Memoires 1986-A
(2016)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
Paramaribo14 maart 1986Hotel ToraricaIk had een lang gesprek met Carlo Spier. Ik bracht hem de meningen van Haakmat, Vaarnold en anderen over. Hij adviseerde Bouterse zo nauwkeurig mogelijk in te lichten. Henk Heidweiller zou het liefste als ambassadeur naar Caracas zijn gegaan. Ook meende Spier dat Heidweiller nooit Naarendorp of Herrenberg als chef de kabinet zou kunnen evenaren. Hij vond ook dat er weer een topman naar Den Haag moest. Ik noemde Harvey Naarendorp. ‘Prima keuze, maar die wil niet.’ ‘Dan Badrissein Sital.’ ‘Dat zou inderdaad een uitstekende man zijn, want hij aanvaardt altijd de moeilijkste klussen, zoals hij nu ook weer in Wageningen keihard aan de rijstexport werkt.’ Robert van de Roer belde gisteravond nog op naar hier. Die man speelt geïnterviewden tegen elkaar uit. Lurvink was gaan steigeren toen hij hoorde wat ik had gezegd, maar Spoor had het bevestigd. Enkelaar had hem naar mij verwezen en Lurvink naar het bestuur. Lurvink was razend geworden toen hij merkte dat ik Van de Roer had verteld dat de Sovjetgasten van Den Alerdinck duizend gulden zakgeld hadden ontvangen, wat gewoon waar was. Gisteravond kwam Frits Pengel me ook nog ophalen voor een rit naar het Suralco-complex en terug, om uitvoerig te kunnen praten. Ik was doodmoe en had de grootste moeite niet in slaap te vallen. Hij kende Heidweiller heel goed, ‘want ik heb een keer een wijf van hem genaaid’. Hij beschreef hem als iemand die volmaakt gewetenloos was en alleen maar de grote mijnheer wil uithangen. ‘Heidweiller wordt in Den Haag als een bondgenoot gezien,’ zei ik. ‘Dan weet je hoe laat het is,’ antwoordde Frits, ‘Heidweiller denkt alleen aan zijn eigen belang.’ Later in het gesprek zei ik Atta Mungra, ook een kompaan van Bouterse, absoluut niet te vertrouwen. Frits gaf me hierop zelfs een hand ter bevestiging. Het ochtendblad kondigt aan dat premier Udenhout de Ashan- | |
[pagina 94]
| |
ti-koning van Ghana, Otumfuo Opoku Ware II heeft uitgenodigd. Daar zit iedereen op te wachten. Ik bracht al vroeg een memo naar het ministerie van Buitenlandse Zaken om Henk Herrenberg te verwittigen dat ik er ben. Intussen regelde Henk Venoks een onmiddellijke ontmoeting met Desi Bouterse. | |
11:00 uur, Memre Boekoe-kazerneIk zat in mijn dagboek te schrijven toen hij in uniform binnenwandelde. Hij was magerder geworden, maar zelfverzekerd en kennelijk bezorgd. Hij ging zitten en bood koffie aan. Ik begon met de verschillende berichten uit Nederland. Ik zei dat René Vaarnold alarmerende tijdingen had verzameld, waaronder de kans op een nieuw bloedbad in Suriname en de boodschap dat er 5 tot 6 miljoen op Bouterse's hoofd was gezet. ‘Vaarnold drong er dermate op aan naar u toe te gaan en u te waarschuwen,’ zei ik, ‘dat ik het mezelf nooit zou hebben vergeven niet naar u toe te zijn gegaan, als er iets zou gebeuren.’ Hij antwoordde: ‘Wacht even,’ en hij kwam terug met een blocnote vol notities, die hij me liet zien. Er stond bijvoorbeeld: ‘ambassadeurs van Frankrijk, Nederland en Brazilië onze bezorgdheid uitspreken’, of ‘grensposten bij Albina verstevigen’ en ‘bvd opnieuw betrokken’. Hij heeft een beetje een schoolschriftachtig handschrift. Ik sprak zoals altijd vrijuit, en besprak alle onderwerpen van Heidweiller tot en met Sital als ambassadeur in Den Haag. Ook overhandigde ik hem een rapportje over de waarschuwing van René Vaarnold, wat hij in zijn zak stak. Vaarnold was ver gegaan in zijn beschrijving van de samenzweerders