Memoires 1982
(2013)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
New York8 Juli 198206:15 uurIk lees een interview met Al Haig in Playboy dat me erg boeit. Om 07:00 uur werd op abc-televisie gezegd dat de sovjets de vs hebben gewaarschuwd geen mariniers in Beiroet te laten landen. Het lijkt me bluf, want wat kan het Kremlin er tegen doen? Het is wel waar dat Eugene Rostow me vorig jaar verzekerde dat Amerikaanse landingen in Libanon geen optie waren. Ik logeer bij Mora Henskens. Een zwarte jongen sliep in haar portiek. Er liggen trouwens overal in Manhattan clochards in de straten te slapen. Een taxichauffeur zei: ‘That fucking Reagan, he is against gun control, while he was himself almost shot by that fucking boy. How can that fucking jury acquit Hinckley, he fucking well knew what he was doing. He planned it all along the fucking bastard. If he goes free, someone will blow his fucking brains out.’ Ik bracht het Arbatov-manuscript bij Doug Logan en een kopie van het Handler-manuscript bij McGeorge Bundy. Ik zal nooit begrijpen waarom er zoveel mooie lijven in dit land rondlopen. Ik ben met de leren paspoortetuis uit Wenen naar Saks Fifth Avenue gegaan. Suzan Weinberg schijnt de inkoopster te zijn. Ik kon haar niet spreken. Ik ben bij Mark and Cross, Bergdorf and Goodman, Gucci en Bonwit Teller binnengelopen. Ze kosten daar 40 dollar en bij Cartier's 130 dollar. Ik ontmoette Jan van Wieringen in het United Nations Plaza Hotel. Hij moest naar een persconferentie over ontwapening van Frans van Dongen. Ambassadeur Lubbers in Washington was woedend geweest over een reportage die Jan over het bezoek van Beatrix had geschreven. ‘Hij schreef me een heel slimme soort dreigbrief, wat er op neerkwam dat ik van speciale achtergrond persbriefings zou worden uitgesloten. De Volkskrant heeft vervolgens geprotesteerd bij Max van der Stoel, en Willem, je moet de trans-Atlantische telegrammen over die zaak zien! Uiteindelijk heeft ambassadeur Lubbers ingebonden.’ Toen Beatrix voor Nederlandse journalisten beschikbaar | |
[pagina 198]
| |
was, nam de ambassadeur Jan ostentatief bij de arm en zei: ‘En dit majesteit is...’ Ze flikken dit wel meer op Buitenlandse Zaken. Ik zei dat hij vragen moest laten stellen in het parlement of minstens moest vertellen wat er was gebeurd in De Journalist. Daar wilde hij niet van horen. Het incident was gesloten. Ik gaf als mening dat de Volkskrant eigenlijk helemaal niet progressief was of bereid te knokken. ‘Ja ze zijn bang,’ antwoordde hij. ‘Lockefeer werd dermate aangeprezen door consul-generaal Morey Bell,’ vertelde ik hem, ‘dat je de indruk krijgt dat ze hem als bondgenoot beschouwen.’ Jan moet kennelijk ook weinig van Harry Lockefeer hebben. Hij vertelde ook dat een aantal ‘collega's’ op zijn post in Washington azen. Hij zei dat toen premier Van Agt in Washington was, de ambassade wel een lijstje verstrekte met diens afspraken maar verder natrekken en vooral er achter komen wat hij precies had uitgevreten, was een ondoenlijke zaak. Hij vertrok in zijn kostuum naar de persontmoeting met Van Dongen. Ik ging naar Club Bath op First Avenue. In mijn hoofd ontstond een klein burgeroorlogje van argumenten voor en tegen een nummer maken met deze of gene, terwijl ik van de daken schreeuw dat Eduard de droom van mijn leven is. Het tegenargument: Eduard heeft steeds onderstreept niet klaar te zijn voor een liefdesrelatie en deze met zijn 22 jaar ook niet te willen. Ik liep vervolgens tegen een Aziatische jongen aan. Deze gaf me een blow job all the way indeed. Ik voelde me meteen erna schuldig, maar wie zegt me dat Eduard niet hetzelfde doet? | |
9 juli 1982Raul Roa, de minister van Buitenlandse Zaken van Cuba van het eerste uur tot 1979, is overleden. Ik heb hem redelijk goed gekend. Saks Fifth Avenue was niet geïnteresseerd in de leren paspoortetuis uit Wenen. Premier Giovanni Spadolini van Italië heeft gezegd dat zijn land de leveranties aan de gaspijplijn naar Siberië overweegt door te zetten, ondanks dreigementen van de regering Reagan. In Canada wordt op de zelfde wijze gereageerd op de Amerikaanse arrogantie. Het gesprek van Al Haig met Playboy maakt de man voor mij een eersteklas oorlogsmisdadiger. Zijn generaalssterren behoren hem te worden afgenomen. Ik word misselijk van zo'n verhaal. Het opmerkelijkst is misschien wel dat dezelfde louche praktijken van Washington in Chili, Zaïre, Indonesië, Midden- | |
[pagina 199]
| |
Amerika, Libanon, letterlijk overal steeds weer worden herhaald ondanks debacles als in Vietnam. En het Congres slaapt overal dwars doorheen alsof men niet weet wat er werkelijk gebeurt. Het verlaagt de democratie tot een absolute farce. In de New York Post staat een verhaal over hoe de kgb een handtekening van Ronald Reagan vervalste in een brief naar koning Juan Carlos van Spanje, waarin de Amerikaanse president er zogenaamd op aandrong dat Spanje zich bij de navo zou aansluiten. Reagan zou hebben aangedrongen op het vervolgen van linkse groeperingen in Spanje en de brief werd in perskringen rondgestuurd. Dit zegt het State Department, dat eraan toevoegt dat ook een brief van Haig aan Luns op die manier door de kgb zou zijn vervalst. Het doet me denken aan mijn gesprek in 1966 met president Sukarno, waarin ik deze mogelijkheid opperde in verband met de notoire Gilchristbrief, naar aanleiding waarvan de Britse ambassade in Djakarta in brand werd gestoken.Ga naar voetnoot272 | |
New York - Mexico CityJames Reston beschrijft hoe Paul Nitze veertig jaar geleden voor de regering begon te werken. Hij is nu 75 jaar en erg actief voor Reagan in de wapenonderhandelingen. Samen met Eugene Rostow zat Nitze in the Committee for the Present Danger - waar ook Reagan uit voortgekomen is. Ik ben ze al enkele jaren geleden op het spoor gekomen. Ik sleepte Jan van Wieringen mee naar die club.Ga naar voetnoot273 | |
10 juli 1982Mexico City, Holiday Inn AirportIk vertrek met Cubana 465 naar Havana. Vliegen met sovjettoestellen is een vorm van Russische roulette. De vlucht werd bovendien nergens aangekondigd. De lunchprak was een voorproefje van het socialistische paradijs dat we gaan bezoeken. Oneetbaar. Weet dat ik blij zal zijn om woensdag weer te kunnen vertrekken. Er zijn groepen aan boord die voor de viering van 26 juli naar Cuba gaan. Het proletariaat komt in deze landen aan de macht. Het analfabetisme is uitgeroeid, de ondervoeding onder kinderen weggewerkt. De resultaten voor de onderlaag van de mensen zijn fantastisch op Cuba, of in de ussr. Toch moet Moskou jaarlijks drie miljard dollar ophoesten voor solidariteit met Castro - in werkelijkheid om de Amerikanen te pesten. | |
[pagina 200]
| |
