Memoires 1981-1982
(2013)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| |
Moskou10 november 1981National HotelZowel van Amsterdam naar Frankfurt, als tijdens de Lufthansavlucht naar Moskou, ben ik alleen gaan zitten om te lezen en liet ik de heren Baaij en Klaassen aan hun lot over. Na het inchecken in dit hotel belde ik Volodja Molchanov die me direct in zijn nieuwe Lada kwam halen. Zijn vrouw Consuelo was ziek en hij heeft acht dagen voor baby Anja gezorgd. ‘Nu begrijp ik wat vrouwen meemaken.’ Hij zegt dagelijks tweeëneenhalf uur in de rij te staan voor de verschillende benodigdheden. Melk voor Anja kost hem een uur om te halen. Papier voor luiers is maar in één winkel voorhanden op een afstand van 40 minuten rijden met de auto. Eén winkel voor heel Moskou? Dan is er bovendien slechts voor vier of vijf dagen voorraad dus moet je daarna opnieuw de trip maken. Het personeel van het persbureau apn Novosti helpt nu iedere drie weken met de distributie van groenten. Vorige week was het Volodja's beurt. De hele dag wachtten zo'n veertig medewerkers van apn Novosti in een hal tot een trein met aardappelen arriveerde, maar toen was het al te laat geworden en ging iedereen naar huis. Ik luisterde in stomme verbazing, want het lijkt wel oorlogstijd. Leonid Brezhnev had onlangs meegedeeld dat hij binnenkort 75 jaar zou worden. Dit was een historisch feit want hij had dan 50 jaar voor de cpsu gewerkt. Volodja vervolgde: ‘Hij kondigde dit op televisie in het politbureau aan. Je kon zien hoe de hersens van de andere leden op volle toeren draaiden en zich afvroegen wat men zou kunnen doen om dat feit te herdenken, want Brezhnev is immers al tweemaal Held van de Revolutie. Ook kreeg hij al tweemaal de Leninprijs. Zijn jongste boek over zijn jeugd kreeg een prijs. Hij heeft alle denkbare onderscheidingen reeds ontvangen. Nu is er dus een nieuwe medaille in het leven geroepen voor die leden, die al vijftig jaar in de partij zijn.’ Een van de eerste opmerkingen die Volodja in de auto maakte, was dat Joseph Kraft, sinds jaren mijn gewaardeerde vriend en collega, had geschreven dat Amerikanen aan ‘the mental capa- | |
[pagina 161]
| |
bilities’ van Ronald Reagan begonnen te twijfelen. ‘We enjoyed that article here in Moskou, because imagine that a Soviet commentator would write those lines about Leonid Brezhnev?’ Volodja vertelde dat apn Novosti bijvoorbeeld tien man had om de afdeling voor Frankrijk/Benelux te runnen, wat gemakkelijk met drie man zou kunnen worden afgehandeld. ‘I make 240 rubles per month,’ zei hij, ‘so I write just enough lines, worth 200 rubles. Why work more? That's how it works for everyone. But at least everybody holds a job. It does kill any initiative or development, but everybody works and has bread on the table. There is no ideal system in the world. In Western Europe 26 million are unemployed. In our system that does not exist.’ Volgens Molchanov was het leven in de ussr tot 1972 ‘fairly good’. Westerse invloeden worden nu meer toegestaan, ook kunnen Sovjetburgers nu gemakkelijker naar het buitenland reizen, maar anderzijds ontwikkelde zich het dagelijks leven als een soort verschrikking. ‘Outside Moscow, you cannot get anything, except perhaps canned food, lots of cheap port-wine and people do get drunk all the time in order to forget their misery. All our problems are due to the arms race. Say, gosplan tells you to make ten of these cups,’ en hij pakte een kopje van tafel, ‘then you bring a counter-proposal to the boss of your factory, that you propose with the same effort to make fifteen cups. Next, you get a medal for the extra work and thinking, but nobody knows what to do with the extra five cups.’ Ik vroeg waarom het gesprek met Valentin Falin niet doorging. Hij had via Popov, een diplomaat die eens door Den Haag ons land was uitgezet, Falin benaderd. Falin had geantwoord: ‘Ok, als Tolkunov mij belt.’Ga naar voetnoot175 ‘Dus mijn hoofdredacteur bij apn heeft iets verkeerds gezegd tegen Tolkunov en Tolkunov op zijn beurt zei iets verkeerds tegen Falin. Maar ik heb geregeld dat je Popov zelf zal ontmoeten.’ Om 08:00 uur belde Boris Krylov vanaf het kantoor van Jermen Gvishiani. Vanmorgen zouden er gesprekken zijn op het ministerie van Gaszaken en morgen bij Buitenlandse Handel. ‘Geen ontmoeting met mijnheer Gvishiani,’ vroeg ik. Nee, dat was deze reis niet mogelijk, want hij was ziek en meer | |
[pagina 162]
| |
van de gebruikelijke sovjetsmoesjes om een ontmoeting af te wimpelen. ‘Maar hij heeft me dit beloofd,’ riep ik, ‘hij zou me ontvangen als het nodig was.’ Krylov adviseerde in dat geval Stepoura te bellen. Van de zogenaamde nieuwsvoorziening word je in dit land helemaal ziek. De toon der berichtgeving heeft een vorm van naïviteit, die eigenlijk beledigend is. Zoals Radio Moskou het voorstelt, zijn de mensen in Afghanistan hoogste dankbaar voor ‘de broederlijke sovjethulp’. Krylov zei ook: ‘I got your angry telegram saying that I was sort of betraying you.’ ‘Well, the use of the word side-tracking does not necessarily mean betrayal,’ antwoordde ik. Hij zei dat hij het telegram zou inlijsten. Hij vertelde overigens ook Siebe Minnema - mijn vroegere klasgenoot op Nijenrode - te hebben ontmoet. Men wilde nagaan of Nederland wellicht ook andere investeringen zou kunnen doen, bijvoorbeeld bij de aanleg van een dam nabij Leningrad waarbij de ussr dan met de levering van gas zou betalen. ‘Tell it all to Pieter Baaij, he is the man,’ was mijn reactie. Ik liep naar de kamer van Pieter Baaij en vertelde dat er wel eens een order van 100 miljoen voor machinerieën in zou kunnen gaan zitten. ‘Van mij krijg je sowieso twee procent,’ aldus Pieter, ‘en dat is dan altijd nog twee miljoen.’ Hiervan kreeg ik opnieuw de kriebels, want stel je voor dat het op een dag werkelijk gebeurt. Premier N.A. Tikhonovs toelichting op het huidige vijfjarenplan biedt een schril contrast tot wat Volodja Molchanov me afschildert als de werkelijke situatie in het land. José Delgado schreef een opzienbarend artikel: the biological basis of intelligence and freedom voor het blad Human Intelligence. Ik wil dat ook Georgii Arbatov dit leest. Dit ‘denken’ hebben ze hier helemaal nodig.Ga naar voetnoot176 B.F. Skinner (nu 77) geeft nu toch eindelijk toe dat ‘behavioral psychology may be unable to significantly improve the collective human condition.’Ga naar voetnoot177 ‘He said in an interview at his office ten years ago, when his book Beyond Freedom and Dignity was published, [waar ik hem voor de eerste serie interviews naar aanleiding van de Club van Rome over heb gesproken, wo], he believed behavioral psychology provided the “technologie” to solve the world's prob- | |
[pagina *1]
| |
Prins Claus nadat hij 16 december 1981 in mijn zaak in Den Haag had getuigd.
| |
[pagina *2]
| |
Confrontatie met ambassadeur Tolstikov op ambassade-receptie.
Pravda-hoofdredacteur Viktor Afanasjev.
Voorzitter van de Opperste Sovjet Chitikov.
| |
[pagina *3]
| |
Interview met president Luis Herrera Campins, Miraflores Palace, Caracas.
VARA tv-team in Caracas. Geheel links Joop Daalmeijer, rechts van hem Pepe Dominguez, de assistent van minister Machado.
| |
[pagina *4]
| |
Op bezoek bij de Delgado's, Matha's Vineyard.
Peter met Caroline Delgado.
Jose Carlos Delgado, my favorite.
| |
[pagina *5]
| |
Volodja Molchanov en Peter op Amerbos.
