Memoires 1986-A
(2016)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
Paramaribo1 januari 1986De ziekte van het afschieten van vuurwerk heeft ook Suriname bereikt, een ontwikkelingsland dat door een moeilijke periode gaat. Eén pak rotjes kost 600 Surinaamse guldens. Ik moest vannacht naar beneden om de poes en haar drie overgebleven jongen - drie anderen waren reeds onder jammerlijk gekrijs aan belangstellenden meegegeven - proberen te kalmeren. Het is overigens aandoenlijk om te zien hoe de jongen met hun moeder spelen. Ik heb dat nooit eerder gezien. Ik begrijp nu beter waarom Frits van Eeden nooit genoeg van poezen en honden kan krijgen. Ik ben alleen in huis en voel me ellendig eenzaam. Ik kan er alleen nog met Peter over praten, niet meer met Eduard, die er eigenlijk te jong voor is en die ik er nooit mee had mogen belasten. Maar dan is er nog altijd Mahler, waar ik nu naar luister. Het is moeilijk af te wegen wat belangrijker is, muziek of boeken. Bij een gedwongen keuze zou muziek het bij mij winnen, en dat realiseerde mijn moeder zich toen ik vier jaar oud was. Ik vond laatst een foto uit die tijd in mijn dagboek. Ik was het bestaan daarvan vergeten. Mahler raakt me heel diep - weer heel anders dan de handen van Jurriaan Brink een paar nachten geleden. Een oude man schuift de hekken open van de kerk aan de overkant van het plein waar het herenhuis van Roel Martens staat. Straks arriveren de mensen om op nieuwjaarsdag via de dominee een hart onder de riem gestoken te krijgen. Erika van Eeghen wilde me ook steun geven via het woord Gods. Ik houd niet van dergelijke bijgelovige verklaringen van het alleen zijn. We zijn en blijven ‘naakt’ in de wereld, ongeacht de ezelsbruggetjes die deze ‘naaktheid’ moeten helpen verdoezelen. We zijn en blijven eendagsvliegen. Er is niet genoeg tijd in een mensenleven om ons voldoende in de wereld thuis te maken, thuis te voelen, en te begrijpen waarom gebeurt wat er gebeurt, om een acceptabele methode te kunnen ontwerpen die de totale ‘naaktheid’ in onze moderne aangeklede jungle weet te hanteren, zonder mythen, zonder totems, maar hand in hand met de werkelijkheid. | |
[pagina 12]
| |
Het regent weer. Ronald Laing vraag zich af hoe het brein de geest voortbrengt ‘Or is it the other way around? Or are both questions so stupid they should be dropped immediately?’Ga naar voetnoot1 | |
2 januari 1986Om 08:00 uur belde Henk Herrenberg om te bevestigen dat ik om 11:00 uur door de minister van Buitenlandse Zaken, Erik Tjon Kie Sim, zal worden ontvangen. Het werd een uitstekend gesprek van een uur. Hij bleek een aantal kamers te hebben laten ombouwen tot één studeervertrek. ‘Willem, we hadden zelfs geen behoorlijke wachtkamer.’ Allereerst besprak ik met hem de consultancy van Theo en mijzelf, en legde uit dat Roel Martens onze plaatselijke contactman zou zijn. Roel was ook even naar het ministerie gekomen. Ik stelde hem kort aan de minister voor. Erik kwam pas echt op dreef toen ik hem niet meer onderbrak. Suriname miste een traditie in praktische besluitvorming. Overal in de samenleving botste je tegen dit probleem op. Wanneer hij als minister teveel solistisch opereerde, werd van alle kanten kritiek geleverd. ‘Wanneer ik te lang in het buitenland bezig ben, zitten ze achter mijn rug aan de poten van mijn stoel te zagen. Ik ben nu vier jaar minister. Ik heb gedaan wat ik kon. Ik zal fouten hebben gemaakt, maar tachtig procent van mijn werk is geslaagd.’ Terwijl ik naar hem luisterde, realiseerde ik me andermaal hoe weinig de Kamerleden in Den Haag rekening houden met, of op de hoogte zijn van, de problemen waarvoor dit tien jaar oude staatje, aan de rand van de Latijns-Amerikaanse regenwouden, zich geplaatst ziet. De minister zei al geruime tijd bij Desi Bouterse te hebben bepleit de public relations van de overheid professioneel aan te pakken. ‘We zijn zo ondergesneeuwd door onze problemen thuis, dat we niet echt toekomen aan het efficiënt aanpakken van het buitenland.’ Onderwijl probeerde ik werkzaamheden voor Theo en mij te bepleitten. ‘Ik praat tegen je, Willem, als tegen één van ons. Je komt hier nu al zolang.’ Hij zal maandag pas Desi spreken. Daarna vertrek ik weer. Ik overhandigde hem de brief van Theo met suggesties om van Suriname en Paramaribo een vrijhandelszone te maken, zoals ik al eerder hier in brede kring ter sprake bracht. Hij trok een lade open en liet me een volledig staatsdecreet zien, gereed om ondertekend te worden, met die gedachte kant-en-klaar uitge- | |
