Memoires 1986-B
(2016)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 111]
| |
Paramaribo28 augustus 1986Hotel ToraricaDoes van de klm haalde me af, en zei dat Nahar alleen rechtstreeks vanuit het toestel in een wachtende auto had kunnen stappen omdat Bhagwandas hem persoonlijk was komen afhalen. Ook nu springen Surinaamse militairen nog altijd in het gelid wanneer Bhagwandas ergens in burger verschijnt. ‘Hij dwong altijd respect af.’ Ik begrijp niet hoe dat in het brein van Desi werkt, om kameraden van het eerste uur zonder meer af te schrijven. Bij Roy Horb begreep ik het wel, omdat de man zich duidelijk inliet met de voormalige huisarts van zijn ouders, Chin A Sen, en zich had laten omlullen door de cia. Maar Bhagwandas? Misschien werd Desi ertoe gedwongen vanwege de relatie via zijn zwager Nahar naar de contra's rond Brunswijk. Does vond Atta Mungra hoogst onbetrouwbaar - wat me niet meer verwondert na wat Theo en ik van hem ondervonden. Atta zou ook verafschuwd worden door zijn broers. Does verwachtte dat deze Mungra op ieder moment in staat was om naar de tegenpartij over te lopen. Desi Bouterse analyseert in het ochtendblad de drie voornaamste gevolgen van de acties van Brunswijk: 1) het democratiseringsproces wordt vertraagd, 2) de verhouding met Nederland (die aan het verbeteren was) moet opnieuw bekeken worden en 3) wanneer het zo doorgaat zullen de 200.000 Surinamers in Nederland geïrriteerd raken en tot handelen overgaan. Het is natuurlijk ook godgeklaagd dat Den Haag absoluut niets onderneemt om te voorkomen dat vanaf Nederlands grondgebied en met aanzienlijke bedragen, ondermijnende acties tegen Suriname worden georganiseerd. De kranten hier maakten van morgen het volgende bekend: | |
[pagina 112]
| |
Eisen namens het volk | |
[pagina 113]
| |
Ik ben na elf uur het condoleanceregister voor de gesneuvelde sergeant van de Militaire Politie, Ewald Fernandes gaan tekenen. Ik kwam pal achter de bejaarde politici Lachmon (die nauwelijks kan lopen) en Aron binnen en tekende na hen. Even later arriveerden de ambassadeurs van India en de Sovjet Unie. Ik gaf vervolgens een interviewtje aan de Surinaamse televisie, waarin ik een lans heb gebroken voor de mobilisatie van ‘alle Surinaamse militaire breinen’, dus ook die van Bhagwandas en Gorré, om de ontstane noodsituatie als gevolg van acties van contra's het hoofd te bieden. Op de vraag: ‘Hoe betaalt u uw reizen’, antwoordde ik dat de huidige reis door het weekblad Panorama werd betaald. Anderhalf uur gesproken met Waldemar Henar van Index. Eindelijk lijken de projecten van Theo (en ook een beetje van mij dus) van de grond te komen. Het gaat om drie haalbaarheidsstudies: een houtzagerij, de winning van graniet en een fabriek voor de fabricage van papier. De mogelijkheden voor doodskisten naar Florida zouden onder de houtzagerij kunnen vallen. Ik belde Theo in Zwitserland om hem te vertellen dat drie projecten in de pijplijn zaten. Henar vertelde op zijn eigen zonne-energie te draaien, welke idealisme produceerde. Hij was er vanaf het begin van de revolutie in 1980 bij geweest. ‘Grenada heeft maar 100.000 inwoners en er zijn 300 doden gevallen. In Suriname zijn 400.000 mensen dus hier zouden 1.200 doden kunnen vallen, althans wanneer ze de top zullen uitroeien. Dan kan je er zeker van zijn dat ik er bij ben.’ Hij noemde zijn eigen groep van Rob Leter en anderen ‘after coup’ experts. ‘Als ergens in de wereld een coup wordt gepleegd, zouden wij er meteen naar toe kunnen gaan en bijvoorbeeld adviseren dat ze meteen de Centrale Bank moeten bezetten.’ Er komen rond de 400 soorten hout in Suriname voor. ‘We exploiteren er maar twaalf procent van. Nu is een onderzoek van start gegaan welke soorten we verder nog zouden kunnen exploiteren. De zagerijen zijn nu in de stad, wat betekent dat 40 procent afval ook wordt meegenomen in de transportkosten. Wat we nu willen, is om het hout ter plekke te verwerken. Op die manier kunnen we ook houtskool produceren. We willen een geintegreerd bedrijf opzetten. Ook de arbeidskrachten zijn in het binnenland goedkoper. Overigens beseffen wij nu dat geld alleen geen ontwikkeling brengt. Technologie en expertise brengen ontwikkeling. We willen ons dus op de infrastructuur richten opdat we geleend geld zo snel mogelijk kunnen terugverdienen,’ aldus Waldemar Henar. | |
