dat ze nooit iets tegen me hadden gedaan en dat ik maar moest procederen. ‘Schandalig, schandalig,’ riep Christo uit. Hij woonde als Zuid-Afrikaanse zaakgelastigde in Den Haag in het huis van de voormalige minister H.J. Hofstra. ‘Wij waren toen buurman van het hoofd van de bvd.’ Deze waarschuwde de Landmans toen al vooral geen contacten met | |
[pagina 120]
| |
mij te hebben. ‘Op een keer ging mijn Marie met zijn vrouw naar een receptie in Brussel en tijdens dat tripje heeft zij Marie hieromtrent in vertrouwen genomen. Zelfs vrienden voor het leven van onze buurman wisten niet wat hij precies deed. Soms moest hij ineens weg, omdat een geheim agent in München was vermoord. Ik had die dagen wekelijks contacten met het Afrika departement van jullie ministerie van Buitenlandse Zaken en Willem werd steeds opnieuw zwart gemaakt.’ Hij overlaadde ons met informatie om aan te tonen dat al mijn problemen in Pretoria in Den Haag werden geïnitieerd. Peter en Ellen hebben meteen een gespreksverslag van vier pagina's geschreven.Ga naar voetnoot129 Steeds hoor ik flarden van nieuwe informatie. Ellen vertelde bijvoorbeeld dat zij met Hans Verploeg op 8 januari een borrel was gaan drinken, onder andere met het doel haar voor mij te waarschuwen. Ik dacht: hoe is het godsterwereld mogelijk. Ik ben sinds 1960 lid van de nvj en word achter mijn rug om door mijn vakbond verraden. Verploeg zei toen er journalisten op te hebben gezet om erachter te komen wat mij in Zuid-Afrika was overkomen. ‘Waarschijnlijk ook gelogen,’ voegde zij daaraan toe. Ik had een plezierig gesprek met kolonel Piet Uys. Ik gaf hem de brieven voor Viljoen en Groenewald mee die Ellen en Peter hadden opgesteld. Peter was hier vanuit Hillbrow als afgesproken rond 17:30 uur. Maar hij was ziek toen hij aankwam, en ik zelf was sinds een uur of vier koortsig en had last van mijn maag. Peter ging al na een half bord naar boven, en ik volgde hem na een bord lamsboutjes. We gingen vroeg naar bed. Later op de avond werd het hotel overspoeld door honderden zwarte voetbaljongetjes. Rond middernacht belde ik de manager die zulke absurde antwoorden gaf, dat ik vroeg of er niet een Afrikaner aanwezig was. De man werd woest, maar ik maakte hem duidelijk dat ik vond dat hij niet in staat was de boel in de hand te houden. Dat is wat Zuid-Afrika is, idiotie. We zouden kinderen uit de getto toch ook niet het Amstel Hotel laten overspoelen? | |
[pagina 121]
| |
en vooral Ellen, ondanks dat ze veel overlast had gehad, vond het ‘zulke lieve jongetjes’. Over discrimineren gesproken, maar daar kun je met Nederlanders niet over praten na jaren van verkeerde informatie. Peter en Ellen hadden een nieuw plan de campagne bedacht. Landman zou ons vanavond de documenten kunnen geven die ik vervolgens naar Struwe Tabakshuis zou kunnen faxen met het verzoek ze op de bus te doen bij Eduard Voorbach. Als ik met deze documenten zou reizen, zouden die misschien op Schiphol in beslag worden genomen. Hier kon ik vertrekken met wat ik wilde, maar Den Haag lag op de loer. Ik kon er met mijn pet niet bij. Toch krijg ik er de rillingen van als Ellen en Peter dit soort scenario's schetsen, maar ik vind het hysterisch geklets. Peter vertrok vanmiddag terug naar Hillbrow. Vanmiddag rond vier uur was ik weer een beetje de oude. Om half zes gingen Peter, Ellen en ik naar Christo en Marie Landman die ons hadden uitgenodigd te komen eten. Ik ben altijd gesteld geweest op Marie. Het werd potjie kos op de braai een mix van groenten en vlees die heel goed