Diner met Jan Foudraine en Peter ‘Atit’ op Amerbos.
| |
[pagina *6]
| |
Bertie Hilverdink
| |
[pagina *7]
| |
Eduard met Peters vriend Frederick Ress en diens lover Jay Beadle.
| |
[pagina *8]
| |
Honeymoon naar Florida
| |
[pagina 163]
| |
lems. But he hadn't thought through, he says, “the question of whether people would ever have the inclination” to use this tool.’ ‘I am very pessimistic,’ aldus Skinner tegen Joel Greenberg in The New York Times, ‘we are not going to solve our problems, really.’ Skinners theorie van ‘operant conditioning’, waarbij kinderen worden gedrild zich te gedragen volgens een systeem van straf en beloning, heb ik altijd als cosmetisch ervaren. Hersenspoeling gaat dieper en penetreert veel blijvender in het brein van kinderen dan men zich bewust is. Daarom heb ik steeds nauw contact gehouden met Delgado, de neurofysioloog, omdat mijn inziens het op de eerste plaats gaat om wat (inhoudelijk) in de breinen van nieuwe generaties wordt gestampt. Wat is de programmering van de drie pond protoplasma en de miljarden neuronen in het menselijke brein? The New York Times vervolgt, dat het debatteren onder critici van Skinner over ‘controlling entire societies’, een academische aangelegenheid is. ‘Psychologists simply do not possess the means, for better or worse, to alter substantially the course of the human race.’ Daar is Skinner het uiteindelijk ook mee eens. Hij beschouwt het de enige manier om de koers van de mensheid te veranderen, wanneer mensen zouden handelen volgens ‘predictions of future conditions and thus alter institutions and practices’. Ik ben het hier gloeiend mee oneens. Dat is als het lezen van een Japans boek van achter naar voren. De enige manier om de mensheid tijdig op een ander spoor te kunnen krijgen, staat of valt met het erin slagen de overbagage van de geschiedenis van tweeduizend jaar - mythologie, sprookjes, religie, koningshuizen, pausen en Egyptische farao's - naar de schroothoop-van-wat-eens-is-geweest te verwijzen en de tabula rasa-breinen van nieuwe generaties te programmeren aan de hand van nieuwe realiteiten, nieuwe wetenschappelijke en technologische kennis over de planeet, het universum en de mens zelf. ‘Realistically’, zegt Skinner nu, ‘you cannot fundamentally change four-and-a-half billion people.’ Hij is het oneens met de sociobioloog Edward Wilson van Harvard, die stelt ‘that altruistic behavior is genetically passed on to insure the perpetuation of the species.’ Natuurlijk is dat onzin. Skinner gelooft niet in een ‘gene for altruism’. Zou het er zijn, dan wordt het in ieder geval massaal overspoelt door ‘genes of hatred, competition, murder survival at any price’. Ik had een korte ontmoeting met Georgii Arbatov op het usa Instituut. Hij was vooral geïnteresseerd over wat de delegatie | |
[pagina 164]
| |
van Van Eeghen bij terugkeer had gezegd en gedaan. Klaas de Vries had een uitstekende indruk gemaakt. Dat is waar ik me ook in vergiste bij die man. Hij vroeg om een vertaling van de artikelen van De Vries en Van Eeghen in nrc Handelsblad. ‘Die kunt u gemakkelijk van apn Novosti krijgen,’ zei ik. Volodja vroeg later om er alsjeblieft niet op terug te komen, want hij had bijzonder weinig zin om die vertalingen te moeten gaan maken. De ussr is eigenlijk een gigantisch misverstand. In Westerse hoofdsteden en de vs worden onze standaarden aangemeten bij het evalueren van de andere grootmacht, maar men heeft geen benul van wat hier eigenlijk gebeurt. Er is geen enkele vergelijking te trekken. Ik beklaagde me bij Arbatov over de verschillende stunts van de voorzitter van de Opperste Sovjet, Chitikov, die de missie Van Eeghen had helpen torpederen. ‘But Chitikov does not know the situation, he is like the Queen,’ en hij corrigeerde zichzelf, ‘well, like a small queen.’ Ik vertelde hem van de botsing tussen Chitikov en De Vries, maar daarna ook van de botsing die ik met ambassadeur Tolstikov in Den Haag had gehad, gedeeltelijk in het bijzijn van Klaas de Vries. Arbatov antwoordde echter, ik denk mede omdat assistent Pechatnov ons gesprek bijwoonde: ‘Well, Tolstikov is right. The Van Eeghen visit should have been arranged through him. But anyway, there are no contacts between him and us, so there is nothing to discuss.’ Dat verbaasde me, omdat Arbatov aanvankelijk met alle voorbereiding voor het bezoek van Van Eeghen via hemzelf immers akkoord was gegaan. Daarop vroeg ik of hij bereid was Sicco Mansholt te ontmoeten. Okay. De volgende Olof Palme-bijeenkomst is in Japan, maar daarna in januari in Bonn. ‘Tell Van Eeghen,’ aldus professor Arbatov, ‘our purpose was to start broad discussions. I think we succeeded.’ Ik kon het onderwerp Volodja Feltsman en diens emigratie naar Israël helaas niet aansnijden omdat Volodja Pechatnov aanwezig was. Arbatov was trouwens even uit een andere vergadering weggelopen voor ons gesprek. Daarna werkte ik samen met Sergei Plekhanov en Volodja Pechatnov aan de drukproeven van het Amerikaanse manuscript. Het bleek dat de Amerikaanse editors er heel wat controversiële onderwerpen hadden bijgeslepen, inbegrepen cijfers over militaire zaken. Het zou al een studie waard zijn om na te gaan wat de Amerikaanse voorvechters van de vrije pers er allemaal uitgehaald hebben om het manuscript voor de Amerikaanse markt persklaar te maken zoals dit heet. Het schijnt dat professor Fred | |
[pagina 165]
| |
Warner Neal van het Center For The Study of Democratic Institutions in Santa Barbara, Californië, erin slaagde de uitgever Dodd, Mead and Company te overtuigen het Arbatov-boek uit te brengen. Professor Arbatov had er al een contract voor getekend. Ik heb nog niets te zien gekregen van de heren Landshoff. ‘I was ready to use my own money, to have the book out in the us,’ aldus Arbatov, ‘because we wrote it for the Americans.’ Dat is waar. De rottigheid die je op een dag hoort. Ik liep naar de kamer van Pieter Baaij. Hij en Klaassen waren vanmorgen bij de onderminister voor Gaszaken geweest. Het Engels van zowel Baaij als Klaassen is niet om te gillen, dus Boris Krylov, die mee was geweest, had zich verveeld. We spraken in de bar van het Metropole hotel. Baaij bietste een pakje Bernhard Saint Moritz sigaretten voor zijn vrouw. De ober zei: ‘You come very often here. Lucky, lucky man. I cannot go to your country.’ De ussr als gigantische gevangenis. Krylov zat Baaij en Klaassen voor te kauwen hoe ze op het ministerie van Buitenlandse Handel morgen vooral zakelijk en helder dienden te zijn en niet om de zaken heen moesten draaien. ‘Those people at Foreign Trade are much more hard boiled than those at the Gas ministry,’ waarschuwde hij. Nauwelijks was Krylov vertrokken of Baaij bracht de percentages van de consultancy fee weer ter sprake. Na steeds gezegd te hebben dat Klaassen geen aanspraak op een percentage maakte, zei hij nu: ‘...en Cees Klaassen natuurlijk, maar ik deel mijn percentage met hem.’ Zij hadden contact opgenomen met de ambassade en zouden er om 20:30 uur aldaar nog twee diplomaten ontmoeten. Ik vroeg om mij erbuiten te laten maar de vraag waar ik was had men al gesteld. Baaij had geantwoord: ‘Hij zat in hetzelfde vliegtuig.’ ‘Ik zeg nooit iets, Willem. Vergeet niet, ik ben inlichtingenofficier geweest.’ Rob Soetenhorst van nrc Handelsblad is voor een bezoek aan de ussr als gast van apn Novosti gearriveerd. De pianist Volodja Feltsman kwam me om 20:00 uur halen. Hij en zijn vrouw hadden snacks geprepareerd. Ik zegde toe dat ik Georgii Arbatov voor mijn vertrek over Feltmans perikelen een brief zou schrijven. Hij heeft in Moldavië opgetreden met orkest en er komt een concert in Siberië. ‘They only do that to be able to say Feltsman plays.’ Maar in Moskou en andere grote steden wordt hij zorgvuldig als pianist geweerd. Nadat zijn vader Oscar Feltsman eerst de autoriteiten had doen weten tegen zijn emigratie te zijn, had deze nu een brief ge- | |