[pagina 114]
| |
Het project voor papierproductie is begroot op twaalf miljoen dollar, het natuursteen- en granietproject op zes à zeven miljoen. Van de houtzagerij is nog onduidelijk wat het moet gaan kosten. Harvey Naarendorp arriveerde in Torarica, drie uur later dan hij had aangekondigd. Hij begon met een whisky en rookte. ‘Het plaatje is nu wel duidelijk,’ zei hij. Zaterdag had hij contact gehad met Desi, en die had gezegd: ‘Je moet hier blijven. We moeten praten.’ Dit zal Herrenberg razend maken, maar dit is nodig voor Suriname. Ook Waldemar Henar wilde dat Harvey in Paramaribo bleef. Over de situatie zei hij het volgende: ‘Het is toch een interne affaire bij het leger. Ik zie het aldus. Desi speelde een verdeel-en-heersspel tussen Graanoogst en Boerenveen enerzijds en Bhagwandas en Gorré anderzijds. De eerste twee zijn intellectuele militairen, nou ja, intellectueel, maar toch met brains, de laatste als zuivere militairen, met minder intellectuele maar zuiver militair georiënteerde brains. Om die reden speelden de inlichtingendiensten in op Bhagwandas en Gorré. De buitenlandse inlichtingendiensten mikten al op verstoring van het evenwicht in het leger met het in de val lokken van Etienne Boerenveen in Miami. Daarbij moet je bedenken dat tot 1982 de Creoolse bevolking in de brede zin des woords gericht was op de cons-gelden en de bauxietindustrie. Daar kwam als gevolg van deze manoeuvres de klad in en de Hindoestanen wonnen terrein. Vergeet niet dat zakendoen, de rijst, het transport, al deze taken worden door Hindoestanen gerund. Hetzelfde met de groenten naar Nederland. Het financiële accent kwam dus daar te liggen. Nu zie je dan dat het Hindoestaanse geld, en dus de wapens, aan de kant van de militair georiënteerde soldaten is komen te liggen. Vergeet niet, er wordt hier strikt etnisch-biologisch gedacht en gehandeld. Je weet wat ik over Desi's ego heb gezegd. Ik heb Desi in maart 1985 deze analyse voorgelegd tijdens een gesprek op het paleis. Later heeft hij gezegd dat ik met mijn uiteenzetting tweedracht in het leger wilde zaaien. Het gevolg was dat ik weg moest. Bovendien wist ik niet dat ons gesprek werd afgeluisterd, noch in wiens handen het was gekomen. Ik heb hem onlangs tweemaal aan de telefoon gehad en terwijl hij zei me te willen spreken, is het nog niet gebeurd. Ik wil best weer operationeel gaan deelnemen aan het proces, maar niet voordat ik met Desi een aantal zaken heb uitgesproken. Anders heeft niets meer zin.’ Wat Harvey met zoveel woorden zei, was dat Desi vermijdt | |
[pagina 115]
| |
hem nu te zien, omdat hij hem vorig jaar had voorspeld wat er nu aan het gebeuren is. Later ontmoette ik het lid van de Assemblee, Irma Loemban Tobing-Klein. Zij vertelde maandagnacht slecht te hebben geslapen omdat het ultimatum van Brunswijk toen afliep. ‘Ik woon aan de rivier en toen ik een bootje hoorde...’ Ik probeerde haar uit te leggen dat Suriname te lijden had onder een intern conflict in het leger. Daar scheen zij geen enkel zicht op te hebben. Ik vroeg haar of ze dit niet in de Assemblee aan de orde kon stellen met de oproep aan de militairen om de strijdbijl te begraven en in het belang van het land bijeen te komen om de eenheid te herstellen en gezamenlijk de contra's aan te pakken. Zij stelde voor: ‘Als u die gedachte samenvat in een brief aan premier Radhakishun, dan zou ik uw boodschap in de Assemblee kunnen voorlezen.’ Zij wilde weten of bemiddeling nog een kans zou krijgen. ‘Ik denk zeker van wel, maar er is haast geboden voor de breuken onherstelbaar zijn.’ | |
