Memoires 1981-1982
(2013)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 189]
| |
Caracas22 november 1981Hilton hotelWolken en regen. Ik had op zon en blauwe lucht gehoopt. Ik kanker altijd op de douane in Moskou, maar hier in Venezuela weten ze er ook wat van. Ik stuurde Peters moeder een kaart voor haar aanstaande verjaardag op 1 december en kreeg er een brok van in mijn keel. Ik dacht aan mijn heilige belofte aan haar: altijd over Peter te zullen waken. Eduard zit in het vliegtuig naar New York te wachten. De eerste grote sprong van piepkuiken op eigen kracht de wijde wereld in. Ik voel hoe opgewonden hij is. Er zijn 30.000 (!) brieven van Hermann Hesse gebundeld. Paul Léautaud schreef gedurende 63 jaar een dagboek. Ik heb pas 41 jaar achter de kiezen. Hij zegt het ‘voor zijn plezier’ te hebben gedaan. In mijn geval volgde ik mijn instinct om de waarheid te willen vasthouden, en mijn parcours vast te leggen. Het is dus wat anders of je zulks ‘met plezier’ doet. Volgens de kranten hier hebben 300.000 mensen in Amsterdam gedemonstreerd tegen atoomwapens. Ik vraag me af of dit de Nederlandse kansen op contracten bij de bouw van de gaspijplijn uit de Sovjet-Unie zal vergroten. Brezhnev is nu in Bonn. Paul Léautaud beschouwt intieme dagboeken, brieven en bekentenissen ‘als ze helder en waarachtig geschreven zijn door lui met pit, de enige boeken die het waard zijn gelezen te worden’. Dat is natuurlijk het andere uiterste. Al geef ik toe dat ik sinds de dagboeken van André Gide die ik op Nijenrode begon te lezen eigenlijk ook op die lijn zit. Ik lees in Schrijvers over zichzelf.Ga naar voetnoot209 Igor Strawinsky keerde in oktober 1962 naar de ussr terug en merkte op: ‘De Russische aarde geurt anders.’ Ik ben het daar mee eens. Strawinsky heeft zijn hele leven in de vs alleen van de lepel willen eten waarmee zijn ‘baboesjka’ hem 75 jaar geleden voerde. Het herinnert me aan tante Tatyana Poslavskaya, die me bij mijn eerste be- | |
[pagina 190]
| |
zoek aan Tasjkent een set zilver mee gaf voor de Poslavsky's hier, dat afkomstig was uit het ouderlijk huis in het oude Rusland, voorzien van het wapen dat ook op het persoonlijke postpapier prijkte. Robert Yastrow heeft een nieuw boek geschreven, The Enchanted Loom: Mind in the Universe. ‘When a brain - electronic or animal - learns by experience, it goes through the following steps: first, it tries an approach. Then, if it succeeds in achieving its goal, it sends an instruction to its memory to use the same approach next time: in the case of failure, its searches through its reasoning or computations to pinpoint the main source of error. Finally, the brain adjusts the faulty part of its program to bring the result into line with its desires. Every time the same problem arises, the brain repeats the sequence and makes new adjustments to its program. A large computer has programs that work in that fashion.’Ga naar voetnoot210 ‘A brain that can learn,’ aldus Yastrow, ‘possesses the beginnings of intelligence. In the beat brains - judging brain quality entirely by intelligence - many circuits are unwired initially: that is, the animal is born with a large number of gates in its brain more or less unconnected with one another. The gates become connected gradually, as the animal learns the best strategies for its survival. In man, the part of the brain filled with blank circuits at birth is greater than in any other animal. That is what is meant by the plasticity of human behavior. The richness of human thought depends to a considerable degree on the way in which the gates in the human brain are connected.’ Ik belde Bertie Hilverdink in New York. Eduard was op jfk geland. Ze zouden vanavond gaan eten in het restaurantje waar hij een baantje voor Eduard heeft weten te regelen. Ik belde later nog terug. Eduard had bij de douane enorm gelazer gehad. Hij werd in een kamertje apart genomen. Een klm-stewardess werd er bijgehaald om bepaalde pagina's uit zijn dagboek voor de Amerikaanse beambten te vertalen. Het had natuurlijk met de verdenking van nichterij te maken. Hij deed overigens opvallend koel. Dat gaf me achteraf een slecht humeur. Eduard begint een probleem te worden op die manier. | |
[pagina 191]
| |
vliegveld afgehaald. Een vervelend begin, vooral nadat DominguezGa naar voetnoot211 nog vorige week door de telefoon had geroepen: ‘I ordered cars, planes, everything.’ Bonn koos eieren voor zijn geld tijdens het vierdaags bezoek van Leonid Brezhnev aan Helmut Schmidt. Het grootste contract uit de geschiedenis tussen beide landen werd plechtig ondertekend, waarbij - ondanks druk en bezwaren van Reagan - miljarden zullen worden gestoken in de aanleg van de pijplijn van Siberië naar West Europa.Ga naar voetnoot212 NewsweekGa naar voetnoot213 drukt er een keurig kaartje bij af omdat een noordelijke en zuidelijke route worden gepland. Het blad meldt dat Italië, Frankrijk, Oostenrijk, West-Duitsland, België en Nederland allemaal een stuk van de puzzel zullen gaan uitvoeren. In Bonn zegt men dat het voor de Duitse industrie 100.000 banen betekent. Intussen gaat het regime Reagan fris en vrolijk door met het exorbitant opvoeren van de bewapening tot 262,8 miljard dollar gedurende de komende vijf jaar. In West-Duitsland hield de navo oefeningen, waar 12.000 militaire voertuigen aan deelnamen. Ze richtten voor meer dan 40 miljoen dollar schade aan. Ik ging naar de sauna van het hotel. Even later kwam Steven Klein, een fotograaf uit New York, binnen. Hij is 26 jaar oud en had duidelijk een erectie onder zijn omgeslagen handdoek. Hij kwam naast me zitten. Hij fotografeert een Amerikaanse | |
[pagina 192]
| |
balletgroep die hier optreedt. We gingen samen dineren en raakten in een geanimeerd gesprek, behoorlijk intiem. We namen de lift naar mijn etage. Hij ging op mijn bed zitten. Ik heb hem besprongen. Het was duidelijk dat hij verwachtte een blow job te krijgen. Ik leverde een innerlijk gevecht maar ik kan dit nog altijd niet opbrengen. Ik liep halverwege met hem terug naar zijn hotel. | |
24 november 1981Ik ben totaal in de war over Eduard. Wie weet loopt hij in New York tegen de ware Jacob aan, of misschien tegen een ami de passage, zoals ik hier Steven Klein al weer in mijn vingers heb gehad, en dan wat! Ik wil Peter hierover schrijven. Of nee, ik moet dit gevecht alleen met mezelf leveren. Het heeft natuurlijk fundamenteel te maken met een diep, diep verlangen om een persoon voor mezelf te hebben, inclusief het complete seksuele beleven. Ga er maar aanstaan. Eigenlijk, al ben ik 56 jaar, heb ik me nog nooit echt helemaal, ook seksueel, bij iemand laten gaan, ook niet bij Peter en zelfs eigenlijk niet bij Eduard. Wat ik nu met Eduard beleef is van een vitaal en cruciaal belang, ook met het oog op de jaren die nog zullen komen. Het wordt tijd een vaste relatie aan te gaan. Ik ben klaar om iedereen en alles te laten vallen - behalve Peter - en met deze jongen totaal in zee te gaan. Maar hij is 21 jaar en staat allerminst open voor een dergelijk tijdloos experiment in zijn leven. Vanmorgen hebben we een school bezocht en met de vara-crew opnamen gemaakt van onderwijzend personeel dat volgens de Edward de Bono-methode werd opgeleid. Joop Daalmeijer wil alles alleen doen. Ik laat hem maar. Het lijkt of ze het hier een hele gebeurtenis vinden dat de Nederlandse televisie voor hen is gekomen. Ik begin Joop Daalmeijer te duiden - onder andere na gesprekken tijdens de lunch op het terras van het Hilton - als een handige maar nogal oppervlakkige programmamaker. Ik krijg niet de indruk dat hij zich werkelijk verdiept in wat het programma van ‘Teaching Thinking’ of ‘Teaching Intelligence’ werkelijk inhoudt of betekent voor de mensen. Hij wil gewoon een product afleveren. Vanmiddag zijn we op Miraflores Palace geweest. Minister Luis Alberto Machado was aardig in zijn ontvangst. Vlak voordat de opnamen met hem begonnen, zei ik: ‘Dr. Machado, I am proud that after three years, Holland is the first to make a film about your Intelligence program.’ ‘And I am proud,’ antwoordde hij, ‘that you are my friend.’ | |
[pagina 193]
| |
Er was even een discussie of Machado Engels of Spaans zou spreken. Ik heb erop aangedrongen dat hij Spaans zou spreken. Pepe Rodríguez steunde me hier in. Ik vertelde een tussenstop op Cuba te zullen maken. Minister Machado haakte meteen in. ‘Two years ago, Fidel Castro spoke with our ambassador in Cuba. He said: “It looks as if your President is a courageous man.” The ambassador replied that this was certainly so for appointing a minister for the development of intelligence. Fidel wanted to know all about our program. He also said that he wanted to meet me. He complained to Carlos Rafael Rodriguez:Ga naar voetnoot214 “Why didn't you tell me about this?” Then came the problems about the refugees and we could not follow this up.Ga naar voetnoot215 But when Rafael Caldera went to Cuba, our former President, as chairman of the international parliamentarian union, Fidel again stressed he wanted to talk to me.’ Machado vervolgde: ‘Tell Carlos Rafael when you meet him, that I have a very big wish to go to Cuba and meet with him and Fidel. I will go at the very first occasion, even if it has to be for one night. I think Fidel is a person who could be in love with this revolutionary idea. Fidel has the psychological makeup for it.’ Daarop vroeg ik: ‘You have to do me one more favor, will you go and see president Anatoly Alexandrov of the ussr Academy of Sciences?’ Zowel hij als zijn naaste medewerker begonnen heel luid te lachen. Maar hij maakte een belofte: ‘Prior to 1983, I will go to Moscow and visit Alexandrov.’ Ik herhaalde mijn Apollo-Soyuz benadering van de gedachtengang tussen Oost en West. Ze vertelden overigens dat de nieuwe president van de National Academy of Sciences in Washington, Frank Press, enthousiast was en open stond voor hun werk, in tegenstelling tot diens voorganger Philip Handler, wat wel eens waar zou kunnen zijn. Ik zond een nogal geëmotioneerde brief naar Eduard. Vreemd, ik heb niet direct zin Peter ook te schrijven. Ik wil me immers op geen enkele manier vanwege Eduard van Peter terugtrekken. De verwarring rond Eduard gaat verder. Hoe is het mogelijk dat er onverwachts zoiets in je leven gebeurt? Ik wilde alleen eten, maar liep tegen het vara-team aan. We gingen gezamenlijk aan tafel. Joop Daalmeijer, het moet worden ge- | |
[pagina 194]
| |
zegd, is toch wel redelijk en over een gevarieerd aantal onderwerpen geïnformeerd. Hij vertelde dat het Duitse zdf al drie films over de gaspijplijn had gemaakt. We zijn natuurlijk weer te laat. Tegen zdf is niet te concurreren. | |
