Memoires 1996-B
(2020)–Willem Oltmans–
[pagina 86]
| |
Pretoria27 september 1996Holiday InnIk las in Time dat orale seks minder maar toch ook gevaarlijk is, en dat condooms veiliger zijn bij een blow job. Wat houd je dan nog over? Trouwens, als je aids zou krijgen van een blow job, waarvan ik er duizenden heb gehad, zou ik allang ziek zijn geweest. Somehow, creation made cocks safe for too easy infections. Gerard Arninkhof en een team van de nos zijn al in het Holiday Inn Hotel. Er lijkt niets veranderd in Zuid-Afrika. De klootzak van een douanebeambte drukte op de knop en een meerdere kwam mijn visum kopiëren. Iedereen mocht door, behalve ik. Het duurde best een tijd. Ook Engelbrecht, de manager van het hotel is nog op zijn post. Maandag heb ik een ontmoeting met Buthelezi. Ik belde eerst generaal Hein de Villefort du Toit. Toen hij begreep wie ik was, vroeg hij me om 11.00 uur te komen. Ik nam een taxi naar zijn huis. Hij kwam me met zijn hond bij het hek ophalen. Zijn dochter Catherine studeert nog steeds in Frankrijk. We zaten in zijn werkkamer te praten, ik wilde weten wat er echt was gebeurd in de jaren tachtig, negentig. ‘Toen ik op Buitenlandse Zaken hier voor jou ging pleiten,’ vertelde hij ‘werd mij een dikke legger getoond met de woorden: “je weet niets van die man, je kunt hem niet verdedigen”.’ Hoe zou Pretoria aan zoveel shit over mij gekomen zijn? Zogenaamde zusterdiensten die spelletjes onder elkaar spelen? Meer wilde hij er eigenlijk niet over kwijt. Hij probeerde iedere keer van onderwerp te veranderen, maar ik kwam voortdurend op mijn gevecht in Den Haag terug. Hij achtte het zeer waarschijnlijk dat bij de machtswisseling een aanzienlijk aantal dossiers zijn vernietigd. Hij dacht dat het mogelijk was dat Buthelezi's kantoor (Binnenlandse Zaken) nog over dossiers beschikte, maar hij waarschuwde dat - net als bij ons - ambtenaren machtig zijn en de dienst uitmaken. Het zou dus zo kunnen zijn dat Buthelezi niet de macht had mij de documenten te geven. | |
[pagina 87]
| |
Du Toit vertelde ook in China te zijn geweest en vond de Chinezen buiten gewoon arrogant tegenover de rest van de wereld. Hij voorzag grote problemen. Hij is inmiddels zeventig jaar: ‘Ik word vergeetachtig. Het begint met namen, dan gezichten, vervolgens vergeet je de gulp van je broek dicht te doen, en dan nog erger, je vergeet hem open te doen.’ Hij had een stuk aan zijn huis laten aanbouwen, en zijn werkkamer was naar boven verplaatst. Ik vroeg hem of zijn huis veilig was. Hij ontkende dat stellig, en zei met een revolver naast zijn bed te slapen: ‘Maar wat kun je doen tegen een ak-47?’ Terug in het hotel kwam Kees Versteegh van nrc Handelsblad bij de balie naar me toe en zei: ‘Willem, ik wil dat je weet dat ik vorig jaar in Djakarta, tijdens een briefing met minister Van Mierlo, waarbij hij hoog opgaf over zijn ontmoeting met minister Alatas, de vraag heb gesteld: “Hebt u ook geprotesteerd over het feit dat Willem Oltmans geen visum kreeg?”’ Van Mierlo wilde niet alleen geen antwoord geven, hij werd woedend. ‘Dat is gemakkelijk bij hem,’ zei Versteegh. Na afloop kwam Van Mierlo op hem afgestevend met de mededeling: ‘Die vraag van jou kon helemaal niet.’ Zo gaat dit dus in Den Haag. Mijn dossiertje over de tegenpartij wordt steeds dikker. Prima informatie voor vragen aan Van Mierlo. Er zijn hier allemaal bekende en onbekende journalisten, die een blauwe maandag voor een staatsbezoek binnenzeilen en van Zuid-Afrika geen mieter weten of begrijpen en er vrolijk op los berichten. Ken Owen is weg bij de Sunday Times. In zijn afscheidsrede maakt hij duidelijk waarom de journalistiek in Zuid-Afrika niet in staat is het volk volledig en juist voor te lichten. Ik zie hem als een van de betere journalisten van dit land.Ga naar voetnoot105 | |
28 september 1996Ik belde met Henk in Kaapstad. We hebben ons weer kapot gelachen. Hij zei tegenwoordig ook alles te vergeten. Christo en Marie Landman zijn zeer gepikeerd dat zij niet zijn uitgenodigd voor de receptie van Beatrix. Tenslotte was hij tweede man op de ambassade in Den Haag, en zij hebben de koningin en Claus meerdere malen ontmoet. Ambassadeur Froger is natuurlijk bang geweest om leden van het ancien regime te vragen. Karakterloos. | |
[pagina 88]
| |