29 augustus 1986Ik begon de dag met een telegram naar Peter om hem te feliciteren met zijn verjaardag. Frits Pengel zei me gisteravond - ook al had hij de botsing met Bhagwandas en Gorré nooit begrepen - dat hij minder zeker was dat de crisis door het interne conflict bij het leger was veroorzaakt, zoals Naarendorp het interpreteerde. Ook dacht hij dat in Nederland zeker niet alleen Nahar achter Brunswijk stond maar ook groepen rond Wijngaarde en consorten ‘die bang zijn hier nooit meer aan de bak te zullen komen.’ Ook vond hij het onwaarschijnlijk dat er ooit een zakenman met zeven miljoen bij Haakmat was langsgekomen. Frank Essed had me gisteren op televisie gezien en had tegen Frits gezegd: ‘Oltmans was niet gek op televisie.’ Ik vroeg Graanoogst naar de stand van zaken met de helikopters. Hij had het onderwerp met de militaire attaché van de vs besproken, evenals Henk Herrenberg dit had gedaan met de Amerikaanse ambassadeur. ‘Het is geweigerd omdat er militair personeel mee zou hebben moeten komen,’ zei Graanoogst. Ik dacht: wat is het probleem, dat gebeurt overal in Latijns-Amerika. Na een gesprek met Graanoogst over zakelijke onderwerpen ten behoeve van Theo, zei hij zeer onverwachts: ‘Ga maar naar de baas.’ Eindelijk kon ik eens even rustig met Desi Bouterse spreken. Hij liet me De eenling van Raymond ‘Turco’ | |
[pagina 116]
| |
Westerling zien.Ga naar voetnoot110 ‘Toen ik je op televisie hierover hoorde spreken, heb ik dit boek meteen opgevraagd.’ Bouta luisterde geduldig naar mijn verslag inzake Nahar en mijn pleidooi misschien toch met hem te moeten praten. Toen ik zei Ingrid Bouterse niet tegen me in het harnas te willen jagen en dat Venoks ook tegen was, maar dat een gesprek met Nahar en een algemene bemiddelingspoging wellicht uitkomst konden brengen, moest hij glimlachen, maar onthield zich van het geven van een mening. Maar toen ik pleitte voor herstel van de rust binnen de legerleiding in het belang van het land, zei hij: ‘Ik zal dit met Bhagwandas overleggen.’ Vervolgens besprak ik de positie van Harvey Naarendorp en diens bereidheid weer operationeel aan het proces te gaan deelnemen, mits zij een gesprek konden hebben om de lucht tussen hen persoonlijk te klaren. Hij schreef Harvey's directe telefoonnummer in zijn agenda. Daarna vroeg ik of hij John Drieskens van Panorama te woord wilde staan. Juist ook omdat de Nieuwe Revu op de Brunswijk-lijn zat, kon het van belang zijn dat Drieskens nu Desi's gedachten over de situatie in Suriname op de Nederlandse lezersmarkt zou gooien. Ook benadrukte ik dat ik met dat interview opnieuw zelf een reis naar Paramaribo kon betalen. ‘Wanneer,’ vroeg hij. ‘Het liefste aanstaande zondag.’ Ik voegde eraan toe: ‘Dan komt hij morgen en gaat maandag met mij weer mee terug.’ ‘Oké,’ was het verlossende antwoord. Ik beken, mijn eerste gedachte was: godzijdank, het afgesproken honorarium van 10.000 gulden is binnen. Nadat dit gesprek was beklonken, benaderde ik Atta Mungra van de slm, die met een stalen gezicht beweerde dat Goedschalk, de president van de Centrale Bank, het dossier van Theo over de herfinanciering van de vliegtuigen had zoek gemaakt. Of Theo de hele zaak maar eventjes opnieuw wilde opsturen. ‘Of wil je dat ik hem een brief schrijf? Ik kan Theo ook opbellen.’ Ik dacht: man, hoe durf je, val dood. Geen wonder dat Bouterse het met types als Atta Mungra niet zal redden. Daar wordt in Den Haag nooit bij stilgestaan, wat het gehalte van de medewerkers is in de kring van Bouterse. Waldemar Henar had al gewaarschuwd: ‘Atta Mungra wordt niets, want hij wacht op een douceurtje.’ ‘Moet ik dat aan Theo doorgeven?’ | |
[pagina 117]
| |