Het toilet van dit Cubana-toestel heeft geen toiletpapier of een soort handdoekje, niets. Intussen lopen de zwarte Cubana-stewards rond alsof zij ik weet niet wat hebben bereikt om trots op te zijn. Leslie Gelb was een paar maanden geleden in Cuba voor de The New York Times.Ga naar voetnoot274 Hij sprak met Carlos Rafael Rodríguez maar mocht hem kennelijk niet rechtstreeks citeren, alleen als ‘senior Cuban official’. Hij ging in op de geheime onderhandelingen met generaal Vernon Walters, die overigens waren vastgelopen omdat Washington de Cubaanse positie onvoldoende begreep, ook wat betreft het recht om guerrillabewegingen in Midden-Amerika met wapens te steunen. Ik denk dat Washington het uitstekend begrijpt en om die reden niet verder praat. Toch aanvaarde Carlos Rafael een gedeeltelijke verantwoordelijkheid voor het afbreken van onderhandelingen. Hij pleitte bij Gelb voor de voortzetting ervan. In een tweede reportage vanuit Cuba schreef Gelb dat de signalen die vanuit Havana en Managua in de richting van Washington werden afgegeven, misschien toch serieus moesten worden genomen door de Amerikaanse regering. Cuba wenst geen slachtoffer te worden van de confrontatie tussen Washington en Moskou. Havana zou het oneens zijn met de invasie in Afghanistan en zou eveneens gekant zijn tegen een ingrijpen van de Sovjet-Unie in Polen. Dit waren conclusies van een groep buitenlandspecialisten uit de vs die onlangs Havana hebben bezocht.Ga naar voetnoot275 | |
11 juli 1982Havana, Libre HotelHet is prachtig weer. Mijn kamer kijkt uit op de haven en de zee. Gisterenavond ben ik eerst nog met een taxi naar het huis van mijn oude vriend Jorge Hernandez gegaan. Hij was alleen thuis. Zijn moeder was naar een film. Hij was aan de piano iets aan het componeren. Ik was eigenlijk doodmoe, maar we hebben een paar uur zitten praten. Ik werd door een functionaris van Buitenlandse Zaken afgehaald. Alleen mijn koffer kwam pas na vijf kwartier beschikbaar. Geldwisselaars klampen je aan op straat. Toen ik gisterenavond in het hotel terugkeerde, werd ik zelfs betippeld. Ik werk aan de vragen voor Carlos Rafael Rodríguez. | |
[pagina 201]
| |
Jorge zette me gisteravond op bus 227. ‘Isn't it a mystery, wherever you are, why we live and what is the purpose of life?’ ‘That is one major question. The other,’ zei ik, ‘is boy meets boy. What exactly is it that attracts us to each other and makes us decide to make a move, like we met some years ago? A beautiful body, yes, but then there is charisma that turns the scale.’ Jorge verscheen vanmiddag in het hotel met een vriendin, Mariana Ramirez Corria. Zij heeft haar eigen dagelijkse show op de Cubaanse televisie. We zijn later in een rammelende Peugeot naar señora Gloria Vergara Larrea in Alturas de Miramar gereden, waar deze oude dame, kennelijk van het ancien regime, in een gigantische villa woonde met uitzicht op een rivier. Hoewel reeds een wandelend karkas, liep zij als een koningin door haar paleis en stelde me voor aan een echtpaar dat haar zaken regelt. Zij bood scotch on the rocks aan waar ik niet aan mee deed. Het is duidelijk dat welgestelde mensen van vroeger die in Cuba willen blijven, dit kunnen doen. Zij kan nog enigszins haar stijl van vroeger ophouden, maar andere bezittingen werden genationaliseerd. ‘Ze geven me 200 dollar per maand,’ zei ze vermoeid, ‘ter compensatie van wat ze hebben ingepikt.’ Zij gaf me een brief voor een familielid in Miami, dat haar vanuit de vs geld stuurt. We kregen een rondleiding. Er was een bibliotheek. Zij sloeg haar eigen slaapkamer en badkamer met spiegelmuren niet over, iets wat ik nooit begrijp. Een huis is voor mij privé. Ik nam haar bij de arm, die broos aanvoelde. Zij had ook ambassadeur Jacob van der Gaag gekend. Ze speelden samen bridge, soms iedere dag van de week. ‘He later told me he had made more money playing bridge than as an ambassador.’ Jorge speelde op de vleugel en zong een lied, waar ik tranen van in mijn ogen kreeg. Hij raakte me gewoon. Ik ben enorm op die jongen gesteld. We zijn vervolgens naar een concert gegaan waarbij een blinde oude heer een quatres mains speelde met een jonge, zwarte kerel. Mariana's tweede echtgenoot is in Angola gesneuveld. Net toen ik wilde gaan slapen, belde Alex, de blonde jongen die ik eerder had gezien, naar mijn kamer. Hij wachtte beneden met zijn vriend Luis, een donkere, zwaar behaarde, Italiaanse jongen. Er was geen sprake van dat ze naar mijn kamer mochten doorlopen. We zijn wat gaan wandelen, maar ze waren constant op hun hoede voor de politie. Beide jongens waren ne- | |
[pagina 202]
| |
gentien jaar. ‘If they catch you, you will go ten years to prison and they'll shave your hair off,’ zeiden ze. Ze zijn uit op avontuurtjes want het leven in Havana verveelt hen grenzeloos. Ze zeiden morgen om 19:00 uur terug te zullen komen. | |
12 juli 1982Ik heb eerst in Eduards carnet geschreven. Veel Cubanen hangen bij hotels rond om zich aan buitenlanders te vergapen. Ik ben wel onder de indruk hoe het land is veranderd, hoe veel beter en soms Amerikaanser iedereen zich kleedt. In het algemeen ziet iedereen er welvarender en ook gelukkiger uit dan ik me Havana herinner uit de jaren zeventig. Steeds weer keert de vraag in mijn hoofd terug: wat geeft de Amerikanen het recht dit land onder een blokkade te leggen, bijna een kwart eeuw na de Castro-revolutie? ‘Cubans are also people’ zou de titel van een film over dit onderwerp moeten zijn. Ik belde ambassadeur Verdonk. Hij zou over veertien dagen weg gaan als ambassadeur en zat midden in zijn afscheidsvisites. Ik kon de decaan van het corps diplomatique niet bereiken. Zijn enige hulp, een dame, was vanwege kiespijn naar Mexico City afgereisd. ‘Ik doe soms zelf de deur van de ambassade open,’ aldus harer majesteits man in Havana. Morgenavond zou hij me komen ophalen. Mijn begeleider Rafael Padilla Ceballos nam me mee voor een ontmoeting met Mario Martínez van het radio- en televisiestation Empresa Cubana. Een crew om een gesprek met Carlos Rafael te filmen zou 500 dollar kosten. Hij marchandeerde wat verder en we kwamen tenslotte op 750 dollar uit. We zonden toch maar een telex naar de vara. Net toen ik dacht dat de zaak beklonken was, zei Martínez dat ik daarnaast ook voor twee te gebruiken taxi's moest betalen. In de avond heb ik met Jorge een glas gedronken in Oud-Havana bij de kathedraal. | |
13 juli 1982Om 01:45 uur belden Alex en Luis. Er was niets te regelen. Er wordt trouwens ook in de lobby getippeld bij het leven. Ik zag nichten in gele en roze overals. ‘You see,’ zei Jorge, ‘the new generation of kids is well fed, well trained in judo, martial arts and many sports. They are now more beautiful all around.’ Ik vroeg hem of de regering nu wat soepeler was geworden nadat 120.000 mensen de benen naar Florida hadden genomen in de laatste exodus. ‘I often think that is the case. Everything is | |
[pagina 203]
| |
