Memoires 1983-A
(2014)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Wenen5 februari 1983SchönbrunnIk nam met kanunnik Goor een door mij geschreven persverklaring door, die hij acceptabel vond maar pas aan het einde van de conferentie wilde laten circuleren. Ik lunchte met Kappeyne van de Coppello. ‘Ik heb altijd een kwaad geweten als ik u zie,’ zei hij. Ik zeg hem al heel lang dat hij zijn memoires zou moeten schrijven, waar hij het mee eens is, maar waar hij niet aan toe schijnt te komen. Hij heeft sinds zijn achttiende jaar 26.000 pagina's aan dagboeken geschreven en bewaard maar omschreef dit werk als ‘allemaal onzin’. Er ontsnappen aan zijn mond zinnetjes als: ‘Toen ik in Londen Winston Churchill de Grotius prijs overhandigde (...). Toen Juliana tegen mijn vrouw zei: “U bent de moeder van de Kappeyne van de Coppello (...). Toen ik vanwege het Concertgebouw (en de cultuursabotage) in het concentratiekamp terecht kwam (...). Toen ik Bertrand Russell van het vliegveld haalde,’ en ga zo maar door. Vadim Zagladin is niet naar Wenen gekomen. Jermen Gvishiani wel. Hij was het met me eens dat ik flink op mijn poot had gespeeld wegens de niet nagekomen afspraak. ‘Yes, it was quite an outburst, but I reprimanded them terribly.’ Laten we het hopen, al betekent dit in Moskou verder niets. De Philips-accreditatie zat volgens hem ‘in an overall package’, en zei: ‘Yes, this is bad.’ Ik zal dat aan Gerrit Jeelof doorgeven. Kappeyne van de Coppello werd ziek, en vertelde in Ommen oesters te hebben gegeten. Hij wilde meteen per trein naar Nederland terugkeren. Ik adviseerde hem naar bed te gaan en eerst uit te zieken. Ik belde hem later in zijn kamer of hij iets wilde hebben. Alleen mineraalwater, verder niets. Ik las trouwens in De TelegraafGa naar voetnoot1 dat Veronica een onderzoek had gedaan naar de populariteit van het koningshuis en dat de Oranjes sinds de komst van Beatrix alleen maar populairder waren geworden. Zeventig procent van de mensen ouder dan achttien jaar is voor en slechts vijf procent vindt het konings- | |
[pagina 10]
| |
huis uit de tijd. Aldus de stand van zaken van de Hollandse breinen in 1983, vrij griezelig dus. Garuda Indonesian Airways (gia) heeft 28 Fokker F28 Fellowship besteld. Er is ongeveer een half miljard gulden mee gemoeid.Ga naar voetnoot2 Niemand denkt er nog aan dat de veel verguisde Emile van Konijnenburg de enige is die eigenlijk de eer van deze order toekomt. Hij was het die in samenwerking met president Sukarno de gia oprichtte en steeds heeft gezorgd voor samenwerking tussen Indonesië en Nederland op luchtvaartgebied. Laat ik eerst de brief van kanunnik Raymond Goor opnemen over de conferentie van morgen, dan zal de openingsbijeenkomst in de Neuer Saal van het Hofburg paleis plaatsvinden.Ga naar voetnoot3 Ik dineerde met Bernt Engelmann, president van de West-Duitse Schrijversbond. Hij was als soldaat in het Duitse leger op 10 mei 1940 Nederland binnengetrokken. Hij gooide, samen met een andere militair, zijn geweer in de Maas bij Maastricht. ‘Do you want to shoot at these people; we asked ourselves, and plons in the river.’ Ik geloofde er helemaal niets van en vroeg me af waarom hij dit idiote verhaal vertelde. Hij schijnt een voor Helmut Kohl bezwarend boek te hebben geschreven. Engelmann vertelde een uitgever een proces te hebben aangedaan namens een groep schrijvers. ‘Once they know we will take them to court, they will pay up,’ zei hij. Een lesje voor de nvj, waar ze te schijterig zijn tot daden over te gaan. Wim Klinkenberg probeert al een aantal jaren geld uitgekeerd te krijgen dat de Haagse Post hem moet betalen. Maar er wordt niet krachtdadig opgetreden en daar is Hans Verploeg al helemaal het type niet voor. Philip Geyelin schreef in de International Herald Tribune dat Richard Allen in The Washington Post er zich over zou hebben beklaagd dat ‘the Reagan Revolution in foreign policy is alive - but unwell’. De president zou geen rekening hebben gehouden ‘with the real and counterrevolutionary power of the bureaucracy’. Allen ligt er uit maar hij blijft zich roeren en spaken in wielen steken. | |
[pagina 11]
| |
ling, tegen hem had gezegd: ‘Philip Handler is overleden. Wie garandeert dat dit werkelijk zijn woorden zijn in dit manuscript.’ Ik herhaalde dat alle gesprekken op de band staan en dat Henry Kamin, Handlers collega en vriend, toen Handler nog in leven was, was gevraagd namens hem het manuscript te bewerken. Gvishiani zegde toe mij donderdag met Holling samen te zullen brengen. Wat voor een man is die Holling eigenlijk om iets dergelijks te opperen? Kappeyne van de Coppello kwam vanmorgen beneden en zei: ‘Ik heb zo'n respect voor uw advies. Laten we elkaar tutoyeren.’ Hij vertelde meer herinneringen: ‘Mijn moeder wenste een dochter te krijgen. Mijn vader was driemaal getrouwd. Toen er een jongen kwam werd er gezegd: “Dit is maar niks.”’ Daarom had hij de bijnaam ‘Niks’ gekregen. Ik reageerde: ‘Dan hebt u nog geluk gehad dat u aldus bent uitgevallen, want jongens die eigenlijk meisjes hadden moeten zijn, zijn gewoonlijk vlees noch vis.’ Ik ontmoette Carol Embree Pendell van de Women's International League for Peace and Freedom uit Californië. ‘We have already been called a Soviet front organization in The Washington Post,’ vertelde zij. Kanunnik Goor vertrouwde me toe dat zijn moeder zijn huishouden had gevoerd, tot zij drie jaar geleden op 94-jarige leeftijd was overleden. Zijn jongere broers zijn overleden. Twee zusters leven nog. In juli gaat hij 68 familieleden in zijn woning bijeenbrengen. Tijdens de lunch met Carol Pendell, de Californische pastor William McElvey, en later ook Sean McBride, de Ierse Nobelprijswinnaar, gebeurde iets onverwachts. McBride nam mij na afloop apart en vroeg me aan de Sovjetdelegatie kenbaar te maken dat, indien ze druk bleven uitoefenen om bepaalde Polen, zoals voormalige premier Cyrankiewicz in de Siline-Goor onderneming opgenomen te krijgen, hij, McBride, publiekelijk bekend zou maken dat hem was geweigerd Polen te bezoeken. Ik wist niet wat ik hoorde want deze Nobelprijswinnaar werkte met regelrechte chantage. Ik ben onmiddellijk op Siline afgestapt en heb hem McBride's boodschap overgebracht. Siline verzekerde me dat de genoemde Pool van de lijst was afgevoerd. Ik bracht dit later aan McBride over, die reageerde met: ‘I might use you again.’ Christus, wat een wespennest. Ik voerde een gesprek met Chiel von MeijenfeldtGa naar voetnoot4. Hij was | |
[pagina 12]
| |
