Memoires 1983-A
(2014)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 210]
| |
Paramaribo14 juni 1983Hotel ToraricaIk was om 04:30 uur wakker en maakte een lange wandeling. Schitterend de opkomende tropenzon. Ik meldde me bij secretaresse mevrouw De Geer om aan de bevelhebber te rapporteren dat ik er was om het boek af te maken. Later belde zij terug: ‘De bevelhebber kan u deze week niet ontvangen. Hij heeft het zo druk. Ik zie hem zelf bijna niet.’ De secretaresse van premier Alibux was behulpzamer. Ik ontmoet hem morgenavond. Hoe los ik het Bouterse-probleem op? Is Henk Herrenberg in Zwitserland om te regelen dat dit land de Nederlandse belangen hier behartigt? ‘Nooit zijn ze hier zo ver gegaan,’ aldus ambassadeur Hoekman toen ik hem bezocht. ‘Nu noemen ze Nederland de enige vijand van Suriname.’ Alibux had de ambassadeur nogal hard aangepakt en gezegd dat er geen regeringscontacten meer met Nederlanders zouden mogen zijn. Hoekman zei er zeker van te zijn dat Bouterse zelf niet zo ver zou zijn gegaan. Ik zou de bevelhebber daarom recht voor zijn raap moeten vragen, aldus het advies van de ambassadeur, of hij het met die uitspraak van Alibux eens was. Dat zou een stomme vraag zijn want een kind kan op de vingers natellen, dat Bouterse achter de premier gaat staan wanneer hij tegen een Nederlandse journalist spreekt, die ook nog een boek schrijft. Ik antwoordde Hoekman: ‘Een dergelijke vraag, zoals u voorstelt, lijkt me onbeleefd en een vorm van inmenging met interne zaken. Ik ga niet Alibux tegen Bouterse uitspelen.’ De ambassadeur scheen het een prima titel voor mijn boek: Nederland: Vijand no. 1. Terwijl ik in Torarica lunchte, dook de Cubaanse ambassadeur Osvaldo Cardenas met zijn zoontje op. Dat was een prettige gebeurtenis. Osvaldo was van mening dat Suriname zich eigenlijk nog steeds als een kolonie gedroeg. ‘Ze werden geconfronteerd met een plan van een invasie, zoals wij bij de Varkensbaai hebben gehad. In plaats van dit op alle mogelijke manieren uit te spelen zonder de prijs te behoeven te betalen die Cuba moest betalen, werd zelfs geen protest naar Washing- | |
[pagina 211]
| |
ton gezonden, noch werd de Amerikaanse ambassadeur op het matje geroepen,’ aldus Cardenas. Hij vervolgde: ‘De Surinaamse buitenlandse politiek is zeer zwak. In plaats van zich te concentreren op Venezuela, dat in een betere positie is om te helpen, gaan ze naar Brazilië. De Venezolaanse ambassadeur is teleurgesteld. Ze hebben de voorgenomen cia-interventie hier slecht uitgebuit. Ze hadden de publieke opinie ten gunste van de regering kunnen beïnvloeden. Daarmee hadden zij ook duidelijk kunnen maken, waarom ze een volksmilitie hebben opgericht. Dit is nodig, had de regering kunnen bekendmaken, om de agressie van buitenaf het hoofd te bieden. Zelfs zouden ze de december-affaire van 1982 juist nu in de cia-context wereldkundig hebben moeten maken.’ Nadat ambassadeur Cardenas was vertrokken, liep ik in het hotel tegen de Surinaamse ambassadeur in Washington aan, Heidweiller, door de top hier onderling aangeduid met ‘Heidje’. Ik stelde mezelf aan hem voor en vroeg hem waarom Suriname niet in Washington had geprotesteerd. Hij antwoordde: ‘Wij hebben een ding van jullie geleerd en dat is nuchterheid in de politiek.’ En na die woorden wandelde hij verder. Ik vond dit geklets. Ik stuurde een telex naar Henk Herrenberg in Den Haag. Hij belde me op en adviseerde met Dick de Bie contact op te nemen om het Bouterse-project weer te kunnen opstarten. Tevergeefs probeerde ik de directeur van de Nationale Voorlichting te bereiken. Ik liet een boodschap achter maar hij belde niet terug. | |
15 juni 1983Ik belde opnieuw met ambassadeur Herrenberg. Hij nam het probleem laconiek op en zei: ‘Neem een paar dagen vakantie.’ Hij vertelde dat mijn artikel inmiddels door de Volkskrant was geplaatst, en wel deze ochtend.Ga naar voetnoot278 Ook had het aftreden van Sital roet in het eten gegooid. ‘Ik ken mijn mensen, dat heeft op dit moment alles veranderd. Hun hoofd staat nu niet naar je boek. Bel niet meer naar mevrouw De Geer of zelfs Alibux. Neem vakantie en kom dan terug naar hier.’ Ik bracht naar voren dat dit op die manier een wel zeer kostbare geschiedenis werd. Hij zei dat de heer Kolader op Buitenlandse Zaken voor alles zou zorgen, want hij gaf toe dat ik door hun toedoen in de puree zat. Overigens zei de secretaresse van premier Ali- | |