Ik heb anderhalf uur met Christo op het terras van het hotel zitten praten. Hij vertelde dat op de ambassade in Den Haag een man van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst (nis) was gestationeerd, die vrijwel dagelijks contact had met de Nederlandse zusterdiensten. Christo was zaakgelastigde onder ambassadeur Louw toen hij dit allemaal gadesloeg. Hij is ook absoluut overtuigd dat mijn uitwijzing in 1992 het werk is geweest van de Haagse en Zuid-Afrikaanse inlichtingendiensten. Als voormalig hoofd van de inlichtingendienst van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, spreekt hij met gezag. Wat hem overigens grenzeloos verbaast, is dat op een of andere manier Pik Botha en zijn ministerie van Buitenlandse Zaken - overladen van inlichtingendienstenactiviteiten - bij de zittingen van de Waarheidscommissie geheel buiten schot blijven. Het lijkt wel of Pik dat als tegenprestatie bedongen heeft, na alle druk zijnerzijds op de apartheidsregering om een deal met het anc te maken. Ook Christo is ervan overtuigd dat alle belangrijke dossiers tijdig zijn vernietigd. Hij was bereid een en ander in Den Haag te komen getuigen als een businessclass ticket en twee nachten in een hotel vergoed kan worden. Maar documenten blijven van vitaal belang. Ik haalde Peter om 16:15 uur van het Greyhound busstation af. Toen we naar het terras van het hotel liepen kwamen we de heren Fred van Leeuwen en Van Benthem van de rvd tegen. Ik zei de uitnodiging voor de receptie van Beatrix en Claus in dank te hebben ontvangen, maar dat ik er de voorkeur aangaf weg te blijven. ![]() Ik breng mijn tijd hoe dan ook liever met Peter door. ‘Een journalist heeft tegen me gezegd benieuwd te zijn hoe Beatrix op mij zou reageren. Daarom heb ik besloten dinsdag niet bij die ontmoeting aanwezig te zijn, op voorwaarde dat zij Beatrix zouden vertellen dat ik haar niet in verlegenheid wilde brengen.’ Dat van die journalist had ik verzonnen. In werkelijkheid wilde ik deze reis de keuze aan haar laten om mijn aanwezigheid en bestaan te erkennen. ‘Ik gebruik dit bezoek niet om me aan haar op te dringen,’ zei ik hen. ‘Ik ben niet de schurk die Den Haag denkt dat ik ben.’ ‘U bent wel een schurk,’ zei Van Benthem zogenaamd als grap, ‘maar u bent ook discreet.’ | |
[pagina 89]
| |
Ik kreeg de indruk dat ze opgelucht waren. Ik schreef Eef Brouwers snel een briefje om het te bevestigen. Peter en ik hebben eindelijk, voor het eerst in jaren, uren intens zitten praten. Samen gedineerd en ook de avond vloog om. We spraken tot 01:30 uur in bed. Hij bleef maar woelen en draaien in bed en leek niet in slaap te kunnen komen. Hij zei de emoties over de dood van zijn moeder te hebben weggedrukt en hij was bang daar later een terugslag van te krijgen. ‘Jij niet,’ verzekerde ik hem. ‘Je kunt regelmatig reality checks doen en vergeet niet dat je moeder 91 was en op een volkomen natuurlijke manier aan haar einde is gekomen. Het is als bladeren in de herfst die verkleuren en dan afvallen. Jouw geest werkt goed genoeg om dit onder controle te kunenn houden. Maar je zal wel een serieuzer persoon worden. Ik zie nu al meer ernst in je ogen.’ | |
29 september 1996Leden van de hofhouding komen het hotel binnen en ook de pers is inmiddels aanwezig. Een fluitende hofdame wandelt langs. Jan Tromp, Rob Knijff, Lex van Lieshout; ik voel me als een god in Frankrijk, met Peter die boven slaapt en dadelijk ontbijt op bed heeft. Arjan Paans van het Algemeen Dagblad zei dat hij een foto wilde van Beatrix en mij. Daar heb je het dus al. Ik ga ze die lol niet geven. ‘Ik ga niet naar die receptie,’ zei ik. ‘Dat is fraai van je,’ aldus Paans. Eef Brouwers kwam naar me toe. Er was geen reden om weg te blijven van de receptie van de koningin, bovendien werd ik verwacht. ‘Een gebaar jouwerzijds is echt onnodig.’ ‘Oké. dat verandert de situatie,’ zei ik. Dan ga ik toch maar. Ik heb ze in ieder geval schriftelijk aangeboden weg te blijven. Peter is toch al naar Johannesburg teruggekeerd. Ik kon hem niet in de trein bellen, maar toen ik terugkwam op mijn kamer heb ik hem gebeld en hij was in orde. De persbus bracht ons naar de residentie van de heer en mevrouw Froger. De ambassadeur kwam naar me toe en vroeg: ‘Bent u wel eens in dit huis geweest?’ ‘Nee, ik heb hier zes jaar gewoond, maar die eer is me nooit te beurt gevallen,’ zei ik. Ik vertelde hem dat minister Buthelezi mij had geschreven, nog nooit zo'n aangename ontmoeting met een Nederlandse ambassadeur te hebben gehad als met hem, wat Froger hogelijk scheen te verbazen. Ontmoette ook minister Wijers. Het was een ruim en mooi huis, geen vleugel. | |
[pagina 90]
| |
Een dochter was thuis. Jan Tromp zat aan een tafeltje met de directeur van het kabinet der koningin te smoezen. Terug in het hotel lag er een urgente boodschap van Landman. Hij schijnt nogal gretig te zijn om een betaalde reis naar Nederland te maken. Hij had een memo geschreven over de hoofdlijnen van zijn mogelijke getuigenis in Den Haag. Hij had Nicolaï al ingelicht en komt morgenochtend bij mij ontbijten. Ik kan het niet geloven, maar alles lijkt eindelijk op zijn plaats te vallen. | |