ooit een medewerker van generaal Alexander van den Wall Bake, Caspers vader, toen deze gouverneur van de kma was. Ik vertelde hem met Jermen Gvishiani over mijn bezoek aan generaal Hackett in Groot-Brittannië te hebben gesproken. Men is het erover eens dat militairen uit Oost en West aan een tafel zouden moeten gaan zitten. Von Meijenfeldt gaf me een memorandum, uitgegeven door Generals for Peace and Disarmament, verschenen tijdens de Second Special Session of the United Nations General Assembly devoted to Disarmament van 7 juni tot 9 juli 1982 in New York.Ga naar voetnoot5 Chitikov, voorzitter van de Opperste Sovjet, gaf een diner voor ongeveer veertig personen waarvoor ik met Kappeyne van de en Carol Pendell was uitgenodigd. Chitikov vroeg me waarom hij nooit het boek te zien had gekregen waarvoor hij mij een interview had gegeven. Ik antwoordde dat dit project na de Sovjetinvasie in Afghanistan was afgezegd. Intussen vertelde Kappeyne me 55 jaar getrouwd te zijn geweest, terwijl zijn echtgenote door de vingers had moeten zien dat hij de nodige vriendinnen had gehad. Zijn dochter Annelies studeerde tegelijkertijd met Beatrix in Leiden. De prinses wilde dat haar vriendin Renée Röell praeses van het corps werd. ‘Maar Annelies is het geworden. Dit zette kwaad bloed, want Beatrix wilde toen al regeren,’ zei hij. Chitikov vroeg Kappeyne om te spreken, wat hij uitstekend deed. Alles ging prima tot de voormalige Poolse premier Józef Cyrankiewicz aan het woord kwam. Hij had in Auschwitz gezeten en er de ondergrondse geleid. Hij sprak over Stalingrad en herinnerde eraan hoe de sovjets duizenden en duizenden soldaten hadden verloren om Polen van de nazi's te bevrijden. Hij belandde tenslotte op de huidige situatie in Polen en de staat van beleg, die geen gevangenen maar slechts detainees zou hebben opgeleverd. Zo bazelde de man maar verder: Ronald Reagan zou alleen maar anarchie in Polen willen stimuleren. Cyrankiewicz veroorzaakte de nodige negatieve reacties bij de toehoorders. Tenslotte sloot hij af met de nodige éloges voor Sean McBride, die, naar hij zei, volledig welkom was in Polen om de gevangenissen te gaan inspecteren, zoals Amnesty International hem had gevraagd. De gezichtsuitdrukking van McBride was per minuut ernstiger en zuurder geworden en terwijl ik had gehoopt dat de prominente Ier de wijste en nobelste partij zou kiezen, begon hij zelf aan een lang verhaal. Hij bracht zelfs Afghanistan te berde en | |
[pagina 13]
| |
borduurde toe naar de mededeling dat tot dusverre het Poolse regime hem toestemming had geweigerd binnen te reizen. Hij, McBride, had in het verleden missies geleid naar Vietnam ‘when bombs were falling all around me’, naar Namibië, Angola en andere brandhaarden, maar Polen had niet meegewerkt. Kanunnik Goor zat met zijn ogen te rollen bij de woorden van McBride, Siline keek vol walging, Chitikov raadpleegde medewerkers; ik kon niet zien hoe Aurelio Peccei van de Club van Rome reageerde. Daarop nam Carol Pendell het woord en richtte zich op een zinnige manier tot McBride. Daarna volgde Aurelio Peccei. Vervolgens nam ene mevrouw Roberts uit Engeland het woord. Zij bleek een echte rabble-rouser te zijn en haalde in een recordtempo zoveel wonden tussen Oost en West open, dat ik uiteindelijk op de achterkant van een menu schreef: ‘It's enough. Stop.’ Chitikov nam het woord en probeerde de gemoederen te sussen. Ik wandelde nadien met McBride de lunchzaal uit waarbij hij me voor de voeten wierp: ‘You failed in your mission.’ Ik dacht: de man is niet goed wijs. Ik zei tegen McBride: ‘So, the Poles made mistakes. But if we are going to live in a world of revenge and nobody can forgive anymore mistakes, we are all lost. The Polish guy made you a peace offer; you are now welcome in Poland.’ ‘Yes,’ antwoordde de oude vos met vurige ogen, ‘but he did not invite me to Polish prisons.’ Ik was met stomheid geslagen. | |