[pagina 13]
| |
werkt. Bouterse heeft er dus na ons gesprek echt achteraan gezeten. Ons eerste gesprek hierover was in 1983. Er moet dus een transitohaven komen, met een vernauwing van de Surinamerivier, waarbij misschien drie eilanden in de rivier zullen worden aangelegd om het bouwen van een brug te vergemakkelijken. Dan is het gedonder met de ponten eindelijk afgelopen. | |
3 januari 1986Henk Herrenberg belde al om 07:45 uur. Het leek hem beter met Rob Leter te gaan praten, als mijn adviseursregeling echt rond was. Ik vroeg hem of Humphrey Hasrat, de arts van Bouterse, naar de infectie in mijn oksel mocht kijken. ‘Wanneer het om je gezondheid gaat, doen we alles,’ antwoordde hij. Het werd meteen geregeld. Ik leende een fiets en reed naar de Memre Boekoe-kazerne. Etienne Boerenveen zat te telefoneren in een auto toen ik arriveerde. Ik kon meteen naar Hasrat doorlopen. Nu weet ik eindelijk wat ik heb. Het is een ordinaire tropische ziekte, strophulus. Hij gaf me antibiotica en een gewone zalf voor vijf dagen. Woerdeman, de huidarts aan de Apollolaan, had Daktarin voorgeschreven, waarvan de arts van Bouta, een Hindoestaan zei: ‘Dat helpt absoluut niet.’ Ik fietste naar het militaire hospitaal om de medicijnen te halen. Daar ontmoette ik majoor Schopman, die al zeventien jaar in het Surinaamse leger zit. Hij zei als Nederlander een partijtje te kunnen meeblazen over hoe Nederland zich jegens Suriname gedraagt. Ik zou hem willen interviewen. | |
4 januari 1986Eigenlijk is het schandelijk wat er is gebeurd. De brief voor een mogelijke consultancy-overeenkomst lag op 1 oktober 1985 op het bureau van Herrenberg. ‘Je bent nu in onze dienst,’ zei hij. Nu moet ik hier drie weken in een door muggen geïnfecteerd herenhuis bivakkeren en een onaangename rel schoppen om duidelijkheid te krijgen. Je moet alle mensen bij voorbaat als potentiële vijanden zien, wil je niet in zeven sloten tegelijk lopen. Je moet op je hoede zijn vanaf het moment dat je je medemens ontmoet, want vele variaties zijn mogelijk, vooral wanneer men denkt een ‘winstobject’ te hebben gevonden. Daarom zijn jeugdvrienden de mensen die het langste meegaan in het leven. In je jeugd bestonden er aan beide zijden nog geen materiële bijgedachten. Jurriaan Brink kwam langs en liet met trots zijn werkstuk over | |
[pagina 14]
| |
de schimmels op Surinaamse bananenbomen zien. Hij zag er oerdegelijk uit, met een ruig soort begin van een baardje. In Newsweek werd geschreven dat bananen 150 jaar geleden vrijwel onbekend waren in de vs.Ga naar voetnoot2 Pinda's werden alleen door slaven gegeten. Ook is er een nieuwe vrucht ontdekt, quinoa, die door indianen in de Andes wordt gegeten. Er zit 20 procent proteïne in, tweemaal zoveel als in granen. Ik zou de heren van de Surinaamse bananenindustrie hierop willen wijzen, want wie weet leent de quinoa zich voor het opzetten van plantages. Ik maakte vandaag weer iets mee wat me door merg en been ging. De Tilburger die Hotel Ambassador exploiteert, kwam een poesje halen. De drie overgebleven jongen lagen lief in en over elkaar te slapen. Ik stelde voor dat hij de roodbruine zou nemen, omdat die toch wat separaat van de andere twee was. Ik tilde het beestje op en keek lang in de ogen. Ik dacht aan Alice Miller, en haar woorden over spiegelbeeld en scheidingsangst. Ik adviseerde de Tilburger vervolgens een van de andere poesjes te nemen. Maar hij wilde toch de roodbruine. Het beestje ging in een doos - zoals mensen een kippetje bij de slager halen - en hij vertrok. Zijn auto wilde echter niet starten en hij kwam weer naar boven. Ik vroeg hem het poesje ook weer mee naar boven te brengen. Hij voldeed aan mijn verzoek en nummer drie was herenigd met moeder en de andere twee. Ma begon ze alle drie weer met haar tong op te poetsen. Twee voorbijgangers maakten de auto, de roodbruine ging terug in de doos en weg waren ze. Ik zit in een licht zomerbriesje nu alleen op het balkon. Ik luister naar de ruisende bomen en vraag me af of poezen een geheugen hebben. Door mijn dagboek voel ik me minder alleen, want wat ik niet met mijn omgeving kan bespreken, daar is hier altijd een plaatsje voor, zoals de vele vragen die het leven van poezen oproepen. Hoe wordt het vertrek van de roodbruine door de anderen ervaren? Frank Robles van Hotel Torarica wil me twintig procent korting geven. Voor 98 gulden voor een kamer ga ik morgen over. Surinamers kletsen elkaar hopeloos na. Er wandelde een Surinaamse jongen binnen die begon te babbelen dat Suriname een militaire dictatuur was geworden. Ik zei: ‘Lieve jongen, je hebt in de verste verte geen benul van wat een militaire dictatuur is. Je leeft in een paradijsje, geloof me maar.’ | |