30 september 1996Ik vertelde Ellen van het gedoe rond het wel of niet verschijnen op de receptie met Beatrix. Zij reageerde nog al snel dat ze het onverstandig vond, maar ik weet zeker dat ik het spelletje goed speelde. Ik kan wel huilen. Ik wilde voor Peter een bericht achterlaten om vanavond in plaats van morgenavond te komen, maar zijn antwoordapparaat stond niet aan. Hij nam dus de telefoon op en leek totaal gedesoriënteerd en - ik vind het pijnlijk dit te schrijven - behoorlijk dronken. Hij zei dat hij geen whisky meer aanraak en alleen maar witte wijn drinkt. Ik geloofde hem niet echt, al hoopte ik met heel mijn hart dat hij de waarheid sprak. Nu, om 07:00 uur, praatte hij onzin en moest nog gaan slapen. Ik heb werkelijk een moment gedacht dat hij van de whisky af was. Afschuwelijk. Het staatsbezoek kabbelt rustig verder, wat me eigenlijk maar heel beperkt interesseert. Mandela en Beatrix schijnen het prima te kunnen vinden. Opmerkelijk en zelfs roerend, was het moment dat ze samen de treden van het Uniegebouw afkwamen en Beatrix hem niet alleen een ondersteunende arm bood, maar ook daarbij de hand van de bejaarde president vasthield. Christo Landman kwam ontbijten. Hij bracht zijn memo mee, waar hij ook meteen een door advocaten te ondertekenen verklaring bij heeft gedaan om zijn reis dicht te timmeren. Trouwens, ik kreeg van deze ontwerptekst rode oortjes. Landman verklaart dat Den Haag mij aan de man bracht als kgb- en cia-agent. Als hij dat in Den Haag ook gaat doen, zijn we klaar. We hebben nu dus zwart op wit dat ik door Nederland uit Zuid-Afrika werd gesmeten.Ga naar voetnoot106 Christo zou eigenlijk achter gesloten deuren moeten getuigen, want dan kan hij veel meer zeggen. Hij zei dat Binnenlandse Zaken vooral de instructie had gekregen mij te laten vallen. | |
[pagina 91]
| |
Hij vertelde ook dat de werkelijke reden voor vertrek van ambassadeur Röell het feit was dat toen prins Willem-Alexander in Zuid-Afrika arriveerde voor de installatie van Mandela als president, de prins niet door de ambassadeur, noch door het Zuid-Afrikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken van het vliegveld was afgehaald. Dat was het schandaal dat tot zijn verwijdering had geleid. Daarna kwam Marie Landman me halen en we reden naar restaurant Huis en Haard. Haar somberheid over de toekomst is totaal. Zij zou het liefst het land voorgoed verlaten. Zij vond dat Christo in Den Haag of Berlijn al naar een bezigheid had moeten zoeken. Ze wil weg en als Christo niets doet, gaat ze zelf maatregelen nemen, want de kinderen hebben geen toekomst in Zuid-Afrika. ‘Vroeger spraken we nooit over kaffir, maar met de positieve discriminatie van nu kom je overal ongekwalificeerde zwarten tegen, daardoor is het racisme juist teruggekomen. Als je info 1023 belt, zit er een zwarte die niet kan spellen.’ Ze liet me in haar handtasje een klein, zilverkleurig pistool zien, wat ze met haar hand kon omhullen. Terug in het hotel belde ik Ellen Pasman, die niet te pakken was te krijgen. Daarna probeerde ik Vermeer, maar ook die was onbereikbaar. Toen lukte Lakeman wel die zeer verbaasd was dat ik zowel bewijs als een getuige had dat Den Haag achter mijn uitzetting zat. Ik kan blijkbaar niet meer bellen, zelfs mijn eigen huis niet. Via de centrale kreeg ik uiteindelijk Ellen te pakken die zei dat ze de fax van Christo niet had gekregen, maar na enig zoeken bleek ze het toch te hebben, de fax miste een aantal regels. Ik belde meteen Landman en hij faxte de tekst opnieuw. Ik belde Ellen weer, die zei vragen voor Landman te hebben gemaakt, zo goed en zo kwaad als het ging. ‘Dat is niet goed genoeg Ellen.’ Ik werd er razend van. ‘Hou nou eens op. Je denkt dat ik alleen jouw zaak heb.’ ‘Ik durf je niet met Landman te laten spreken, want Van den Broek en Ramdharie heb je ook verpest.’ ‘Nou, dan spreek ik niet met hem,’ zei ze. Ik krabbelde terug en smeekte haar met Landman te praten zonder het te verpesten. Het verontrust me dat ik bijna niet naar Nederland kan bellen. Ik bevind me blijkbaar weer onder toezicht van de ‘vijand’. Ik werd voor de ontmoeting met Mangosuthu Buthelezi opgehaald door een beveiliger, François Booyens, 22, een absolute schoonheid uit Ventersdorp. Zijn tweelingbroer werkte ook als beveiliger voor de minister. | |
[pagina 92]
| |