‘Nee,’ zei Henar, ‘niet doen, want dat werkt op den duur tegen.’ Ik gaf Bouterse ook een artikel over hoe ambassadeur Bremer in Den Haag nu een soort terroristentsaar in Washington gaat worden. ‘De Amerikaanse ambassadeur Barbour bezoekt me straks,’ zei Desi, ‘en ik ben zeker van dat hij deze informatie gaat gebruiken. Bremer zou aan Brunswijk een fijne klus hebben.’ ‘U zou Barbour te kennen kunnen geven best eens een interview aan iemand van The New York Times te willen geven. Dat zou de houding van Washington kunnen beïnvloeden,’ zei ik. Hij liet me overigens op het toestel van Graanoogst naar John Drieskens bellen om die zaak meteen in de rails te zetten. Ik geloof dat hij in de zevende hemel was dat de trip naar Suriname doorgang zou vinden. Mijn vriend Cliff kwam de schildersmaterialen halen. Ik trof hem in de coffeeshop in gesprek met een Libische diplomaat, Ibrahim Mokthar. Nadat Cliff was vertrokken, sprak ik nog enkele uren met deze Libiër. Ik zette mijn inzichten over Suriname uiteen en wat mijn eigen positie daarin was, namelijk te doen wat Nederland verzuimde voor de voormalige kolonie te doen: proberen hier iets van goed te maken en te accepteren hoe de situatie hier nu is. Hij vertelde dat in Libië ministers en ambassadeurs ook uit de laagste gelederen van de samenleving werden gekozen. Toen een tweede diplomaat binnenkwam, ben ik vetrokken, maar ik zei tegen hen vroeg of laat een bezoek aan hun land te zullen brengen. | |
30 augustus 1986Han Hansen schreef in de Volkskrant dat legerleider Desi Bouterse bij zijn bezoek aan Drietabbetje ‘uiterst onvriendelijk’ zou zijn ontvangen.Ga naar voetnoot111 ‘Hoewel er een foto in de kranten verscheen van Bouterse met de granman, kwam langs het informele berichtencircuit de aanwijzing dat Gazon niet met Bouterse had willen praten,’ aldus deze man in Den Haag. Afgezien van het feit dat ik de foto had genomen, heb ik de ontmoeting tussen Bouterse, Wijdenbosch en ‘de koning der Aucaners’ van begin tot eind bijgewoond en kan ik getuigen dat deze in wederzijds respect plaatsvond. Maar de media in Nederland produceren liever roddels, omdat dit beter in hun anti-Bouterse straatje past. Zo gaat het al jaren. Zo is het totaal vertekende beeld van Suriname en Bouterse ontstaan. Zelfs | |
[pagina 118]
| |
Weekkrant Suriname drukte mijn foto van de granman en Bouterse af. Hoe kwamen ze daar aan? De verklaring van Suriname, die hier in de kranten verscheen na afloop van de massabijeenkomst op 27 augustus (toen ik in het vliegtuig hier naar toe zat), vind je natuurlijk niet terug in Hollandse kranten.Ga naar voetnoot112 Playboy spreekt met Carl Bernstein, die samen met Bob Woodward de Watergate-affaire in The Washington Post blootlegde. Het is een belangrijk artikel. Hij vertelt bijvoorbeeld dat hij zich soms niet meer kan herinneren ‘what happened in real life, what happened in the book and what happens in the movie (about the book).’ Hij concludeert: ‘There comes a point at which all memories blend together and I have to go back and check my notes to see what was real. It is absurd.’ Kijk, dat is nu exact wat er gebeurt met het geheugen en geeft antwoord op het waarom van het schrijven van mijn dagboek. Ik ben daarom nu al een halve eeuw met dergelijke notities bezig.Ga naar voetnoot113 William Safire schrijft terecht dat er steeds van wordt uitgegaan dat zij die tegen sancties tegen Zuid-Afrika zijn, ‘dus’ voor apartheid zouden zijn. Zo kort door de bocht wordt het inderdaad steeds gesteld. Hij wijst op het Zuid-Afrikaanse parlementslid Helen Suzman, dat ook tegen sancties is, terwijl zij zich een levenlang tegen apartheid heeft verzet. Het wordt tijd dat ik naar Pretoria ga. Ik denk dat Suzman gelijk heeft, maar zal het ter plekke moeten uitzoeken. Safire denkt dat sancties effect zouden kunnen hebben en dat economische macht moet worden gebruikt ‘to twist political arms’.Ga naar voetnoot114 Vanmorgen meldt De Ware Tijd dat Den Haag verklaarde dat ze van de prins geen kwaad wisten, en niets met Brunswijk en de contra's te maken hebben. Den Haag zal daarom een miljoen gulden medische hulp aan Suriname geven, als gebaar. | |
31 augustus 1986John Drieskens is volgens plan gearriveerd. Hij vertelde dat niemand op de redactie - behalve hij dan - erin geloofde dat ik een gesprek met Desi Bouterse zou regelen. Ik stond aan de vliegtuigtrap - dankzij Does - om hem af te halen. Later tijdens een gesprekje in het hotel dreigde ik even uit mijn vel te springen toen hij zei morgen aan Bouterse te willen vragen of hij zelf op 8 december 1982 had geschoten. Harvey Naarendorp belde om 08:00 uur. Desi Bouterse heeft | |