[pagina 15]
| |
5 januari 1986Hotel ToraricaDe zoon van Reagan, Ron, heeft in Playboy veel onzin geschreven over een bezoek aan Moskou.Ga naar voetnoot3 Maar hij arriveerde op de dag dat Volodja Feltsman voor dertig gasten een recital zou geven in het Spaso House, het verblijf van Arthur Hartman, de Amerikaanse ambassadeur. En dan volgt er een relaas over het feit dat Volodja en Anna nog steeds geen toestemming hebben gekregen het land te verlaten en dat zijn albums nergens meer verkrijgbaar zijn. Hoe hij als refusenik door het Kremlin wordt gesaboteerd. In dat opzicht is het wel nuttig dat de kleine Ron naar Moskou is gegaan. Julius Vischjager zei in de Nederlandse Playboy: ‘Natuurlijk nam aan de Uitmarkt ook Willem Oltmans deel, dit op mijn geheim advies, zodat hij in het Algemeen Dagblad ver achter mij eindigde. Hij speelde dan ook wel een Novelle Etude met vier mollen van Chopin, in f klein. Maar dan moet je, als je als journalist zoveel geheugenfouten maakt, maar van blad spelen, vind ik als K.P., oftewel Klassiek Piano recensent. De afgang door Oltmans van het podium bij Adriaan van Dis was minder onzeker.’Ga naar voetnoot4 Er werd een pakket met heerlijkheden en een kerstkaart van bevelhebber Desi Bouterse bezorgd. | |
[pagina 16]
| |
‘We have no such man in China,’ zei een jonge Chinees die de film Rambo had gezien.Ga naar voetnoot5 Ik las het verhaal van Henk Hofland, de wederopstanding van de onuitstaanbare amerikaan.Ga naar voetnoot6 Hij was voor het eerst in vijf jaar weer eens in New York en noemde de stad ‘een onweerstaanbaar wonder’. Zo reageert alleen een boertje van buuten, dat uit een provinciaal dorp als Amsterdam arriveert en in een stemming van extase raakt bij het aanschouwen van wolkenkrabbers bij zonsondergang. Het is ongetwijfeld een fantastisch gezicht, zoals ik dikwijls berichtte, vooral als je in de avond met de helikopter aan de Eastside opstijgt om naar luchthaven jfk te vliegen. Maar als hij dan schrijf dat (‘al kan ik me vergissen’) het er op straat heel wat beter uitziet dan vijf jaar geleden, is dat de mening van iemand die Manhattan niet in 1948, 1958, of 1968 heeft gekend, zoals ik omdat ik er toen woonde. New York is na de overgang van Amsterdam opwindend en fascinerend, zeker. Maar wie verder kijkt dan zijn neus lang is, ontdekt hoe onleefbaar deze kolos van beton en asfalt eigenlijk is en welke ten hemelschreiende toestanden er heersen. Het begint al op de luchthaven, waar je in een tot ijzeren kooi omgebouwde taxi moet stappen om in de stad te komen. Die kooien zijn nodig om het leven - en de kassa - van de chauffeurs te beschermen. Twee Palestijnen die in Wenen werden gearresteerd, schijnen bewijzen bij zich te hebben gehad dat de aanslagen op kantoren van El Al in Wenen en Rome een Palestijnse vergelding waren voor het Israëlische bombardement op een plo-hoofdkwartier in Tunis. De signalen uit Washington maken duidelijk dat Libië opnieuw als zondebok zal worden aangewezen. De druk van de | |
[pagina 17]
| |
vs om kolonel Khadaffi verder te isoleren, neemt toe. James Markham wijst erop dat nog tachtig Britse bedrijven in dat land werkzaam zijn, plus vijfduizend Britten die in Tripoli werken.Ga naar voetnoot7 In Moskou heeft een hoge functionaris van het ministerie van Cultuur, Georgi Ivanov, de Amerikaanse films Rocky iv en Rambo: First Blood Part ii scherp veroordeel omdat zij ‘a new type of hero, a killer with ideological conviction’ in de bioscopen introduceren. ‘This new hero kills “reds” and Russians not for money but for a kind of perverse relish, which is part of an anti-Soviet campaign mounted in the United States.’ Hij zei over de films van Stallone: ‘They could be dismissed as rubbish except for the damage it does to the consciousness of Americans. Americans are being brought up with the idea that you can only deal with a Russian with a gun. Rambomania is growing like a forest fire in the United States,’ aldus Ivanov.Ga naar voetnoot8 De man heeft meer dan gelijk. In een ander zorgelijk artikel wijst Philip Taubman erop dat Michail Gorbatsjov het aanzienlijk moeilijker heeft in het Kremlin dan het naar buiten toe lijkt.Ga naar voetnoot9 Er zou binnen het Politburo meer tegenstand zijn voor Gorbatsjovs progressieve lijn, dan werd aangenomen. Het is waar dat Grigory Romanov werd gedwongen af te treden. Andrei Gromyko werd vervangen door Edoeard Sjevardnadze. Nikolai Ryzhkov werd premier, een bondgenoot van Gorbatsjov. ‘Ministers and regional party leaders have been dismissed by the dozen. Mr. Gorbachev has dominated the news with his ban on drinking, with his economic initiatives and with foreign travel, including the Geneva meeting.’ Toch wordt er in diplomatieke kringen voor gewaarschuwd dat ‘this is not a one man show’. Via de macht van Gorbatsjovs voornaamste medewerker, schijnt deze meer conservatief georiënteerde Jegor Ligatsjov de al te snelle economische hervormingen van de partijsecretaris te willen afremmen. Gorbatsjov is er nog lang niet. M. Bell schreef in The New York Times ‘Biography is a species of imaginative writing that tempts even the most exact chronicler to aspire toward the visionary freedom of the novelist.’Ga naar voetnoot10 Ik weet dit maar al te goed. Reden te meer mijn eigen verhaal te schrijven over de waarheid van dertig jaar sabotage door de overheid van mijn persoon en werk. Ik luister naar Ein Heldenleben van Strauss. | |
[pagina 18]
| |
6 januari 1986Vladimir Lomeiko, woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Sovjet Unie, heeft de Amerikaanse ‘militaire hysterie rond Libië’ veroordeeld. Washington is uit op een confrontatie met kolonel Khadaffi. Er zijn al 40 Amerikaanse oorlogsschepen voor de kust bij Libië gesignaleerd. Reagan wedijvert met Rambo.Ga naar voetnoot11 Ik ben nu twee weken hier en heb nog geen enkele vooruitgang geboekt. Ambassadeur Bubnov van de ussr is naar New York omdat hij vanuit Paramaribo geen gecodeerde communicatie met Moskou kan voeren. Daarvoor moet hij van tijd tot tijd speciaal naar de vs. Ik ben hier binnengelopen. De zaal was half was leeg. Er was niemand van de regering en er waren geen militairen. Oscar Wilde reisde naar Amerika om lezingen te geven - zoals ik ook 25 jaar lang heb gedaan. Hij was 28 jaar en arriveerde er in 1882. Hij schreef: ‘To lecture does not tire me.’ Professor Steven Marcus van Columbia University schreef: ‘He lectured to huge audiences, to miners, to workers, socialites and culture keepers.’ Bij The Vanguard Press in New York zijn opnieuw 215 pagina's brieven van Wilde verschenen. ‘In 1891 he met Lord Alfred Douglas, known to his friends as Bosie, and in due time their homosexual love affair began.’ In die periode laat hij ook steeds duidelijker zijn voor die tijd radicale ideeën over kunst en cultuur horen. ‘Meanwhile the money and fame kept | |
[pagina 19]
| |
rolling in. Wilde continued to skate on thin ice that was rapidly getting thinner. His homosexual caperings with Douglas (and others, including male prostitutes) were coming perilously close to being public events. In January 1895 Wilde visited Algiers with Douglas. They were there for the same reason as André Gide, into whom they happened to run.’Ga naar voetnoot12 | |
7 januari 1986Tjon Kie Sim kwam toch nog naar de Sovjetfilm kijken. Hij vertelde in de pauze dat Desi Bouterse vandaag terug in de stad kwam. Ik ontmoette Brunhilde Bhagwandin, een charmante Surinaamse dame, die in Düsseldorf woont en zaken van de grond probeert te krijgen tussen Suriname en West-Duitsland. Reagan schijnt te aarzelen om militair op te treden tegen Libië. Er zijn nog duizend Amerikanen aan het werk in dat land.Ga naar voetnoot13 Intussen beweert Reagan dat Libië ‘armed agression’ tegen de vs heeft gepleegd door terrorisme te steunen. De Italiaanse regering schijnt hier veel minder zeker van te zijn dan Washington.Ga naar voetnoot14 The New York Times schreef dat kolonel Khadaffi al heeft gedreigd om meer Amerikanen te vermoorden als de vs hem aanvallen.Ga naar voetnoot15 Jammer dat zelfs deze krant zich laat verleiden te schrijven alsof het als een paal boven water staat dat Libië achter alle Europese terreurdaden zou zitten. Dat is nog maar de vraag. | |
[pagina 20]
| |