much easier now.’ Er had onlangs een jongen van achttien jaar op hem getippeld. ‘I never looked at elder men when I was eighteen, but these kids are different. The boy came often to sleep with me.’ Het was me opgevallen dat de radio- en televisiestations nog altijd hun uitzendingen eindigen met ‘ Patria o Muerte, Venceremos!’ Ik zei tegen Jorge: ‘Een dergelijk revolutionaire kreet slaat nergens op in 1982, net zo min als ons volkslied Het Wilhelmus, dat nog altijd bazelt over Spanjaarden.’ Peter is nog in Nederland. Ik zal hem opbellen voor hij naar Londen gaat. Het meest ernstige probleem tussen hem en mij, is dat ik hem niet echt honderd procent vertrouw. Ik ben zelfs niet zeker dat hij alle telefoontjes wel opschrijft want hij is nonchalant.Ga naar voetnoot276 Ik kan me ook geen voorstelling maken van wie hij binnenhaalt op Amerbos als ik op reis ben, om niet te spreken over wie er zal blijven slapen. Hij is nu 37 en vindt alles vanzelfsprekend, terwijl het eigenlijk de hoogste tijd zou zijn dat hij voor zichzelf zorgt. Met Loet Kilian had ik die onrust nooit, toen we in Kew Gardens, Long Island samenwoonden. Ik denk dat ik ook geen probleem zou hebben als Eduard op Amerbos verbleef. Ik herinner me hoe mam eens zei: ‘Hoe kun je van iemand houden die je niet echt kunt vertrouwen.’ Zij had in dit opzicht gelijk en toch is Peter de liefste. De affectie die is opgebouwd is niet meer aus zu radieren. Rafael Padilla haalde me op in het hotel met een officiële auto. We waren om 10:30 uur bij het presidium waar de top zetelt. Mijn camera en taperecorder werden geïnspecteerd. Ik zag Carlos Rafael het gebouw binnengaan met een lange man en een dame. We gingen een kwartier eerder naar boven dan afgesproken. Eerst mocht mijn taperecorder niet mee naar boven. Daar aangekomen protesteerde ik. Hij werd alsnog opgehaald. ‘Well, remember,’, zei de vice-president, ‘they tried to kill Fidel with poison. They might have done something to your stuff without you knowing it’. Ik vroeg of ik vertrouwelijk onder vier ogen met hem kon spreken. Ik stelde voor samen een boek te schrijven, zoals ik met Georgii Arbatov had gedaan. Hij ging er vrijwel meteen mee accoord, althans ‘in principle’ en vervolgde: ‘but I will first have to talk to Fidel and then to the Central Committee. But it is a good idea. It could be important.’ Eigenlijk was door dit voorstel de stemming meteen uitstekend. Ik noemde | |
[pagina 204]
| |
hem dan ook Carlos Rafael. In het formele interview: Mr. Vice President. Ik vroeg ook of het niet mogelijk was Armando Hart nog te ontmoeten. ‘Maybe, he is not ready to see you this time, but another visit,’ zei hij, terwijl ik had verwacht dat hij de telefoon zou oppakken en Hart zou vragen me te ontvangen. Hij had ook bezoek gehad van Luis Alberto Machado, de Venezolaanse minister voor de Ontwikkeling van Intelligentie en een Cubaanse delegatie was naar Caracas gereisd om dit programma nader te bestuderen. Wat ik verder aansneed, was het importeren van windmolens om energie op te wekken, zoals Pieter Baaij me had gevraagd te onderzoeken. Hierin was hij onmiddellijk geïnteresseerd. Hij wilde meteen de naam van de firma weten en andere details, maar als gewoonlijk was ik weer slecht voorbereid. Ik zegde toe hem alles via ambassadeur Diaz in Den Haag te zullen doen toekomen. Hij noemde de situatie in de betrekkingen met Washington ‘in flux: one cannot say too much, and one must not say too little. It is a delicate situation, but I like the idea of a book.’ Daarop kwamen de anderen weer zijn werkkamer binnen, ook Rafael en een silly girl die hem assisteerde. Misschien moest ze de opname-apparatuur controleren, maar Carlos Rafael deed alles zelf. De televisieploeg werkte heel soepel en ook het gesprek verliep vlot. We namen twee rollen van tien minuten op. We filmden van 11:00 tot 11:35 uur. Ik verliet het gebouw om 12:15 uur in een hartelijke sfeer. Hij vertelde dat de dag nadat Pierre Trudeau in Canada was herkozen, hij een vliegtuig naar Havana had genomen, zijn ambassadeur vanaf het vliegveld had opgebeld en had gezegd: ‘Ik ben hier.’ ‘Trudeau looked around our country for one week.’ Ik zei hem: ‘That is what Edward Kennedy should be doing.’ ‘It would kill his election,’ aldus Carlos Rafael. Na de exodus van de 120.000 Cubanen heeft het Centrale Comité opdracht gegeven te bestuderen wat precies de oorzaak van die leegloop was geweest. Er werden twee rapporten geschreven. Hij zei dat het feit dat ik de atmosfeer zo veranderd vond, het gevolg was van die twee studies. Ik ben meteen begonnen met het uitschrijven van de bandopname. Om 19:10 uur was het gebeurd: 16 pagina's handgeschreven tekst. Carlos Rafael bevestigde eveneens dat Ronald Reagan zijn | |
[pagina 205]
| |
mond voorbij had gepraat over de geheime bemiddeling met Cuba, welke door Al Haig op gang was gebracht. Ik heb hem ook de enigszins penibele vraag gesteld welke de vara op het lijstje had staan, namelijk of het waar was dat toen het Cubaanse verzet tegen Batista nog in de bergen zat, Fidel Castro weigerde om een algemene staking uit te roepen. Carlos Rafael had Fidel er toen van beschuldigd, zo wil het verhaal, dat hij ‘a bourgeois adventurer’ was. Hij lachte en zei: ‘You see how history is being written? It was me who advised Fidel to call a strike. You know, this is the first time this comes out.’ Ik vroeg hem vol gas op die vraag te antwoorden en op dat moment zijn we het televisie-interview begonnen. Omdat ik de vraag niet exact hetzelfde stelde, onderbrak hij me. We zetten de camera stil en begonnen opnieuw. ‘We have modern machines in Cuba’ liet hij zich daarbij nog ontvallen. Ik liet hem de oorspronkelijke vara-vraag lezen. We werden het eens. ‘In the beginning you were critical of Fidel,’ vroeg ik nu. ‘Yes, that is true,’ antwoordde hij en vandaar liep alles op rolletjes. Ik begin me in dit hotel thuis te voelen en ken langzamerhand leden van het personeel. | |
14 juli 1982Ambassadeur Verdonk kwam me om 20:10 uur afhalen in een grote, witte auto met een hoes over de vlag. Hij ontving me in de salon van de villa van de ambassadeur waar een airconditioner zoveel lawaai maakte dat we moesten schreeuwen. Mevrouw Verdonk was een verlepte hysterica, verpest in het ambassade circuit. Ik had een glas tonic. Verdonk is een oud Binnenlands Bestuur-ambtenaar uit Nederlands-Indië, waar hij tot 1952 verbleef. ‘Ik deed indertijd examen in de ridderzaal, met 400 andere kandidaten voor rakkers als J.W. Meyer Ranneft [het latere lid van de Raad van State; wo],’ zo herinnerde hij zich. ‘Ik kwam uit de buurt van Alkmaar uit een streng gereformeerd milieu.’ Hij was laatstelijk consul-generaal in Houston, Texas geweest en vanuit daar tot ambassadeur in Cuba benoemd. Totaal ongeschikt, dacht ik bij mezelf. Nu was hij dus aan het inpakken. Alles zal door de douane worden opengemaakt en nagekeken, denkt hij, alles. ‘Ieder gebruiksvoorwerp in deze ambassade staat opgeschreven,’ vertelde hij verder, kennelijk gedegouteerd. ‘Kinderen van Russische diplomaten hebben eens geprobeerd Cuba te verlaten met gouden munten, verborgen in speelgoed.’ | |
[pagina 206]
| |
Een aanbieding van windmolens uit Nederland was onlangs in Holland Quarterly gedaan en dit blad had ook in Havana gecirculeerd. Ambassadeur Diaz in Den Haag zou de producenten moeten gaan bezoeken. Men was hier inderdaad in windmolens geïnteresseerd. Hij vond het verstandig dat ik hem was komen bezoeken, ook om hem te informeren over mijn interview met Carlos Rafael Rodríguez, want het zou een vreemde indruk hebben gemaakt indien hij bij diens afscheidsvisite aan de vice-president hier niet van op de hoogte zou zijn geweest. Verdonk kende mijn gesprek met Carlos Rafael voor Nieuws-Net indertijd. Ook premier Van Agt had een gesprek met hem gehad. ‘Wat zei Carlos Rafael daarover?’ vroeg ik. ‘That he was pleased to hear Van Agt's views on El Salvador,’ was Verdonks antwoord. Later kwamen Alex en Luis nog naar het hotel. We wandelden naar een park, waar ik voorstelde foto's van ons samen te maken. Dit scheen hen de stuipen op het lijf te jagen en ik denk dat ik ze niet meer zal terugzien. Ik haalde met Rafael Padilla de films op bij het televisiestation, tekende de betreffende papieren en het Carlos Rafael Rodríguez-interview gaat dus mee naar de vara. Rafael vertelde tussen neus en lippen door dat oud-ambassadeur Jacob van der Gaag in Havana dikwijls in slecht gezelschap verkeerde. Het gesprek met Carlos Rafael is uitgeschreven voor de Haagse Post, ready to go. Ik belde Peter op Amerbos. Ik vroeg hem zuinig te zijn met telefoneren en ben altijd weer bezorgd over mijn huis en spullen als hij er alleen is. Akelig om dit zelfs maar op te schrijven maar dat is het gevolg van het feit dat ik hem in de basis niet echt in die zaken vertrouw. Misschien heb ik het zelfs bij het verkeerde eind. Ik moet bepaalde herinneringen uitwissen in plaats van er door vervolgd te worden. Alex en Luis kwamen me toch ophalen om de koffer in te kunnen, wat in het hotel dus niet kan. We namen een taxi naar een veraf gelegen huis waar een kerel, Walter, ons opwachtte en waar een andere jongen piemelnaakt rond liep. Op het vitale moment dat we met z'n allen een gangbang waren begonnen, wandelde een jongen van zestien of zeventien jaar binnen, die de lover van deze Walter bleek te zijn en met hem een gigantische vrijpartij begon. Ik heb toen voorgesteld te vertrekken en terug naar het hotel te gaan. In de taxi begon Alex nog in mijn nek te bijten, maar dit avontuur in Havana liep helaas op niets uit, hoewel ik er wel zin in had. Paniek. Reeds op het vliegveld José Martí, klaar om te vertrek- | |
[pagina 207]
| |
ken, werd Rafael Padilla opgebeld door de secretaresse van Carlos Rafael Rodríguez met de mededeling dat een gedeelte van de bandopname van het interview op het apparaat in diens kantoor was weggevallen. ‘I am sure, they are not yoking,’ aldus mijn begeleider Rafael. Ik stelde voor een kopie te maken. Hij wist niet waar dit ‘in all of Havana’ mogelijk zou kunnen zijn. Hij vervolgde: ‘When Lopéz Portillo from Mexico came here, he gave us two copiers, but we were not allowed to accept them. You have to have a special permit.’ En we hebben het hier over het Cubaanse departement voor de pers van Buitenlandse Zaken. Het gaat hier net als in Moskou. Het is nagenoeg onmogelijk ‘even’ een kopie te maken in het usa Instituut van Georgii Arbatov. Daar is een briefje met verschillende handtekeningen voor nodig. Rafael had een speciale trip naar de douanebeambten moeten maken, opdat ik met mijn film ongehinderd zou kunnen vertrekken. Hij had er prima voor gezorgd. Het liep vlot en zonder problemen. Ik belde nog met Verdonk, die inmiddels zijn afscheidsbezoek aan Carlos Rafael Rodríguez had gebracht. De Cubaanse vice-president had verteld mij al jaren te kennen - om dus precies te zijn sinds 1960 - en dat ik een prima televisie-interview met hem had gemaakt. Ik vroeg hem: ‘Ik heb dus voor Nederland een goede beurt gemaakt, mijnheer Verdonk?’ Ja, dat was zeker. Ik zei natuurlijk niets tegen Verdonk over de mogelijkheid een boek te gaan schrijven met de vice-president. | |
15 juli 1982Mexico City - Dallas, American Airlines 58Eindelijk weer ‘nieuws’. De sovjets en de Duitsers hebben in Leningrad een contract getekend voor de aanleg van de energiepijplijn naar Siberië, ondanks bezwaren van Reagan en Washington. Zal Europa eindelijk weer leren haar eigen weg te gaan? Time wijdt ook vier pagana's aan trouble in the pipeline.Ga naar voetnoot277 Terwijl Reagan op zijn ‘old hard-line approach to handling Moscow’ blijft zitten, willen de West-Europese landen gewoon zaken doen met het Kremlin, waarbij zelfs Thatcher en Mitterrand op dezelfde lijn zitten. Helmut Schmidt heeft gezegd: ‘It is absolutely ridiculous to speak of a trade-war.’ Maar dat is precies wat Reagan wil om Moskou geen enkel voordeel te gunnen: ze moeten van hem kapot. | |
[pagina 208]
| |
Ik vroeg in het gesprek Carlos Rafael: ‘Are you seriously worried about us military intervention?’ ‘Yes,’ antwoordde hij, ‘we have been seriously worrying about us policy and we still do. Even in spite of the situation in Latin America now being different, the us policies have no longer the support from any important Latin American country, following the events in the MalvinasGa naar voetnoot278. In spite of this fact, the policy of Washington is so irrational, so really not linked with popular opinion in Latin America, not linked to decisions by the United Nations, so aggressive, that we do fear as a result of certain steps the us to be now even more dangerous’. ‘Certain steps?’ ‘Like in the case of the recent conflict between Argentina and Great Britain. Or, for instance, what is now happening in Lebanon, where the Israeli's do as they please with us support. Yes, it makes them dangerous. Therefore, we fear that as a result of all these events as they are happening in the world, it might give the us the mistaken idea that they can do all that in disregard of world public opinion. And, of course, they are stronger than we are. That doesn't mean that we simply are going to surrender. We are going to resist even if we may lose, in doing so, thousands of our people. If they ever allow the situation to repeat itself or if the development of the international situation works towards the possibility of having the us strongly to intervene in Central America or in Latin America, even if the international situation is really against such intervention, the irrationality of us policy is such, that we cannot sit quiet and await events.’ ‘But is the bluff of Al Haig not a trap to make Cuba nervous, and put pressure on Cuba and the ussr in order to further damage you and break you economically? After all, Cuba recently mobilized 200.000 regular army personnel and two million militias.’ ‘This is all part of the business to sabotage us. We are aware of it. We have our policy prepared to resist them, also on the economic side. But we cannot be confident about it. Because if we believe that it is only a trap, we will be lost, because then we would not be prepared. We would be soft and they would come. So we have to be strong. We have to pay the price of their military superiority, which gives them the possibility of threatening us. We understand this all too clearly, we are not fools.’ Hij vervolgde: ‘We have taken very strong measures to resist | |
[pagina 209]
| |
the pressures by the us in the international markets, not only in trade markets but also in the financial markets. Because they are doing anything they can against us in different places. They are against our trade in nickel. They have been very aggressive in several markets and they have been intervening through the international financial system with the banks and with the loan institutions to cut any possibility for Cuba to receive financial aid from anywhere.’ ‘And then 28 ships of a nato fleet appear in the Caribbean under the exercise of “Safe Passage”. It is pure imperialism in disguise,’ concludeerde ik.Ga naar voetnoot279 ‘Yes. Well, we made very strong representations with nato about this. We were strongly protesting this action. They told us, it had been previously decided, that it was not really taking place in the Caribbean but in us waters, and so forth. But it was all clearly aimed at threatening us at a moment, in which we were already undergoing strong pressures by the us. Many of the nato governments later apologized to us, that they had not, at first, fully understood the meaning of these military exercises. I think some nato governments are now more aware of the real meaning of it all.’ ‘In 1978 you still mentioned to me a number of conditions under which the us could lift this blockade around Cuba and this could open up negotiations between you and Washington. Have these conditions now disappeared as possible options for solving the controversy with the us?’ ‘I would not say they have disappeared. There is a certain confusion about them. There are now two ways we can talk with Washington: bilateral or multilateral. When we are speaking about the relations between the us and Cuba, these conditions I mentioned in 1978 still remain valid. We are not going to have official talks about our mutual problems without putting first the question of the embargo. Because if there is an embargo, nothing will come of our re-established relations. But we have been talking recently with Washington about other problems, such as problems in Central America, problems in Africa and other parts of the world.’ ‘Angola and Namibia?’ ‘Yes. In these matters we have certain obligations to talk, because we are willing to have peace in Central America. We want the Salvadorian people to be able to reach decisions the people of El Salvador want to take for themselves. So, we are | |
[pagina 210]
| |
helping in this direction. When somebody from the us government comes and asks us what is our position in El Salvador, we are not going to say: no, no, let's talk about the embargo against Cuba.’ ‘This position on El Salvador by Cuba is not clear in the media at all,’ vond ik. ‘There is some confusion about this. But I told them that for international questions, we are not making the pre-condition of a lifting of the embargo. We are dealing here with two different things.’ ‘When Mexico tried to mediate, they reported that Ronald Reagan said: “Fidel must first recognize he made the wrong choice”,’ merkte ik op. ‘I do not believe that there is any possibility of any serious understanding between the us. and Cuba. If Reagan does not change his mind, which will be very difficult, nothing can move. Perhaps a Republican defeat next year will be a point of change and that they will understand what is happening. Because until now, Reagan does not understand anything about the relations between Latin America and the us. He is not concerned about public opinion in Latin America. He believes that he could join Britain all along through the Malvinas episode, then come back and say to Latin Americans: now all is finished, let us embrace together, everything will go on as before. It does not work like that.’ ‘You see,’ ging hij verder, ‘the same developments take place in Europe and an American disregard for public opinion there. The same with the us economy. Reagan does not understand what is happening. Even today, July 13th, I have seen an item in the press about Reagan talking about the very positive upturn in the us economy. All the economists agree, this is not true. The data are such, that you cannot draw that conclusion. Reagan follows that kind of policy, that if he does not awake by shock - for instance, through what is really happening in the elections - we cannot hope for any kind of serious arrangement with the us in the near future.’ ‘What then is the use of general Vernon Walters coming to Havana and talking almost four hours with Fidel? What is the use, if he does not understand what the Cuban Revolution is about?’ ‘You mentioned earlier “a trap”,’ legde hij uit. ‘The silent contacts present a two-way trap, one for us and one for others. The us government has been pressed for talks with us from inside and outside. The Mexican Foreign Minister Castaneda | |
[pagina 211]
| |
proposed to Al Haig he would talk with me, and he was willing to do so. After that, months afterwards, we decided to have a continued conversation, a follow up. But nothing happened at first. There was dead silence from Washington. And we were silent too, of course. We are willing to talk to them, but we are not desperate. We can remain another 25 years without any kind of relations with the us. Even we can live with the hostility of the us. It is not easy, but we can.’ ‘Then,’ vervolgde hij, ‘general Vernon Walters, as ambassador-at-large, came here. I cannot speak at length about his visit, because we decided to say nothing. But he did come to Havana and he met with Fidel too. I felt nothing positive would come out of it, because there was a continued string of polemics between Fidel and him. He was constantly interrupting Fidel too. And after that, we had dinner together, he and I, and we had another long talk. I asked him: “Why did you come here, to negotiate or to explore?” And he told me: “I did not come to negotiate, I came to explore. And now I am sure, there is an opening, a possibility”.’ ‘Walters went home and nothing came of it. More menaces followed from Washington, more threats and more interferences. That is their policy. Now we have decided, as you perhaps read in my interview in Newsweek, that we have reached our worst moment in relations between the us and Cuba. Not in any moment of our history, not even during the crisis in the jfk days, even before the landings at Playa Giron, it was more or less the same, in any case not worse, as it is now. Because the Reagan Administration is interfering in all our policies. They are trying to isolate us from Latin America. They cannot do this at the moment. It is very difficult to do this owing to their own mistakes.’ Ik heb in een stoel op Mexico Airport overnacht, want het had geen zin voor een paar uur naar een motel te gaan. Ik ben wel geradbraakt. Ik lees in Sue Mansfields The Gestalts of War. Sommige aspecten zijn interessant. Wanneer zij het beruchte bloedbad van My Lai in Vietnam aanroert, zegt zij: ‘From the perspective of Gestalt Psychology, these men had been placed in a situation of extreme disequilibrium, subjected to a continual irk of danger and frustration, interspersed with acute crises and never fully resolved. In such a situation the body will normally (and usefully) respond with protective attempts both to block out the unpleasant stimuli and to exhaust some of the unusable energy through hallucination, fantasy, obsessive brooding, and restless | |
[pagina 212]
| |
movement.’ Daaruit vloeit dan de neurotische drang ‘to explode’ voort, ‘or soldiers who go berserk in response to their own psychic and physical needs.’ Bij de douane in Dallas was iemand voor mij die zelfs zijn horloge moest af doen, want de hillbilly-beambte wilde kijken of het misschien nieuw was gekocht. Toen het mijn beurt was zei ik maar meteen dat ik niets had gekocht. Dit ontlokte een ware inspectie en de man vond het piepkleine doosje met het zilveren Mexicaanse hoedje dat ik voor Eduard op het vliegveld in Mexico had gekocht. Ik werd dus gesnapt, ook al zei ik dat het slechts 23 dollar had gekost. Ik moest naar een aparte balie waar alles totaal werd omgekeerd. Er werd uiteraard niets gevonden, waarop ik de man vroeg of zijn dag nu goed was nu hij zich weer eens had gemanifesteerd als iemand die er genoegen in schept om passagiers op te houden en te treiteren. Dit verlengde mijn verblijf op de luchthaven nog meer, want hij ging er een ‘baas’ bij halen. Ik gaf niet toe en ze moesten me laten vertrekken. Amerika anno 1982, land der vrijheid en gerechtigheid. Lennox Bower stond aan de gate om me af te halen. Hij had een gigantische doos meegebracht met alle stukken van het proces tegen Time. Ik heb het enigszins geselecteerd, want alles meenemen was ondoenlijk. Dat is dus het einde van die affaire. | |