7 februari 1983Generaal Von Meijenfeldt vertelde dat de gpd bij monde van Mulder al zijn artikelen over zijn laatste reis naar Moskou had afgewezen als veel te vriendelijk tegen de ussr. Ik vroeg hem of er in het najaar niet een Oost-West ontmoeting tussen generaals en hoge militairen zou kunnen worden georganiseerd. Ik gaf Valentina TeresjkovaGa naar voetnoot6 een kaartje en schreef er op dat Olga Chechotkina en ik al een kwart eeuw vrienden waren. Later hief ze met een innemende glimlach een glas op in mijn richting. Aurelio Peccei beschouwt Frits Böttcher - net als ik - nog altijd als een phony guy. Hij is vol bewondering voor Aart van der Want, die het Forum Humanum op de been houdt, ondanks het uitblijven van werkelijke steun van Böttcher. Er komen bijeenkomsten van de Club van Rome in Boedapest en Dakar. | |
[pagina 14]
| |
Ik zou er graag bij zijn, maar geld is mijn probleem. Von Meijenfeldt zegt hetzelfde. ‘Ik heb op dit moment 100.000 gulden nodig,’ liet hij zich ontvallen. Ik opperde dat Ernst van Eeghen hierbij wellicht behulpzaam zou kunnen zijn. Ernst van Eeghen vertelde me dat Erica het boek Homosexuality and Ethics had gekocht (‘het was dik en duur’). Zij had gezegd: ‘Als ik Willem wil helpen, moet ik eerst meer weten.’ Erica is een schat. Zij is jarig vandaag. Van Eeghen had in Washington senator Sam Nunn en voorzitter van de Chiefs of Staff, John Vessey, ontmoet. Op weg naar de begrafenis van Anwar Sadat waren er gesprekken geweest tussen oud-presidenten Gerald Ford en Jimmy Carter, die zich nu mogelijk eveneens zullen mengen in de vredesbeweging. In Reader's Digest is een artikel verschenen dat Ford en Carter samen ondertekenden. Ernst wil graag Jermen Gvishiani ontmoeten, maar ik heb mijn lesje met Van Eeghen geleerd na Jeelof en Baaij. Als ik Ernst zou introduceren, gaat hij helemaal zijn eigen gang in Moskou en geeft me in ieder geval een trap na. Ik lobby intussen nog steeds voor het Philip Handler-manuscript. Ik sprak langdurig met Holling, de directeur van iiasa. Ook zijn tweede man, de sovjet-professor Vitaly Kaftenov is hier. Ik heb de hulp van Gvishiani ingeroepen. Met Aurelio Peccei besprak ik de mogelijkheid van een adviseursrol betreffende het andere initiatief met Kendall van Pepsi. We stapten samen op Gvishiani af en vroegen diens hulp deze gedachte bij Kendall aan te kaarten, want als het van Gvishiani kwam zou Kendall er voor te porren kunnen zijn, dacht Aurelio. Gvishiani luisterde nogal ongeduldig naar ons pleidooi maar zegde toe vanavond tijdens het diner het voorstel met Kendall te zullen bespreken. Samen met Van Eeghen en Hylke Tromp hadden we een lange gedachtewisseling met Anatoli Frenkin, de correspondent van Literaturnaya Gazeta in Bonn. Frenkin zei dat er, wat de ussr betreft, in West-Duitsland de afgelopen twee jaar niets te vergelijken was geweest met het succes van de persconferentie van Georgii Arbatov, met andere woorden de presentatie van mijn boek met Arbatov. Er schijnt bekend te zijn geworden dat zowel Zagladin als Zamyatin in Moskou onder het regime Andropov aan invloed hebben ingeboet en dat Joeri Andropov wat het buitenlands beleid betreft voornamelijk luistert naar Andrei Gromyko en Georgii Arbatov. Er worden dus tal van methodes besproken om te proberen Georgii Arbatov te strikken voor de Chitikov-Siline-Goor-club. Radomir Bogdanov, | |
[pagina 15]