tegen Bouterse. Precies zoals Gerard Croiset dat vroeger deed. Vaarnold had een huis beschreven van waaruit een aanslag werd beraamd en waar het team zich zou bevinden. Het zouden Hindoestanen zijn. Ik stelde voor dat we samen met Henk Herrenberg nog een gesprek zouden hebben, omdat ik weer snel naar Nederland wilde terugkeren. ‘Ik bel hem wel,’ zei hij. Hij liet me in een Mercedes naar Torarica terugbrengen. Er lag een machinegeweer aan mijn voeten. Er was een boodschap van Jules Wijdenbosch. Ik wandelde naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Ja, Heidweiller is een moeilijk te vertalen beslissing geweest,’ zei hij. ‘Maar vier progressieven die eerst waren gevraagd, hebben geweigerd. De bevelhebber heeft Heidweiller, die ja zei, aan strakke richtlij- | |
[pagina 95]
| |
nen gebonden. Hij zal het niet in zijn hoofd halen daarvan af te wijken.’ Wijdenbosch beschouwt zichzelf als schakel tussen het militair gezag en het volk. Hij benadrukte dat Desi er niet over dacht af te wijken van de tot dusverre gevolgde beleidslijn. Het sturen van een ambassadeur naar Den Haag zou grondig gemotiveerd moeten worden. Carlo Spier verwachtte een moeilijke kabinetsformatie. Na de Nederlandse verkiezingen zou men kunnen overwegen een nieuwe ambassadeur aan te wijzen. Ik vond Wijdenbosch, die rum en cola dronk terwijl hij ook nog naar een vergadering van de Nationale Assemblee moest, niet altijd even duidelijk. Hij mummelde soms, maar ziet zichzelf als ‘de grote vertaler’ van het revolutionaire proces naar de massa. ‘Mijn ministerschap is hier ondergeschikt aan,’ verzekerde hij. | |
15 maart 1986Een van de dames in de coffeeshop van Torarica vroeg vanmorgen op de man af: ‘Wie heeft uw ticket naar Suriname betaald?’ Ik heb zonder blikken of blozen gezegd: ‘Mijn creditcard.’ Ik ben hier inderdaad op Visa en Diners, maar in de wetenschap dat er alle kans is dat Suriname me als ‘adviseur’ zal rembourseren. Ik geniet enorm van The Mind's New Science van Howard Gardner. Het boek beschrijft de ‘cognitieve revolutie’.Ga naar voetnoot112 Cognitieve wetenschappers bestuderen de bronnen van kennis, de wortels van het weten, waar het vandaan komt, hoe het wordt opgeborgen en bij de hand blijft en hoe we veel van de kennis die we opdeden ook weer verliezen. ‘How do we perceive the world the way we do,’ is Gardners thema. Ik lunchte met ambassadeur Igor Bubnov van de Sovjet Unie. Hij vertelde een telegram te hebben ontvangen van diplomaat Gnevashev in Den Haag, met de vraag waarom Bubnov een bezoek van Desi Bouterse aan Moskou met zijn fiat had ondersteund. Vooral omdat premier Lubbers nog niet in Moskou was geweest. Bubnov en ik waren het eens dat Gnevashev niet wist waar hij over sprak, want het een heeft niets met het ander te maken. Trouwens Bubnov heeft er nauwelijks het initiatief toe genomen, en is er eerder tegen. Hij weet bovendien niet of Bouterse inderdaad het Kremlin zal gaan bezoeken. Er zou overigens wel een handelsdelegatie uit Moskou komen. De ussr wil aluinaarde en tractoren kopen, en Lada auto's als te- | |
[pagina 96]
| |