25 november 1981Ik droomde over mam. Zij was in het huis van grootmama aan de Homeruslaan in Zeist. Zij was in een slaapkamer en lag op de grond tegen een bed aan. Mam was veel ouder geworden, zoals zij misschien in 1981 zou zijn geweest als zij niet in 1974 was overleden. Er zaten bruine plekken in de hoeken van haar tanden, die juist altijd bijzonder gaaf waren gebleven. Daarna lag zij in bed. Zij beklaagde zich dat zij veel te weinig buiten kwam. Enthousiast beloofde ik voor een rolstoel te zullen zorgen en haar in de frisse lucht te zullen brengen. Daarop ontwaakte ik en probeerde me zoveel mogelijk van de droom te herinneren. Tante Jetty zegt steeds ‘constant in contact met mam en grootmama te staan’. Ik vraag me af of ze niet dit soort dromen bedoelt. Ik begrijp er niets van en heb er nooit iets van begrepen. Alice Miller spreekt over het noodlot van de ouders als duivels trauma voor kinderen. Zelden las ik een analyse die de rampzalige banden tussen Erziehung en het latere leven blootlegde. Ik moet hierover aan mejuffrouw Boekhoudt schrijven. ‘Jedes absurde Verhalten hat seine Vorgeschichte in der frühen Kindheit.’ Of haar vraag: ‘Wie soll ein Mensch diese zwei Welten - sein emotionales Wissen aus der Kindheit und seine dem widersprechenden späteren Erkenntnisse - miteinander in Einklang bringen, ohne einen wichtigen Teil seines Selbst zu verleugnen?’Ga naar voetnoot216 En dan citeert zij opnieuw Hitler: ‘Meine Pädagogik ist hart. Das Schwache muss weggehämmert werden. Jugend muss das alles sein. Schmerzen müssen sie ertragen. Es darf nichts Schwaches und Zärtliches an ihr sein. Das freie, herrliche Raubtier muss erst wieder aus ihren Augen blitzen. Stark und schön will ich meine Jugend. So kann ich das Neue schaffen!’ Miller zegt bij het schrijven van haar boek pas op de gedachte te zijn gekomen vooral de jeugdjaren van Hitler nader onder de loep te nemen. Om de latere dictator en diens handelingen te verklaren, moet de vraag worden gesteld ‘was sich in einem Kind abspielt, das einerseits und anderseits unter dem Gebot steht, die Person, die ihm das antut, zu respektieren, zu lieben und seine Schmerzen auf keinen Fall zum Ausdruck zu brin- | |
[pagina 195]
| |
gen’. Ik wil Peter hierover schrijven. Het werden vijf pagina's. Alice Miller interpreteert atoomwapens als ‘nur ein Symbol für die aufgestauten Hassgefühl und die damit zusammenhängende Unfähigkeit, die echte Bedürfnisse wahrzunehmen und zu artikulieren’. Dit zou wel eens een waarheid als een koe kunnen zijn. Ik had een aardig gesprek met ambassadeur Guido Willem Bendien. Zijn familie verkocht indertijd hun linnenfabriek aan een neef. Hij had deze Albert Bendien uit Almelo, van Bendiens confectiefabriek, maar eenmaal ontmoet. Ik vertelde dat mijn vader, mr. Ir. A.C. Oltmans in de oorlogsjaren zich had ingezet om de Bendiens te vervangen, die als half-joden moesten onderduiken. Samen met de heer Kalff was het gelukt het bedrijf te redden en te voorkomen dat de machines naar Duitsland werden gebracht. Men overleefde gezamenlijk de naziterreur. De ambassadeur besprak het programma van Machado zonder het erg serieus te nemen. Hij weet er kennelijk weinig of niets van. Hij zei Machado ‘ondanks dat er lacherig om die minister wordt gedaan’ in Den Haag te hebben aanbevolen ‘maar men is er niet erg op ingegaan’. Hij beweerde dat langs de kuststroken van West-Afrika een laag intelligentiepeil bestond. Dit was direct gerelateerd aan slechte voeding. Intelligentie was volgens Hare Majesteits vertegenwoordiger in Venezuela eerder een voedingsprobleem. Eigenlijk zou Machado in Den Haag moeten spreken met de minister van Ontwikkelingshulp, niet met die van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen. ‘Trouwens, ons ministerie van Ontwikkelingshulp,’ aldus de ambassadeur, ‘schijnt zich tegenwoordig meer bezig te houden met linkse guerrillabewegingen.’ Joop Daalmeijer zal het leuk vinden om dat te horen. Ik belde Bertie Hilverdink in New York. ‘Je hebt het wel te pakken, he,’, zei hij, ‘je lijkt wel achttien.’ Eduard maakte het prima, hij had twee baantjes en genoot van New York. Ik was opgetogen dit allemaal te horen. Ik ben er van opgeknapt. De schat. Mijn schat. Ik zou nu piano willen spelen. Eduard schijnt te werken in een prominente cadeauwinkel in Greenwich Village, eigendom van twee oudere nichten, een vriendenpaar. Ik betrapte me erop dat ik het feit dat Eduard in New York meteen aan de slag was gegaan, vergeleek met Peters inactiviteit in Londen; althans: lange perioden van niets doen kenmerken zijn verblijf daar. Eduards ouders kunnen trots zijn op deze jongen van 21 jaar. Ik denk dat zijn ouders (Miller zou dit onderschrijven) alles te maken hebben met | |
[pagina 196]
| |
Eduards koers in New York. En niet te vergeten Bertie, die de deuren voor hem opende. Oud-ambassadeur in Moskou, W. Averell Harriman (90), die Stalin, Roosevelt, Churchill en jfk heeft gekend en gediend, wijst er in NewsweekGa naar voetnoot217 op dat ‘any thought that one side or the other could win a nuclear war, is absolute fallacy. The Soviets don't want war and they know the dangers.’ Dat is het precies. Ik weet dat dit waar is en zeg het al jaren. Nu zegt Harriman hetzelfde, een deskundige over de ussr bij uitstek. Maar de sukkels rond de heer Reagan uit Hollywood weten dit niet en kletsen in de ruimte over de Sovjet-Unie. | |
26 november 1981Ik belde met Voetelink. Prins Claus had aangegeven welke data in december en januari hem schikten om te getuigen over de reis naar India. Hij zou gehoord willen worden op zijn werkkamer in het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij wilde ook niet getuigen voor een der rechters die in eerste instantie zijn verzoek afwezen. Daar was alle begrip voor. Het wordt ‘een vriend’ van Voetelink, Wijnholt, president van de Haagse rechtbank. Hoe is het mogelijk dat ik heb gedroomd dat Frank Heckman van het dak op Amerbos sprong? Ik ontmoette minister Rafael Fernández Heres, bewindsman van Onderwijs. Hij vertelde dat vooral de Chinezen intelligent op het Venezolaanse programma van minister Machado hadden gereageerd. Hij noemde in onze vara-televisieopname Machado ‘de vader’ van het intelligentieproject. Hij had de diensten van zijn ministerie aan Machado ter beschikking gesteld. Uit Peking had men de onderminister van Opvoeding gezonden. Hij besefte dat er mensen waren die lachten (net als Bendien) maar die liepen een buitengewoon belangwekkende ontwikkeling op het gebied van educatie mis. Hij had persoonlijk de resultaten gezien, zowel bij onderwijzers als bij leerlingen. Ik reed van het ministerie met Pepe Dominguez mee naar Miraflores Palace. Daar bespraken we de nog te maken interviews. Ik lunchte in het Hilton. Om 15:00 uur waren we bij de Militaire Academie, waar het Machado-programma op alle niveaus wordt toegepast. De ploeg, bestaande uit Jan van den Bergh en Hans van Paridon, wilde opnamen maken van de Nationale Garde in training, maar dat werd niet toegestaan. We moesten terug naar het paleis om de afspraak met president Luis | |
[pagina 197]
| |
Herrera Campins na te komen, die we van 17:30 tot 17:45 uur zouden kunnen filmen. Er was natuurlijk een kleine rel voor nodig om Daalmeijer duidelijk te maken dat ik ze nu twee dagen hun gang had laten gaan, maar dat ik zelf het gesprek met het staatshoofd wilde leiden. Als het aan de boys had gelegen, zou Daalmeijer ook dat prestigieuze onderhoud hebben gemaakt, zodat ik, initiatiefnemer van de hele onderneming, er helemaal niet meer aan te pas zou zijn gekomen. Collegiale egards kent men niet in Hilversum. Dus ik moest dit met kracht er doordrukken. Ik trek me nu weer terug, want deze dag heb ik waarschijnlijk teveel mijn stempel gedrukt op de gang van zaken. Van mij mogen ze verder doen wat ze willen. Ik heb al verschillende brieven aan Eduard geschreven, maar ga ze niet verzenden. Ik herinner me eens op het Baarns Lyceum een opstel te hebben moeten maken over brieven die geschreven, maar niet verzonden worden. Newsweek publiceert een omslagverhaal over Sigmund Freud.Ga naar voetnoot218 Tachtig jaar nadat de Weense psychiater bij zichzelf in analyse was gegaan, leggen wetenschappers hem op de divan. Men bestudeert zijn gezinssituatie, men herinterpreteert zijn dromen en analyseert zijn uitgebreide correspondentie. Hij komt er als volgt uit tevoorschijn: ‘his genius undimmed, but his portrait darkened’. Hij was ‘envious, often malicious, sometimes a pilferer of colleagues' ideas, a man who may have seduced his sister-in-law under his own roof. The figure that steps from recent biographies is no longer the majestic prophet of the legend, but more like one of the neurotic egoists who might have frequented his own couch.’ Freud overleed in 1939. Nog geen halve eeuw later buigt een legertje ‘kenners’ zich over zijn handel en wandel en wordt het imago van deze legendarische man bijgesteld. Hij is er zelf niet meer om details toe te lichten. De man waarvan W.H. Auden de bekende uitspraak deed, dat hij niet slechts een enkeling was geweest ‘but a whole climate of opinion’, wordt door lilliputters psychisch gefileerd. Geen prettige gedachte. De brieven van ‘de meester’ en zijn vroegere dierbare collega en vriend Wilhelm Fliess, zijn door een jeugdige analyticus, Jeffrey Mason, voor Harvard University Press bijeengebracht om te worden uitgegeven. De correspondentie loopt van 1887 tot 1902, waarna beiden heren vliegende keet kregen. Ik heb nooit begrepen waarom zowel tussen Freud en Jung als tussen Freud | |
[pagina 198]
| |
en Fliess wederzijdse gevoelens van minachting bestonden tot het einde van hun leven. En wie weet met wie de grondlegger van de psychoanalyse nog meer mot had toen hij overleed. Als kenners van de Russisch roulette der neuronen, zou men juist van hen het incalculeren van uitingen van ‘psychische chaos’ hebben mogen verwachten. Het ruimte laten voor psychische bokkensprongen is immers überhaupt een conditio sine qua non voor het omgaan met of het kennen van ‘de ander’? In 1930 sprak Freud de volgende woorden bij het aanvaarden van de Goethe-prijs: ‘It is unavoidable that if we learn more about a great man's life, we shall also hear of occasions on which he has in fact done no better than we, has in fact come near to us as a human being. Nevertheless, I think we may declare the efforts of biography to be legitimate. Our attitude to fathers and teachers is, after all, an ambivalent one since our reverence for them regularly conceals a component of hostile rebellion. That is a psychological fatality: it cannot be altered without forcible suppression of truth and is bound to extend to our relations with the great men whose life histories we wish to investigate.’ | |
27 november 1981Mijn eerste daad vandaag was het posten van een terughoudende liefdesbrief aan Eduard.Ga naar voetnoot219 Er zijn pas vier dagen verstreken dat we elkaar niet hebben gezien of omhelsd. Het lijkt een eeuw. Ongelofelijk. Deze brief kon weg. Niet perfect, maar aanvaardbaar. Nog twaalf dagen voor ik hem weer in mijn armen kan sluiten. We hadden gesproken over de ‘aasgieren’ in New York, die op zijn jonge lijf en seks zouden azen. ‘Misschien,’ had hij geantwoord, ‘maar dan is dit er toch niet bij?’ Hij wees daarbij op zijn hoofd. Hoe zouden ouders het verwerken wanneer ze zien dat anderen zich aan hun kind vergrijpen? Dat moet het onoplosbare probleem voor mevrouw Röell zijn geweest toen haar lieveling Inez permanent werd ‘overmeesterd’ door een in haar ogen afschuwelijke Zwitser, waar zij overigens wel gelijk in had.Ga naar voetnoot220 Vreemd, een gedeelte van mijn intense liefdesgevoelens is nu van Peter verlegd naar Eduard. In de grond van de zaak is er natuurlijk niets veranderd, maar ik concentreer me gewoon meer op Eduard. Ik bracht samen met Joop Daalmeijer een prettig bezoek aan ambassadeur Bendien die werd bijgestaan door de tweede man, | |
[pagina 199]
| |