| |
de tweede man in het usa Instituut in Moskou en dus een naaste medewerker van Arbatov, is ook hier. Er worden de nodige ontmoetingen met hem belegd in verband met het nieuwe Arbatov-offensiefje. | |
8 februari 1983Ik heb intens van Eduard gedroomd. Ik zoende hem, maar we hadden geen seks. Hij nodigde me thuis uit want zijn ouders waren afwezig. Toen zijn ouders uiteindelijk thuis kwamen, was alles in orde. We hadden een plezierig gesprek. Ik ben er eigenlijk helemaal naar van. Ik ging met Ernst van Eeghen de stad in. Hij vertelde dat de Kamerleden De Vries en Frinking pas vorige maand de ongeveer 2.000 gulden voor de reis naar Moskou aan hem hadden terugbetaald. En alleen omdat hij beide heren had gedreigd een incasso uit te zullen laten gaan. Ze betaalden achttien maanden na dato, bovendien schreef Klaas de Vries Van Eeghen er nog een briefje over met daarin de opmerking: ‘Als ik had geweten hoe duur het vliegbiljet was geweest, zou ik niet zijn meegegaan.’ Van Eeghen had geantwoord: ‘De prijs stond er toch op?’ Ik vroeg wat Erica hiervan had gevonden. Hij had het haar maar niet verteld. ‘Het zou haar alleen maar hebben opgewonden.’ Intussen gaf Ernst me te verstaan: ‘Jouw bestemming in het leven moet nog komen, maar je moet eerst Christus als de verlosser aanvaarden.’ Na de ochtendvergaderingen en een lunch besprak ik het Handler-manuscript met Gvishiani, Holling en Kaftenov. Holling was van mening dat grote gedeelten van het manuscript heel duidelijk het stempel van Philip Handler droegen, maar in het geheel genomen was het boek ‘te explosief’. Gvishiani begreep niet dat ik kosten had moeten maken om het boek te schrijven. Alsof reizen naar Washington, Woods Hole, Massachusetts en Boston niets kosten, bovendien moest ik altijd uit Amsterdam komen. Holling vond dat het een te politiek boek was en dat de iiasa zich er niet mee moest inlaten, dus het zeker niet zou kunnen uitgeven. ‘The Handler book could blow iiasa from the map,’ zei Holling zelfs. Ook waren er beledigende pagina's voor de Sovjet Unie. ‘Dat is niet waar,’ antwoordde ik, ‘er zijn daarnaast ook de nodige positieve pagina's betreffende de Sovjet Unie.’ Gvishiani concludeerde dat iiasa er niets mee kon beginnen. Ik moest maar proberen via McGeorge Bundy en een andere Amerikaan, Howard Raiffa een publicatie voor elkaar te krijgen. Ik dineerde met Ernst van Eeghen en Bogdanov. | |
[pagina 16]
| |
Bogdanov vertelde dat Henry Kissinger een conferentie in Japan heeft afgezegd, toen hij hoorde dat Arbatov zijn tegenspeler zou zijn. Van Eeghen drong erop aan dat Moskou snel onderhandelingspartners van het niveau Sam Nunn zou benoemen. ‘As a demonstration that we are serious about it,’ vroeg Bogdanov. ‘Actually,’ zei Van Eeghen, ‘my best argument is the truth. Sam Nunn visited me at Berkenrode over a year ago with two secretaries. Since all official contacts, Geneva, Vienna, and so on will go nowhere, why not meet privately? We should have two generals on both sides. The problems are so complicated. Eind a relaxed atmosphere in an Austrian resort, where you can also walk. Have three working days. Nunn said: “Do not leave Thursday night, but Friday morning.”’ Ik luisterde aandachtig omdat Bogdanov me, toen we op Ernst wachtten die naar een Russische kerkdienst was geweest, al had gezegd dat het moment nog nooit zo geschikt was geweest voor persoonlijke contacten. Hij zegde toe een en ander met Georgii Arbatov te zullen bespreken en al volgende week een beslissing te kunnen meedelen. Bogdanov vertelde waarom Falin naar Izvestia was overgestapt. Een stiefzoon uit een tweede huwelijk had problemen in verband met zijn homoseksualiteit gekregen in Moskou en was naar het Westen uitgeweken. Bogdanov benadrukte: ‘The most serious problem at the moment is that even if Washington says something pleasant about us, we do not believe them.’ Daarom vond hij ‘silent contacts’ op dit moment van grote waarde. Hij vertelde dat er een Joods Congres in Washington was gehouden waar Lawrence Eagleburger een persoonlijke aanval op Joeri Andropov had gelanceerd. Ronald Reagan had het vervolgens nog eens dunnetjes overgedaan. ‘We also have our hawks,’ aldus Bogdanov, ‘and they are jumping at such blunders. Why those personal attacks?’ Chitikov had inmiddels al geopperd dat senator Sam | |
[pagina 17]
| |
Nunn door het usa Instituut van Arbatov naar Moskou zou kunnen worden uitgenodigd. Bogdanov vond dat Chitikov gastheer moest zijn. Ernst van Eeghen en Hylke Tromp zijn vervroegd vertrokken. Om 12:30 uur nam ik de leiding bij de afsluitende persconferentie. Ik zat in het midden met aan een kant Jermen Gvishiani en afgevaardigde Immonen van de Centrumpartij in Finland. Aan de andere zijde zaten kanunnik Goor, Sean McBride en Richard McSorley, directeur van Georgetown University. Er werden maar zes vragen gesteld. De man van Reuters vroeg waarom er zoveel hooggeplaatste sovjets waren en niemand van dit niveau uit Washington. Goor antwoordde dat de Chitikov op persoonlijke titel was gekomen. De reporter bleef aanhouden. Daarop nam Jermen Gvishiani het woord en zei: ‘Yes, it is a pitty not more prominent Americans have attended. We should aim at them for the future.’ McBride vulde aan dat veel andere prominenten waren uitgenodigd, maar dat ze niet kwamen opdagen. Na de persconferentie merkte ik gesmoes op tussen Chitikov, Siline, Goor, ook tussen Gvishiani en Carol Pendell. Ik probeerde er achter te komen waar het over ging. Met enige schroom gaf Carol aan dat het er op leek dat men mijn post naar haar wilde overhevelen, want ik was te duur. Het zal me worst wezen. Ik ben aan seks toe. | |
10 februari 1983Ik ontbeet met Valentina Teresjkova, die onmiddellijk koffie voor me inschonk. Ik kaartte aan dat Olga Chechotkina een bezoek aan Nederland zou moeten brengen. ‘She does not need my permission,’ antwoordde zij. Zij heeft speciale ogen en een lichte neiging tot flirten. Ik begeleidde Sean McBride door de sneeuw naar zijn taxi. Ik mag die man toch wel. ‘I just got an excellent note from Michael Foot,’ zei hij. We omhelsden elkaar. Hij vertelde hoe hij bij deze onderneming betrokken was geraakt. ‘Canon Goor came to see me. I replied that I would only come to Vienna, if I could first talk to some high-placed officials in the cpsu in Moscow, especially about Poland and Afghanistan. They asked if Vadim Zagladin was acceptable. So, I met him. There were six of them and Goor sat in a corner. One of them was the deputy Foreign Minister of the Soviet Union. I told them that according to my information, the cia had deliberately fed Soviet intelligence with false information | |
[pagina 18]
| |