[pagina 119]
| |
nog steeds geen contact met hem opgenomen. Henk Venoks meldde dat het gesprek met Panorama waarschijnlijk morgenochtend in het presidentiële paleis plaats zal vinden. Ik regelde een gesprek tussen Drieskens en John de Mees, directeur van de Surinam News Agency (sna). De hoofdredacteur van Panorama ontpopte zich als iemand van beneden de gemiddelde intelligentie, wat ik trouwens altijd geweten heb. De vragen die hij stelde, leken nergens op. Een hopeloze zaak. Later ontmoette ik de Libische diplomaat weer. We raakten in gesprek over Bouterse. Toen ik over het inschakelen van helikopters tegen Brunswijk sprak, opperde hij: ‘Desi should ask the Dutch for helicopters to assist in finding Brunswijk.’ Even vond ik het een prima gedachte. Ik besprak dit met Drieskens, die er voor voelde Bouterse die vraag te stellen. Maar hoe zou Nederland kunnen helpen Brunswijk te pakken, als ze intussen oogluikend deze Robin Hood in het Surinaamse bos steunen om Bouterse te treiteren? | |
1 september 1986Waarom bestaat er toch die onzichtbare barrière tussen Bouterse en Naarendorp? Denkt Harvey teveel als de cia in de optiek van Desi? Maar wie kan voorbijgaan aan de gebeurtenissen van 1982? Het was een ramp voor Bouterse als ‘de verantwoordelijke man’. Nauwelijks van die klap bekomen, zit hij nu met Brunswijk opgezadeld. Wie heeft hij nog over? Boerenveen zit in de petoet in de vs. Hij ontving John Drieskens en mij om 10:30 uur in zijn werkkamer op het paleis. Tot 12:00 uur voerden we een uitermate ontspannen gesprek, open en recht voor zijn raap. Bouta liet het gesprek niet eens opnemen. Zijn openheid hield verband met mijn aanwezigheid. Ik nam met de camera van Drieskens een twintigtal foto's en hield me vrijwel buiten alles. Maar ik maakte wel nauwkeurige notitie's.Ga naar voetnoot115 Toen we weggingen, hadden we het nog even over de veiligheid van Bouterse. Hij reageerde stellig: ‘Je denkt ook niet als je in een auto stapt dat je een ongeluk kan overkomen of in een vliegtuig dat je naar beneden kan storten? Tegenwoordig kan je via een injectienaald zelfs aids krijgen.’ ‘Als u aids zou krijgen, dan zou ik er hier de schuld van krijgen,’ grapte ik tegen Bouterse. Desi en Drieskens lachten zich kapot. Terug in het hotel formuleerde ik samen met een verslaggever van de sna een verklaring van vijftien regels over het | |
[pagina 120]
| |
interview van Drieskens voor Panorama met de bevelhebber van Suriname. We brachten vervolgens samen een kort bezoek aan Van Houten, die zich nu Drieskens erbij was heel anders opstelde, afstandelijk deed en zelfs niet vroeg naar wat Bouterse aan Panorama had verteld. Hij zat wijsheden te verkondigen als hoe gemakkelijk je de weg kon kwijtraken in de jungle. Nadat Bouterse had gezegd dat Nederland ook niet wist hoe de moorden in Rijswijk in elkaar zaten, zou de ambassadeur Desi hebben geadviseerd zijn uitspraken te temperen ‘want anders klapt de zaak met Nederland weer in elkaar.’ Een reporter van Veronica belde en vroeg hoe John Drieskens aan een visum was gekomen. ‘Hij had helemaal geen visum, maar het gesprek met Bouterse heeft al plaats gehad.’ Ik adviseerde hem om Drieskens, die al weer is afgereisd, morgenochtend om 09:15 uur op Schiphol te pakken te krijgen. Henk Venoks kwam langs en vertelde dat Van Houten nu rondbazuinde dat ik me teveel met Suriname bemoeide. Dat zou best eens waar kunnen zijn. Ik sloof me in ieder geval uit - niet gebonden aan de bezopen instructies vanuit Den Haag zoals Van Houten - om als Nederlander en als vriend van onze voormalige kolonie constructief mee te denken over hoe dit landje daadwerkelijk geholpen zou kunnen worden. Ik belde Jules Wijdenbosch die me met ‘broeder’ aansprak. Ik zal nog bij hem binnenlopen. | |