[pagina 166]
| |
schreven dat ook hij zijn vertrek ondersteunde. De lamstraal in het ovir-kantoor, die hem tegenhoudt, had Volodja en Anja bij zich geroepen om aan te kondigen dat de nieuwe brief van zijn vader niets aan de situatie veranderde. Hij vermoedde zelfs dat zijn vader de brief onder druk zou hebben geschreven (wat waar was). Volodja's vader schijnt steeds meer patriottische liederen te componeren. Volodja ziet een verband met zijn verzoek te kunnen vertrekken. Oscar Feltsman schreef de muziek voor een documentaire over Leonid Brezhnev, een lied voor ontspanning in de wereld, een lied over het dagelijkse brood en een nieuw lied voor de cpsu. Een redacteur van Newsweek kwam naar Moskou en lunchte met Volodja Feltsman. Iedereen is bereid te helpen. Op 5 maart 1982 zal er in het Lincoln Center een demonstratie voor zijn vertrek uit de ussr worden georganiseerd. Volodja Molchanov vertelde dat hij de sovjetautoriteiten had voorgesteld mij een boekenprijs te geven om het Arbatovboek te gedenken. ‘Ze zijn er niet op ingegaan, want ze zijn hier nog altijd bang voor jou. Ze begrijpen je niet en ze kunnen je ook niet begrijpen.’ Hij vertelde me dit toen we samen met Jolly, de hond, naar Gorkystraat wandelden. Ik dacht na over wat hij had gezegd toen ik terug naar het hotel liep in de frisse lucht, met af en toe een scheut afschuwelijke stank van uitlaatgassen van auto's en bussen. Eigenlijk ben ik sinds mijn jeugd door veel mensen als onhandelbaar of onberekenbaar beschouwd, inbegrepen mijn ouders. Maar er waren ook uitzonderingen, de familie Van Dijk in Baarn en natuurlijk mejuffrouw Büringh Boekhoudt. Nu word ik dus ook hier als ‘gevaarlijk’ beschouwd, net als in Den Haag. De meeste botsingen in mijn leven waren te wijten aan leugens en oneerlijke situaties. Volodja Feltsman gaf me trouwens gelijk dat de enige methode om wat te bereiken hier in Moskou, is ‘to play rough’.Ga naar voetnoot178 Brezhnev heeft een uitgebreid interview aan Der Spiegel gegeven.Ga naar voetnoot179 Ik bracht een extra nummer voor Arbatov mee. Rudolf Augstein voorzag diens woorden van commentaar. Wanneer je Brezhnevs betoog nauwkeurig leest, kan je niet anders dan de man in vele opzichten gelijk geven. ‘Einen begrenzten Kernwaffenkrieg kann es nicht geben.’ Natuurlijk niet, ook al beweren Haig, Luns en andere idioten anders. ‘Wenigen Neutronenladungen genügen um in Hamburg alles auszulöschen.’ | |
[pagina 167]
| |
Natuurlijk is dat zo, maar Brezhnev was een ooggetuige van Hitlers verschroeide aarde tactiek in de ussr. Wat weet de Amerikaan die dat onding ontwierp daarvan? ‘Europa ist das zerbrechlichste aller Häuser der Menschheit,’ aldus Brezhnev. Ook daar zou hij wel eens gelijk in kunnen hebben. De clou van Brezhnevs betoog, hebben de redacteuren van Der Spiegel terecht op de omslag gezet: versetzen sie sich mal in unsere lage. Ik belde kort met Eduard in Amsterdam. | |