Willem Dolleman. Er werd maar wat gedaasd over het intelligentieprogramma, waar ze geen van drieën iets van wisten of begrepen, maar ik heb toch kans gezien Bendien ertoe te bewegen om telegrammen naar Buitenlandse Zaken te zenden met de mededeling dat wanneer minister Luis Alberto Machado op 10 december in Den Haag zal zijn, hij op zijn minst een ontmoeting met minister Van Kemenade van okw zou moeten hebben. Bendien meende dat Machado ook de heer Van Dijk bij Ontwikkelingshulp zou moeten ontmoeten, wat ik onzin vind. Joop beloofde Van Kemenade op te bellen als hij terug zou zijn in Hilversum. Ik ga zelf naar Cuba en de vs. Om 10:30 uur keerde ik in het Hilton terug waar ik met Eduard belde. Ik voel me nu een ander mens. Hij was opgewekt, kennelijk volkomen op zijn gemak in The Big Apple. Iemand had hem gisteravond in het restaurant een fooi van 50 dollar gegeven. Ik grijp om de haverklap naar het notitieboekje wat voor Eduard bestemd is, waarin ik alles opteken wat ik wil zeggen en denk. Veel van wat Alice Miller schrijft, klinkt me bekend en ben ik het mee eens. Maar wat is precies een dwangneurose, hoe functioneert herhalingsdrang en wat wordt verstaan onder narcistische woede? Ik wil daar met Lex Poslavsky over praten. Ik denk dat ik me door als kind De Horst te ontvluchten naar het gezin Van Dijk, en vooral naar mejuffrouw Büringh Boekhoudt, een noodzakelijke uitlaatklep voor mijn geaardheid heb verschaft. Teneinde wat Miller noemt ‘die Seele sprechen zu lassen’. Dat is in zeker opzicht mijn redding geweest, samen met dit dagboek. Miller roert ‘kinderlijke fantasieën uit de eerste levensjaren’ aan. Voor de oorlog als padvinder van De Bison in Zeist in onze padvindersbroeken, tijdens de oorlog met kijken naar jonge Duitse bruinhemden in laarzen, en later wanneer ik huzaren meenam die naar Amersfoort liftten, barsste ik uit mijn voegen van de seksuele fantasieën over hen. Ik vond een verlaten plek in het hotel waar een vleugel stond. Ik heb heerlijk een uur gespeeld. Edwin Meese, adviseur van Reagan, heeft op Face the Nation van cbs verklaard dat het ministerie van Justitie en het Witte Huis ‘scrupuleus keurig’ hebben gehandeld in de affaire van de onwettige duizend dollar uit Japan voor veiligheidsadviseur Richard Allen.Ga naar voetnoot221 Het is nauwelijks te geloven dat de zogenaamd breeddenkende Amerikanen in staat zijn op die manier | |
[pagina 200]
| |
van een mug een olifant te maken, tenzij men Allen de das om probeert te doen. | |
28 november 1981Ik schreef een brief van drie pagina's aan mejuffrouw Büringh Boekhoudt. Ik vertelde haar over Alice Miller. Verder sloot ik een knipsel in van een foto uit een ochtendblad van deze morgen, waarop mijn ontmoeting met president Luis Herrera Campins te zien is. Ik ging naar de sauna en masturbeerde. Geen Steven Kleins meer. Ik wacht op Eduard in New York. Ik vind Joop Daalmeijer nu toch wel aardig. Ik herzie mijn eerste indrukken. Hij is 34 jaar en kwam bij de televisie werken in 1975. Ik zou best regelmatig met hem reportages willen maken. Hij is uitstekend geïnformeerd. Joop vertelde over de televisiewereld tijdens het eten in de Rotisserie. | |
01:00 uurIk schrik wakker van het doodsgekrijs van een hond. De snelweg loopt hier niet ver vandaan. | |
29 november 1981De saga rond Richard Allen gaat vrolijk verder. Hij heeft aangekondigd met verlof te zullen gaan tot het hele onderzoek naar de geldkwestie definitief is afgerond. Dat is wat de wereld van deze smerige affaire te horen krijgt. In werkelijkheid zijn er heel andere krachten in Washington bezig de man buiten gevecht te stellen.Ga naar voetnoot222 Vanmorgen reden we naar het buitenhuis van Jose (Pepe) Dominguez, de rechterhand van minister Machado, om het gesprek met hem voor onze film op te nemen. We namen ook foto's in de tuin. Bij terugkeer in het hotel belde ik met Eduard. Het werd een rampzalig gesprek. Vooral omdat Bertie Hilverdink er tussenkwam met nichterige, valse opmerkingen als zou Eduard er twee balboekjes op nahouden: ‘Een ervan is van jou.’ Het wond me allemaal behoorlijk op en als gevolg daarvan heb ik besloten niet naar Havana af te reizen, maar rechtstreeks naar Eduard in New York te gaan. Ik belde ambassadeur Diaz in Den Haag en verzon dat een brug in mijn mond was gebroken en dat ik niet wist hoe lang de reparatie hier zou duren en daarom niet naar Havana zou gaan. | |
[pagina 201]
| |
30 november 1981Vandaag vlogen we met het vara-team naar Puerto Ordaz waar Venezuela een symposium had georganiseerd over ‘Teaching Intelligence’. We maakten er opnamen met de specialisten Sternberg (Yale), Feuerstein en Vickers. Eigenlijk was ik er vandaag niet bij. Ik liet Joop Daalmeijer en zijn medewerkers hun gang gaan, genoot van het tropische klimaat, de rivier, de watervallen en de prachtige natuur van het Venezolaanse binnenland. Mijn gedachten waren al bij Eduard in New York. Bij het afscheid van minister Machado verzekerde hij me andermaal spoedig naar Moskou te zullen gaan voor de door mij gearrangeerde ontmoeting met Anatoly Alexandrov en andere sovjetgeleerden. | |
1 december 1981PanAm, vlucht 218, Caracas - New YorkHet zou leerzamer zijn geweest nog enige dagen op het symposium te zijn gebleven, dan naar Havana te reizen en daarna pas naar Eduard te gaan. Maar op de crossroads at midlife prefereer ik zo snel mogelijk bij hem te zijn. Ik schreef eerst aan Peter. Zijn moeder is vandaag jarig. Het werd een emotionele uitbarsting van vier pagina's. Ik zocht Eduard op in de winkel in The Village, waar hij werkt. Een van de twee nichten zei de afgelopen week zijn salaris in zijn zak te hebben gestoken. ‘De volgende week stop ik het in zijn gulp.’ Don en Bob runnen het Patchin Place Emporium aan de 10e straat ‘Distinctive Gifts for Discerning People’. Wat onmiddellijk duidelijk werd, was dat Bertie weer eens had zitten stoken bij Eduard. Dat is helaas de aard van het beestje. Erg jammer. | |
2 december 1981New YorkToen ik gistereavond bij de flat van Bertie kwam, wachtte Eduard op me en speelde de tape van Robert Long: Levenslang. We omhelsden elkaar. Ik kreeg tranen in mijn ogen, wat nooit eerder was gebeurd. Maar wat meer dan duidelijk werd, was hoe Bertie hem had bewerkt met herinneringen aan botsingen tussen Hilverdink en mij in de jaren vijftig. Tot het moment dat Eduard naar New York reisde, hadden we eigenlijk geen problemen. Nu heeft Bertie in dat potje zitten roeren. Er is van alles verpest. Tenslotte is Eduard pas 21 jaar. Ik belde met Peter die me er onmiddellijk aan herinnerde dat | |
[pagina 202]
| |
Hilverdink iets dergelijks bij hem had geprobeerd. ‘Als hij me tegenkwam, nam hij me bij de arm en begon nare dingen over jou te zeggen,’ aldus Peter. Ik ben er totaal overstuur van. Het ministerie van Justitie in Washington heeft bekend gemaakt dat Richard Allen niets onbehoorlijks heeft gedaan toen hij duizend dollar aannam van een Japans tijdsschrift.Ga naar voetnoot223 Over dit totaal onbelangrijke bedrag staat Washington al weken lang op zijn kop. De werkelijke achtergrond is dat Allens vijanden hem willen torpederen. Psychology TodayGa naar voetnoot224 publiceert een opmerkelijk artikel: brain transplants are next. Professor Don Marshall Gash zegt dat ‘the transfer of tissue between human brains may be practical within five to ten years. Researchers have grafted fetal neurons from rats into the brains of other animals with damaged or defective tissue.’ Stel je voor dat op een dag hersentransplantatie mogelijk zou worden? | |
3 december 1981Ik weet niet hoe ik de afgelopen twee dagen van emotionaliteit en verwarring over Eduard weer moet geven. Hij kwam gisteravond met een taxi van zijn werk terug. Samen met Bertie gingen we naar een Chinees restaurant. Akelig om te zien hoe moeilijk Hilverdink nu loopt. Ik ben met Eduard naar Lena Horne: the Lady and her Music geweest. Hij genoot, ik had de grootste moeite niet in slaap te vallen. | |
4 december 1981Bertie vertrok op de fiets met zijn hond naar de dochter van Ingrid Bergman voor een make-up behandeling. Eduard en ik gingen terug naar bed en hadden seks voor de derde maal in drie dagen. Driemaal een blow job in drie dagen, wat ik nog nooit eerder bij een vriendje heb gedaan of beleefd. Ik ervaar nagenoeg totaal geluk en totaal verdriet in een mengeling van gevoelens en emoties zoals ik nooit eerder heb ondergaan. Hij is een absolute schat. Iedere dag houd ik meer van hem. Het houdt me dermate in de ban, dat de rest van mijn werk en dit dagboek nagenoeg stilstaan. Hoe heb ik al die jaren kunnen leven ‘op de vrije markt’ terwijl nu blijkt dat een liefdesverhouding ‘met de ware’ mogelijk is? Ik heb Peter geschreven: ‘I am in love.’ Bertie waarschuwde: ‘Je overrompelt hem voortdurend en dat is precies | |
[pagina 203]
| |
verkeerd. Je maakt nog altijd de fout vrienden niet naar jou toe te laten komen. Je geeft hem geen kans iets voor jou te doen.’ Hij vind ook dat ik bij Eduard onder de plak zit. De hele affaire roept herinneringen op uit mijn prille jeugd toen ik eerst smoorverliefd was op Lydia van Reede, en later op Hetty de Marees van Swinderen. Hedrick Smith schreef een portret van professor Eugene Rostow in de The New York Times.Ga naar voetnoot225 Ik ben het totaal niet met de man eens. ‘Moscow's highest objective,’ zegt hij, ‘is to seperate Western Europe from the United States.’ Ik denk dat dit niet waar is. Natuurlijk hoopt Moskou op meer gezond verstand in West-Europa dan bij de oorlogshitsers in Washington die nooit een moderne oorlog hebben meegemaakt. ‘The greatest risk we face,’ aldus Rostow, ‘is not nuclear war, but political coercion based on the credible threat of nuclear war implicit in overwhelming Soviet nuclear and conventional force superiority.’ Niet alleen wordt altijd weer ten onrechte op de zogenaamde overweldigende sovjetsuperioriteit gehamerd, maar het denken van mijnheer Rostow mist veel te veel ingrediënten van de realiteiten in de situatie van de ussr anno 1981. | |
5 december 1981La GuardiaIk neem de Eastern Shuttle naar Boston. Was Peter maar weer bij me, zoals laatst. Hij zou me troosten. Ik blijf Bertie en diens subtiele stokerijen wantrouwen. Max Pam zond het ontwerp voor zijn interview met mij voor de Haagse Post. Ik vind het een ramp en zal proberen er zoveel mogelijk pertinente onzin uit te halen. | |
Boston, YMCA, kamer 511Ik ben totaal aangeslagen door Eduard. Er lijkt tussen Amsterdam en New York een omwenteling bij hem te hebben plaatsgehad. We spraken gisteravond samen tot we uitgeput waren. Hij wil geen liefdesverhouding, dat maakte hij duidelijk. Er is niets nieuws onder de zon, want dat zei hij op Amerbos ook. Alleen zijn houding is nu radicaal veranderd. Als ik er over doordenk, wil ik natuurlijk ook geen ‘en de prins en prinses leefden immer gelukkig’-situatie. Maar dan is er altijd nog ons intieme contact en de zalige seks. We probeerden te slapen. Ik had een afschuwelijke droom. Ik sprak een vergadering toe en wat ik zei was onacceptabel. Er | |
[pagina 204]
| |
waren drie rechercheurs. Een, een lange magere man, arresteerde mij in naam der koningin. We liepen een trap af. Ik stopte om een fles melk te kopen. Omdat ik niet snel genoeg terugkeerde, kwamen ze met getrokken pistolen op me af. Er was een geblinddoekte herdershond die in mijn colbert beet. We sliepen in elkaars armen maar hij wilde geen seks. Ik heb in een lang telefoongesprek met Max Pam de vele aanmerkingen doorgegeven. | |
6 december 1981Een sneeuwstorm. Ik heb het koud en eet niets. Arriveerde per taxi bij het ziekenhuis waar Philip Handler wordt verpleegd. ‘He is maintaining himself,’ aldus de hoofdverpleegster. Handler ontving me om 10:00 uur met de woorden: ‘How are you my friend?’ Hij zag er beter uit in zijn gezicht maar zijn lichaam is nog erg mager. Ook schijnt hij als gevolg van medicatie minder haar te hebben. Hij vertelde dat hij de maand augustus dichtbij de dood was geweest en aan een ademhalingsmachine had gelegen. Het was vandaag nota bene zijn trouwdag. We hebben een paar uur uitstekend werk verzet. Ik ga meteen de banden uitschrijven. Deze keer is de arbeid met Handler voor mij een vorm van therapie om de problemen met Eduard in New York even te vergeten. | |