2 september 1986De hele nacht werd ik door sukkels uit Nederland opgebeld die er geen rekening mee houden dat je ook wel eens wilt slapen. Ze zochten meestal John Drieskens. Vanmorgen heb ik van 09:25 tot 11:25 uur met Iwan Graanoogst gesproken in de Memre Boekoe-kazerne. Vlak voor het einde wandelde Desi binnen. Ik zei hem dat het gesprek met Panorama super was verlopen: ‘en ik zit nu niet bij u te slijmen.’ Ook vertelde ik hem dat Graanoogst en ik van mening waren dat hij een dergelijk ontspannen en open gesprek een keer op televisie zou moeten geven, want eigenlijk ziet niemand hem ooit zoals wij hem gisteren meemaakten. Hij ging ermee akkoord: ‘maar laten we eerst dat ding van Panorama maar even laten uitwerken.’ Ik vroeg of het tijd werd om Denise de Hart weer eens in Paramaribo te ontvangen. Hier volgde een beslist ‘nee’ op. ‘Wat moet ik nu met die Nahar beginnen,’ vroeg ik. ‘Het is duidelijk dat hij aan de verkeerde kant staat.’ | |
[pagina 121]
| |
‘Wat stelt u voor,’ vroeg hij heel slim. ‘Het beste is om niets te doen en Nahar in zijn eigen vet gaar te laten koken, want wanneer je in die zaak duikt, stuit je vrijwel meteen op Bhagwandas. Wat niet wegneemt dat ik bereid ben die man in de publiciteit te brengen, omdat hij met Brunswijk bezig is, hem waarschijnlijk medefinanciert en bereid lijkt een miljoen op tafel te leggen om u uit de wereld te helpen.’ We besloten niets te doen.Ga naar voetnoot116 Vervolgens sprak ik uitvoerig met Waldemar Henar. ‘De Amerikanen zijn zogenaamd lief tegen ons, maar ze zoeken ondertussen naar alternatieven voor Desi. Vanuit het Caribisch gebied wordt er terdege naar Suriname gekeken. Voor Washington is het belangrijk omdat wat hiet gebeurt naar dat gebied zou kunnen overslaan. Toen we dus in 1981 bekend maakten dat we naar een socialistische staat streefden, brak de hel over ons los.’ ‘We hebben wel degelijk progressieve stromingen,’ vervolgde Henar, ‘maar waarom slagen zij niet? Wanneer we namelijk wel zouden slagen en het welzijnsniveau voor de mensen zouden opvijzelen, dan zal Washington er wel voor zorgen dat er weer iets gebeurt wat de vooruitgang de nek om draait. Amerika zorgt ervoor dat dergelijke stromingen in het Caribisch gebied niet voorkomen. Ze worden gewoon vernietigd. De Surinaamse revolutie heeft veel potentie. Zouden we slagen, dan zou je het door Reagan gevreesde domino-effect in dit gebied kunnen krijgen. We mogen van Washington niet echt de kans krijgen om succes te hebben. Ze laten Bouta niet ongestoord zijn gang gaan. Iedere keer gebeurt er weer iets. We krijgen gewoon de marge niet die we nodig hebben om te stoeien. Hadden we die wel, dan zouden we snel omhoog schieten.’ ‘Amerikanen zullen militairen in principe steunen,’ aldus Henar, ‘omdat ze meestal van huis uit conservatief zijn. Desi valt voor hen niet te plaatsen in de traditionele legerhiërarchie. In Washington zien ze Bouterse als een onregelmatigheid. Hij is niet te plaatsen, dus daarom is hij een marxist. Daarom wordt hij niet vertrouwd. Het wordt ons niet toegestaan dat er binnen onze marge een zekere rust zou bestaan. Hierdoor staan we dus tegen de wanden van die marge te drukken. Desi kan echt uitstekend luisteren. Tijdens vergaderingen zegt hij soms heel weinig. Het gebeurt soms dat hij drie uur lang, zelfs zes uur lang, maar heel weinig zegt. Dan gaat hij de hort op en spreekt met veel mensen. Dan gaat hij opnieuw de vergadering | |
[pagina 122]
| |
in en luistert. Maar wanneer hij dan uiteindelijk een beslissing neemt, is het ook een finale beslissing.’ ‘Onze bevolkingsgroepen,’ zei Henar, ‘zijn gebaseerd op geloof. Kom je daar aan, dan ben je weg. Nu is de bevolking zes jaar lang met de realiteit geconfronteerd, wat nooit eerder is gebeurd. Er zijn intussen steeds meer psychisch gestoorde mensen bijgekomen, want zij zien geen kans de nieuwe realiteiten te aanvaarden of ermee om te gaan. Tot 1980 was het altijd schone schijn in dit land. Na 1980 kwam de revolutie die als het ware tot in de slaapkamer doordrong. Veel mensen konden en kunnen dit niet aan. Zij raakten in de war en vertrokken naar Nederland. Zij die zijn gebleven, werken aan een echte nieuwe samenleving. Dit werk zal pas over 25 jaar tot een resultaat leiden.’Ga naar voetnoot117 Ik belde met Naarendorp. Zijn ontmoeting met Bouterse was prima verlopen. Hij zou om te beginnen nog twee weken in Paramaribo blijven. Ik was opgelucht en blij want wellicht slagen we er nu in hem voor het denkwerk aan de top te behouden. Nog laat had ik een gesprek met de Libische diplomaat Mokthar op het terras van Torarica. | |