genprestatie leveren. Ook was Moskou geïnteresseerd bananen en palmolie te kopen. Bubnov (‘Call me Igor, Willem.’ Maar daar voel ik niets voor.) had bezoek gehad van ambassadeur Dirk Jan van Houten, die een stapeltje kaarten had meegebracht waarop uitspraken van Nederlandse parlementariërs over Suriname waren uitgetypt. Ook enkele opvattingen uit het Haagse over Desi Bouterse stonden erbij vermeld. Hoe kom je op een dergelijke onbetamelijke streek? Bubnov had het grapje gemaakt: ‘Ik zou ze maar niet meenemen als u de bevelhebber bezoekt.’ Hij vond Van Houten ‘a well intentioned, good-hearted man, not shining through brilliancy.’ De vorige ambassadeur, J.B. Hoekman, had hem eens verteld dat ik in een artikel had geschreven dat hij Claus van het staatsieportret met Beatrix had afgeknipt. Wat Hoekman niet aan Bubnov had gezegd, was dat deze na publicatie van dit artikel weer een complete afbeelding van het koninklijk paar had opgehangen. Toen ik enige hoofdpunten van mijn gesprek met Desi Bouterse van gisteren aanroerde, schoof de ambassadeur zijn stoel wat meer naar me toe om niets te missen. Hij had Bouterse verder geen bezoeken gebracht ‘because they look over his shoulder and I did not want to make the situation more difficult for him than it is.’ Hij zou zich voorlopig op de achtergrond houden. Als er contra's uit Nederland of de vs in Suriname zouden ingrijpen, verwachtte de ambassadeur een afschuwelijk bloedbad. Bubnov zei nog dat hij sdi (Space Defense Initiative) had omgedoopt in ims (Initiative for Militarization of Space). Hij heeft helaas gelijk. Dat is precies wat sdi is. | |
16 maart 1986Henk Herrenberg zwijgt in alle talen, heel vreemd, maar ik zal rustig afwachten. Howard Gardner bespreekt ook de visie van Jerry Fodor. Die vindt ‘that the machine of our minds does not know what it is talking about, and does not care about a semantic relation. While so-called naturalistic psychology wants to be able to explain how we learn to know about the particular things in the world and what they are - like, computational psychology, a psychology of formal mental operations - may be the only kind of psychology we can ever hope to get. In sum, Fodor believes that any attempt to understand cognition must involve a fullfledged embracing of a mentalistic point of view. He believes | |
[pagina 97]
| |
that mental states really exist, that they can interact with one another, and that it is possible to study them.’ Ik was op de plantage van Roman Bhagwandin. In het aangrenzende bos wonen zeker 200 apen en in de rivier zitten krokodillen. Ik luisterde naar zijn beschouwing. ‘Nederland heeft Suriname van de wijs gebracht,’ zei Roman. ‘We zijn te vroeg in contact gekomen met Westerse luxe en verderf. Dat werkte verslavend. Men kon er niet meer buiten. Dus trokken velen naar Nederland, waar veel Surinamers nu verkommeren. Ze krijgen hun geld onder de deur geschoven [wo: hij doelde op de hand ophouden, de uitkeringen]. Er wonen 200.000 Surinamers in Nederland wat betekent: er worden daar 200.000 broden per dag meer gebakken. Hier zijn 200.000 broden minder nodig en hetzelfde geldt voor boter, melk, suiker, rijst en wat dies meer zij. Nu worden Surinaamse groenten als klaroen, kousenbanden en pepers ook in kassen in Nederland verbouwd, zodat ze niet meer van hier hoeven te worden verstuurd. Dat is geen eerlijke situatie.’ ‘Van het een is het andere gekomen,’ vervolgde Roman. ‘Bouterse draagt niet de schuld van de huidige problemen. Wij zijn een onderdeel van de wereldproblematiek geworden. De handel heeft dit in de hand gewerkt. Het is het kabinet Lubbers, samen met de regering Reagan en de cia, die de belangrijkste boosdoeners zijn van de situatie waar Suriname zich in bevindt. Geld en winst maken zijn de werkelijke oorzaken van alle ellende, want mensen worden zo langzamerhand leugenachtig geboren om onder deze omstandigheden te kunnen overleven.’ Bij terugkeer in Hotel Torarica lag er een boodschap van Herrenberg. Ik belde hem op. ‘Je bent koppig. Ik had je toch gezegd je deze week te zullen bellen?’ Ik zal hem om 14:00 uur ontmoeten en heb een nauwkeurige agenda opgesteld. We spraken een uur samen. Het was als in de goeie ouwe tijd. Heb hem verteld wat Vaarnold en andere bronnen hadden gemeld. Hij maakte aantekeningen. Hij wilde meer details weten. ‘Bel Vaarnold,’ zei ik. ‘Nee, niet per telefoon, want dan had je niet hoeven te komen.’ Ook mijn adviseurschap kwam weer ter sprake. Ik zei hem dat wat mij betreft 50.000 gulden honorarium (gelijk aan een serie Claus-artikelen voor Panorama) prima was, dus een ton voor twee jaar samenwerking. Hij kende de correspondentie van zijn voorganger Erik Tjon Kie Sim dienaangaande niet en vroeg om kopieën. Hij was van plan als nieuwe minister van | |
[pagina 98]
| |
Buitenlandse Zaken deze week alle ambassadeurs, inbegrepen Bubnov, te ontvangen. Ook onze reis samen naar Moskou en daarna New Delhi stond nog steeds in zijn planning. | |
17 maart 1986Ik bezocht vanmorgen minister Jules Wijdenbosch om een lans te breken voor een betere woning voor de interieurverzorgster van Roel Martens in de Heerenstraat. Mevrouw Lisa Peerwijk woont in een krot en mag nu op haar oude dag toch warempel wel iets beters krijgen. Ik vond niet dat ik Desi daar ook nog mee moest belasten. Jules gaat er iets aan doen. Om 10:00 uur bezocht ik ambassadeur Van Houten. Ik liet hem rustig zijn wijsheden verkondigen. Hans van den Broek had de dialoog met Suriname geforceerd en was nooit van dit beleid afgeweken, volgens de ambassadeur. Het parlement was akkoord gegaan met het bestuderen van de sociale problematiek van Suriname. Men concentreerde zich dus op ‘sfeer verbeterende activiteiten’. Er werd overleg gevoerd over problemen als emigratie en remigratie. Er waren zelfs gesprekken over studiebeurzen ‘om de sociale infrastructuur van Suriname te helpen bestendigen’. ‘Over hoeveel beurzen wordt gedacht, 10, 12, 15?’ was mijn vraag. ‘Het gaat meer om het vaststellen van een bepaald bedrag. De activiteiten van Van den Broek en mevrouw Schoo zijn in dit opzicht zó verweven.’ Van Houten zei dat de rede van Bouterse op 25 februari goed duidelijk had gemaakt dat hij het zat was, en zich steeds meer uit regeringstaken wilde terugtrekken. De ambassadeur was het ermee eens dat het contraproductief zou zijn wanneer Nederlandse journalisten weer in drommen hiernaar toe zouden komen. Het zou de situatie alleen maar verder verslechteren. Toen ik op het punt stond te vertrekken, raakten we bijna in een onaangenaam gesprek. Hij merkte op te hopen dat de dialoog tussen Bouterse en Van den Broek zou worden voortgezet. Vrijwel routinematig antwoordde ik: ‘Dat kan nu niet meer. Dat moet Bouterse-Lubbers worden nu Desi regeringsleider is.’ Deze normale constatering streek tegen zijn Buitenlandse Zaken-haren in. Hij stelde dat Van den Broek de macht had op Buitenlandse Zaken. Hij kon onmiddellijk besluiten nemen. Van Houten had zelfs tegen bevelhebber Bouterse opgemerkt, dat het een verkeerde beslissing zou zijn om minister Herrenberg in de ring te gooien tegen een Cassius Clay als Lubbers. ‘Herrenberg zal toch Bouterse moeten consulteren, | |
[pagina 99]
| |