7 december 1981Ik heb 25 nieuwe pagina's van het interview met Handler met de hand uitgeschreven. Ik ben nieuwe vragen aan het voorbereiden. Handler had twaalf jaar de meest prominente denktank van de vs geleid. Ik vroeg hem daarom naar zijn grootste zorg. ‘There are two overall concerns. One is the arms race, which is about to get out of control. The Soviets are already going as hard as they can go. We are about to go as hard as we can go. I cannot imagine an arms race that does not end up in using the arms. I have this sense of a world gone mad. The largest single concern, in a domestic sense, is the rapidly increasing expenditure for defense and what it does to the rest of the economy. It surely is an engine of inflation, creating unproductive material, while turning out money. It might well be a means of keeping people employed, but we are paying them for the production of nothing. That is inflation at its worst. I cannot see any current attempts to manage the economy, that warrant belief that inflation will do anything but get worse.’ | |
[pagina 205]
| |
‘Resulting in what?’ ‘If all prices go up at the same time, nothing happens. Everything rises in parallel at the same rate. That is not inflation. What is inflation, is the decrease in real purchasing power which derives from such circumstances. And that is what we are about to do to ourselves.’ ‘During the Vietnam War it was often said that America was rich enough to sink billions into the Asian quagmire.’ ‘No, that is exactly when we started to go to hell.’ ‘It seems that the same if-we-have-to-go-to-war reasoning is now being practiced by the Reagan Administration,’ merkte ik op. ‘We are indeed doing the same thing, only more so. One of the main vices of Vietnam was the schism between the American scientific community and the Defense Department. Our scientists were alienated. They distrusted their Government. They distrusted the Pentagon more than any other part of the Government. They shied away from it and wanted to have nothing to do with it. That could not remain as a permanent state of affairs. In my job at the Academy of Sciences, I kept looking for mechanisms to rebuild the bridges. It is not because I wanted a militaristic, scientific community. But I did want a scientific community that understands that we are one country with one government and that we have one set of problems. It is the scientific community's country as much as anybody else's. It should be understood that the military have legitimate needs. There should be people out there in the civilian part of the scientific community, who are knowledgeable concerning the requirements of the military and who are at least working on the unclassified parts of it, if not on the classified parts. They should be available and useful in case there should be a national emergency. And they should do so willingly. Hopefully, this can all be true without having a scientific community consisting mainly of hawks, who are looking for trouble.’ ‘Robert ReinholdGa naar voetnoot226 wrote that you had transferred the Academy from a dowdy horrific body into a voice that commanded respect in Washington.’ ‘I was very pleased when he wrote that,’ zei Handler. ‘But he also said that you used “high-handed methods” and that you slanted Academy panels in favor of private industry and the military.’ ‘I wondered myself where the “high-handed” came from. I had | |
[pagina 206]
| |
no sense at all of being that. I did my best to be a strong leader, to take positive initiatives wherever I saw an opportunity. This meant crossing here and there vested interests or existing organizations, that were there before, but you do it anyway. But as a general characteristic I found the description given by this writer really rather remarkable. As someone, who has most of his life felt uncertain of himself, as someone, who always questioned his own ability, to be told now, that he is a high-handed person, hurts. I did not enjoy reading that line. All you can do is live with it.’ ‘But did you favor private industry and the military?’ ‘Let me say a few things about that, none of them defensive, I hope. First, at the Academy some three thousand appointments a year are being made to various panels. The notion that I, as President of the Academy, did look into all these appointments on a man to man basis is ludicrous. The number of panels that I personally have brought into being, or where I really picked the people, it could not have been more than ten, in the twelve years that I was President. I do have veto power, but it is almost impossible to exercise it. Nevertheless, it is true, that I am guilty of both things suggested here. Let us first take the military. I became President of the Academy during the Vietnam problem. During that critical period, the American scientific community ran away from the Defense Department. When I felt the time was ripe, I began to patch up. I intended to restore a kind of friendly relationship. Not at all in the sense of the scientific community being at the service of the military. None of that. I intended to establish a friendly relationship, by which a reasonable number of scientists would be knowledgeable again about what happens at the Pentagon. It might seem to be a two-sided statement, but what really troubled me was the process, by which the military industrial scientific complex had become a black-box, closed off, with no-one from the outside monitoring it, but the participants themselves. And they themselves had an interest in that system.’ Handler vervolgde: ‘When I came into all of this during my earlier years at the Academy, there existed all kinds of arrangements by which the external scientific community monitored what was happening in the Defense Department. The price of Vietnam was to abolish all of the monitoring relationships. Therefore, I tried to restore friendly relations, so that monitoring again would be possible. It is true, therefore, that within the Academy, I tried to create a climate in which we would take on military assignments. And taking them on in a friendly | |
[pagina 207]
| |
sense, without poisoning relationships as had happened during the days of the Vietnam War. Similarly, I persuaded myself long ago that the technological future, and to some degree the scientific future of the United States, was going to depend on industry. We could not rely on the Government. Although there is and has been again a broad antagonistic view in the scientific community of industry, I have likewise tried to turn that around.’ ‘You wanted industry to be partners rather than adversaries of scientists?’ ‘Absolutely. And the people who worked with me at the Academy understood that this was what I believed needed to be done and this transpired by deciding appointments. Not I, but they were making the appointments. And, it is very well possible, that appointments were friendlier towards industry then perhaps otherwise would have materialized.’ ‘But during your presidency, did you at times accept claims by the military, that the classification of scientific activities were legitimate?’ ‘No. I never had to deal with this problem to start with. I even did not have the opportunity to be concerned with this matter. We, at the Academy, were engaged in studies which were classified. And there were numerous instances that I said: “There is no damned excuse for classifying that. When this or that study is completed, or this or that report is ready, it should be in the open literature. Why classify any of this?” Of course, every time we signed a contract with the Defense Department, this problem arose.’ ‘How can patriotism compete with the power to classify facts of nature or facts of engineering?’ ‘Well, as I said before, it is a rotten problem. Nobody knows how to handle it. The ultra patriot will classify everything. And, indeed, some is necessary, but we should make sure a minimum is classified. And, when in doubt, don't classify.’ ‘Have you been successful in your reconciliation efforts?’ ‘Building those bridges has been pretty difficult. This is one reason why I happen to welcome the increased funding in 1981 for fundamental research in the Defense Department.’ ‘Ronald Reagan did this?’ ‘Yes, but it was made available by Jimmy Carter as well. It concerns the same amount of money. It is not bigger. The Reagan Administration did not touch it. Carter built it in for the same reasons I mentioned, to support unclassified research by the military, so that a cadre of knowledgeable people would | |
[pagina 208]
| |
be generated. They would also be available in an emergency.’ ‘Eisenhower cautioned for the military-industrial complex, but nowadays it seems to be decisively on top,’ legde ik hem voor. ‘I don't think one should go that far. Even if the Defense budget were to double, it would encompass but thirty percent of the economy. That still is not quite as staggering in the inflationary sense. And, it is even more devastating to think of doing all that and then not using it.’ ‘Then, what is happening? An order for self-propelled guns is placed that launch nuclear projectiles. Next, they are stored away indefinitely. Then we inform the Soviets we have them, so they better watch out. What kind of games are that?’ ‘As I have already said, we are mad. But the process goes on and neither side knows how to put the brakes on. We can only hope that the present balance is maintained and that neither side gets the insane idea that it can win.’ ‘But half the scientists in the world dedicate their energies towards the further perfection of war.’ ‘I think in the United States the figure is closer to one quarter than one-half,’ wierp Handler tegen. ‘But aren't scientists themselves responsible for the ongoing madness?’ ‘Now, we are entering a very subtle part of our discussion. First of all, there is patriotism involved.’ ‘Waving the banner in the nuclear age seems particularly dangerous,’ spotte ik. ‘Now, you refer to excessive patriotism. That is jingoism. That is bad. But genuine patriotism is good.Ga naar voetnoot227 The scientific community is in some ways emotionally torn about this. First: because of genuine patriotic feelings. Duty to the fatherland is in their minds a real obligation. And the very fact that they have had all this special education, special training, and now have special capabilities, strengthens their sense of obligation. Remember: in the military establishment, we have erected the most remarkable and sophisticated laboratories in the world. When a young scientist is offered a job in the military, he often is deeply torn. He may well despise the Defense Department and what it stands for. He may be very much opposed to the nuclear arms race, but they dangle these toys before his eyes, accompanied by beautiful equipment with capabilities that do not exist anywhere else. Some of them will say: “Yes, thank | |
[pagina 209]
| |
you,” and they are pleased to enter military research. For my part, I have to be pleased, that there are scientists that will undertake the investigative tasks required by the Defense Department. I think, that it is healthy for some fraction of our scientific community to become truly knowledgeable concerning military problems, not necessarily involved, but knowledgeable. Therefore, it is possible to have two sets of emotions.’ ‘That's quite schizophrenic, because where does genuine patriotism end and where does a sense of responsibility for the madness of the arms race begin?’ ‘I don't know where to draw that line, nor does anyone else,’ meende Handler.