Dallas - Washington DCDe Amerikanen hebben in West-Duitsland een zending computers naar de ussr in beslag laten nemen ter waarde van 400.000 dollar. Er zijn reeds 466 van dergelijke verschepingen onderschept.Ga naar voetnoot280 | |
16 juli 1982Washington DCIk heb de nacht doorgebracht in Club Bath aan de rivier. Heb flink wat rond getippeld, maar had geen seks en heb uiteindelijk zelfs als een blok geslapen. Er was een Aziatische jongen waar ik wel een nummer mee had willen maken. Ronald Reagan zou overwegen om een overeenkomst van korte duur aan te gaan voor wat betreft de verkoop van graan aan de Sovjet-Unie. En zo dus de dreiging van een hernieuwd embargo open houden.Ga naar voetnoot281 Amerikanen hebben de bek vol over terrorisme van anderen, maar als ik terugdenk aan het gesprek | |
[pagina 213]
| |
met Carlos Rafael in Cuba, dan staan ze voor mij boven aan de lijst van terroristen. | |
17 juli 1982New YorkGisterenavond, toen ik om 23:30 uur naar huis wilde, was de f-train kaduuk bij Delancey Street. Moest anderhalf uur omreizen. De kudde mensen was afschuwelijk, de temperatuur was zelden zo hoog en all Manhattan offers is ramshackle subway trains. Het rijkste land ter wereld. Er zijn twee biografieën over Margaret Mead verschenen. Ik kan niet alles kopen en nog minder lezen. Jan van Wieringen zei laatst dat hij mijn boek Amerika valt ‘steeds aardiger’ vond en dat veel van wat ik schreef uitkwam. Ik heb hem maar niet gevraagd waarom hij dan niet de moeite nam, als Amerika-correspondent, een stuk over dit boek in de Volkskrant te schrijven. Ik maakte een kleine pelgrimstocht naar Kew Gardens, waar ik meer dan tien jaar heb gewoond. Alles is er in verval, althans in deze wijk van het stadsdeel Queens zelf. Bezocht Ernst Wachs (72), jarenlang mijn buurman. Hij geeft nog steeds massages. Hij citeerde een joods gezegde: ‘Richest is the man who is satisfied with what he has.’ | |
18 juli 1982Gisterenavond heb ik Frederick Ress, Peters favoriete vriend, opgezocht. Zijn lover Jay was net terug uit Stockholm. We dineerden bij Dobson's. Frederick is nog steeds bezig met zingen. Jay betaalt de flat en onderstreept dit openlijk. Ernst Wachs zei dat Reagan misschien acteur was ‘but the part of president he plays badly’. Ik vroeg wat hij van de Falkland-crisis vond. ‘It reminded me of two bald guys fighting for a comb.’ What is so special about Manhattan? If you take a closer look, it is an absolute dump, with sullen crowds, lunatics galore, a human tragedy and nothingness. Ik liep Club Bath in, keek wat pornofilms, wat eigenlijk behoorlijk saai is, liet me pijpen door een knappe jongen en maakte dat ik wegkwam. Greenwich Village liet het gebruikelijke beeld op een warme zomeravond zien: guys cruising everywhere, terwijl zij hun gespierde borst en lijf lieten zien. | |
[pagina 214]
| |
vador, heeft in The New York Times geschreven dat de ‘hardline policies of Reagan weaken Central America's defenses against communism’. Hij begint met te vertellen dat president José Napoleon Duarte van El Salvador tegen hem had bekend ‘that certain elements in the army were guilty of brutal murders’. Op 19 januari 1981, een dag voor dat Ronald Reagan werd beëdigd als president, kwam het hoofd van de groep militaire adviseurs van de ambassade, kolonel Eldon Cummings, ambassadeur White om een handtekening vragen. De boodschap aan het Pentagon behelsde de aanvraag van 55 extra militaire adviseurs voor El Salvador, plus aanzienlijke hoeveelheden nieuwe militaire voorraden. White vroeg de kolonel wat hem bezielde, omdat dit verzoek geheel in strijd was met waar ze samen al die tijd aan gewerkt hadden. De kolonel was in verlegenheid gebracht en biechtte op dat het Pentagon hem had bevolen te zorgen dat dit telegram zou uitgaan. Ambassadeur White werd door Reagan enkele weken later ontslagen ‘as being soft-headed and soft-hearted’. Oud-ambassadeur White: ‘It is not Russia, Cuba or Nicaragua that make the revolutions of Central America - it is injustice, brutality and hunger. The Reagan fixation on military solutions to political, economic and social problems, is being felt (not only in Nicaragua or El Salvador) but in Honduras as well.’ White beschrijft hoe Honduras wemelt van de Amerikaanse uniformen, groene baretten en luchtmachtpersoneel dat in en uit vliegt. ‘Young Hondurans who had been willing to give democracy a chance are being pushed into revolutionary activity.’Ga naar voetnoot282 Geen wonder dat White vrijwel onmiddellijk door deze Reagan-kliek werd vervangen, want hij begreep teveel van de realiteit in Centraal-Amerika, waardoor hij voor de nincompoops in het Witte Huis ‘onbruikbaar’ werd. Eigenlijk toont White met zijn artikel aan - dat vooral na mijn gesprek met Carlos Rafael in Havana voor mij belangrijke informatie biedt - hoe hopeloos de ‘democratie’ werkt, omdat het steeds de mediocrities, if not the idiots, aan de macht brengt. Zestien Amerikaanse staten, inbegrepen Puerto Rico en het District of Columbia (de hoofdstad), moeten nu van de federale regering geld lenen om werkloosheidsuitkeringen te kunnen voldoen. De hoeveelheid werklozen ligt thans op 9,5 procent van de werknemers. | |
[pagina 215]
| |
Intussen werden 500 herten afgeschoten in de Florida Everglades en er zullen er nog 5.500 volgen, wat een ‘mercy killing’ wordt genoemd vanwege de extreme droogte. Israël heeft officieel toegegeven clusterbommen te hebben gebruikt bij de jongste aanval op Libanon. Omdat Washington bepaalde voorwaarden aan wapenleveranties heeft verbonden, wordt nagegaan of er nu wel 4.000 clustergranaten voor de 155 millimeter howitzers van het Israëlische leger geleverd kunnen worden. Pure schijnvertoningen in zogenaamde rechtmatigheid. Ik ontmoette Douglas Logan, de uitgever van de Amerikaanse editie van ons Arbatov-boek. Hij typeerde Thomas Landshoff als ‘cutting corners and running a crooked operation’. Dat weet ik al heel lang; het was Wim Klinkenberg die me bij gebrek aan beter in contact bracht met broer Stefan. Ik heb een kopie van het Arbatov-boek bij de Cubaanse missie op Lexington Avenue afgegeven voor verzending naar Carlos Rafael in Havana. Dan kan hij zien hoe we zo'n boek in elkaar kunnen zetten. President Reagan heeft John Hinckley voor een praatje naar het Witte Huis uitgenodigd. Hinckley vroeg waarom hij zo aardig was. ‘Well, Nancy and I are reborn Christians, so be on your way and use your head,’ waren de afscheidswoorden van Reagan. Bij de deur zei Reagan: ‘By the way, do you know that Ted Kennedy is screwing Jody Foster.’ Dit is het soort mopjes dat rondgaat. Met andere woorden, Hinckley, je moet mijn tegenstander Ted Kennedy eens op de korrel nemen. In Londen heeft zich een uniek schandaal voor gedaan, of eigenlijk twee tegelijk. Michael Trestrail was belast met de politiebewaking van Buckingham Palace. Scotland Yard maakte bekend dat hij al jaren een relatie had met een mannelijke prostitué. Hij is als de bliksem afgetreden. Tezelfdertijd zag de 30-jarige, werkeloze Michael Fagan, kans het paleis binnen te komen en tegen middernacht de slaapkamer van koningin Elisabeth ii binnen te wandelen. De majesteit had een conversatie van tien minuten met de man voor er hulp kwam opdagen. Hij scheen overspannen te zijn en zal niet worden vervolgd voor zijn indiscretie. Waar zou prins Philip zijn geweest? In Japan, vanwege hun eigen keizerlijke familie, schijnt veel belangstelling voor dit curieuze incident te bestaan.Ga naar voetnoot283 New York Magazine publiceert een boeiend verhaal, attitude, van Craig Unger.Ga naar voetnoot284 Ga het Peter en ook Peter Swami Atit op- | |