nog worden bestudeerd. Ik stelde voor dat we een gezamenlijk gesprek met hem en Henk Herrenberg zouden hebben. Toen ik Henk hierover opbelde, antwoordde hij koeltjes: ‘Als ik niets anders te doen heb.’ Dit klonk heel naar. Er zijn aanhoudende geruchten dat hij met zijn ambassadeurschap in New York feitelijk uit de omgeving van Bouterse werd verwijderd en hierdoor in de contramine is. Hij is toch een wispelturig baasje. Ik ontmoette om 10:00 uur Atta Mungra, directeur van slm, die via Henk Venoks mijn ticket terug regelde. Hij vertelde nog nooit met Orlandini, De soet of zelfs Wunderink bij de klm onderhandeld te hebben. De contacten liepen via twee lagere klm-goden. Ik legde hem uit wat de hoge heren bij de klm mij geflikt hadden. Aan zijn muur hing een einddiploma van het Persinstituut met handtekeningen van professor M. Rooij en dr. Maarten Schneider.Ga naar voetnoot16 Ik zal slecht slapen. Het voor Eduard bestemde carnet dat ik in juli begon - met de bloemetjes, uit Drietabbetje - is weg of gejat. Overal is het mee naar toe geweest. Ik liet het juist steeds op mijn kamer in het hotel liggen om het niet kwijt te raken. Of heb ik het in het huis van Roel vergeten? Het was een van de liefste carnets die ik voor hem schreef. Ik zou niet willen dat vreemde ogen alles lazen. Vreselijk als iemand je meest persoonlijke gedachten gewoon jat. Hoe kwam Mahler er toch bij uit te roepen: schöne Welt, schöne Welt! | |
9 januari 1986Ik ben nog steeds ontdaan omdat ik het carnet voor Eduard kwijt ben. Ik ga toch proberen het te vinden. Godzijdank. Het was gevonden en lag bij de balie op me te wachten. Alles voor niets in mijn hoofd gehaald. Ik begon er meteen weer in te schrijven. Ik heb een brief gebracht bij Desi Bouterse, met ingesloten artikelen over Nelson Mandela en een interview met Winnie Mandela, plus een artikel over Alan Garcia, de nieuwe president van Peru. Daar zou hij naartoe moeten. Henk Heidweiller wordt directeur van het kabinet van Bouterse. Een typisch Haags georiënteerde Surinamer op die vitale post is een waanzinnige benoeming. Wat mankeert ze toch? Geen wonder dat Herrenberg van slag is. Henry Guda wordt teruggeroepen uit New York. Hij is een vriend van Frits Pengel. Frits vertelde dat Bouterse heeft geredeneerd dat Heid- | |
[pagina 21]
| |
weiller de betrekkingen met Den Haag sneller in het gareel zou kunnen krijgen dan de daar gehate Herrenberg. Henk heeft me opzettelijk in de richting van minister Tjon Kie Sim gedirigeerd, omdat Heidweiller teveel rekening zou houden met hoe ik in Den Haag word gehaat. Het ziet er dan ook naar uit dat Heidweiller weer Nederlandse journalisten zal gaan binnenlaten. Ronald Reagan, nog onzeker of hij Libië als de macho in het Witte Huis een militair lesje zal leren, is begonnen alle Libische regeringstegoeden in de vs en bij overzeese Amerikaanse banken te bevriezen.Ga naar voetnoot17 Dit dus omdat Khadaffi de terroristen tegen Israël op pad zou hebben gezonden. Het zou om een miljard dollar gaan. In 1979 bevroren de vs 12 miljard dollar van Iran, toen Ayatollah Khomeini de sjah verjoeg. Dit naasten van Libische dollars valt dus nogal mee. Maar het illustreert hoe men in Washington denkt over wat wordt gezien als acceptabel internationaal gedrag. Khadaffi zelf reageerde met een nogal dom verhaal, dat wanneer de vs de vijandigheid jegens Libië zouden opvoeren, Libië zich met de Sovjet Unie zou verbinden als een soort Cuba in de Arabische wereld. Moskou is bezig op een of ander manier zoete broodjes met Washington te bakken om te voorkomen dat de Sovjet Unie in een nieuwe wapenwedloop terecht zou komen met Star Wars, wat natuurlijk ten koste van de economie zou gaan. Moskou kan een rel met Reagan vanwege kolonel Khadaffi op dit moment missen als kiespijn. De dagen dat Moskou dit soort spelletjes met derdewereldlanden meespeelde om Washington te dwarsbomen, lijken voorbij.Ga naar voetnoot18 Time wijdt een aantal pagina's aan hoe de vs zich voorbreiden op ‘low intensity conflicts’ beter bekend als ‘dirty little wars’. Zij heten ‘Special Forces’ en de begroting van deze frisse jongens, die optreden als de Amerikaanse internationale ss, werd | |
[pagina 22]
| |
opgevoerd van 441 miljoen naar 1,2 miljard dollar. De manschappen beschikbaar voor terrorismebestrijding en knokken tegen guerrilla's ‘anywhere’ zijn van 11.000 naar 15.000 opgevoerd. Zij zijn de ‘klonen’ van Rambo en Rocky, maar dan niet in een Hollywood epos maar in het echt.Ga naar voetnoot19 | |