Peter had op Amerbos moeten zijn. Ik belde enkele dagen maar vergeefs. Vanmorgen ontdekte ik dat hij nog in Londen was. Het maakte me woedend, maar de reden was dat hij een televisiereclame kon doen die dik betaald werd. Ik heb hem gevraagd om Eduard in New York te bellen en een pleidooi te houden dat we elkaar meer tijd gunnen om gevoelens te verwerken en op een rij te krijgen. Hij had een kaart van Eduard ontvangen. ‘I know exactly what you mean, I will help you,’ zei Peter. Ik werkte opnieuw enige uren met Handler. Het kostte me moeite me te blijven concentreren op ons werk omdat ik me voortdurend afvroeg of Peter en Eduard al met elkaar hadden gesproken. Bovendien begaven mijn batterijen het, waardoor er een kwartier van ons interview verloren is gegaan. Handler vond het goed dat ik aan zijn bed naar Peter in Londen belde. Eduard had tegen Peter gezegd dat ik veel te aanmatigend was en hij bezig was zijn leventje te runnen. Dat is waar, maar dat hij nu een aantal maanden in New York kan wonen, was intussen iets wat hem uitstekend beviel. Terwijl ik met Peter sprak, kreeg ik tranen in mijn ogen en vroeg me af wat Handler er allemaal van moest denken. Hij deed of hij niets merkte. ‘Het komt allemaal goed,’ had Peter gezegd tegen Eduard. ‘Ik ken Willem.’ Ik stuurde Peter twintig dollar en een chèque voor 25 pond om voor de gesprekken te betalen. Later ontdekte ik dat het gesprek met Peter op de bandopname met Handler staat. | |
[pagina 210]
| |
universiteit van Pennsylvania, ‘a stage where friends, not parents, serve the primary educating role. Parents often mistake this growing process for rebellion, but they aren't seeing flight from parents as much as a powerful pull to the peer arena.’ Professor Seltzer beschrijft ‘the adolescent friendship network as “an informal educational institution”.’Ga naar voetnoot228 Anticommunisme is een ziekte in dit land. Ronald Reagan heeft generaal Ríos Montt, die via een coup de leiding in Guatemala heeft overgenomen, ontvangen. Anthony Lewis noemt Montt ‘a tyrant who makes a policy of mass murder’. Een mini-Suharto dus. Wat generaal Montt aan slachtpartijen onder de Indianen op het platteland laat uitvoeren, noemde The Boston Globe het midden tussen ‘a pogrom and genocide’. Een andere Reagan-vriend is generaal Mohammed Zia-ul-Haq van Pakistan, die de politieke oppositie in zijn land van de kaart veegde. Zoals Suharto oud-president Sukarno langzaam aan liet doodtreiteren door hem totaal van het volk te isoleren, tot zijn naasten toe, zo zou generaal Zia de voormalige nationale leider Zulfikar Ali Bhutto - die als Sukarno de smerige spelletjes van Washington en de cia door had - ter dood laten veroordelen en ophangen. Vicepresident George Bush bracht onlangs een bezoek aan Ferdinand Marcos en prees hem voor zijn ‘adherence to democratic principles’, terwijl de Amerikaanse ambassadrice bij de vn, een dame met een uitzonderlijk zelfverzekerde grote mond, Jeane Kirkpatrick een beleefdheidsbezoek ging brengen bij de rechtse dictators van Chili en Argentinië.Ga naar voetnoot229 Philip Handler wees op een prachtige azalea in zijn kamer die hem was toegestuurd door mevrouw Averell Harriman. Hij vertelde een aantal jaren geleden eens memoires te hebben gedicteerd in Durham, North-Carolina. Hij had een zwarte vrouw in dienst genomen om ze uit te typen. Op een dag had deze dame zowel het manuscript als de geluidsbanden weggegooid. ‘I saw to it, she could never work at the university again,’ zei hij. Op tape vier vind ik een passage die ik niet in ons boek zal opnemen. ‘You know, dr. Handler,’ zei ik, ‘I still find what we do now a historic activity, because of the natural way in which we got involved in this. I never really aimed at this book when I first met you ten years ago. I just felt friendship growing between us after that most unusual meeting in Vienna with Aurelio Peccei and Jermen Gvishiani. Then, Gvishiani was playing | |
[pagina 211]
| |
the piano and you were singing as false as it could be. Aurelio and I were whispering: “When will they ever stop?” Of course I never wrote about all that.’ ‘That was remarkable that evening,’ zei Handler, ‘because the next day, all the problems that had troubled me and Gvishiani, disappeared. Oh yes, the next day, we created iiasa, the very next day.’ ‘Did it happen there and then?’ ‘Oh, absolutely. In the Imperial Hotel. Gvishiani and I had met to discuss iiasa among other things before.’ ‘A number of times?’ ‘Oh hell, we had met in every capital of Europe. Also in New York. And there were a couple of issues that just completely set us apart, that were unmanageable. The principal one, I think, was the fact that he wanted iiasa to be devoted to methodology. I wanted it to be devoted to real problems. I said: “That is the only real way to advance methodology. This kept us apart for two years.” In Vienna, the next afternoon, he agreed with me just as easily and naturally and there were no more problems. The only problem then left was where to establish iiasa. This waltz we had been dancing came to an end that very evening, we spent that evening together and made music. This, Gvishiani has admitted to me anyway.’ Ik vertelde Handler dat ik in het ymca verbleef, wat hem scheen te verbazen. Hij vond het bovendien bijzonder, wat het allerminst is. Ik heb niet veel geld en wat ik heb, wil ik voor Eduard bewaren of om samen iets te kunnen doen. De nieuwste Amerikaanse canard is dat kolonel Khadaffi een moordcommando naar Amerika zou hebben gezonden om Amerikaanse leiders overhoop te schieten. Tripoli ontkent dit. Ik heb tweemaal naar de verklaring van Reagan op televisie gekeken. Beiden keren zei ik tegen mezelf: this guy is lying through his teeths. Ik ben nu wat kalmer over Eduard. Ik zou hem willen bellen met de mededeling: schat, my love fever is gone. Had vandaag ook een lang gesprek met Handler over Gerard Croiset en mijn belevenissen met hem. We spraken ook over de dikwijls gehoorde klacht dat de vs niet genoeg fondsen uittrekken voor Research & Development. In 1971 werd 10 miljard uitgegeven voor r&d, in 1982 zal dit bedrag zijn opgelopen tot 38 miljard dollar. Ik citeerde een artikel van Daniel Greenberg: the myth of us lag in research.Ga naar voetnoot230 | |
[pagina 212]
| |
Greenberg schreef onder meer dat de mandarijnen der wetenschap in Washington regelmatig wijzen op het gevaar dat het buitenland Amerika voorbij zal streven. ‘As was done last year, when dr. Philip Handler said: “I can too easily imagine a scenario in which we congratulate ourselves on our current crop of Nobel prizes for yesterday's research, while science elsewhere overtakes and perhaps surpasses ours”.’ ‘Is Greenberg a science writer,’ vroeg ik hem. ‘No,’ zei Handler. ‘He came to Washington originally as a speech writer for member of Congress John Brademas. He left that job to join a new staff for Science Magazine, where he worked for several years and where he attracted a considerable following because of his style. In a general way, somehow, people rather read about bad things than good things. They would rather be told that the President's Science advisor has a girlfriend on the side, than be told that he works 18 hours a day. That is just the way people are. Mr. Greenberg has made a career of taking advantage of that situation, in trying always to expose the clay feet of the scientific idols.’ ‘It would be too much honor to put him in our book,’ vroeg ik Handler. ‘Yes, don't dignify him.’ ‘Mandarin of Science seems an interesting label of sorts.’ ‘Mandarins were the highly educated people of China. That is what they are. If that is what Greenberg means, well, fine,’ meende Handler. Bij thuiskomst schreef ik de banden uit. Er zijn 69 pagina's bijgekomen. | |
9 december 1981Ik verlang intens naar Eduard. Hoe zullen zijn ogen staan als ik weer in New York ben? Ik was op het Massachusetts Institute of Technology op introductie van Handler voor een ontmoeting met Frank Urbanovski, redacteur van mit-Press. Ik bestudeerde de najaarslijst van boeken die ze uitgeven: ongelooflijk! Ik zal een paar exemplaren meenemen om in Moskou af te geven. Urbanovski was een aardige man. Een voorstel om de memoires van Handler te publiceren zou pas in februari in behandeling kunnen worden genomen. ‘I first want an outside opinion, so the very earliest chance for publication would be the spring list of 1983.’ Hij wilde weten waarom de National Academy of Sciences het boek niet zelf uitgaf. Ik antwoordde niet | |
[pagina 213]
| |
te hebben geweten, dat de nas ook zelf boeken uitgeeft. Ik kreeg het gevoel dat we bij mit-Press geen kans maken. Ik betrapte me erop bijna naar een neger te hebben teruggeflirt, maar dat kan niet meer. Eduard is me te kostbaar. Mijn liefde is op hem gericht, hem alleen. The New York Times meldt dat er overal ter wereld vervalste documenten circuleren om de vs in een kwaad daglicht te stellen. Tijdens een persconferentie maakte het State Department bekend dat er bijvoorbeeld een brief in omloop was van president Reagan aan koning Juan Carlos van Spanje die nooit werd verzonden.Ga naar voetnoot231 Het doet me denken aan de beruchte brief van ambassadeur Gilchrist van Engeland in Djakarta welke leidde tot het plat branden van de Britse ambassade. Ik botste hierover een keer met president Sukarno. Ik belde met Eduard. Hij leek koel maar dat kan ik me ook verbeelden. Peter had uit Londen opgebeld. Dit was mijn eerste gesprek met Eduard in vijf dagen. De gesprekken met Philip Handler waren de beste van deze week, ondanks de interrupties van artsen en Langdon Burwell uit Woods Hole. Men gaat ervan uit dat men de kanker in zijn lichaam nu onder controle heeft. Hij wordt de komende drie weken bestraald. Burwell was even storend als altijd. Ik mag die man nog altijd niet. Ik belde mevrouw Handler in Durham. | |
10 december 1981us News & World Report publiceert een omslagverhaal: troubled teenagers.Ga naar voetnoot232 Een derde van alle misdaden worden door kinderen onder de twintig jaar gepleegd. Vijftien procent van alle middelbare scholieren heeft ernstige drankproblemen. Een derde van de 27 miljoen tieners in de vs ‘grow up lacking the internal controls needed to stay on course’. Een vijfde van alle baby's komt buitenechtelijk ter wereld. In Los Angeles werden in 1980 niet minder dan 453 tieners vermoord, veelal door leeftijdgenoten. In Amarillo, Texas werd een | |