want de macht hier ligt bij hem. Lubbers houdt zich meer bezig met algemene zaken,’ zei van Houten. Ik wilde het niet verder op de spits drijven door te onderstrepen dat het Lubbers was en niet Van den Broek, die in Washington een Amerikaans ingrijpen in Suriname had tegengehouden. Ik opperde nog: ‘Lubbers en Bouterse kunnen toch als regeringsleiders met elkaar spreken en dan werken Herrenberg en Van den Broek de details uit?’ ‘Het is beter dat dit hier protocollair meteen goed wordt begrepen,’ aldus de heer Van Houten, die kennelijk dacht dat ik dat wel even zou doorgeven. ‘Van den Broek praat met Bouterse,’ zei Van Houten stellig, ‘of er wordt helemaal niet gesproken en we zijn terug bij square one.’ Ik kon mijn oren niet geloven over zoveel rechtlijnig Hollands denken. ‘Maar Van den Broek spreekt toch ook niet met Martens of Thatcher?’ voerde ik aan. Van Houten bleek niet te vermurwen. Hij was een brave Van den Broek-paladijn. Terugwandelend naar het hotel stopte Roman Bhagwandin naast me met zijn pick-up. Zijn hulp Prim zat aan het stuur. Hij ging vier manden kersen wegbrengen. Hij stapte uit. Hij vertelde dat hij zeker wist dat Paul Z. van de Nederlandse ambassade, Surinaamse homo's ronselde en naar Nederland liet vertrekken. Hij had dit aanbod ook aan Prim gedaan. Z. organiseerde homofeestjes in zijn huis. Ik vroeg of hij de informatie wilde bevestigen als minister Herrenberg hem ernaar zou vragen. Vanavond hield Herrenberg een receptie voor het Corps Diplomatique in Hotel Torarica. Ik zag dat ambassadeur Van Houten als een van de eersten weer vertrok. Een typisch voorbeeld hoe je niet moet dekoloniseren. Herrenberg belde me na afloop nog laat op. Ik vertelde dat de heer Z. op de visumafdeling van de Nederlandse ambassade Surinaamse homo's gouden bergen beloofde en vervolgens naar Holland verscheepte. Omdat ik zelf weer zou afreizen, was Roman Bhagwandin beschikbaar om meer informatie te verstrekken. Herrenberg zei dat Paul Grijpma van Het Parool hem herhaaldelijk aan de lijn had proberen te krijgen en dat deze nu een smerig verhaal in Elseviers had gepubliceerd. Hierin verklaarde onder meer André Haakmat: ‘Herrenberg wilde mij omkopen.’Ga naar voetnoot113 Dit zou zich dan hebben afgespeeld in 1983 toen Her- | |
[pagina 100]
| |
Henk Herrenberg
renberg nog ambassadeur in Den Haag was, en hij procedeerde tegen de beschuldiging (van Grijpma) in Het Parool, dat de ambassadeur erin zou zijn geslaagd een lening voor Suriname los te krijgen van Colombiaanse cocaïnehandelaren. Herrenberg zou toen Haakmat op de ambassade hebben ontboden en hem gezegd hebben dat Bouterse zich zorgen maakte over deze affaire, want dat zelfs Fidel Castro hem er naar had gevraagd. Ambassadeur Herrenberg zou Haakmat een hoge functie en terugkeer naar Paramaribo hebben aangeboden op voorwaarde dat hij schriftelijk zou terugkomen op een eerder afgelegde verklaring, welke voor Herrenberg belastend was geweest en in verband stond met het verkrijgen van de Colombiaanse lening. ‘Ik kon geen andere conclusie trekken dan dat mij het premierschap zou worden aangeboden,’ zei Haakmat. Volgens Elseviers weigerde Haakmat de door de ambassadeur reeds opgestelde verklaring te tekenen. Bouterse vindt dat zijn reputatie voortdurend geschaad wordt vanwege de geruchten dat Surinaamse militairen in de drugshandel zouden zijn gegaan. Ik moest denken aan de ‘gouden tip’ voor Bouterse die wintidokter Vaarnold eens aan mij had meegegeven, en die ik zoals gevraagd had overgebracht. Vaarnold sprak echter over het verbouwen van marihuana in het binnenland van Suriname. Het woord cocaïne is tussen Vaarnold en mij nooit gevallen. Ik kan de zaak niet overzien en denk dat het erg moeilijk zal zijn de juiste toedracht of de feiten, zowel over de Colombiaanse lening als over de mogelijke betrokkenheid van de Surinaamse legerleiding bij cocaïnesmokkel, boven tafel te krijgen. | |
|