3 september 1986Vanmorgen had ik een ontspannen ontmoeting met Jules Wijdenbosch. Hij vertelde dat Brunswijk weer een aanval bij Albina had ondernomen ‘om een stukje van Surinaams grondgebied te bezetten. Maar,’ zo vervolgde hij, ‘hij is in onze val gelopen, zit in een tang en het is afgelopen met hem.’ ‘Tenzij hij er toch weer uitglipt,’ antwoordde ik. ‘We hebben hem deze keer bij zijn kladden,’ aldus Wijdenbosch. Hij vertelde ook dat gisteren de eerste bestelde helikopter in Suriname was geland ‘dus het is een stuk gemakkelijker geworden om hem op te sporen.’ Jules zag er goed en uitgerust uit en had alle tijd genomen om samen te praten. Later kwam Libretto, commissaris van de bosnegers binnen. ‘Vaarnold begrijpt dat u hier genoeg over hem hebt gehoord om verder uit uw buurt te blijven,’ zei hij. Terwijl we in gesprek waren, kwam er onverwachts een medewerker binnen die vroeg om Wijdenbosch en Libretto even op de gang te kunnen spreken. Tegen Libretto zei hij: ‘Er wordt op jouw kantoor al geschoten.’ Dat betekende blijkbaar dat Brunswijk de stad aanviel. De paniek sloeg toe. Libretto verdween als een | |
[pagina 123]
| |
haas. Jules zei dat hij spoorslags naar de premier ging. Gedachtig aan de waarschuwing van Henar concludeerde ik dat Torarica ook niet veilig zou zijn. Ik liep met knikkende knieën toch naar Torarica, pakte mijn spullen, betaalde de rekening en ontdekte dat ook de telefoons niet meer werkten. Gelukkig kon ik Boris Zhilko toch telefonisch bereiken. ‘Ik wilde net vertrekken,’ zei hij. Hij kwam me onmiddellijk in een auto van de Sovjetambassade halen. We reden snel naar de residentie van Igor Bubnov, die overigens afwezig was. Vervolgens ontdekte ik dat mijn dagboek foetsie was. Boris bood aan het te gaan halen in het hotel. We reden terug naar het hotel. De dames in de coffeeshop waren vijandig. Mevrouw Lydia verweet me dat ik een veilig onderkomen had gezocht. Ik dacht: ja mevrouw, maar u verdedigt Bouterse niet op televisie. De dolle dinsdagsfeer was compleet in het hotel. Ik kon mijn dagboek nog steeds nergens vinden. We reden naar de slm omdat ik Atta Mungra mijn vertrek wilde laten regelen. De man was nog onsympathieker dan ooit te voren, maar hij zei wel dat hij Theo een telex met verontschuldigingen voor de gang van zaken had gezonden. In de ambassadewoning van de ussr had de butler inmiddels een tafel vol lekkernijen gereed gezet. Ik was er niet echt bij, want de onrust over het weggeraakte dagboek hield me volledig bezig. Later zou ik het tot mijn grote opluchting in mijn handtas terugvinden. Overigens legde Mungra uit dat er niets aan de hand was. Een legerconvooi moest met de pont mee en kreeg voorrang. Een aantal wachtende automobilisten pikte dit niet. Een militair loste een schot in de lucht. Paniek brak uit en de hele stad was in rep en roer. Jonge mannen begonnen plunderingen op de markt en de militaire politie trad op. Dat was alles. Dus na de lunch keerde ik naar Torarica terug. Harvey Naarendorp kwam naar het hotel. Hij vertelde dat Bouterse in hun gesprek volledig open kaart had gespeeld. Hij had een rapport over Harvey gekregen waardoor hij teleurgesteld was in hem. Later had Bouterse ontdekt dat de bron van het rapport een crook was, daarom twijfelde hij nu of hij het rapport wel serieus kon nemen. Bouterse ging zelfs zover om Harvey het gewraakte rapport te tonen. Ze waren het overigens eens geworden dat de ambassade in Mexico moest blijven: ‘Ook al ga ik niet meer terug.’ Dit resultaat zal Herrenberg in de gordijnen jagen. Er werd afgesproken dat Naarendorp voorlopig ‘onzichtbaar’ zou blijven, maar wel weer in het proces zou worden ingezet. Hij was buitengewoon tevreden met het resultaat van de ontmoeting. Zijn vrouw Joan deelde in de | |