[pagina 214]
| |
17-jarige jongen gearresteerd nadat hij een 76-jarige non eerst had verkracht en daarna vermoord. In 1975 kochten tieners 533 miljoen platen en tapes. In 1980 zijn het er 649 miljoen. Ik denk er altijd aan dat ik als tiener in een strijkkwartet op De Horst speelde en piano studeerde. De wereld is onherkenbaar veranderd. Eigenlijk dringen deze cijfers helemaal niet tot de kern door. We zijn terug bij Delgado en het invullen van een culturally empty brain van het jonge kind. Strobe Talbott schrijft in TimeGa naar voetnoot233 dat het irritant voor Amerikanen is om toe te kijken dat een aantal Europeanen er in trapt wanneer Moskou weer eens een zogenaamd vredesoffensief opent, terwijl Europeanen beter zouden moeten weten. ‘This does not mean, that the present Soviet leadership is secretly plotting war as it talks peace,’ aldus Talbott. ‘May be when the rhetorical belligerence dies down on this side of the Atlantic (meaning Reagan's Washington), the caterwauling on the other side, the whining of the Europeans and the self-righteous propagandizing of the Soviets will do the same. Or at least there will be less excuse for it.’ Ook Talbott demonstreert onvoldoende kennis te hebben van wat er in Moskou speelt. Terug naar Manhattan. Er was niemand thuis maar de conciërge liet me binnen. Ik belde naar Amerbos waar Peter zojuist uit Londen was gearriveerd. Hij vertelde dat Eduard vooral had onderstreept niet zichzelf te kunnen zijn in onze huidige, turbulente relatie. Peter had geantwoord: ‘Geef het tijd, tussen Willem en mij is ook alles goed gekomen.’ Eduard werkt in zijn winkel. Ik ben hypernerveus om hem straks terug te zien. Ik heb eerst bij de winkel gewacht maar ik voelde me als een spion dus ben ik naar de flat van Bertie teruggelopen. | |
11 december 1981New YorkEduard vertelde dat het een haar had gescheeld laatst, of hij had zijn koffers gepakt en was terug naar Nederland gegaan. ‘Ik heb het te ver laten komen,’ zei hij over onze relatie. Bertie zei dat hij dicht bij een zenuwinzinking was vanwege de zenuwentoestand tussen Eduard en mij. Maar veel van de spanningen worden veroorzaakt door de verkeerde invloed van Bertie, die subtiel stookt. Het was een misrekening om op Hilverdinks gastvrijheid in te gaan. | |
[pagina 215]
| |
Heb Doug Logan van Dodd & Mead bezocht, die met het Arbatov-manuscript worstelt om het voor publicatie gereed te maken. George Kennan en Cyrus Vance willen geen voorwoord schrijven. Bovendien schijnt deze uitgever op het punt van faillissement te staan. Wanneer er voor 31 januari geen redding komt, zullen ze sluiten. Ook dat nog. Het voorschot voor mij zou 4.500 dollar bedragen. Logan was niet geïnteresseerd om mijn boek Over intelligentie uit te geven. Ik heb La femme d'à côté van Truffaut gezien. Alleen de Fransen kunnen zo'n film maken. | |
12 december 1981Twee weken geleden is er een geheime ontmoeting in Mexico- Stad geweest tussen minister Al Haig en de vice-president van Cuba, Carlos Rafael Rodríguez. Dit is het belangrijkste topcontact tussen Havana en Washington sinds het verbreken van de betrekkingen in 1961.Ga naar voetnoot234 Mijn plan iets met Rodríguez te gaan doen is kennelijk in de roos, want na Fidel is hij de best geïnformeerde Cubaan van dit moment. Paul Nitze en Yuli Kvitsinsky zijn in Genève ontwapeningsgesprekken begonnen. Nitze is 74. Kvitsinsky is 45.Ga naar voetnoot235 Casper van den Wall Bake schrijft dat hij is aangetrokken voor een baan in Kano, Nigeria. Het gaat om een irrigatieproject, wat hem op het lijf is geschreven. Bertie is naar Parijs vertrokken. Rust. | |
13 december 1981Gisteravond kwam Eduard om 21:30 uur thuis. Ik lag in Berties bed. We keken televisie; allemaal shit. We kletsten tot middernacht. Hij vertelde dat zijn ouders al toen hij nog jong was, hadden opgemerkt dat er op hem werd getippeld. Ze hadden hem verteld wat voor mensen dat waren. Ze lieten het verder aan mij over hoe het af te handelen. Op een dag had hij besloten dit nader te onderzoeken. Het was op een teleurstelling uitgelopen. ‘Was dat nou alles,’ zei hij. Hij gaf me geen zoen en ging in de andere kamer slapen. Ik draaide me om en viel als een blok in slaap. Vanmorgen ging ik croissants halen en we hebben gezellig samen ontbeten. We spraken over zijn toekomst. Hij wil vooral zijn talen perfectioneren, zodat hij klm-purser kan worden. | |
[pagina 216]
| |
14 december 1981Gisteravond hadden we een fataal gesprek. Eduard kwam laat van zijn werk in de winkel. Don was dronken geweest en was bijna van een trap gelazerd. Met iedere botsing maken we meer tussen ons kapot. Het lijkt hem niets te kunnen schelen. We zagen de film New York, New York met Liza Minnelli en Robert De Niro. Toen we naar huis liepen, wilde ik een arm om zijn schouder slaan. Hij dook weg.Ga naar voetnoot236 De redacteuren van Time zijn schurken. Tim Page werkte voor het blad in de oorlog in Vietnam. Hij raakte zwaargewond toen een soldaat in zijn buurt op een mijn stapte. Een gedeelte van zijn hersens verdween. In 1971 scheepte het blad hem af met 15.000 dollar. Page tekende dat ze kiet stonden, maar advocaten heropenden het proces. Er moest eerst bewezen worden dat de fotograaf aan verstandsverbijstering had geleden toen hij de 15.000 dollar schadevergoeding accepteerde. Nadat dit was gelukt, werd een nieuw proces gevoerd. Een jury heeft Time nu opgedragen 125.000 dollar uit te keren.Ga naar voetnoot237 In de jurisprudentie gaat het om de kleine lettertjes en de interpretatie daarvan, niet om recht, ethiek of moraal. Ik stuurde een kopie van het artikel naar Lennox Bower in Dallas, waar mijn eigen zaak tegen Time zich voortsleept. | |
15 december 1981Gisterenavond zijn we nadat Eduard klaar was met werken ergens wat gaan eten. Ik heb hem voorgesteld aan mijn jarenlange vriendin Mora Henskens, die op het secretariaat van de secretaris-generaal van de vn werkt. Het blijft een raadsel voor me waarom alles tussen ons is veranderd nadat hij de Atlantische Oceaan is overgestoken. Mijn allerdiepste wens is om Eduard totaal voor mezelf te hebben. Eduard vertelt dat er soms van achter de etalageruiten van de winkel waar hij werkt, geflirt wordt. Of er komt iemand binnen die aan zijn baas vraagt: ‘How can we get in touch with that boy?’ Het antwoord is dan: ‘That is not possible.’ Ik ben in mijn binnenste zeker van hem en vertrouw hem compleet. Maar hij is nog zo jong. Ik belde Peters stille liefde, Frederick Ress, die nu met zijn vriendje Jay Beadle - steward bij Northwest Airlines - in Manhattan woont. ‘I love to meet the guy that changed your philosophy,’ zei Fred, die van me weet dat ik al heel lang niet meer geloofde in de huisje-boompje-beestje-relatie. | |
[pagina 217]
| |
Ik belde naar Philip Handler, maar hij werd bestraald en kon me niet spreken. Aan wie ik altijd denk als ik in New York ben, is mijn oude collega en vriend Bernard Person van het Algemeen Handelsblad. Het lijkt zo lang geleden. Ik heb al 70 pagina's van het nieuwe Handler-materiaal uitgewerkt. Zijn vriend, Howard Hiatt, directeur van de Harvard School of Public Health, heeft met Victor Weisskopf van mit en andere geleerden een bezoek gebracht aan Ronald Reagan om ‘the impotence of the medical profession’ te onderstrepen bij het helpen van slachtoffers van een atoomoorlog. Reagan had maar twintig minuten tijd voor hen. Ze zijn bovendien lid van de Pontifical Academy of Sciences. Paus Johannes Paulus ii had hen gevraagd Reagan te bezoeken. Kardinaal Terence Cooke van New York heeft een brief van vijf pagina's in omloop gebracht om te onderstrepen dat atoomwapens ‘tolerable’ zijn als afschrikmiddel voor oorlog. De kardinaal acht het ‘legitimate to develop and maintain weapon systems to try to prevent war by “deterring” another nation from attacking.’Ga naar voetnoot238 ‘It is a matter of balance. All life must be considered precious, because every human being is made in God's image.’ En dit is 1981! | |
16 december 1981Het Amerikaanse Congres heeft weer even een bedrag van 200 miljard dollar goedgekeurd voor militaire uitgaven in het lopende belastingjaar.Ga naar voetnoot239 Wanneer ik niet razendsnel afkoel, dan zal ik Eduard verliezen. Bij het ochtendgloren begon ik hem te betasten. Hij wilde niet. Om 08:00 uur volgde een tweede ‘aanval’. Hij zei: ‘Nee, ik wil het niet.’ Daarop zijn we de ontbijttafel gaan dekken, net als gisteren. Terwijl hij toast maakte, hield ik een toespraakje dat ik mijn ware intenties jegens hem notarieel zou laten vastleggen en veel meer. Ik kreeg tranen in mijn ogen van mijn eigen liefdesverhaal. Daarom legde ik mijn hand op zijn kruis. Hij liet het toe. Geleidelijk aan gingen we verder en ik zei: ‘I never sucked anyone at the breakfast table.’ We gingen naar de slaapkamer en ik gaf hem een fantastische pijpbeurt. Nummer vijf. Hij wilde niet zoenen en zei: ‘Het blijft eenrichtingsverkeer.’ Ik dronk zijn levenssappen en vond het zalig. Hij verdiende in 51 uur werken 285 dollar vorige week. Don | |
[pagina 218]
| |
had gezegd: ‘Ga eens even zitten. Het was een gokje jou in dienst te nemen maar we zijn erg blij dat we dit hebben gedaan.’ ‘Ik probeer mijn best te doen,’ had hij geantwoord. | |