[pagina 216]
| |
Er is hier altijd zoveel te lezen, onvergelijkelijk veel meer dan in Amsterdam, het dorp aan de Amstel. Mijn oude vriend David Wise is ook weer bezig geweest. Hij schreef Why the President's Men Stumble en brengt een andere oude bekende Richard Allen terug in de aandacht. Allen werd gedwongen zijn post als nationale veiligheidsadviseur van Reagan op te geven vanwege de belachelijke zaak een gift van duizend dollar te hebben aan- | |
[pagina 217]
| |
genomen voor de bemiddeling om een interview met Nancy te regelen. Daar zat dus veel meer achter. Die kuil zullen de sujetten rond Al Haig wel voor hem hebben gegraven, die inmiddels zelf in een ander, nieuw gegraven gat is gevallen. Boontje komt om zijn loontje. Heerlijk zulke oude Hollandse, super to the point gezegden. Volgens uitpluizer Wise is de val van Haig bewerkstelligd door William Clark, een voormalige assistent van Haig en zoals bekend, Clark is nu de nationale veiligheidsadviseur van president Reagan. Volop intriges en verraad in het Witte Huis. Allemaal varianten op Watergate in de dagen van Nixon. Tot ieders verbazing is dezelfde Richard Allen nu toch gekozen als buitenlandspecialist en adviseur voor nationale veiligheid van het Republican National Committee.Ga naar voetnoot285 | |
20 juli 1982De metro's zijn overvol. De hitte is ondragelijk. Het vuil ligt overal in de straten. I am ready to flee this city. Ik stuurde Eduard een telegram: ‘J'arrive le vendredi 23 juillet, embrasse, Gislaine Niçoise.’ Waar ik het vandaan haalde mag joost weten. Ik wilde het doen lijken of een vriendin hem berichtte, met het oog op Transavia, waar men misschien naar zo'n telex en herkomst vraagt. Ik had een afspraak met Jan van Wieringen. We wisselden ervaringen uit. Hij vertelde dat toen hij in Buenos Aires was, Willibrord Frequin van de kro-televisie hem belde met het verzoek hem te assisteren. Jan weigerde en had er geen zin in. Vervolgens liet Frequin anderen telefoneren met hetzelfde doel. Daarop heeft Frequin de ambassade opdracht gegeven hem met een auto op het vliegveld op te wachten en ‘dreigde hij simpelweg dat zij hun baan zouden verliezen en dat hij protesten naar Max van der Stoel zou schrijven, wanneer niet alle verzoeken werden ingewilligd’. Ik heb Frequin steeds gemeden. Volgens Jan zijn de meeste medewerkers van consul-generaal Leopold Quarles van Ufford in New York ‘van de familie’, dus homo. Henk Kolb was voor het diner met Beatrix naar New York gegaan. Jan niet. ‘I did not feel like licking anybody's ass.’ Intussen probeert hij er nog steeds achter te komen wanneer premier Van Agt nu precies in Washington is geweest en wie hij er allemaal heeft gesproken. Jan woont nu in Greenwich Village, zijn flat kost 1.100 dollar per maand. | |
[pagina 218]
| |
Op weg naar een metro zag ik een oude dame op een steen zitten. Er lag een bruin, kwispelend hondje naast haar. Eigenlijk was het de hond die mijn aandacht vroeg. Ik liep er op af. De dame had nog drie tanden in de rechterzijde van haar mond, verder geen gebit meer. Zij werd 96 jaar vorige week en ontving een briefkaart van Ronald Reagan. Zij was voor de Eerste Wereldoorlog uit Italië naar hier geëmigreerd. Haar hondje was tien jaar. | |
21 juli 1982Het is prachtig zonnig en koel weer. Zulke dagen zijn heerlijk in Manhattan. Er waaierde zelfs een vlinder voorbij het terrasje van Au Natural op Third Avenue. Typisch Wibo van de Linde. Hij wijdde een artikel aan spying soldiers van de vakbond voor dienstplichtigen, vvdm. Steef Boot had van de Cannerberggrotten bij Maastricht geheime kopieën gemaakt, die in geval van oorlog door de navo zullen worden gebruikt. Wibo spint het verhaal lekker uit tot een soort beeld dat Nederlandse soldaten pro-communistsiche verraders zouden zijn. | |
PANAM, vlucht 104 naar Londen, naar Peter.Time stelt het voor of India ‘a long-running romance’ met de ussr heeft gehad. De simpeltons in Washington gaan er nog altijd van uit dat wie niet naar het Amerikaanse pijpen danst ‘dus’ een aanhanger van het Kremlin moet zijn. In gesprek met Carol Honsa van Time antwoordt Indira: ‘We don't support the Soviets. It is the United States that supports undemocratic regimes in every way - morally, materially, militarily.’ Ze is nog te beleefd geweest. Mevrouw Gandhi had rechttoe rechtaan moeten zeggen: jullie steunen ieder fascistisch dictatoriaal regime in de wereld van Suharto, Mobutu tot de bananenrepublieken in Centraal-Amerika.Ga naar voetnoot286 Gandhi gaat Reagan bezoeken. Ik weet hoe zij echt over de man denkt, want het staat op de band toen ik per ongeluk de bandrecorder aan liet staan terwijl de televisiecrew van de bbc een andere filmrol opzette tijdens ons laatste gesprek in New Delhi. | |
[pagina 219]
| |
and Peak-Experiences.Ga naar voetnoot288 Hoe zelden denk ik nog aan Gerard Croiset maar wanneer hij in beeld komt, is het met speciale aandacht en gevoel, zoals nu. Croiset was ‘a peaker’ in termen van Maslow. ‘Most people simply stay caught in the situation and lead privately and publicly miserable lives.’ Mijn leven begon misschien in menig opzicht, in the realm of spirituality, miserable as well, maar ik wist mezelf daaruit te ontworstelen en op geen enkele manier hoor ik bij de dull legions zoals Maslow die omschrijft. Peter zette in 1967 mijn leven in meer dan een opzicht op zijn kop. Na aankomst op Heathrow ben ik naar de moderne ymca gegaan waar Peter een kamer had gereserveerd. Hij kwam me om 14:00 uur halen. We gingen naar een health food restaurant. Hij maakte het prima. Ik gaf hem een exemplaar van The Selfish Gene, van Richard Dawkins. We gingen dineren met Edwin van Wijk, die al achttien maanden in Evita optreedt en uitgeput is. Peter vroeg me vooral om niet te laten blijken dat Edwin er uitgepoept uit zag. The TimesGa naar voetnoot289 meldt dat Reagan nu ook de Fransen in de gordijnen heeft gejaagd met zijn sabotage van de pijplijn naar Siberië. De Franse minister van Buitenlandse Zaken spreekt reeds van ‘een echtscheiding’ tussen Washington en Europa. ‘We no longer speak the same language,’ aldus minister Cheysson. ‘The us seems to be totally indifferent to our problems.’ Om 11:30 was ik in het ibm Building voor een gesprek met oude bekende, Lord Chalfont. Ik arriveerde in afgetrapte sneekers en poloshirt. Lord Chalfont was elegant gekleed en legde zijn voeten op tafel. Hij werd opgebeld door zijn vrouw, waarop ik de kamer verliet, wat hem scheen te verwonderen. Hij wist nota bene niet dat Philip Handler was overleden, die hij goed heeft gekend. Ik vroeg Chalfont naar de zin van het plaatsen van Pershing ii-en kruisraketten in Europa. ‘I do not think the stationing of either of these weapons is necessary. I do not believe that the answer to the ss-20, or any Soviet threat, makes it necessary to try to meet it in the same way, which is what the Pershing ii and Cruise Missiles were designed to do. I think, as a matter of fact, what we have to do in the Western alliance now, is to re-examine the whole of our deterrent posture. I do not believe that we would find that | |