10 januari 1986De dag begon met een boodschap dat de ontmoeting met minister Tjon Kie Sim niet doorging. Ik werd woedend. Ik belde Erik op. Het kostte veel druk om hem aan de lijn te krijgen en ik zei: ‘Erik, sorry, ik wil weg. Ik wacht al drie weken om vaste afspraken met jullie te maken. Jullie behandelen me als een voetveeg. Ik ben nog nooit zo behandeld. Dacht je dat zoiets me bij Sukarno is overkomen? Ik heb jullie als vriend met respect behandeld. Ik wil weg.’ Hij draaide bij. ‘We zullen elkaar vandaag spreken. Heb je dan je paspoort nog niet terug gekregen? Waar is je ticket? Ik zal iemand van protocol naar je toesturen.’ Er kwam niemand. Ik sta op het punt te exploderen. Om 11:30 uur arriveerde Fred Derby in het hotel. Hij had de indruk dat Nederland en de vs weer bezig waren de dienst in Suriname te gaan uitmaken. Bouterse heeft Derby en diens vakbond geschreven dat hun gedrag laakbaar was. ‘Hij lanceerde een directe beschuldiging van terrorisme. Waar praat hij over? In Nederland worden sinds jaar en dag directiekantoren bezet.’ ‘Ja,’ zei ik, ‘maar jullie hebben ze bovendien dichtgespijkerd.’ ‘Dat was buiten mijn medeweten gebeurd,’ zei hij. Hij was daar tegen geweest, maar wilde zijn leden niet afvallen. ‘Bouta schreef verder dat ik de werkgevers had beledigd en dat dit destabiliserend werkte. Maar met mij spreekt hij niet. Waarom roept hij me niet en zegt: Fred, wat is hier aan de hand? Toen ik op 8 december 1982 om 02:30 uur door militairen van huis werd opgehaald - want vergeet niet ik was de zestiende man - werden mijn vrouw en dochters tot de volgende middag 16:00 uur bewaakt door een militair met een geweer in de aanslag. Ze lagen op de grond. En met Kerstmis zat mijn vrouw toch weer aan een staatsdiner met Desi Bouterse. Ik kon zelf die dag niet. Bouta heeft een vreemde manier van dingen aanpakken. Hij valt me op televisie aan en spreekt over een kankergezwel en even later laat hij me komen om deel te nemen aan de | |
[pagina 23]
| |
bauxietonderhandelingen. Of hij roept me om te spreken over de ontwikkelingen in West-Suriname. We voetballen als c-47 vakbond met de militairen.’ ‘Hij blijft ergens de sportjongen,’ was mijn antwoord. ‘Ik geef ze een bloem,’ aldus Derby, ‘maar krijg er een doorn voor terug. Bouterse is de speelbal van rechts is geworden. Zij knippen zijn banden met progressieve krachten een voor een door. Sital is weg. Harvey Naarendorp is weg. Herrenberg gaat nu weg. Haakmat wordt weggehouden. Rob Leter wordt beklad. Chas Mijnals moet verder zijn mond houden. Alibux is in Brazilië. Ze zijn bezig Bouterse te omhullen. Hij wordt ingekapseld en hij denkt dat de ondernemers en industriëlen zijn vrienden zijn. En wanneer hij eenmaal helemaal alleen is komen te staan, wordt hij afgemaakt.’ ‘Ja, het lijkt er inderdaad op,’ antwoordde ik. ‘Tjon Kie Sim is ook al bijna uitgeschakeld.’ ‘Het was Imro Fong Poen die Badrissein Sital wegwerkte,’ vervolgde Derby. ‘Sital was eerlijk bezig. Bouta onderschat de praktijken van rechts. Hij doet maar, zonder mij te laten komen. Hij zegt niet: Fred wat is er? Weet je hoeveel telefoontjes ik vanmorgen uit Nederland heb gehad? Het anp, Vrij Nederland, allemaal.’ Hij herhaalde dat wanneer hij toe was aan een groot interview, hij dit mij zou geven. Om 18:00 uur precies werd ik inderdaad opgehaald en naar het woonhuis van de minister van Buitenlandse Zaken gebracht. Erik ontving me erg vriendelijk. We wandelden in de tuin tot de schemering in duisternis overging. Ik ontvouwde Derby's theorie dat er een verrechtsing aan de gang was. Hij was het er mee eens, wond zich er zelfs enigermate over op, maar zei: ‘Desi heeft dit zeer goed in de gaten en het moet niet te ver gaan, want hij slaat terug.’ Ik vroeg me af wat een dergelijk terugslaan voor gevolgen zou kunnen hebben. Gisteravond had Tjon Kie Sim nog lang met Bouterse gesproken en hem gezegd: ‘Als je mij niet langer als minister wil hebben, zeg het me dan.’ Er volgde een lange uiteenzetting hoe Erik vanaf het eerste uur achter Desi Bouterse had gestaan. Hij was de enige kabinetsminister die bij de schietpartij in 1982 naar Fort Zeelandia was gegaan. Toen hij nadien samen met Desi bij waarnemend president Fred Ramdat Misier zat belde Edgar Wijngaarde op met de vraag of zijn zoon nog leefde. De waarnemend president stelde de vraag aan Erik, die vervolgens aan Desi vroeg of de zoon van Wijngaarde ook was opgehaald. Dit was het geval, | |
[pagina 24]
| |