17 december 1981We zijn naar Alvin Ailey geweest. Eduard schreef zijn ouders vanmorgen dat het de mooiste balletvoorstelling was geweest die hij ooit had gezien. Hij vroeg me of hij moest schrijven dat we Mora Henskens hadden ontmoet. Natuurlijk! Ik vind Alvin Ailey ook schitterend, vooral Revelations. Ik pikte bij Doug Logan de proeven van het Arbatov-boek op. Hij had het Handler-manuscript gelezen en adviseerde de National Academy of Sciences het manuscript te laten uitgeven. Op weg naar huis begon ik bijna een flirt met een neger maar Eduard overstemt alles. Nooit eerder heb ik me zo totaal vereenzelvigd met een ander, in lichaam en geest, als met hem. Nooit heb ik zo helder beseft dat liefde niet kan worden afgedwongen, gekocht, om worden gevraagd of gesmeekt, liefde is een geschenk in totale vrijheid en gebaseerd op wederzijds respect. Dat is de enige solide basis voor een normale, waardevolle en intense liefdesrelatie. Dat is waar ik eigenlijk altijd naar heb verlangd. Dus waarom nu iets forceren? Omdat Eduard jong, charmant, sexy en intelligent is? Of omdat hij om een of andere reden een ongelofelijke lust in me opwekt? Gisteren had ik nog ferm besloten hem niet meer aan te raken, te zoenen of te masseren bij wijze van verrassingselement, af te wachten tot hij een hand zou uitsteken zoals op Amerbos zo dikwijls gebeurde. Maar ik was toen hij er eenmaal weer was alle controle, en heilige voornemens, meteen kwijt. Het is duidelijk dat in Polen de zaak totaal uit de hand is gelopen. Premier, maar inmiddels voorzitter van de militaire junta, generaal Jaruzelski heeft de staat van beleg afgekondigd. De generaal heeft gesprekken geopend met de gearresteerde Lech Walesa, de leider van 9,5 miljoen vakbondsleden. Twee jaar geklier en gestook, vooral van buitenaf, plus de intriges van de rooms-katholieke kerk, die andere multinational en concurrent van het Kremlin, schijnen eindelijk vruchten af te werpen. Al Haig heeft zich natuurlijk gehaast om in navo-verband in Brussel te waarschuwen dat het Kremlin zich niet met deze penibele situatie voor het Warschaupact moet gaan bemoeien. Henry Kissinger heeft al geroepen dat hij van mening is dat indien generaal Jaruzelski de Walesa-krachten niet de kop in drukt, de ussr dit voor hem zal doen. Kissinger wijst op de 30 | |
[pagina 219]
| |
| |
18 december 1981Nu wordt het toch tijd dat ik hier mijn hart uitstort. Ik doe dit bij Rachmaninoffs tweede concert, dat ik voor Eduard achter zal laten. Een beetje vermoeide en bleke Eduard arriveerde tegen 21:30 uur in Crêpes gisteravond. Hij kondigde aan morgen opnieuw om 09:30 uur te moeten beginnen omdat Don verhinderd was. Ik werd razend. Niet alleen omdat er voor ons geen tijd overblijft, maar omdat hij ook wel eens een dagje mag uitrusten. ‘Als je ouders hier waren zouden ze je ook zeggen dat werken okay is, maar dat dit te ver gaat.’ ‘Nee hoor,’ zei hij. ‘Aardige ouders heb je dan,’ antwoordde ik. ‘Oh, dank je.’ Stilte. We gingen naar huis. Hij had zich bijna in een taxi uit de voeten gemaakt. Nadat hij gekalmeerd was, gingen we naar een restaurant aan de 26ste straat. Terwijl we op ons eten wachtten, zei ik: ‘Schat, er is in mij iets diepgaand veranderd. Een leven lang heb ik met vrienden en kennissen een compromis aanvaard, zelfs met Peter. Ik heb geaccepteerd dat het goed was wanneer ze niet meer konden geven, maar daar heb ik nu genoeg van. Ik heb zelf zoveel te geven. Ik heb nooit ontdekt wat liefde werkelijk is, althans niet een samengaan van lichaam en geest. Jij hebt dit in me opengebroken, totaal. Maar het zal wel een geheime verhouding moeten worden vanwege ons leeftijdsverschil. Veel schrijvers, zelfs Marcel Proust, hebben dit soort geheime liaisons dangereuses ge- | |
[pagina 220]
| |
had. Ik zal je op Amerbos in het geheim ontvangen alwaar we onze liefde bedrijven.’ ‘Dat klinkt gezond,’ zei hij, ‘maar zo geheim kan het ook weer niet zijn, want mijn vriendin Marit is op de hoogte.’ ‘Dat is waar en Peter weet ook alles, maar verder is het toch een situatie uitsluitend tussen jou en mij? Ik zou er heel goed mee kunnen leven. En jij?’ We spraken nog over zijn werk. Een meisje had van alles verkeerd geprijsd. Hij had het allemaal over moeten doen. We ploften in bed en vielen doodmoe in slaap. Ik was ‘waiting for Godot’ en wanhopig. Maar om 07:15 uur pakte ik hem, wat hij toeliet, en misschien voor het eerst sinds begin december deed hij weer helemaal echt mee - pakte hij me terug. We bedreven volledig de liefde. Onze warme benen lagen in elkaar verstrengeld. We stonden in vuur en vlam. Eindelijk zoenden we weer en lagen weer echt in elkaars armen. Ik ging verse rozijnbroodjes halen en koffie. Toen ik terugkwam, maakte hij het sstt!-gebaar, zijn vader uit Nederland was aan de lijn. Vanavond kwam hij thuis met vier champagneglazen als kerstcadeautje. Het herinnerde me aan het feit dat Peter jaren geleden ook eens uit de stad terug kwam met vier prachtige, kristallen glazen. | |
19 december 1981De lieve schat. Hij kwam met dit mooie cadeau thuis, prachtig ingepakt in een doos. ‘Maak maar open,’ zei hij. ‘Nee, ik neem eerst een foto.’ ‘Dat wordt een foto die The New York Times haalt,’ antwoordde hij. We dineerden in de Old Forge. Hij vertelde hoe zijn oudere broer Ron soms zegt: ‘Lekkere broer van me,’ en hem op de mond zoent, wat zijn vader ook schijnt te doen. Het valt me steeds op, hoe close hij met zijn ouders, broer en zus is. Ik denk vooral dat hij een innige band met zijn moeder heeft. Huiselijke omstandigheden om jaloers op te zijn. Toen we later in bed belandden, zei hij: ‘Willem, wees niet blij met een dode mus, remember what I told you.’ Later, om 08:15 uur, draaide hij zich om in mijn armen en hadden we opnieuw seks: blow job nummer zes. Ik raak er nog eens geoefend in.Ga naar voetnoot240 | |
[pagina 221]
| |
20 december 1981Zondag. Ik voel me intens blij en wil Peter schrijven. Ik heb vanmorgen eerst Philip Handler gebeld. Hij bleek er ellendig aan toe. Hij vroeg zelfs welke dag het was. Ik belde onmiddellijk met Langdon Burwell in Wellfleet, Massachusetts. Hij was niet op de hoogte en zou terugbellen. Het is niet mogelijk te beschrijven wat we samen ervaren. Met Frederick Ress gingen we in de avond naar zijn winkel, waar een kerstfeestje aan de gang was. Frederick noemde mij ‘het zekerste punt in Peters leven’, wat waar is en altijd zo zal blijven. Maar ik legde hem uit dat Eduard de eerste ‘ontmoeting’ was, die me van top tot teen in brand had gezet, waardoor hij mijn leven had veranderd. Hij had een Umwertung aller Werte veroorzaakt, waarvan ik eigenlijk nog niet wist hoe daarmee om te gaan. Misschien is de afgelopen week zelfs de volste, de meest totale week van mijn leven geweest. Vanmorgen vroeg rolde hij weer in mijn armen en wat volgde was zalig en goddelijk. Ik kan nauwelijks geloven dat dit allemaal echt gebeurt. Later schreef hij eerst naar zijn moeder. Zijn vader en broer hadden gezegd dat zij heimwee naar hem had. Hij vertelde eens naar de begrafenis van een jongen te zijn geweest die zelfmoord had gepleegd. Hij had toen besloten dat op zijn begrafenis geen zwart mocht zijn, alleen witte rozen en bloemen. Ik ben sprakeloos bij zo'n uitspraak. We stonden bij de kachel. ‘Eerst hadden we thuis een ronde kachel, later een rechthoekige. Huizen hebben geen kachels meer. Ongezellig. Daarom houd ik zo van een open haard. Mijn moeder kon ons dan verhalen vertellen waar zij zelf helemaal in opging.’ Ik vergeet zoveel van wat hij vertelt, wat ik eigenlijk voor de eeuwigheid zou willen vasthouden. Peter belde. Hij was twee dagen in Tilburg bij zijn moeder geweest en twee dagen bij zijn vroegere vriend Philip Nasta en mevrouw Timmermans in Middelbeers. Ik vertelde dat ik met Eduard in een droom was beland. Hij antwoordde: ‘Ik hoor het aan je stem, you seem a different human being. Ik ken je toch, schat.’ Ik vertelde dat Frederick Ress bezorgd over hem was. | |
21 december 1981Casper van den Wall Bake zond een artikel uit Elseviers over de deken van de Orde der Advocaten en voorzitter van de Raad van Toezicht, mr. H.M. Voetelink. Joke de Gruyter schreef onder meer: ‘Geen telefoontjes,’ luidt de instructie van Voetelink aan de twee receptionistes bij Nauta Van Haersolte. ‘Met | |
[pagina 222]
| |
uitzondering van een dan: de zaak Oltmans. De journalist heeft tegen de Staat der Nederlanden bij het Haagse gerechtshof een proces aangespannen wegens onheuse bejegening in de uitoefening van zijn vak.’ Dit artikel volgt uit het horen van prins Claus over de debacle in India.Ga naar voetnoot241 Het is in Japan nu zo ver dat Yamazaki Machinery Works 's nachts gewoon doordraait en door robots wordt bediend. Het lijkt me een beangstigende ontwikkeling. Wat blijft erover voor mensenhanden (en breinen)? The New York Times meldt dat in Japan momenteel 14.000 ‘programmable robots’ in de industrie zijn ingezet, tegen 4.100 in de usa, 1.000 in Frankrijk en 500 in Engeland. Dat loopt onherroepelijk rampzalig af.Ga naar voetnoot242 ‘Manless plants,’ schrijft Steve Lohr, ‘represent a wedding of computer equipment and programming with traditional mechanical automations - a link the Japanese call “mechatronics”.’ Een voorbeeld: in het begin van de jaren zeventig produceerde Japan tussen de 2,5 en 3 miljoen auto's. Hiervoor waren, inbegrepen toeleveringsbedrijven, 450.000 arbeiders nodig. Tegen het jaar 1980 produceerde Japan tussen de 10 en 11 miljoen auto's, terwijl de mankracht stabiel op 450.000 was gebleven. In 1990 denkt men in Japan 100.000 robots in bedrijf te hebben. Ik heb het nieuwe manuscript van Philip Handler nu gereed. Ik ben erg bang dat hij er nooit meer een woord aan toe zal kunnen voegen. Omdat Burwell niet terugbelde, heb ik Henry Kamin in Durham getelefoneerd. Hij vertelde dat zijn vriends lichaam ongunstig had gereageerd op de bestralingen. Bovendien was er water in zijn longen ontdekt. Hij verkeert opnieuw in levensgevaar. Hoe is het mogelijk dat ik hem aanvankelijk in vrijwel normale omstandigheden terug vond, ook al was hij dan lichamelijk totaal verzwakt. De opnames bewijzen immers dat hij de oude was. Professor Kamin beloofde me ook het nieuwe materiaal snel te bewerken en naar Amerbos te zenden. Vanmorgen belde Lennox Bower uit Dallas om te zeggen dat de rechter had bepaald dat ik ‘a public figure’ was. Dit betekent volgens de Amerikaanse wetgeving dat ze vrijwel alles over je kunnen schrijven, ook dat ik met de kgb bezig zou zijn geweest om het koningshuis omver te trekken, zoals Robert Kroon en Wibo van de Linde het hebben voorgesteld in Time en De Telegraaf. Bowers probeerde me te overtuigen dat het geen enkele zin zou hebben het proces tegen Time voort te zetten na deze hopeloze uitspraak. Ik heb er trouwens geen | |
[pagina 223]
| |