was, maar waarvan ik nauwelijks wat op kon. Christo gaf Ellen een briefje van zijn vriend Shabalala, die al een aantal documenten op het ministerie van Buitenlandse Zaken ter inzage had gekregen. Christo heeft veel verteld over de situatie in het land. Hij vreest zelfs voor het leven van Gatsha Buthelezi. Om zijn eigen veiligheid zeker te stellen, schreef hij, toen hij als ambassadeur werd teruggeroepen uit Berlijn, de inlichtingendiensten dat hij zijn kennis van geheime operaties op papier in bewaring had gegeven bij advocaten in Luxemburg, Berlijn en Pretoria. Peter en Ellen concludeerden dat hij zich door die stukken veel kon permitteren. We vroegen ons af wat daar in kon staan. Ik denk dat Christo's aarzeling om te komen getuigen vooral voortkomt uit bezorgdheid voor zijn vrouw en kinderen. Toch gaven Peter en Ellen, Christo al een schriftelijke garantie voor een business class retourticket plus hotel van 11 tot 14 november in Den Haag. In mijn hart vind ik Peter en Ellen, nu ik ze steeds beter leer kennen, in een aantal opzichten onervaren. Zo weten ze van Zuid-Afrika eigenlijk niets, alleen maar wat hun in Nederland is voorgespiegeld. Daardoor is hun angst voor het onbekende pijnlijk - ze hebben één keer buiten het hotel gewandeld -, en is wat ze gisteren achter mijn rug om uithaalden veelzeggend: ze hadden voor ons gesprek met Landman op de universiteit | |
[pagina 122]
| |
beveiliging ingehuurd. Terug op mijn kamer zag ik Peter en Ellen nog laat op het terras zitten. Ik ging naar ze toe. De stemming was weer naar mineur omgeslagen. ‘Als ik Den Hertog was,’ zei Peter, ‘en Landman verklaart dat Van Oudgaarden waarschuwde voor Oltmans, dan zou ik de man laten opdraven om dit te ontkennen.’ In dat opzicht is het een gebed zonder einde, maar daar vecht ik al jaren tegen. | |
3 november 1996Vanochtend was het weer raak met de township-kinderen in het hotel. Ik heb Bell gezegd dat ik niet langer in het hotel blijf. Ik ga wel naar Peter en Edwin in Hillbrow. Ellen vertelde tijdens het ontbijt dat ze Herman Doeleman had gevraagd, haar vrij te maken om mijn zaak te kunnen winnen. Het enige wat hij deed, was haar uitlachen. Ik ben nu zeker overtuigd, nu Peter en Ellen bovendien onafhankelijk worden, dat ze samen mijn zaak tegen de Staat per se willen winnen. Ik heb vanmorgen Christo gebeld dat Ellen en Peter een verslag hadden gemaakt wat hij moest lezen. Na enig aandringen zou hij om half elf komen. Ik haastte me naar Peter Nicolaï bij het zwembad om te zeggen dat dit zijn laatste kans zou zijn documenten te pakken te krijgen. Inmiddels is Christo er, maar ik zie alleen Ellen bij hem op het terras. Ik zie Christo steeds nee schudden en vraag me af waar Nicolaï is. Ik hoop maar dat de boel niet alsnog verpest wordt. Bij het scheiden van de markt gisteren, benadrukte Christo het liefste niet naar Nederland te gaan ‘maar het is een gewetenskwestie,’ of woorden van die strekking. Peter Nicolaï, die zich wat later voegde bij het gesprek, wist Christo te overtuigen dat hij baat kon hebben bij een interview met de Volkskrant, toen ging hij akkoord. ‘Ik kan natuurlijk ook naar de bvd gaan,’ grapte Landman, ‘en 200.000 rand vragen, dan krijg jij 50.000 Willem.’ Even later volgt weer een stroom van serieuze informatie over zijn bvd-buurman in Kijkduin. | |