11 november 1981Ik heb ontbeten met Baaij en Klaassen. Vooral Klaassen lijkt pessimistisch ten aanzien van mogelijke orders. Volodja Molchanov haalde me om 09:10 uur op. We hadden een ontmoeting van een uur met Popov, zijn vriend, werkzaam in het Centraal comité van de cpsu. Hij zei dat we elkaar een keer hadden ontmoet op de ambassade in Den Haag, in het jaar 1961. Ik herinner me er niets van.Ga naar voetnoot180 We spraken over het boek met Zamyatin, het interview met Falin en ik hield een pleidooi waarin ik erop aandrong dat Holland een stuk van de cake zou moeten krijgen ten aanzien van het gaspijplijnproject vanuit Siberië naar West-Europa. Hij maakte van mijn uiteenzettingen notities. Hij schijnt ook de heren van de Van Eeghen-missie te hebben begeleid. Volodja zette me af bij het kantoor van Jermen Gvishiani. Stepoura vroeg: ‘You want to see him alone, or with a whole bunch of staff?’ Ik antwoordde: ‘Perhaps better alone, because we have to protect the boss.’ Ook Baaij en Klaassen arriveerden. Baaij was zelfs hoogst nerveus over wat we wel of niet tegen Gvishiani moesten zeggen. Daarbij kwam het slechte Engels van beiden. Klaassen is nauwelijks van waarde tijdens zo'n ontmoeting. Misschien is hij inderdaad een technische bolleboos, maar daar koop je op het moment suprême geen moer voor. Alleen Krylov en Stepoura waren bij de ontmoeting aanwezig. Gvishiani begon met te vertellen dat hij lichte longontsteking had gehad zonder het te weten. Vervolgens had hij een lichte hartaanval gehad ‘and of course, my wifeGa naar voetnoot181 is against it that I work again, but I have to go to Vienna tomorrow’. Ik vroeg hem het eerst of hij het manuscript met Philip Handler had gelezen dat ik hem in Wenen had gegeven. Daar had hij geen tijd | |
[pagina 168]
| |
voor gehad. Hij schijnt het op iiasa te hebben afgegeven. Hoe kan dat? Dan moet ik het terugvragen, want dit was nog niet de uiteindelijke versie. Georgii Arbatov heeft het trouwens ook aan zijn staf gegeven. Dat kan dus ook niet meer. Gvishiani moest trouwens naar Wenen vanwege de financieringsproblemen die Ronald Reagan voor iiasa had gecreëerd. ‘If the us withdraws financial support, we will also have to withdraw from iiasa,’ zei hij. Toen Baaij zijn zaak begon te bepleiten, waarbij hij Gvishiani recht aankeek, sprak hij hem aan met ‘mijnheer Krylov’. Daar ga je dan. Ik probeerde met grapjes de zaak glad te strijken. Baaij verliet het kantoor van Gvishiani in een jubelstemming. ‘Hebben jullie gehoord dat hij aanbood om de reis van onze specialisten naar Moskou te betalen teneinde hun expertise te bespreken?’ Ik verloor bijna mijn geduld en wierp hem toe: ‘Hoe kan je in godsnaam na zo'n gesprek alleen de centen er uitlichten, als een geboren Hollandse kruidenier? Gvishiani heeft jullie als eerste buitenlandse zakenlieden ingelicht over de ontdekking van nieuwe steenkoolgebieden ten noorden van de Himalaya. Krylov liep zelfs naar de wandkaart om ze aan te wijzen!’ Gvishiani gaf aan dat gosplan van deze nieuwe mogelijkheden op de hoogte was ‘but the ministry of Foreign Trade does not know yet. Nor did we tell the Germans about it.’ Hij wees erop dat de belangstelling voor steenkool weer toenam, ook omdat Polen haar verplichtingen niet meer nakwam. Steenkool schijnt ook in liquide vorm leverbaar te zijn. Dus nog meer pijplijnen in de pijplijn. Vanmorgen zei Pieter Baaij nog tegen mij: ‘Jij bent nu een keer mee geweest en dat moet je natuurlijk nooit meer doen. Jij moet helemaal op de achtergrond blijven.’ Ik begon me over deze opmerking meteen weer op te winden. Trouwens, van deze trip van beide heren zou helemaal niets terecht zijn gekomen als ik niet bepaalde deuren open had geforceerd. Na afloop van de ontmoeting met Gvishiani zei diezelfde Pieter Baaij: ‘Je zult de eerstkomende reizen nog mee moeten gaan, tot we hier een werkelijke vertrouwensbasis hebben opgebouwd, of tot we een eerste contract hebben gesloten. We zullen je daarom precies op de hoogte houden van wat we gaan doen.’ Ik zal dit maar voor waar aannemen en verder zien. |
|