geld meer voor. Had de zaak met Pieter Baaij en de gaspijplijn financieel wat opgeleverd, dan zou het wat anders zijn geweest. Nu zal ik het inderdaad moeten opgeven. ‘At least, you have the satisfaction,’ aldus Bower, ‘that Time spent some 100.000, perhaps 150.000 dollars on your case, so you can be sure they will think twice before they ever write about you such nonsense again.’ Totaal onverwacht belde Pieter Baaij vandaag. Hij had een afspraak met Wisse Dekker van Philips en via hiro zou hij ook Wagner van Shell ontmoeten. ‘Do you realize what it would mean if we can get that order from Philips,’ zei hij. Hij zei na een aantal onbenullige telegrammen van Boris Krylov een ‘nasty message to Moscow’ te hebben gestuurd met een positief resultaat. Ik begreep niet precies waar het allemaal om ging maar was aangenaam verrast. Ik belde meteen Peter. Hij vertelde aan Baaij mijn nummer in New York te hebben doorgegeven. Ook had de vara gebeld. Sonja Barend wilde me in haar programma hebben. ‘Eigenlijk was ik blij dat je er niet was,’ zei Peter in reactie daarop. Langdon Burwell belde eindelijk terug. Hij vertelde dat men bezig was het vocht in de longen van Handler weg te halen, die teleurgesteld was dat hij voor Kerstmis niet naar Durham had kunnen terugkeren. Hoewel het onzeker blijft, dacht Burwell toch dat hij de problemen te boven zou komen want hij had pas 650 Rad straling gehad terwijl hij 2.000 Rad moet krijgen. In dat geval ga ik in februari in Durham het boek echt af maken. | |
22 december 1981We hebben het samen weer absoluut zalig gehad. Er is geen manier denkbaar waarop deze gevoelens zouden zijn te beschrijven. Er was een kerstkaart van zijn ouders met de muziek van Stille Nacht in notenbalken. ‘Ik ben er zeker van,’ zei hij, ‘dat mijn vader die kaart heeft uitgezocht. Mijn moeder zou nooit zoiets hebben gekozen.’ Hij las voor wat hij op een kerstkaart aan zijn grootouders schreef. Ik wil hem mams antieke doosje met het geheime laatje geven. Ik plak onderop: I love you. Hij zei dat hij nooit heimwee had als hij op reis was. Zijn broer en zus wel. Ik vroeg me af hoe dit in zijn bolletje werkte. Iemand op zijn werk, Chris, een werkstudent, tippelde op hem en had gevraagd of hij mee ging naar zijn sportschool. ‘Misschien ga ik inderdaad mee maar ik heb Chris meteen duidelijk gemaakt, dat het daar bij blijft. Ik voel er nooit iets voor | |
[pagina 224]
| |
met collega's over de schreef te gaan. Zo lig je te knoeien en zo sta je naast ze op je werk. Dat doe ik niet.’ | |
23 december 1981Ik ben weer in de zevende hemel. Eduard kwam om 18:30 uur thuis. Er lagen brieven van zijn vader, van zus Marion en vriendin Marit. Ik liet hem een brief aan prins Claus lezen, die hij uitstekend vond, die ik eindigde met de beste wensen voor 1981.Ga naar voetnoot243 Zo'n fout haalt hij er meteen uit. Eigenlijk leest hij half hardop voor. De avond brachten we door bij mijn Indonesische vriend, de architect Hashram Zainuddhin en diens vrouw Francis, een Nieuw-Zeelandse die bij de vn werkt. Ook Mora Henskens en haar moeder kwamen opdagen. Mora gaat Eduard voorstellen aan iemand bij de vn, zodat hij volgend seizoen weer in New York zal kunnen gaan werken, opdat hij vloeiend Engels zal gaan spreken. Die gedachte was voor Eduard een droom die in vervulling zou gaan. Toen we thuis kwamen deed hij zijn armen om me heen. ‘Je bent toch wel een bijzondere vogel,’ zei hij. Bruna zond per luchtpost mijn nieuwe boek Over intelligentie. Het schijnt dat de Spaanse editie eveneens is verschenen. Bij nrc Handelsblad vinden zij het boek (mejuffrouw Rümke en consorten) te weinig ‘wetenschappelijk’ om te bespreken in de krant. Intussen schijnt Willem Brugsma de film die ik met Joop Daalmeijer in Caracas maakte, te gaan presenteren op televisie. Ergerlijk. Altijd het pronken van die man met andermans veren. Het omslag van mijn nieuwe boek vermeldt niet, zoals ik dringend had gevraagd, dat het om een foto van neuronen gaat. En de foto met President Herrera Campins, die op de achterflap had gemoeten, ontbreekt eveneens. Ik vond bij de Record Hunter de muziek van de liefdesscene van het ballet Spartak van Khatchaturian. Eduard vond het prachtig. Heerlijk om hem blij te maken. Heb ook de beide pianoconcerten van Sjostakovitsj kunnen vinden. Volodja Molchanov had er ooit vergeefs naar gezocht in Moskou. Eduard kwam thuis met zijn salaris in zijn laars verstopt. Berties poedel Lola wordt hysterisch van de eekhoorns in Gramercy Park als ik hem daar uitlaat. Ik had een lang telefoongesprek met Peter, die nog op Amerbos is. Het interview met Max Pam is in Haagse Post verschenen. Hij vindt het goed. ‘Ik ben trots op je Willem.’ | |
[pagina 225]
| |
Toon Quarles, Jan Cremer en anderen hadden geprobeerd me telefonisch op Amerbos te bereiken. Eduard vertelt veel over belevenissen in de winkel waar hij werkt. ‘De gekke mensen die je hebt, Willem, het is niet te geloven.’ Hij lag naast me te vertellen over zijn familie, heel ontspannen. Hij sprak heel vertrouwelijk, wat ons alleen maar dichter bij elkaar brengt. Om 01:45 uur probeerden we te slapen. Mora's moeder, mevrouw Henskens, heeft hij Kaatje Keuvel gedoopt. Toen zij vertelde van de Muppets te houden, zei Eduard dat hij er niets aan vond. Net als ik trouwens. Casper van den Wall Bake vindt ze ook erg leuk. Ronald Reagan houdt zijn kersttoespraak. Wat een abjecte nep. Overjarige symbolen en achterhaalde onzin, die steeds herhaald wordt. Hij heeft naar Brezhnev en Jaruzelski geschreven dat zij zich moeten gedragen. Voedselzendingen naar Polen zijn stop gezet. De naar Washington overgelopen Poolse ambassadeur vraagt opeens of voor de vensters van het Witte Huis kaarsjes voor zijn land kunnen worden gebrand. De Poolse communisten waren nooit communisten en zijn nu opeens de broers en zusters van de Yanks. Wanneer je Reagan hoort redekavelen over Jezus en kinderen word je lichtelijk onpasselijk. Mijn uitgever, Dodd, Mead and Company is door Thomas Nelson Incorporated overgenomen, ‘the nation's largest publisher of Bibles’. Dodd & Mead heeft 142 jaar zelfstandig bestaan en gaf de werken van George Bernard Shaw en Agatha Christie uit. Vorig jaar publiceerden zij nog 125 boeken.Ga naar voetnoot244 | |
24 december 1981Gisteravond bleven we thuis. Ik haalde Chinees, terwijl Eduard de tafel dekte, compleet met kaarsen. Romantisch. Ik had een cassetterecorder klaargezet. Om 07:30 uur draaide hij zich om. Ik drukte de opnameknop in. Ons hele nummer staat op cassette. Peter belde. ‘Je moet aardig zijn voor hem, misschien voelt hij zich verwaarloosd,’ aldus Eduard maar ik schrijf Peter vrijwel iedere dag. Het hoge woord is er uit. De Attorney General William French Smith heeft officieel bekendgemaakt dat Richard Allen, veiligheidsadviseur van de president, niets onwettigs deed toen hij duizend dollar aannam van een Japans blad voor het regelen van een gesprek met Nancy Reagan.Ga naar voetnoot245 Wekenlang stond Wash- | |
[pagina 226]
| |
ington op zijn kop over die duizend dollar omdat bepaalde kringen meneer Allen beentje willen lichten. Belachelijk. Net kleine kinderen. Newsweek publiceert een opzienbarend artikel diseases that plague gays.Ga naar voetnoot246 Er wordt gesproken over hepatitis, syfilis en gonorroe. Maar daarnaast schijnt onder homo's ‘an unusual assortment of disorders - some of them deadly’ te zijn uitgebroken. ‘Among them: intestinal infections usually seen in the tropics, a particularly virulent form of pneumonia and a lethal cancer most often found in equatorial Africa.’ Ook zijn nichten gesignaleerd ‘with herpes virus infections out of control - fever, weight loss and gradual decline of health’. Verder schijnt ‘kaposi's sarcoma’ onder homo's nu veel voor te komen, ‘a rare, slow growing type of cancer that generally occurs among older men of Italian and Jewish descent in the form of purplish lumps on the legs’. Frederick Siegel van het Mount Sinai Medical Center ‘suggests nothing less than a nationwide epidemic of immunodeficiency among male homosexuals’. Een alarmerend aantal mensen sterft door de mysterieuze ziekten. Het zou om het topje van de ijsberg gaan. Er is een foto bij geplaatst van een vermagerde patiënt in San Francisco met het onderschrift: ‘An outbreak of bizarre disorders.’ Wat is dit nu weer voor een ziekte, misschien zelfs een epidemie? Die afschuwelijke man, Johnny Carson, die al jaren 's avonds laat de Amerikaanse kudde wakker houdt met zijn lege, onzinnige geklets, is nu op de Britse televisie te zien met zijn typisch Amerikaanse onzin. Het slaat dan ook totaal niet aan in Engeland, en gelukkig maar. Waarom de vervuiling nog verder verspreiden? | |
26 december 1981Waar te beginnen? We hebben zowel Dancin' van Bob Fosse als een ballet van het Pilobolus Dance Theatre gezien. Ik vond de dansers prachtig maar de ‘boodschap’ inhoudloos. Het lijkt soms meer op clownerie dan op dansen. Er worden meer slimme trucjes vertoond dan dat er naar schoonheid wordt gestreefd. Nee, it is not my cup of tea. | |
[pagina 227]
| |
Het sprookje is bijna uit. Ik moet terug naar Amerbos. Ik heb een goedkoop ticket voor Capital Airlines via Brussel kunnen krijgen. | |
Eastern Airlines TerminalMijn verwarring is compleet. Ik schommel tussen totale affectie en overgave aan een persoon en het gevoel belachelijk te zijn om op een jongen van 21 te tippelen, die bovendien zegt mijn vriend en niet mijn lover te willen zijn. | |
New York - BrusselIk vlieg steeds verder weg van New York, maar ik leef naar het moment dat ik Eduard zal terugzien en in mijn zal armen sluiten. Ik kom straks weer, als altijd, in een leeg huis. Zo is het een leven lang gegaan. En een leeg bed, geen liefde bedrijven, geen seks. Eduard heeft daar verandering in gebracht met de waarschuwing: ‘Denk er aan, we zijn geen lovers.’ Ik schrijf in het speciale schrift voor hem bestemd. Het is nacht nu. Ik zie zijn hoofd op het kussen en ruik zijn lichaam. Ondanks de geforceerde afstand tussen ons heb ik, sinds ik hem ken, steeds een innerlijke zekerheid over hem - als blijvend - gevoeld. Wat doet het ertoe of de gevoelens ongelijk zijn? De eerste liefde die perfect op elkaar is afgestemd, moet nog geboren worden. Al het andere zijn West Side Stories. Het is onmogelijk, zeker met een leeftijdsverschil van 35 jaar, perfectie na te streven. |
|