16:00 uur, Translux naar JohannesburgOm 13:30 uur was generaal Hein de Villefort du Toit hier om te lunchen met Peter en Ellen. Deze oud-generaal van de militaire inlichtingendienst bevestigde niets en ontkende bijna alles. Zelfs wat hij mij de vorige reis nog vertelde, dat hij mijn legger op Buitenlandse Zaken had gezien. Hij zei twee schoenendozen vol met aardige en twee dozen met boze brieven van mij te hebben ontvangen. Hij vertelde de advocaten door niemand hier ooit onder druk te zijn gezet niet met mij om te gaan, dat | |
[pagina 123]
| |
maakte hij zelf wel uit. Deze leugen maakt hoe hij zich tegenover mij heeft gedragen alleen maar erger. | |
4 november 199608:15 uur, Rotunda busstation, JohannesburgHeerlijk bezoekje bij Peter en Edwin. Toen ik vanmorgen tegenover ons appartementengebouw in een taxi stapte en Peter in hun penthouse naar mij zag staan zwaaien, heb ik gehuild. Het klinkt gevoelloos van me, maar wat een verschil met als ik van mijn oudste broer afscheid neem, met een brok in mijn keel. Peter had me pakjes grapefruitsap meegegeven voor in de bus naar Pretoria. Gisteravond sprak ik over hoe ik alles wilde doen om hem iets na te laten. Hij reageert daar nooit op, met geen woord, alleen dat hij het er warm van krijgt. Toch hoop ik maar dat ik erin geslaagd ben hem te overtuigen te werken aan meer zekerheid voor hem en dat mijn loyaliteit oneindig zal zijn. Gisterenavond wilden ze me afzetten bij Club 58, maar toen arriveerde Gary, 22 jaar, roze broek, kolossaal gebruinde benen (verkeerde schoenen en sokken), mooie tanden, geschoren hoofd (jammer), een prima lijf. Edwin begon over pikken te praten en uiteindelijk kleedde Gary zich uit, wat hij overduidelijk geweldig vond, en ik nam wat foto's in de hal. Toen ik alleen was in de keuken, kwam hij (naakt) en we kusten. Daarna ging hij op zijn knieën en begon me te zuigen. Toen ik hem in zijn ogen keek, zag ik duidelijk angst en verwarring. Van hem een blow job krijgen, op voorstel van Edwin, zou misbruik maken van de situatie zijn. Mijn erectie verslapte dan ook meteen toen ik me dat realiseerde. | |
PretoriaKolonel Uys haalde me op bij de bushalte, en bracht me naar generaal Constand Viljoen. Ik had een uitstekend gesprek met Viljoen. Christo Landman liet zich ook nog even zien op het Freedom Front hoofdkwartier, waar hij als politiek adviseur van Viljoen geen onbelangrijke rol speelt. De generaal had de ontwerptekst van Nicolaï nog niet gelezen en wilde de mogelijke ondertekening ervan eerst met zijn staf bespreken. Christo vroeg me hoe het gesprek met Du Toit was verlopen. Ik zei dat hij tegensprak wat hij me drie weken geleden had verteld. Toen ik terug in het hotel was, gaf ik Ellen een kus. Peter had me gezegd dat ik meer waardering moest tonen voor alles wat zij en Peter Nicolaï voor me deden. Christo had een brief aan de receptie afgegeven, dat hij nor- | |
[pagina 124]
| |
maal 3.000 rand (is 1.000 gulden) per dag vroeg voor consultancy en bereid was het voor 300 gulden te doen in mijn geval. Ik geneerde me voor mijn Zuid-Afrikaanse ‘vriend’, die als Bijvoet eerder met de mond belijde gewetenswroeging te zullen krijgen als hij me niet te hulp kwam, maar eigenlijk er alles voor over heeft een betaalde reis naar Europa te kunnen maken. | |
20:30 uur, Johannesburg - AmsterdamPeter kwam me gedag zeggen op het vliegveld. Hij had vandaag nog vijf brieven van me gekregen. In een daarvan stond dat ik misschien langer zou blijven, maar dat gaat dus niet. Terwijl ik eerst 28F had, een afschuwelijke plaats aan de binnenkant tegen een schot, naast een wijdbeens zittende, zwarte jongen die behoorlijk stonk, kwamen ze me godzijdank toch halen en nu zit ik op 21C, met beenruimte op de eerste rij. Bedankt Marina. |