dus antwoordde Tjon Kie Sim: ‘Dan is hij nu dood.’ Dit maakte Ramdat Misier zo woedend dat hij tegen Bouterse en Tjon Kie Sim zei: ‘Jullie zijn beesten, donder op.’ Erik zwakte het af door te zeggen dat hij zich niet exact herinnerde of het de woorden ‘donder op’ waren geweest. Maar hij en Desi vertrokken. Tijdens onze wandeling zei de minister verschillende malen: ‘Ik weet niet tot hoever ik met je kan gaan Willem. Ik heb altijd in het hart van Paramaribo gewoond. Ik had arme ouders. Ik ben uit de blubber verrezen. Ik heb later De Doelen in Den Haag gebouwd en Hotel Krasnapolsky hier, nieuwbouw aan het Academisch Ziekenhuis en zoveel meer. Eerst ben ik door de “oude orde” kapot gemaakt en toen een tweede keer door de revolutie. Nu wordt gezegd dat ik schatrijk ben. Kijk maar naar mijn huis. Kijk maar wat ik hier heb.’ ‘Ach, Erik, als ik van een ding overtuigd ben geraakt, dan is het hoe in dit “dorp” Paramaribo de typisch Hollandse roddelen burgermentaliteit zegeviert,’ zei ik. ‘Het is het ergste kletsgat wat ik ooit meemaakte.’ ‘Voor de revolutie had ik twee auto's,’ vervolgde de minister. ‘Wat denk je dat ik van een Surinaams ministerssalaris kan doen? Toen ik met heel veel moeite een krediet van Taiwan had losgekregen, heb ik daarnaast met leugentjes voor 250.000 dollar medicijnen losgepeuterd. Er werd een cheque op mijn naam uitgeschreven. Ik heb die aan Ivan Graanoogst overgedragen tegen een kwitantie en een brief van de Centrale Bank, dat ik het geld daadwerkelijk had overgedragen.’ ‘Ja, en prompt kletste heel Paramaribo dat je de poen in je eigen zak hebt gestoken. Ik weet hoe dit hier gaat,’ zei ik. De minister vertelde nu twee kleine kuddes vee te hebben ‘maar ik ben verre van rijk, zoals wordt verteld.’ Hij beklaagde zich over de tegenwerking die hij op alle niveaus ondervond. Hij had zich vast voorgenomen zijn ministerie diepgaand te reorganiseren. ‘Als ik daarvoor een trap na krijg, dan moet dit maar.’ Het was donker geworden. We gingen naar binnen waar zijn vrouw Helen ons verwelkomde. De minister overviel me met de vraag: ‘Wanneer ik jou nu eens zou vragen om voor ons een fact finding tour te maken van acht weken?’ ‘Naar welke landen,’ vroeg ik. ‘Nou, bijvoorbeeld Paramaribo, Brussel, Moskou, New Delhi, Boedapest, Belgrado en terug naar Paramaribo.’ Hij dacht ook over Roemenië. Hier adviseerde ik tegen. ‘Dat land is de walgelijkste dictatuur in het Oostblok,’ zei ik. Als we | |
[pagina 25]
| |
het eens werden, zou bij consul-generaal Kolader in Amsterdam een ticket gereed liggen. ‘Hoe betrouwbaar is Kolader,’ vroeg ik, na de ervaringen die ik met deze mijnheer had. Ik zag aan de reactie van Helen dat zij me gelijk gaf. ‘Is drieduizend dollar voor onkosten genoeg,’ Vroeg de minister. Ik vind het prima. Een veiligheidsagent van Bouta, een keurige Hindoestaanse jongen, bracht me in een auto van Buitenlandse Zaken terug naar het hotel. | |
11 januari 1986Erik Eckholm meldde in de The New York Times, dat de eerste 10.000 aids-patiënten in de vs 6,3 miljard dollars hebben gekost, waarvan 1,4 miljard in ziekenhuis- en medische kosten en 4,9 miljard ‘in earnings lost through disability and premature death’.Ga naar voetnoot20 Ziekenhuiskosten waren gemiddeld 147.000 dollar per patiënt. De tachtig spiertjes in het menselijke gezicht kunnen 7.000 uitdrukkingen tot stand brengen. ‘Emotions are organized in the brain. Once emotion is constructed there, the brain sends signals to the face, which assumes an expression,’ schrijft Nick Jordan.Ga naar voetnoot21 Wonderlijk. Opmerkelijk is dat de ‘ijzeren dame’, Margaret Thatcher, erop heeft gewezen dat terrorisme met ‘legal means’ bestreden moet worden en men niet moet spelen met de gedachte militaire kracht in te zetten tegen doelen in Libië. ‘I must warn you that I do not believe in retaliatory strikes that are against international law,’ aldus de Britse premier tegen een groep Amerikaanse journalisten.Ga naar voetnoot22 Maar Engeland is dan ook niet in de greep van wat Hofland noemde ‘Ramboïsme’. Om 11:00 uur bezocht ik Tjon Kie Sim op zijn ministerie. Hij zei dat 1986 voor Suriname een belangrijk politiek jaar zou worden. In september komen de niet-gebonden landen in Zimbabwe bijeen. ‘We willen daarvoor een regionale ontmoeting in Paramaribo organiseren. Cuba speelt daarin een belangrijke rol.’ Opnieuw bespraken we details van een reis van twintig dagen, die ik zou maken om via contacten op topniveau in een aantal landen informatie voor Suriname te helpen inwinnen. ‘Ik laat iemand met jou meegaan,’ zei Tjon Kie Sim. ‘Ik wil een programma hebben met actiepunten. Brussel is een uitstekende start. Ik wil met spoed een ambassadeur bij de eeg hebben.’ | |
[pagina 26]
| |