[pagina 220]
| |
there is any role in it, for what we call Theater Nuclear Weapons. I think, in fact, we should abandon the concept of Theater Nuclear Weapons.’ ‘Altogether?’ ‘Yes. I don't know precisely what a Theater Nuclear Weapon means,Ga naar voetnoot290 because there can be no question of a nuclear war being fought out on European territory with the Soviet Union and the us as safe heavens. That is just not possible. It is unimaginable.’ ‘It will spread is what you mean?’ ‘It is bound to spread, and indeed, it seems to me from the European point of view, that there is a very sound justification for making it spread. To me, it is not conceivable that the ussr and the us should be allowed to conduct a limited nuclear war on European territory. This is why I think in fact, that the concept of flexible response really makes no longer sense in West European context. And it is for that reason that I am also not terribly impressed with the idea to station Pershing's or Cruise Missiles. Unless, of course, we were going to use a long-range Cruise Missile as a strategic weapon between Western Europe and the Soviet Union.’ Chalfont vervolgde: ‘Suppose, for example, we were to say to the Soviet Union that if they attack us, we will reserve the right to use nuclear weapons, but that if the ussr uses nuclear weapons against our forces in Europe, we might well retaliate against the homeland. We would not necessarily guarantee that this would be confined to the battlefield area. What I am really coming around in saying is this: that I believe now, that the nuclear arms race and the competition in nuclear weapons, both of the qualitative and the quantitative kind, has become so expensive and so dangerous and so unstable, that we ought to be looking for an alternative in nuclear deterrence. Indeed, we ought to be looking for an effective force of conventional deterrence, a non-nuclear deterrence. I think, we are now in a much better position to do this as a result of modern technology. When you examine the implications of non-nuclear precision guided missiles, precision guided ammunition of all kinds.’ ‘Like the Exocet missiles,’ vroeg ik als voorbeeld. ‘Indeed for example, but there are battlefield missiles even of a much more precise kind than Exocet.’ ‘Against tanks?’ | |
[pagina 221]
| |
‘Yes. The smart missile, with its terminally guided ammunitions against tanks: if you look at weapons as lasers, Charged-Particle Beams. But perhaps most important, if you examine the impact of military technology on the collection of intelligence and the provisions of early warning against attack, we could now, I think, without too much expense and certainly without vastly increasing our conventional forces, provide a credible conventional deterrent against a Soviet attack.’ ‘Can this be done within the limits of the general public being rather opposed to defense spending?’ ‘Yes. It is not expensive, especially if you take into account that we could then spend far less on nuclear weapons. The us would not, if we could establish some credible form of conventional deterrent, I mean, a non-nuclear deterrent against the ussr. In that case the us may well be able to engage in sensible strategic arms reduction measures with the Soviet Union. Then the British might not have to spend all this money on Trident nuclear submarines. The French will not need their seventh nuclear submarine. And so, the whole emphasis would change from this vastly expensive nuclear arms race to the provision of defenses, which would be far less dangerous, far less destabilizing, and probably much cheaper.’ ‘What did you think of the no-first-use proposal by McGeorge Bundy, McNamara, Kennan and Smith?’ ‘I don't think we ought to have a no-first-use of nuclear weapons declaration. ’ ‘Do you think it would decrease Western credibility?’ ‘It would totally decrease Western credibility. I understand they feel, as I do, that our conventional defenses and our conventional deterrent ought to be more effective. But that does not, in my view, lead us into a position of making a no-first-use declaration. The reason for that is quite simple. The Soviet Union has great superiority in conventional forces at the moment. The ussr is capable at the moment to mount a comparatively surprise attack, an attack with forces in place. We are not in a position to meet such an attack without recourse to nuclear weapons. And therefore we must never make a declaration to the effect that we will not be the first to make use of them. The ussr is quite safe in making that declaration, because of their overwhelming superiority plus the fact that they know perfectly well that we are not going to attack them.’ Verderop vroeg ik Lord Chalfont of hij zich zorgen maakte over een breuk tussen de vs en West-Europa over de leveranties aan de bouw van de gaspijplijn naar Siberië. | |
[pagina 222]
| |
‘I am very worried about a possible divergence with the us, yes. I think it springs from a number of things. First: there is a very definite change in perception in us foreign policy. They now seem to see greater dangers in Latin America and the Caribbean basin, then they are seeing in the Atlantic area. They regard the Soviet threat as a global threat. Therefore their interest in Europe as a possible theater of operation against the ussr is beginning to diminish.’Ga naar voetnoot291 Later heeft Lord Chalfont naar Peter opgebeld om te zeggen dat ik mijn bril had laten liggen. Die ben ik met een taxi gaan ophalen. We dineerden in Kettners, een plezierig restaurant waar Edwin van Wijk zich later bij ons voegde. | |
Londen - Amsterdam‘My thesis is,’ schrijft Maslow, ‘that new developments in psychology are forcing a profound change in our philosophy of science, a change so extensive that we may be able to accept the basic religious questions as a proper part of the jurisdiction of science, once science is broadened and redefined.’ Heerlijk als hij schrijft dat geloof de neiging met zich mee brengt ‘to become unquestioning obedience and last-ditch loyalty no matter what. It tends to produce sheep rather than men.’ Zo ontstaan de zogenaamde Oranje-klanten. Weer iets moois. ‘What happens to many people,’ schrijft Maslow, ‘especially the ignorant, the undereducated, the naïve, is that they simply concretize all of the symbols, all of the words, all of the statues, all of the ceremonies [Gouden Koets; wo] and by a process of functional autonomy make them, rather than the original revelation, into sacred things and secret activities. This is simply a form of idolatry (or fetishism) which has been the curse of every large religion.’ Heerlijk boekje. Op Schiphol was ik rusteloos want ik zag een Transavia-vliegtuig naar de slurf gaan en dacht: zou Ed erin zitten? |
|