[pagina 212]
| |
bux dat hij ziek was geworden en de geplande ontmoeting niet door kon gaan. Er schijnt inderdaad het nodige te doen te zijn over het dwarsliggen van Sital. Ik zal ambassadeur Cardenas vragen me aan Sital voor te stellen. Er zat bij het televisietoestel in de lobby een grijze heer in een open shirt. Hij vroeg mijn mening naar Libanon, El Salvador en andere brandhaarden. Later vroeg ik hem: ‘Bent u Braziliaan?’ ‘No, I am the ambassador of Iraq.’ Hij vertelde bovendien in de ochtend een ontspannen gesprek met premier Alibux te hebben gehad, die dus helemaal niet ziek is. Ik belde mevrouw Kilda, secretaresse van de premier, die eenmaal betrapt op smoesjes lachte en zei dat haar baas toch migraine had gehad. Misschien komt er nu morgen om 09:00 uur een gesprek. Ik belde met Ned ChaseGa naar voetnoot279, redacteur van Putnam's Sons in New York, die het boek met Philip Handler nu had gelezen, wat hij achterhaald noemde. Daarop zei hij: ‘The man is no longer there to be put on television and help promote the book. Therefore it is a dead issue and I returned the manuscript to your Amsterdam house.’ Tenslotte zei hij: ‘Why don't you write a book about Surinam? Nobody knows anything about it. Ask Desi Bouterse when he is going to allow dissent?’ In de avond ging ik naar het ministerie van Cultuur en Volksmobilisatie aan de overkant van mijn hotel. Iemand zei dat de Wereldomroep uitgebreid aandacht had besteed aan mijn artikel in de Volkskrant. ‘Na alle leugens over ons was het verfrissend om te horen.’ De ambiance van de bijeenkomst met de tropische avondlucht als decor, bracht herinneringen aan Indonesië terug van vijfentwintig jaar geleden. Bouterse, die een uur te laat arriveerde, staat nu voor soortgelijke problemen, zij het op minischaal, als toen Sukarno. | |
16 juni 1983Ik was al om 06:00 uur in de tuin omdat vier kleine papegaaien in een volière zo verschrikkelijk tekeer gingen, dat ik dacht dat er gevaar dreigde. Toen ik dichterbij kwam, gingen ze keurig met z'n vieren op een rij zitten. Ik sprak ze toe. Toen ik vertrok, brak de hel weer los. Premier Alibux ontving me stipt om 09:00 uur. Het was een plezierige ontmoeting. Ik heb twintig vragen bij hem achtergelaten. In de wachtkamer bevonden zich twee beveiligers met machinepistolen die uit de ramen zaten te kijken. | |
[pagina 213]
| |
Alibux vertelde het een uitstekende gedachte te hebben gevonden om Régis Debray naar Suriname uit te nodigen. ‘Ik heb de Franse ambassadeur ontboden en hem officieel gevraagd of Debray ons wilde bezoeken wanneer hij in de regio zou zijn.’ Ik vroeg of het cia-plan om Suriname binnen te vallen wel voldoende was uitgebuit van Surinaamse zijde en of het geen zin had de vn erover bijeen te roepen. Ik citeerde de reactie van ambassadeur Heidweiller, die het allemaal niet zo hoog had opgenomen. Deze man in zijn wat nuffig beige pak met hoog uitstekende, roze pochet, lijkt me trouwens geen revolutionair van het eerste uur. Hij is totaal Haags georiënteerd. De coup-militairen lenen zijn diplomatieke ervaring en brein om te compenseren voor eigen gebrek aan expertise. ‘We gaan een rustig rapport over de zaak opstellen en zullen dit aan de vn, de Organization of American States en andere instellingen aanbieden.’ ‘Dit verbaast de ambassadeur van Cuba,’ zei ik tegen de premier. ‘Wat heeft hij dan gezegd,’ vroeg Alibux. Ik zette uiteen dat Suriname een Varkensbaai-situatie had kunnen hebben en gerede aanleiding had gehad om zich internationaal te beklagen, waarbij de Amerikaanse intriges in Paramaribo in december 1982 ter sprake hadden kunnen worden gebracht. Om 21:30 uur arriveerde de Cubaanse ambassadeur, met wie ik tot 23:40 uur een gesprek voerde in mijn hotelkamer. Osvaldo Cardenas had geconcludeerd, uit de uitspraak dat Nederland de enige vijand van Suriname was, dat de leiding van het land een oud adagium toepaste door het scheppen van een bedreiging van buitenaf. Holland maakte een aantal fouten tegenover Suriname, dus was Holland de sigaar. Evenals ambassadeur Hoekman hield ook Cardenas voor mogelijk dat Alibux zich eigenlijk slechts had versproken. Cardenas zei: ‘They lack experience. Alibux is a good man. He Works hard. He makes mistakes. The day prior to leaving for Brasil, Alibux signed a cultural agreement with us. And while he is in Brasil, he says that Brasil has priority over us in Paramaribo.’ De ambassadeur vond het een uitstekende gedachte Debray naar Suriname uit te nodigen, maar hij waarschuwde dat een uitnodiging via de Franse ambassadeur en de Quay d'OrsayGa naar voetnoot280 hem nooit zou bereiken. De enige manier was om een invitatie | |
[pagina 214]
| |
rechtstreeks naar het bureau van president François Mitterrand te doen uitgaan. ‘They have revolutionary inspiration but use conventional concepts. To the Surinam Government, and ambassador should be in his fifties, at least, and talk in clichés. Also, they are not training sufficient cadres. Henk Herrenberg is an exception. They are still full of colonial concepts, and when they want to make a move, they don't have the guy available to carry the move out,’ aldus de ambassadeur. De afgetreden Sital had gisteravond in de Cubaanse ambassade met Cardenas doorgebracht. Het schijnt dat de druppel die de emmer deed overlopen een medewerker van Sital betrof, op wie hij zeer gesteld was. De man had enkele fouten gemaakt. Hij werd naar het leger teruggezonden. Sital had gewaarschuwd: ‘Wanneer jullie me hem ontnemen, stap ik ook op.’ Dat heeft hij ook gedaan. Het is een koppige man, rechtlijnig en licht ontvlambaar. Toch denk ik dat hij binnen niet al te lange tijd weer terug in de regering zal zijn. Ambassadeur Hoekman had Cardenas gisteren op een samenzweerderige toon gevraagd wat er met Sital was gebeurd. ‘I told your ambassador, he is fine, he will come and see me tonight. Sital's wife had an accident and the operation was badly carried out. Therefore, she had another operation in Havana. Now, she wants to go to China for acupuncture treatment. That is why he wanted to come and see me. Sital has no special ties with Cuba. Once, we invited him, and he refused to come.’ ‘Today was a very busy day for me,’ zei Cardenas, ‘because June 23rd, the direct airline link with Cuba is being opened. There were many discussions. It took up all my time. There was another problem with a chemical factory. Cuba is modernizing and enlarging its industry.’ Hij vertelde hoe Cubanen altijd hebben geleefd met de angst voor een Amerikaanse invasie, althans zijn eigen generatie had die ervaring. Daarop volgde een discussie over socialisme versus kapitalisme. ‘Well,’ aldus Cardenas, ‘it is difficult to compare the two Systems, because in socialism, people are being taught to be responsible for society as a whole. In capitalist countries only “me” counts. So, if someone is late for work, you throw him out. We can't do that.’ Ik voerde aan dat het resultaat van Amerikaans kapitalisme wel was dat er in de vs werkelijk werd gewerkt, terwijl in de Sovjet Unie iedereen er met de pet naar gooide, want niemand kreeg daar ooit de bons. ‘It is true,’ zei de Cubaan, ‘we have to find another way to solve that problem.’ | |
[pagina 215]
| |
Ik had gisteren ook een gesprek met de journalist Ed Naarendorp die een Surinaamse lobby in Holland wil beginnen. Niet om uit sensationele overwegingen propaganda voor de revolutie te komen maken, maar om bij geselecteerde Nederlanders grondig en waarachtig begrip te kweken voor waar ze in Paramaribo mee bezig zijn. ‘In Washington ligt het gevaar,’ aldus deze collega, ‘niet in West-Europa of Nederland. Amerikanen zijn onze eerste vijanden. Dat wij niet bovenop die cia-kwestie zijn gesprongen, is een interne kwestie. Bouterse is een meester-tacticus.’ ‘In 1980 was Suriname noch objectief, noch subjectief, rijp voor een revolutie,’ meende Naarendorp. ‘Bouterse heeft dus een revolutionair proces in een record tempo moeten aanzwengelen. Hij heeft stap voor stap vooruitgang geboekt. Hij heeft uiteraard twijfels over strategische krachten en doelen en gaat uiterst behoedzaam te werk. Het gaat om een zorgvuldige constructie van een evenwicht van krachten. Wanneer Bouterse besluit een stap te doen wil hij zeker zijn vaste grond onder de voeten te hebben.’ Ik herinner me dat ambassadeur Cardenas ook zei: ‘Bouterse is sharper than Alibux, especially when quick reactions are required, by example during discussions.’ ‘Bouterse en Alibux zijn uit tactische overwegingen bondgenoten,’ vervolgde journalist Naarendorp. Ik vroeg welke precies de machtsbasis van Desi was. ‘Dat is natuurlijk op de eerste plaats het leger, misschien wel piepklein maar aan de vergroting wordt gewerkt. Dit is een mechanische kwestie. Hij wordt daarnaast steeds meer geaccepteerd als onze leider.’ Ik vroeg me af of dat waar was. ‘Hij groeit zelf ook gestadig. Kwalitatief zijn diens laatste drie redevoeringen opvallende speeches. Hij zit intern met subjectieve obstakels. De eenheid ontbreekt. Intussen moeten we snel verder. De affaire van december 1982 en nu weer de Sital-affaire moeten met spoed overwonnen worden. Desi Bouterse wordt zwaar onderschat. Zijn tegenstanders hebben hun psychische propaganda tegen hem gericht, zoals altijd leiders die als “gevaarlijk” worden gezien in diskrediet worden gebracht. Ze zijn het zelf gaan geloven, wat ons tot voordeel is geweest.’ In 1982 is een nieuwe organisatie van journalisten opgericht in Paramaribo. ‘We hebben bijvoorbeeld bij de moord op de vier Nederlandse journalisten in El Salvador een verklaring uitgegeven en naar het anp gezonden, waar men er geen gebruik van heeft gemaakt.’ | |
[pagina 216]
| |
Ik ken dat. Zoals ik ook begreep dat hij zei dat er geen contact was tussen zijn organisatie en de nvj met Hans Verploeg. Ik stelde voor de zaak met Wim Klinkenberg op te nemen. | |
17 juni 1983Ik ontbeet met Arnold Halfhide, ambassadeur van Suriname in New York. Hij was het ermee eens, dat de cia-affaire onvoldoende door Suriname was benut om internationaal aan te tonen hoe de kaarten in de regio lagen. Ik sprak een half uur met ambassadeur Hoekman. Ik zei iedereen te hebben ontmoet die ik wilde en liet in het midden of Bouterse er bij was geweest. Ik vertelde dat er twintig vragen bij premier Alibux lagen, bedoeld als interview voor nrc Handelsblad. Ze zouden schriftelijk beantwoord worden. De ambassadeur noemde dit ‘een gouden kans’ voor de premier om de spanningen tussen Den Haag en Paramaribo alsnog in goede banen te leiden. Ik besloot Alibux dit alsnog schriftelijk mee te delen.Ga naar voetnoot281 Mevrouw Kilda stuurde een koerier om mijn boodschap voor de premier op te halen. Ik maakte trouwens een kopie voor Henk Herrenberg. | |
Luchthaven ZanderijTot mijn verbazing arriveerde Ingrid Bouterse in de vip-room, kennelijk eveneens op weg naar Nederland. Zij vertelde van ambassadeur Hoekman een visum te hebben gekregen. ‘We zullen moeten afwachten hoe het op Schiphol gaat verlopen.’ Zij las momenteel mijn boek Den Vaderland Getrouwe, over mijn ervaringen in Indonesië. Herrenberg heeft het boek dus inderdaad, als gevraagd, aan Bouterse gegeven. | |
Business Class Surinam AirwaysZe zijn zo aardig geweest mij ook een plaats hier te geven. Ingrid zit op de achterste rij tegen het schot, eigenlijk een rotplaats. Ik heb opnieuw een brief van vier kantjes aan Bouterse geschreven, die zij hem zal geven. Ik benadrukte dat niet Nederland, maar de vs met hun anti-rode bezetenheid, zeker onder mijnheer Reagan, vijand nummer een van Suriname was en dat er naar een samenwerking met Nederland gestreefd moest worden, ook al was Den Haag totaal verkeerd bezig in Paramaribo. Het zou helpen als Alibux een interview zou geven, dat in nrc Handelsblad zou moeten worden gepubliceerd, waarbij hij vervolgens een klein stapje terug zou doen betreffende zijn uit- | |
[pagina 217]
| |
spraak dat Nederland vijand nummer een is. Dan zou er een begin gemaakt kunnen worden Den Haag terug in een positie te manoeuvreren waarbij de ontwikkelingshulp hervat zou kunnen worden. ‘Look where Fidel is now, after his mistakes in 1960, based on honour and national pride, he is totally dependent on the ussr.’ Er was geen gelegenheid een kopie te maken. Ingrid vroeg: ‘Mag ik het lezen?’ ‘Natuurlijk, maar geef het liever persoonlijk aan Desi, niet per post.’ |
|