Het werd een buitengewoon plezierige ontmoeting bij mijn oude vriend Gatsha Buthelezi. Ik bedankte hem eerst voor zijn hulp met mijn visum, wat hij persoonlijk had goedgekeurd. ‘What are friends for,’ zei hij. ‘I want you to contact me if you have problems.’ Christo had al benadrukt hoe Buthelezi van alle kanten werd gesaboteerd. ‘My personal mail is being opened,’ zei Buthelezi, ‘therefore my friends only contact me through Ulundi.’ Dat knoopte ik meteen in mijn oren. Faxen aan hem in Pretoria of Kaapstad krijgt hij niet, en ook de brief van Lijphart die ik naar hem faxte, heeft hem nooit bereikt. Het is een schandaal. Hij verwarde Sukarno met Suharto, waar ik wel van schrok, maar vertelde dat Indonesië een belangrijke militaire order bij het Zuid-Afrikaanse Armscor had geplaatst, wat in het kabinetsberaad aan de orde was gekomen. Een aantal anc-ministers wilden die order in de ijskast zetten, kennelijk op de hoogte van Suharto's misdaden. Tot op een gegeven moment Mandela zei dat toen hij in 1994 in Indonesië was, Suharto een financiële injectie aan het anc had gegeven. Dit werd in 1995 herhaald, en daarom wilde Mandela Suharto nu niet voor het hoofd stoten door de order te weigeren. Buthelezi zei dat er een stilte viel en dat een aantal anc-leden geschokt was. Inclusief Gatsha zelf. Ik sneed aan of in het dossier over mij in zijn ministerie zich voor mij belangrijke gegevens konden bevinden, om mijn proces mee te winnen. Hij zei dat Piet Colyn pas 7 oktober uit het buitenland terugkwam. Hij kon een verzoek tot hem richten, maar de uiteindelijke beslissing werd genomen door de secretaris-generaal zelf. Toen ik Buthelezi's kantoor verliet, toonde hij zijn uitnodiging voor het staatsdiner ter ere van Beatrix. ‘Houd maar, ik heb deze toch niet nodig,’ zei hij. Na vertrek kon ik geen taxi vinden waarop ik besloot weer naar boven te gaan. Daar liep ik weer tegen François aan, die toestemming vroeg en kreeg mij in een politiewagen terug naar het hotel te rijden. Christo belde dat hij een uitstekend telefoongesprek met Ellen Pasman had gehad. Zij had hem gezegd dat we het met zijn informatie konden winnen. Wetende hoe Christo op geld aast, speelde ik het wat koeler. Christo zeurde of ik nu niet vast zijn retourticket kon regelen. Even later belde hij hoe hij zich tot Ellen moest richten, als mr. Pasman of Ellen? Ik ben er zeker van dat hij haar wil faxen over een ticket en hotel, dus ik moet | |
[pagina 93]
| |
haar inlichten niets met hem af te spreken zonder overleg met mij. Vervolgens belde Ellen mij met de vraag: ‘Hoe betrouwbaar is mijnheer Landman?’ ‘Wat bedoel je? Niemand in dit gevecht is integer. Je kent zijn voormalige functie: top spy, en je hebt zijn fax gelezen, dus vul maar in.’ Vanavond kwam generaal Hein de Villefort du Toit met mij dineren in het hotel. Ik werd geroepen dat er telefoon was van Peter, dus ging ik naar een telefoon. Toen ik terugkwam, was Du Toit nagenoeg gereed met zijn hoofdgerecht. Ik kon mijn ogen niet geloven. Iedere poging om meer te weten te komen over mijn uitwijzing in 1992 kapte hij af. Hij zei wel dat hem werd verteld dat ik een cia-agent was, waarop hij had gezegd: ‘He does not have the personality for intellingence work. I would have never taken him.’ Dat zijn dan de woorden van een man van de militaire inlichtingendienst van Zuid-Afrika. Toch zag ik kans hem vele verhalen rond mijn proces te vertellen. We hadden een paar aangename uren en hij vermaakte zich wel met mij. Maar geen enkel excuus voor de manier waarop hij me het land uit had gezet. Later kwam ik langs het terras waar Hans van Benthem van de rvd met veertien Nederlandse journalisten zat. Ze vroegen of ik wilde aanschuiven. Eigenlijk niets voor mij, maar ik gaf gevolg. Even later verschenen minister Hans van Mierlo en Eef Brouwers. Van Mierlo kwam door de cirkel heen en gaf mij als enige een hand, wat me verraste en beschaamde. Hij kwam de pers vertellen hoe het staatsbanket was verlopen. Van Mierlo zei dat de chemie tussen Beatrix en Mandela geweldig is. Zij lachten veel. Hij vertelde nog nooit zoiets gezien te hebben. Hij benadrukte dat dit nooit eerder tussen een Oranje en een staatspresident had plaatsgehad. Tijdens het eten kwamen mensen naar de hoofdtafel, leunden op een ellenboog naast Mandela om met hem te praten, of stonden in de zaal te praten. Hij had tegen Mandela gezegd, zich hierover te hebben verbaasd, die antwoordde dat hij dat ook nog nooit had meegemaakt. Sommige van de genodigden, onder wie ook een paar journalisten, zei Van Mierlo liepen op hem af alsof ze hun uitkering gingen ophalen. Iedereen lachte, waarop ik riep: ‘Wacht even! Ik ben wel de enige met een uitkering hier!’ Zuid-Afrika was voor Van Mierlo een volkomen nieuw land. Hij keek zijn ogen uit en wist niet wat hij allemaal zag en hoorde. | |
[pagina 94]
| |