[pagina 124]
| |
vreugde. Zelf ben ik ook blij dat deze stunt is geslaagd, want dit is in het belang van Suriname. Harvey analyseerde de kwestie Brunswijk als volgt: ‘Brunswijk opereert in overeenstemming met de harde marrontraditie.Ga naar voetnoot118 De marron weet zich perfect in het oerwoud te verschansen. Bosnegers hebben hun eigen economie ontwikkeld, hun eigen bestuurlijk systeem opgezet. Het gedrag en de cultuur van de bosnegers werd in een vaste traditie omgezet. Een bosneger zal nooit een andere bosneger verraden. Dat zou in flagrante strijd zijn met de overlevering. Daarom is Desi ook niet als een dolle gaan schieten. Toen Brunswijk begon, was hij trouwens niet tegen Desi. Hij was vanuit de marrontraditie bezig, viel plantages aan en verdeelde de buit onder de mensen. Hij kocht materialen voor voetbalclubs. Hij arrangeerde feestjes voor de armen. Hij verdeelde rijkdom in het achterland.’ Ik vroeg hoe Brunswijk als militair in de rimboe terecht was gekomen. ‘Hij is door Bhagwandas uit het leger gezet. Hij was recalcitrant en onbruikbaar geworden. Bouta had in zijn optiek de zaak gewapenderhand overgenomen. Hij besloot op eigen manier te werk te gaan. Hij pakte het dus op typisch marronse wijze aan: de stad aanvallen ten behoeve van het binnenland. De marrons zagen dat niet als misdadig, maar als een traditie. Er was dus sprake van een marronorde tegenover een stadsorde. Wat je ziet gebeuren, is dat die twee orden nu botsen. Op een gegeven moment werd Brunswijk gearresteerd. Dit plaatste de bosnegers en bloc achter hem. Pak je hem, dan pak je ons ook. Hij bewoog zich aanvankelijk als een authentieke marron. Bovendien zat hij op dezelfde lijn als Desi wat betreft de toekomst van Suriname. Er was geen tegenstelling met het gezag in Paramaribo. Desi had zich dan ook voorbereid om de Brunswijk-affaire tactisch te ontmantelen. Maar Bhagwandas pakte die zaak op Hindoestaanse wijze aan en liet een dorp voor Brunswijk boeten door het te plunderen en er huis te houden. Het resultaat was dat de bosnegers als één man achter Brunswijk herenigd waren. Daarbij werd dus ook een kind gedood. Pas toen is Brunswijk zich als anti-Bouta-guerrilla gaan opstellen.’ ‘Vervolgens zijn mensen als André Haakmat zich bij Brunswijk gaan aansluiten,’ vervolgde Harvey. ‘In zijn hart is Brunswijk helemaal niet anti-Desi. Hij zei steeds tegen zichzelf: “Ik doe dit voor de mensen.” Voor zijn besef van goed en kwaad was wat hij deed helemaal geen misdaad. Plantagehou- | |
[pagina 125]
| |
ders beroven was voor hem een nobele bezigheid. Om Brunswijk de leider van een misdadige bende te noemen, was even dom als destijds de Cottica-negers in het oosten van Suriname, later aangeduid als Boni's, uitmaken voor brandstichters door de Hollanders. Brunswijk werd dus een potentiële revolutionair die in de misdadige hoek werd gedrongen. Hij werd overgenomen door krachten vanuit Nederland, die zich achter een rookgordijn verschuilen. Brunswijk is dus geen Robin Hood meer. Nu hij geen banken meer kan beroven, moet hij geld pakken waar hij kan. Hij gaat zijn uiteindelijke ondergang tegemoet. Zijn huidige ondersteuners zullen hem voor zijn raap schieten wanneer het hen zo uit komt. Ze zullen proberen de liquidatie van Brunswijk in de schoenen van Desi te schuiven. Want ze willen de actie van Brunswijk nu met huurlingen voortzetten. Wanneer Brunswijk eenmaal geen poen meer vangt, zal hij ook niet langer Boni kunnen spelen. Desi wil proberen Brunswijk langs niet-militaire weg uit te roken. Hij kan nu bij Albina klem zijn gezet, maar waar het om gaat zijn de fuckers die hem steunen. Desi wil hem van die backers losweken en vooral niet neerpaffen, want dat zou niet slim zijn.’ Henk Venoks kwam me halen voor de vlucht naar Amsterdam. Een medewerker van de klm bracht me naar Zanderij. Ik gaf daar nog een televisie-interviewtje. |
|