Ik noemde de naam van ambassadeur Guda. ‘Ja, hij is een uitstekende technocraat,’ maar hij liet er iets op volgen in de zin van dat hij achter liep. Ik vroeg 2.500 dollar voorschot op de te maken kosten. Terwijl ik door het palmenbos terugliep naar het hotel, dacht ik: als ik 15.000 dollar had gevraagd, had ik het ook gekregen. Maar wat ik niet wil - en nooit - is dat er gezegd kan worden dat ik op kosten van wie ook a free ride heb geritseld. Er komt een officiële brief. Boris Zhilko van de Sovjetambassade kwam langs. Hij vertelde dat ambassadeur Bubnov met veel enthousiasme aan zijn post in Paramaribo was begonnen, maar erg gedesillusioneerd is door een vrijwel totaal gebrek aan Surinaamse belangstelling. Ook het aanbod van hulp van de Sovjet Unie liet minister Robert van Trikt gewoon liggen. Boris betwijfelde of zijn ambassadeur een verkenningsreis van mij naar Moskou ten behoeve van Suriname zou steunen. Ik maakte opnieuw een autorit van 45 minuten met Frits Pengel. We stopten even bij het televisiestation waar hij werkt. Hij scheen het in grote lijnen eens te zijn met de analyse van Fred Derby. Ik vertelde hem exact hoe ik probeerde te helpen via Tjon Kie Sim. ‘Ik ben blij dat je ze helpt,’ zei Pengel, ‘en met professioneel advies bijstaat. Bouta begrijpt dat hij dit nodig heeft. Dat valt me toch van hem mee.’ De directeur-generaal van Buitenlandse Zaken, Glenn Alvares, kwam om 12:30 uur naar het café van Torarica. ‘Ik ben een Harvey Naarendorp-man,’ zei hij. Hij heeft gisteren voor ik kwam met zijn minister overlegd en staat nu achter mijn adviesfunctie voor Suriname. Ik gaf Glen een ontwerp mee zoals de brief van zijn minister zou kunnen luiden.Ga naar voetnoot23 Brunhilde nam me mee naar een lieflijk huis langs de Surinamerivier, een soort kleine haciënda, waar ik haar bejaarde moeder en haar broer Roman Bhagwandin ontmoette. De naam van de plantage was De Morgenstond. Het huis leek op een uitdragerswinkel van antiek (niet negatief bedoeld). Het lijkt wel of ze al hun geld een leven lang in porselein hebben gestoken. De tuin was een paradijsje. Ze wilden al hun antiek in de vorm van een museum aan de staat schenken. De moeder was sterk pro Bouta: ‘Hij had niet vijftien mensen moeten doodschieten maar 1.500, want er zijn veel te veel schurken in dit land.’ | |
[pagina 27]
| |
12 januari 1986Gisteravond kwam het hoogtepunt van de dag: een telefoongesprek met Eduard. Hij had zijn laatste vlucht voor Transavia gemaakt. Hij vertrekt naar New York maar hij komt straks eerst nog naar Amerbos. Hij haalt me op van Schiphol. | |
Paramaribo - CuraçaoIk lees een belangwekkend boek.Ga naar voetnoot24 ‘Kant began his analysis by dividing knowledge onto three parts: appearance, reality and theory. Appearance is the content of our direct sensory experience of natural phenomena. Reality (Kant called it, “the thing-in-itself”) is what lies behind all phenomena. Theory consists of human concepts that attempt to mirror both appearance and reality.’ Aurelio Peccei van de Club van Rome sprak steeds over ‘the human condition’. Kant formuleerde deze als: ‘Concepts appear to match the facts, because both facts and concepts have a common origin - the human condition.’ Volgens de physicus Herbert: ‘No development in modern science has had a more profound impact on human thinking that the advent of quantum theory. Basically physicists have suffered a severe loss: their hold on reality. One of the bestkept secrets of science,’ meent hij, ‘is that physicists have lost their grip on reality.’ Volgens de schrijver lijken verhalen die natuurkundigen soms ophangen op ‘tales of mystics and madmen’. Dat er geen ‘deep reality’ zou bestaan in overeenstemming met kwantumfysica, zoals Niels Bohr heeft gezegd, noemt hij ‘outrageous. There is no reality in the absence of observation: observation creates reality.’ Bertrand Russell poneerde eens dat ‘matter is an illusion. The world really consists of nothing but mind.’ En David Bohm meent dat ‘the inseparable quantum interconnectedness of the whole universe is the fundamental reality.’ De kwantumtheoreticus David Finkelstein stelde: ‘Einstein threw out our classical concept of time. Bohr throws out our classical concept of truth.’ Hij zegt dat de volgende stap behoort te zijn ‘to learn to think quantum-logically’. ‘Atoms are not things,’ aldus Werner Heisenberg, ‘there is only an abstract quantum description.’ Herbert beschrijft Heisenberg als ‘one of the high priests of the orthodox quantum faith, who likened neo-realists to believers in a flat earth.’ | |
[pagina 28]
| |
Het klm-toestel naar Amsterdam was nota bene overboekt. Ik moest met American Airlines naar New York om daar over te stappen naar Amsterdam. |
|