‘Zou u niet eens met vakantie willen terugkeren,’ vroeg ik. Dat wilde hij zeker. Intussen sprak hij met een zekerheid en aplomb over dit land, alsof hij alles wist. De armoede was de oorzaak van de apartheid en de misdaad. Ontwikkelingshulp diende te worden gericht op bestrijding van de effecten van apartheid. Arjan Paans vroeg of het niet opvallend was geweest dat Beatrix als laatste staatshoofd arriveerde. Er volgde een oneerlijk antwoord: ‘Dit land is pas twee jaar oud, en we zijn er al.’ ‘Andere koningen en Elisabeth ii zijn er anders wel al geweest,’ aldus Arjan. ‘Nou, dat weet ik niet hoor,’ murmelde de minister geïrriteerd. Ik dacht: daar heb je de ware Van Mierlo weer. Eef Brouwers zat Van Mierlo te souffleren en brak de bijeenkomst op. Eef zei toen hij bij hun vertrek langs mij liep opnieuw tegen mij: ‘Ik ben blij dat je er bent.’ Van Leeuwen en Van Benthem benadrukten alweer dat ik absoluut aan de koningin moest worden voorgesteld. Ik zei: ‘Hoeft helemaal niet, ik ken haar al.’ Nee, nee, nee, ik moest met de andere journalisten mijn opwachting maken. Ik begon mezelf af te vragen waarom. Is er een oorlogje gaande tussen de rvd en Buitenlandse Zaken? De rvd (Algemene Zaken) lijkt dit krachtig te bevorderen. Maar doen zij dit om Buitenlandse Zaken te pesten, ook na het schandaal in Djakarta? | |
1 oktober 1996‘Je wordt met veel omzichtigheid behandeld,’ zei Rob Knijff van De Telegraaf, ‘zoals gisterenavond door Van Mierlo.’ Het was dus opgevallen dat ik als enige een hand kreeg. Maar dat was eenvoudig, want hij had alle journalisten al gezien, behalve mij. Ik zei tegen Rob te hebben aangeboden niet naar de receptie te gaan. ‘Oh, dat is chique van je. Ik zal er een regeltje aan wijden.’ Hij zei ook: ‘Willem, jij hebt een missie in een missie,’ en dat was de spijker op de kop. Beatrix' staatsbezoek en uitzoeken wat haar ambtenaren hier tegen mij in het verleden hebben uitgekookt. Jan Tromp vroeg in het voorbijgaan: ‘Je schnabbelt toch bij,’ maar ik laat hem instinctief altijd links liggen, waar hij trouwens hoort. Ik ging op het terras automatisch aan mijn vaste tafeltje sedert jaren zitten. Ik bleek naast drie adjudanten en twee adjudantes van de koningin te hebben plaatsgenomen. Ik bood aan te gaan verzitten, ‘want u moet misschien staatszaken bespreken.’ Nee, dit was niet nodig. Even later vroeg een adjudant van de koningin: ‘U hebt toch het boek De Schaapherder | |
[pagina 95]
| |
geschreven?’ ‘Niet helemaal, dat was mijn betovergrootvader, het boek verscheen in 1832.’ Het jaartal verzon ik en het leek me te ingewikkeld om te zeggen dat het diens broer was.Ga naar voetnoot107 ‘Nou,’ zei de adjudante van hare majesteit, ‘dan ziet u er nog uitstekend uit.’ Grote hilariteit bij de anderen. Blijkbaar had iedereen gisteren problemen met telefoneren naar Nederland. De lijnen waren overbelast. Ik heb inmiddels Paul de Ridder gebeld over de tekst van Christo, waarop hij zei: ‘Bingo!’ Om vier uur was ik bij Translux om Peter af te halen. Tot mijn verbazing zag ik daar ook Ton en Ria Rebel en ook de Van 't Hoffs. Het lijkt wel een grote verzoenreis. Peter zei me dat ik Beatrix niet moest omhelzen, ook al zou ik dat graag willen, omdat dat tegen protocol was. | |
2 oktober 1996Waar te beginnen. Een nieuwe rel heeft zich voltrokken, die ik van te voren ‘zag’ aankomen en waar ik niet in wenste te trappen. Maar ik word niet geloofd als ik zeg dat ik niet wil komen om mogelijke incidenten te voorkomen. Ik had Peter vanmorgen op tijd afgehaald om de koninklijke familie voor de receptie in het hotel te zien arriveren. Ook Ton en Ria Rebel waren uitgenodigd. Tijdens het recipiëren was ik een van de laatsten in de lijn. Eerst moesten we door een veíligheidspoortje, net als op luchthavens, en toen kon ik Beatrix, die heel formeel keek, een hand geven. Daarna schudde ik de hand van Claus en zei: ‘De laatste keer was in Berlijn bij de Club van Rome.’ Hij gaf me een verwarde blik en zei niets. Op dat moment ging een flitser twee keer af. Fotograferen was verboden. Iedereen had zich eraan gehouden, maar toch gebeurde het en uitgerekend bij mij. Er was opnieuw een schandaal geforceerd. Willem Middelkoop, de fotograaf, werd zo ongeveer besprongen door veiligheidsbeambten en er werd gezegd dat zijn filmrol zou worden afgepakt. Na het incident sprak de koningin, die er eigenlijk truttig uitzag, vrij lang met de journalisten, maar ik hield me strikt afzijdig. Zij noemde het complete onzin dat zij om de overplaatsing van ambassadeur Röell zou hebben gevraagd. Na wat ik ook van Christo Landman had gehoord, betwijfelde ik of dat | |
[pagina 96]
| |
waar was. Bij haar vertrek liep ze vlak langs me en gaf een knipoog en een handgebaar.Ga naar voetnoot108 God mag weten welke intrige zich heeft afgespeeld. Ik zal wel weer verdacht worden en heb er absoluut niets mee te maken gehad. Lex van Lieshout dacht dat de foto toch naar De Telegraaf was gegaan en misschien vandaag al in de krant staat. Dus toch weer een incident. Nu wordt mijn aanbod om niet naar de receptie te gaan, misschien weer uitgelegd als een afspraak met Willem Middelkoop. Later vroeg ik ceremoniemeester Gilbert Monod de Froideville - hij begon tegen mij te praten - tegen Beatrix te zeggen dat ik haar het liefste een zoen had gegeven. Hij zegde toe dit te zullen overbrengen. Tegen Van Mierlo zei ik in het voorbijgaan dat Hofland al heel lang probeerde met hem te spreken. Hij keek wazig. Eef Brouwers sprak tegen de verzamelde journalisten over het foto-incident. Er zou verder geen ophef over worden gemaakt om een schandaal te voorkomen, maar het had consequenties voor Middelkoop. Hij mocht niet mee naar Robbeneiland. Jan Tromp: ‘Maar zijn sancties niet een beetje te streng?’ Daarna werden er vragen aan Van Mierlo gesteld. Diens antwoorden waren ouwehoerderig en slap. Hij is een lul. Ik wilde snel terug naar Peter. Van Benthem zei: ‘Je hebt je dit staatsbezoek voorbeeldig gedragen. Van Leeuwen biedt de journalisten een maaltijd aan, ga je mee?’ Ik legde uit dat Peter er was. Hij mocht meekomen, maar Peter liep in een joggingbroek, een prachtig excuus om niet mee te hoeven. Moet er niet aan denken met die meute. We hebben samen gegeten en lang aan tafel gezeten en later op het terras zitten praten. In bed hebben we een film gekeken. De man bij het zwembad denkt dat Peter mijn zoon is, wat eigenlijk de juiste formulering is. Van Benthem zei over mijn gevecht tegen de Staat. ‘Ik kom van Buitenlandse Zaken. Ze redeneren daar aldus: Oltmans naait ons, wij naaien hem terug.’ Het gaat er dus niet om, dat wij, de groep-Rijkens of prins Bernhard in het landsbelang handelden en pleitten voor een vreedzame overdracht van Nieuw-Guinea. Nee, het gaat er op de apenrots om: Luns heeft een verkeerde lijn uitgezet, maar we staan achter hem. Wie hem tegenwerkt, krijgt het met ons aan de stok. Bovendien gaat het om het eigen prestige overeind te houden, het landsbelang komt er niet aan te pas. Allemaal met visitekaartjes en | |
[pagina 97]
| |
salarissen van rijksambtenaren. ‘Je bent toch veel te goed voor Story,’ zei Van Benthem. ‘Dat ik daar zit, heb ik aan jullie te danken.’ ‘Santegoeds is een boef,’ aldus de rvd-ambtenaar tegen mij, als medewerker van Evert. ‘Ja, dat zeg je van mij ook,’ snauwde ik terug. Ik stuurde Evert vijf pagina's om een idee te geven en vroeg hem mij te bellen voor overleg. Vic en Margriet Vernède kwamen me voor de lunch bezoeken, wat buitengewoon gezellig was. Daarna reed ik naar Circle Court in Hillbrow, waar ik zovele jaren heb gewoond. Poes herkende me meteen. Ik zag op Circle Court zovele herinneringen uit De Horst, de kleine blauwe vaas van mam, de olifant in de gang, schemerlampen, en veel boeken, waarvan ik sommigen eigenlijk nog als referentiemateriaal kan gebruiken. Het was als vroeger. Ook mijn vriend Nelson Botile arriveerde. Hij mist nu twee tanden in de onderkaak, en is nog steeds werkloos. Hij dacht dat Gatsha Buthelezi klaar was en generaal Bantubonke Holomisa hem zou opvolgen. Ik vroeg Nelson voor mij contact met de generaal te maken. Hij sprak ook weer over de advocaat in Nederland, die de delegatie van burgemeesters, die ik had geregeld, had geadviseerd vooral niets met mij te maken te hebben. Ook Elfra Erasmus van Beeld kwam binnenwippen. Haar zoontje is nu zestien maanden oud. Zij las het Landman-document en reageerde op dezelfde wijze als Edwin van Wijk, het zou de doorslag in mijn proces moeten geven. Peter ging mee terug naar het Holiday Inn. Ik zie hem in het bed naast me liggen, en besef hoe vreselijk het is dat we niet meer samen zijn. Maar toen hij bij me was op Amerbos, moest ik hem al te dikwijls hebben weggekeken omdat ik alleen wilde zijn. In ieder geval waren de afgelopen dagen totaal harmonieus. Ik hoorde bij terugkomst in het hotel van een nieuwe rel. Beatrix schijnt gisteren te hebben gezegd dat het geklets over ambassadeur Röell afgelopen zou moeten zijn. Nu hebben twee ministers de lezing van de koningin weersproken, waar De Telegraaf mee schijnt te hebben geopend. Volgens Van Mierlo was de koningin binnen de perken gebleven, anders had hij wel ingegrepen. | |
[pagina 98]
| |
3 oktober 1996KaapstadPeter omklemde me bij het afscheid heel stevig. De foto die Middelkoop op de receptie genomen had stond gisteren in Het Parool.Ga naar voetnoot109 Niemand wilde in de bus naast Middelkoop zitten, dus ging ik naast hem zitten. Ik huil vanbinnen over Peter. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Edwin voortdurend Peter manipuleert ten eigen voordele, en dat is zo lang mogelijk in Zuid-Afrika blijven, wetende dat Peter liever vandaag dan morgen zou willen vertrekken. Kaapstad ligt beneden ons. Eindelijk zal ik broer Henk terug zien. We zijn de laatste twee levenden van De Horst. Maar eerst het staatsbezoek. We vlogen per militaire helikopter naar Robbeneiland om de cel te bezoeken waar Nelson Mandela gevangen heeft gezeten. Een van de piloten wond me behoorlijk op. Boven zee werden de deuren geopend om de fotografen kans te geven foto's te maken. Willem-Alexander vloog apart in een ander helikopter met een persoonlijke vriend van Mandela als begeleider. Als de kroonprins zo staat te luisteren naar de verhalen over hoe de gevangenen behandeld werden, dan