weerhielden persoonlijke relaties met Bouterse te onderhouden. Een klein land was nog kleiner dan velen dachten.
Suriname moest zich ook zien te handhaven in een wereld waar allianties met het ene land konden leiden tot een vijandige houding met andere grootmachten. Oltmans bood zijn diensten aan om banden aan te halen met landen waar hij toegang had tot de allerhoogste top. Kennelijk was Suriname wanhopig genoeg om hem inderdaad de middelen te geven naar diverse landen te gaan zoals de Sovjet Unie en India. Gewoon diplomatiek verkeer scheen toen niet mogelijk te zijn. Het heeft in elk geval niet geholpen de grote economische crisis in het land te boven te komen en een volledige doorbraak te brengen in het relatieve isolement van dat moment.
Het dagboek van Willem Oltmans inventariseert ook de vele berichten die in Nederlandse kranten zijn verschenen over Suriname. Roddel, achterklap en een groeiend aantal berichten over mogelijke betrokkenheid van politieke en militaire leiders bij cocaïnesmokkel vinden hun weg op de pagina's van Nederlandse kranten. Een van de meer amusante verhalen van die tijd is de mogelijkheid die wordt bekeken om de Nederlandse ontvoerders van Freddie Heineken asiel te geven in Suriname. Oltmans raakt erbij betrokken. Zijn contacten met Surinamers in Nederland geven hem toegang tot de discussies. Het gaat om twee van de ontvoerders die elk 2 miljoen Nederlandse guldens moesten betalen. Zij bevinden zich op dat moment op het Franstalige eiland in de Cariben, Guadeloupe. Uiteindelijk gaat het niet door. Dit voorval maakt eens te meer duidelijk dat Oltmans toegang had tot alle geledingen van de Surinaamse maatschappij aan beide kanten van de Atlantische Oceaan.
Het jaar 1986 staat ook in de geschiedenisboeken vanwege de Binnenlandse Oorlog die toen losbarstte in het oosten van Suriname. In het dagboek zijn de nodige inkijkjes. Ronnie Brunswijk werd de leider van het verzet dat vooral kwam vanuit de hoek van de Marrons. Hij presenteerde zich als een soort Robin Hood die van de rijken - in zijn geval het plegen van overvallen op banken - stal en aan zijn dorpsgenoten gaf. Oltmans beschrijft de manier hoe Brunswijk via de Franse kant naar Nederland kan reizen om niet alleen de financiële middelen te verwerven voor een guerrillaoorlog maar ook om het politieke klimaat te verkennen. De Nederlandse ambassadeur in Suriname geeft aan hoe Brunswijk eventueel door Frankrijk zou kunnen worden opgepakt voor het plegen van een overval op een bank aan de Franse zijde van de Marowijne rivier, de grensrivier met de Frans Guyana. De beschrijving van