that the usa was about to invade Iran. Therefore, Soviet intelligence convinced the Politburo - and it was approved - to invade Afghanistan as a pre-emptive strike. The Soviets fell for it. This suited the cia in all respects, politically, militarily and all around.’ McBride beweerde dus dat sovjet inlichtingendiensten het Centraal Comitee van nep-inlichtingen had voorzien. Vervolgens sneed McBride in Moskou het onderwerp Polen aan. Zagladin had volgens hem geantwoord: ‘You might be right, but where do we go from here?’ ‘I don't want the ussr to be damaged by the stupidity of Polish Party officials,’ had McBride gezegd. Ter plekke bedacht ik en zei tegen de Ier dat ik naar New Delhi zou gaan en mogelijk Indira Gandhi wilde ontmoeten. Zou het dan een gedachte zijn om India en Pakistan te vragen te bemiddelen? McBride dacht dat wellicht de International Labour Organisation (ilo) beter zou kunnen bemiddelen. ‘You know how they awarded me the Lenin Peace Prize,’ vervolgde hij. ‘I blasted Soviet anti-Semitism. As a result, a Soviet doctor was released. I spoke with Zamyatin and the prize was probably connected with that incident.’ Ite Rümke heeft Jérôme Heldring gevraagd wat hij het liefste las. ‘Dagboeken en memoires,’ was het antwoord. ‘What makes Sammy run, wat zijn iemands drijfveren, dat interesseert me. Ik probeer er in te komen zonder te applaudisseren of te veroordelen. Vanuit die poging in iemands gedachtewereld te komen, iemand te wijzen of te betrappen op een inconsequentie, dat is leuker dan de frontale aanval, effectiever.’ En tenslotte: ‘Vaak begrijp ik mensen te goed - hoe ze tot iets gekomen zijn.’Ga naar voetnoot7 Mooie woorden. Ik verdenk Heldring er zelf van niet te doen wat hij predikt. James Baldwin kijkt ernaar uit ‘to sit down and reread some of the books that have meant so much to me,’ als hij oud is.Ga naar voetnoot8 Hij noemt onder ander Anna Karenina. Opmerkelijk dat directeur Holling van iiasa zei dat mijn interviewboek met Philip Handler ‘is also very much a reflection of who you are’. Hoe kan het anders? Valentina Teresjkova zei tijdens het ontbijt hetzelfde over mijn interviewboek met Georgii Arbatov: ‘Your questions to academician Arbatov were quite a portrait of you.’ Op dat moment heb ik haar omhelsd en twee zoenen gegeven. Psychiater Maas schrijft, dat als iemand hem over eigen leed vertelt, de ander bij hem binnenkomt. ‘Ik voel me thuis bij | |
[pagina 19]
| |
hem en bij mijzelf, ik ben vertrouwd met hem, haast zonder grenzen.’ Sorry, maar dat vind ik klinkklare onzin. Dit in elkaar opgaan is misschien een of twee mensen in een leven voorbehouden.Ga naar voetnoot9 Isaac Asimov is geen favoriet van me maar een gesprek met Psychology TodayGa naar voetnoot10 brengt interessante passages. Hij begint met vast te stellen dat zijn training in psychologie nil is. Hij behaalde in 1948 een doctoraal in biochemie. Frank Kendig bestrijkt onderwerpen van computers tot en met de hersenen en belandt bij het onderwerp ‘privacy’. Asimov noemt dit ‘in a sense, a non-issue’. Hij zegt: ‘The best guardian of privacy is to arrange your life so that you are a total bore and nobody wants to know about you.’Ga naar voetnoot11 Weekblad De Tijd laat Boudewijn Büch, die met Mark Blaisse voor Het Parool volksschrijver Gerard Reve had bezocht, op zeven pagina's aan het woord om ten overvloede uit de doeken te doen wat er precies zou zijn gebeurd.Ga naar voetnoot12 Het schijnt dat vele literaire beroemdheden zich met al die onzin hebben bemoeid onder wie Maarten 't Hart, Rogier Proper, Carel Peeters, Jan Blokker, Henk Hofland, de hele Amsterdamse bende heeft een duit in het zakje gedaan. |
|