straalt hij helemaal niets uit. Beeld had vanmorgen een weinig flatterende reportage over die jongen.Ga naar voetnoot110 Hij lijkt me onbenullig, vervelend en over het paard getild. Ik liep al gauw terug naar de helikopter en ‘mijn’ piloot, die Piet Burger heette. Arjan Paans en Rob Knijff kwamen ook terug en amuseerden zich dat ik hevig op Piet tippelde. Piet had dit uiteindelijk ook door en we maakten foto's en vergaten gelukkig waarvoor we gekomen waren. Robbeneiland doet me teveel aan het Anne Frank Huis in Amsterdam denken. Ik heb een hekel aan dit soort ‘attracties’. Na het bezoek aan Robbeneiland gingen we in de middag met zijn allen naar de Universiteit van Stellenbosch, waar ik weer veel appetijtelijks zag rondlopen. We eindigden in een collegezaal, gevuld met 99 procent blanke studenten en docenten. Twee zwarte studentenleiders stalen de show. Terwijl zij hun boodschap uitspraken, keken zij de hele tijd strak naar Beatrix, alsof zij het tegen haar zeiden. Ik gaf een papiertje aan Jan Tromp: ‘Do you understand the psychology? Ze projecteren Mandela, als totemfiguur, nu in haar.’ Beatrix zat subtiel ja te knikken en zij maakte aantekeningen. Waar gaan die notities uiteindelijk naartoe? Ik zat achter grootmeesteres van de ko- | |
[pagina 99]
| |
ningin Martine van Loon-Labouchere, die een schetsboek bij zich had. Zij zat voortdurend te tekenen - nogal bijzonder ook. Zij zat achter de koningin, die bij het plaatsnemen zich omdraaide en tegen haar zei: ‘Even kijken wat je aan hebt.’ Terug in de stad had minister Wijers van Economische Zaken een gesprek met ons. Wat een hemelsbreed verschil met Van Mierlo. Nog laat sprak Hans van Mierlo in het Mount Nelson Hotel ook nog met ons. Ik vroeg hem bijvoorbeeld of het overschot van in Nederland afgestudeerden zonder werk, niet ingezet zou kunnen worden in Zuid-Afrika. Weer een nietszeggend lullig antwoord. | |
4 oktober 1996De foto's die ik maakte met Peter en van Piet Burger zijn prima. Mijn artikel voor Story is geschreven en onderweg. Chris Landman belde me en las me zijn tweede fax aan Ellen voor. Toen ik daarna met Peter belde, had ik het idee dat ik het holle geluid van afluisteren op de lijn hoorde. Om 12:30 uur stond opeens broer Henk met een leuk ventje, Cameron (een jaar of vijftien?), voor mijn neus in het hotel. We zetten de jongen af en gingen naar Henks studio. Sinds er bij hem ingebroken was, heeft hij ijzeren staven voor de ramen. Later reden we naar ons favoriete Sea Point voor een kipmaaltijd, koffie en ijs. Als altijd hebben we veel gelachen. Hij zegt snel achteruit te gaan. Hij had een diepe snee bij zijn slaap en schrammen op zijn voorhoofd en hand. Hij zei te zijn gevallen, maar kon er zich niets van herinneren. Hij herinnert zich niet meer ooit Eduard te hebben ontmoet. Peter wel. ‘Ik ben in een cul de sac terecht gekomen,’ zei hij wat somber. Hij denkt nog steeds te leven op geleende tijd. Hij vertelde me wel eens op de radio te horen via Radio Nederland en dan krijgt hij rooie oortjes van mijn taalgebruik. Hij zei soms te denken - wat ik vroeger ook wel eens heb gehuldigd - dat we beter af zouden zijn geweest als we nooit waren geboren. Ik vertelde dit eens met mam te hebben besproken, die monter en opgewekt antwoordde: ‘Maar dan zou je nooit iets geweten of gezien hebben en er is zoveel moois.’ We hebben veel herinneringen opgehaald. Toch wacht hij op Godot, hij doet absoluut niets, wat ik onbegrijpelijk vind. Hij zei dat hij weer volledig overtuigd was van het bestaan van ufo's, want hij had er zelf een gezien. Hij zei ook dat er een jongentje van zes jaar in het gebouw woont, dat hem old man noemt en tegen zijn knie oprijdt (zoals Keke dat ook kon doen). Ik heb hem onmiddellijk op het hart gedrukt dit nooit meer toe te laten. Hemeltje, dat | |
[pagina 100]
| |
is precies wat ik nodig heb, een pedofiele broer. Ik zei hem dat risico nooit meer te nemen. ‘Er is niets te bewijzen,’ zei hij. Ik hoop in ieder geval dat hij zijn kop gebruikt. Hij had een nieuwe auto, deed twee andere en zijn motor weg, maar zijn bovenprothese wiebelt en zit nog altijd afschuwelijk. Zijn huis is dezelfde rotzooi als altijd. Toen we vertrokken, arriveerde er nog een tienerjongen. Het staatsbezoek is afgelopen. Het koninklijk gezelschap vertrok in escorte naar het vliegveld. De rvd had de persgroep een braai aangeboden. Het vertrek verliep weer met het gebuikelijke onzinnige gedoe. De fotograaf van het Reformatorisch Dagblad, beklaagt zich voortdurend over hoe hij door de rvd en collega's wordt gediscrimineerd. Hans van den Berg (de Volkskrant) is een absolute boer. Hij staat voortdurend te smoezen en ik vertrouw hem voor geen cent. Fred van Leeuwen (rvd) eigenlijk ook niet, maar hij is iets beter. Er is ook een druiloor van de televisie en een juffrouw van rtl4 die mij haten, prejudiced cunts. Ik vind het meisje van het anp best aardig.Ga naar voetnoot111 Ze zei dat ze bij het anp denken dat zij en ik een affaire hebben, omdat ze mijn proces volgt. Ellen Pasman belde dat ze nu problemen op kantoor heeft naar aanleiding van het artikel in De Groene Amsterdammer. Rond 19:00 uur kwam Niels Viljoen, die me eerder deze week had gebeld, waarmee ik uit eten ging. Daarna gingen we naar Henk en Miep Zeelenberg. We hebben veel gelachen. | |
5 oktober 1996Ik hoor niets meer van Christo Landman. Ik probeerde hem vanmorgen te bellen, maar tevergeefs. Henk kwam heel gewoon om 14:30 uur naar het hotel in plaats van om 12:30 uur, zoals afgesproken. Hij had voor 230 rand de schoenen gevonden, die hij Cameron had beloofd. Ik heb niets gezegd, want ik zie hem toch al zo weinig. Ik zou graag nog willen blijven, vooral voor Peter, maar dat kan niet. Ik belde lang met hem, waarmee we deze reis afsloten. Niels kwam me om 19:00 uur weer ophalen. We zaten bij Waterfront, zagen een paar jongens en liepen een paar uur rond, maar niets. Daarna gingen we naar Sea Point, waar ik even over de boulevard liep, terwijl hij in de auto bleef. Hij was bang, zei hij. Geen levende ziel te bekennen. In de verte hoor je het geluid van revolverschoten. | |
[pagina 101]
| |
6 oktober 1996Het mooiste weer van de wereld. Peter belde al vroeg. Hij had weer niet kunnen slapen en zei eens naar de slaapkliniek in Den Haag te willen gaan. Ik zei het te zullen regelen, als Edwin akkoord ging. ‘I need no-one's approval, now or ever,’ zei hij, ‘I decide myself.’ | |
13:15 uur, luchthaven MalanGodezijdank heb ik stoel 11D, Marina heeft het weer voor elkaar. Ik zit nu op een bankje in de zon een brief te schijven naar Peter. Vanmorgen om 09:00 uur kwam Hendrik me ophalen bij het hotel. We gingen eerst naar Camps Bay en gingen naar Sea Point om nog wat te eten. Ik opperde er niet aan te moeten denken dat een van ons tweeën de laatste overlevende van De Horst zou zijn. ‘Ach, zei Henk, ‘de eersten zullen de laatsten zijn’ (hij was de oudste van ons drie). Zich beseffende dat dit nogal ruw klonk, voegde hij daar snel aan toe dat het uiteindelijk in gods handen lag. Toen hij iets over mam vertelde, dacht ik bij Hendrik tranen in zijn ogen te zien, terwijl hij eerder had gezegd: ‘Ik heb geen tranen meer.’ Hij sprak ook weer over de kinderen. Er kwamen er steeds meer zei hij, en twee kusten hem, ‘on the cheeck’ voegde hij er mompelend aan toe. Bij zijn appartement liep de jongen van zes rond, zijn nieuwste aanwinst. Ik houd mijn hart vast over die relaties en het kopen van schoenen en kleding. Hij had Michele, zijn aangenomen dochter van nu 36 die in zijn atelier woont, een auto gegeven. Hetzelfde cadeau had hij voor de jongens in petto als zij achttien zouden worden. Wat een waanzin. Hendrik gaf mij de zegelring van vader, die hij destijds van Theo gekregen had. Ik vind die niet mooi, maar ik zal proberen deze via Con Hermens een bestemming te geven. | |
Kaapstad-AmsterdamVanuit mijn stoel kan ik een beetje de eerste klas inkijken, waar Beatrix en de hele familie zitten. Bij vertrek werd een extra draai boven Kaapstad gemaakt, waarbij Claus en Willem-Alexander aan de kant waar de koningin zat gingen kijken. Willem-Alexander zag me en glimlachte, waarop ik zwaaide. Hij vertelde het aan zijn moeder die daarop helemaal omkeek, waarbij we elkaar aankeken. | |
[pagina 102]
| |
19:30 uurLang oponthoud in Johannesburg, omdat de Oranjes van boord gingen. Toen zij weer aan boord kwamen, werd Beatrix tot aan het vliegtuig begeleid door Nelson Mandela, die haar uitgeleide deed en zelfs de stewardessen de hand schudde. Dat is andere koek dan Suharto. Ik vroeg me al af waarom de dames van de hofhouding hun hoeden hadden opgehouden: vanwege het protocol jegens het staatshoofd van Zuid-Afrika dus. Beatrix stond hier in de deuropening lief te wuiven, wachtend op Claus en Willem-Alexander. Rob Knijff, Arjan Paans en Remco Meijer kwamen bij me kletsen. Knijff zei dat het was opgevallen hoe goed ik me bij de nieuwe generatie journalisten had weten staande te houden. | |
7 oktober 1996Alles bij elkaar was deze reis de moeite waard en ben ik dankbaar dat ik het gered heb. Ik nam een taxi naar huis, en ging daarna eerst naar Struwe, waar drie tassen vol kranten voor me klaar lagen. Toen door naar Amstelveen en bij Story heb ik van 09:45 tot 11:20 uur het komende artikel samen met Helen Hissink geredigeerd. Pasman liet bellen om Kees Versteegh te dagvaarden voor 15 oktober. Dat is paniekvoetbal, zonder lijn of strategie. Geen woord over de dagvaarding van prinses Margriet en Docters van Leeuwen. Ik liet een strenge boodschap voor haar achter op haar antwoordapparaat. Toen heb ik een tijdje geslapen en ben ik naar Adonis gegaan. |
|